Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

10.60.00 Tabak, ruwe en (gedeeltelijk) bereide tabak

13 Controlebepalingen

13.1 Tijdelijk buiten een AGP brengen

Het is voor tabaksproducten toegestaan om, onder bepaalde voorwaarden, gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak en tabaksproducten buiten een AGP bepaalde bewerkingen of verpakkingshandelingen te laten ondergaan (artikel 81 WA).

Naar boven

13.2 Ruwe tabak en gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak

Ter verzekering van de heffing van de accijns zijn regels gesteld voor twee producten die geen accijnsgoederen zijn: ruwe tabak en gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak (artikel 82 WA).

Naar boven

13.2.1 Vervoer van ruwe tabak en gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak

Voor de uitvoering van artikel 82, eerste lid WA moet de herkomst kunnen worden aangetoond van ruwe en gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak die wordt vervoerd (artikel 35 UBA).

Vervoer zonder deze bescheiden is strafbaar gesteld in artikel 42, onderdeel c UBA.

Naar boven

13.2.2 Handel in ruwe tabak en gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak

Handeldrijven in ruwe tabak zonder vergunning als bedoeld in artikel 36, eerste lid UBA, is strafbaar gesteld in artikel 42, onderdeel d UBA. (zie ook hoofdstuk 3).

Naar boven

13.2.3 Verstrekken van ruwe tabak en monsters van ruwe tabak

Ruwe tabak en monsters van ruwe tabak mogen alleen worden verstrekt aan (artikel 36, derde lid UBA, op grond van artikel 82, eerste lid WA):

  • vergunninghouders van een AGP

  • agenten

  • commissionairs

  • makelaars in ruwe tabak

Overtreding van dit verbod is strafbaar gesteld in artikel 42, onderdeel e UBA.

Naar boven

13.3 Aantreffen tabaksproducten zonder accijnszegel buiten AGP

Wanneer tabaksproducten buiten een AGP worden aangetroffen zonder een accijnszegel wordt niet voldaan aan de verplichting van artikel 73 WA, tenzij het tabaksproducten betreft die voorhanden zijn bij een particulier, voor eigen gebruik van deze particulier zijn en waarbij de indicatieve hoeveelheden zoals opgenomen in artikel 3a URA niet worden overschreden. Bij deze laatste situatie is er geen sprake van uitslag tot verbruik.

Tabaksproducten dienen bij uitslag tot verbruik te zijn voorzien van een accijnszegel.

Als tabaksproducten niet zijn voorzien van een accijnszegel worden zij in beslag genomen. Immers: tabaksproducten bestemd voor de verkoop moeten in NL zijn voorzien van accijnszegels. Is dat niet het geval dan wordt artikel 95, eerste lid, onderdeel a WA overtreden hetgeen in artikel 101 WA strafbaar is gesteld.

Het is echter formeel niet juist om dan bij degene van wie de tabaksproducten inbeslaggenomen zijn zonder meer, zonder nader onderzoek, een naheffingsaanslag op te leggen voor de verschuldigde accijns voor die tabaksproducten. Immers het niet op de verpakking aanwezig zijn van een accijnszegel is in de accijnswetgeving geen zelfstandig belastbaar feit.

De belanghebbende zal, om tot een daadwerkelijke verschuldigdheid van accijns te komen in de gelegenheid moeten worden gesteld om van die tabaksproducten de herkomst aan te tonen, waardoor vastgesteld kan worden dat de accijns in een eerder stadium is afgedragen. Kan de herkomst niet worden aangetoond of blijkt ondanks de aangetoonde herkomst dat de accijns niet is afgedragen dan zal de accijns alsnog worden geheven over de van belanghebbende inbeslaggenomen tabaksproducten wegens het voorhanden hebben van niet in de heffing betrokken accijnsgoederen (artikel 2, eerste lid, onderdeel b WA).

Naar boven