12.50.00 Vereenvoudigde douaneaangiften en overige vereenvoudigingen
7 De verzamelaangifte
De vereenvoudiging van artikel 177 DWU staat toe dat één zogenaamde verzamelaangifte wordt gedaan voor goederen met verschillende tariefonderverdelingen die in één zending worden aangeboden. Het invoer- of uitvoerrecht moet dan voor de hele zending worden berekend op basis van de goederen in de zending met het hoogste tarief aan douanerechten. Een aangever kan een beroep doen op toepassing van de vereenvoudiging door het indienen van een douaneaangifte met daarin een verwijzing naar artikel 177 DWU
Voorwaarden voor toepassing van 177 DWU:
1. Een zending bestaat uit goederen waarvan de tariefonderverdelingen verschillend zijn,
2. Het opstellen van de douaneaangifte van elk van deze goederen volgens zijn tariefonderverdeling zou werk en kosten met zich meebrengen die niet in verhouding staan tot het bedrag van de verschuldigde rechten bij invoer en uitvoer, en
3. Er moet een aanvraag zijn van de aangever dat het invoer- of uitvoerrecht wordt berekend op basis van het tarief van de goederen die aan het hoogste recht bij invoer of uitvoer zijn onderworpen.
Met "verschillende tariefonderverdelingen" wordt voor de toepassing van artikel 177 bedoeld dat twee producten onder twee verschillende GN-codes vallen.
Let op!
De Douane staat toepassing van de vereenvoudiging niet toe voor goederen die zijn onderworpen aan verboden of beperkingen of aan accijnzen en voor goederen waarbij de correcte indeling noodzakelijk is om de maatregel toe te passen.
Let op!
De vereenvoudiging heeft alleen betrekking op de douanerechten. Omdat er geen soortgelijke bepalingen voor vereenvoudiging zijn met betrekking tot de BTW moeten wel “gewoon” de verschillende BTW tarieven worden toegepast.
(Artikel 228 UVo.DWU)
Er is in het DWU weliswaar geen bovengrens aan de mogelijkheid van het doen van een verzamelaangifte gesteld maar zowel Verordening (EU) 471/2009, op basis waarvan het verplicht is om statistische gegevens te verstrekken over geïmporteerde en geëxporteerde goederen met een waarde van meer dan 1000 euro alsook de verplichting om veiligheidsgegevens te verstrekken aan de Commissie hebben tot gevolg dat de verzamelaangifte niet kan worden toegepast als de waarde groter is dan 1000 euro.
Let op!
De waardegrens van 1000 euro geldt niet als er voor een verhuisboedel een verzamelaangifte wordt gedaan waarvoor een vrijstelling wordt verleend.
Dit volgt uit aanhangsel van Uitvoeringsverordening 2020/1197. Daarin is een aantal goederen genoemd dat niet onder de Europese statistieken voor internationale handel in goederen valt. Ook voor deze goederen is het mogelijk om een verzamelaangifte te doen ook als de waarde groter dan 1000 euro is.
Berekenen douanerechten bij verzamelaangifte
Als alle goederen in een zending een ad valorem recht hebben dan is het eenvoudig om het douanerecht te bepalen. Alle goederen moeten worden aangegeven onder de goederencode van de goederen die het hoogste tarief aan invoerrecht kennen van de goederen binnen de zending.
Voorbeeld
Een zending van samengesteld uit 500 potloden (belast stel: 0,01 euro per stuk) met 500 puzzels (belast stel: 0,02 euro per stuk): de hele zending kan als puzzel in rekening worden gebracht (0,02 euro op 1000 stuks is de hele zending) en het bedrag van het corresponderende recht dat in rekening gebracht zal worden is dan 20 euro voor de zending. Als deze zending volgens de normale regels werd belast, zou dit resulteren in een bedrag van 15 euro (5 euro voor de potloden + 10 euro voor de puzzels).
Als de goederen in een zending vallen onder tariefonderverdelingen die onderworpen zijn aan een specifiek recht dan moet het specifiek recht aan de hand van de douanewaarde van de goederen omgerekend worden naar een ad valorem recht. De goederen worden ingedeeld, en belast, naar de goederen waarvoor het hoogste ad valorem recht uit de berekening komt.
Voorbeeld
Een zending bestaat uit 500 potloden (belast met specifiek recht van 0,01 euro per stuk en met een douanewaarde van 200 euro), 500 puzzels ( belast met specifiek recht van 0,02 euro per stuk en met een douanewaarde van 200 euro) en uit 1000 pakketten van ieder 1 meter lint (belast met specifiek recht van 0,1 euro per meter en met een douanewaarde van 500 euro)
Eerst moet het specifieke recht omgerekend worden naar een ad valorem recht.
Hoe wordt het specifieke recht voor potloden omgezet in een ad valorem recht? Het toepassen van het tarief van 0,01 euro per stuk op 500 potloden resulteert in een bedrag van 5 euro. Dit bedrag komt overeen met een ad valorem recht van 2,5% op de douanewaarde van de potloden (200 euro).
Hoe wordt het specifieke recht voor puzzels omgezet in een ad valorem recht? Het toepassen van het tarief van 0,02 euro per stuk op 500 puzzels resulteert in een bedrag van 10 euro. Dit bedrag komt overeen met een ad valorem recht van 5% op de douanewaarde van de puzzel (200 euro).
Hoe wordt het specifieke recht voor lint omgezet in een ad valorem recht? Het toepassen van het tarief van 0,1 euro per meter op 1000 pakketten met elk 1 meter resulteert in een bedrag van 100 euro. Dit bedrag komt overeen met een ad valorem recht van 20% op de douanewaarde van het lint (500 euro).
Het ad valorem tarief op het lint (20%) is het hoogste tarief en moet op de hele zending worden toegepast. De totale douanewaarde van de drie goederensoorten is 900 Euro en dus moet 180 Euro douanerecht betaald worden.
Als de vereenvoudiging niet wordt toegepast, dan moet het specifieke recht per zending betaald worden en moet 115 Euro betaald worden (5 euro voor de potloden + 10 euro voor de puzzels + 100 euro lint).
Als goederen in een zending deels vallen onder tariefonderverdelingen die onderworpen zijn aan een ad valorem recht en deels onder tariefonderverdelingen die onderworpen zijn aan specifiek recht dan moeten alle rechten worden omgerekend naar een ad valorem recht. Het hoogste ad valorem recht moet vervolgens worden toegepast op de hele zending.
Voorbeeld
Een zending samengesteld uit 500 potloden (belast met 0,01 euro per stuk + 20% ad valorem recht en met een douanewaarde van 200 euro) met 500 puzzels (belast met 30% ad valorem recht en met een douanewaarde 200 euro) en 1000 pakketten (1 m elk) van het lint (belast met stel 0,1 euro per m en met een douanewaarde van 500 euro):
Eerst moet het specifieke recht omgerekend worden naar een ad valorem recht.
Hoe wordt het samengestelde specifieke recht plus ad valorem recht op potloden omgezet in één ad valorem recht? Het toepassen van het tarief van 0,01 euro per stuk + 20% ad valorem echt op de 500 potloden met een douanewaarde van 200 euro resulteert in een bedrag van 45 euro. Dit bedrag komt overeen met een ad valorem recht van 22,5% over de douanewaarde van de potloden (200 Euro).
Op de puzzels is al een ad valorem recht van 30% van toepassing.
Hoe wordt het specifieke recht voor lint omgezet in een ad valorem recht? Het toepassen van het tarief van 0,1 euro per meter over 1000 pakketten met elk 1 meter resulteert in een bedrag van 100 euro. Dit bedrag komt overeen met een ad valorem echt van 20% op de douanewaarde van het lint (500 euro).
Het 30% ad valorem recht op de puzzels is het hoogste recht en moet worden toegepast op de hele zending. De totale douanewaarde van de zending is 900 euro en dus moet 270 euro aan douanerecht betaald worden.
Als de vereenvoudiging niet wordt toegepast en de douanerechten voor deze zending volgens de normale regels zouden worden berekend, dan zou de aangever 205 euro moeten betalen (45 euro voor de potloden + 60 euro voor de puzzels + 100 euro lint).