12.50.00 Vereenvoudigde douaneaangiften en overige vereenvoudigingen
1 Vereenvoudigde wijzen van aangifte doen
1.1 Aangifte doen Algemeen
Door het doen van een aangifte voor een douaneregeling vraagt een belanghebbende aan de Douane om toestemming deze douaneregeling te gebruiken. De Douane moet in staat zijn om deze beslissing te nemen, waardoor de vorm van de aangifte en de daarbij behorende informatie aan wettelijke regels zijn onderworpen. De douaneaangifte moet in principe altijd elektronisch worden ingediend.
( artikel 6, lid 1 DWU )
Standaard douaneaangiften voor het plaatsen van goederen onder een douaneregeling bevatten daarom alle gegevens, die nodig zijn voor de toepassing van de bepalingen, die gelden voor de douaneregeling waarvoor de goederen worden aangegeven. Dit betekent dan ook dat per douaneregeling specifieke gegevens nodig zijn, die per douaneregeling zijn opgenomen in een bijlage bij de Gedelegeerde Verordening.
( artikel 162 DWU en Bijlage B GVo.DWU )
Daarnaast moet de aangever bij het indienen van de aangifte in bezit zijn van zogenaamde (wettelijk vereiste) bewijsstukken. Dit zijn bewijsstukken die nodig zijn om de gevraagde douaneregeling toe te staan en bescheiden die de gegevens in de aangifte ondersteunen en onderbouwen.
Deze bewijsstukken moeten ter beschikking staan van de Douane bij het indienen van de aangifte en moeten dan ook aan de Douane worden verstrekt als de Uniewetgeving dit vereist, of als dit met het oog op een douanecontrole noodzakelijk is.
Voorbeelden van deze bewijsstukken zijn:
-
een factuur;
-
een DV 1;
-
certificaten voor aanspraak op preferenties of een verlaagd tarief, zoals een Formulier A of een EUR- certificaat;
-
een invoer- of uitvoervergunning;
-
een vergunning waaruit blijkt de goederen voor de desbetreffende douaneregeling mogen worden aangegeven, zoals een vergunning Tijdelijke invoer of een vergunning Bijzondere Bestemming;
-
Consenten, ontheffingen e.d. voor bepaalde in bijzondere nationale wetgevingen aangewezen goederen, zoals vuurwapens, geneesmiddelen etc.
( artikel 163 lid 1 en 2 DWU )
Voldoet een douaneaangifte bij het indienen aan deze beide voorwaarden en zijn de goederen waarvoor de aangifte wordt gedaan bij de Douane aangebracht, dan wordt de aangifte onmiddellijk door de Douane aanvaard en kan eventueel tot verificatie van de aangifte worden overgegaan om te bepalen of de gevraagde douaneregeling kan worden toegestaan.
( artikel 172 lid 1 en artikel 188 DWU )
Naar boven1.2 De vereenvoudigde aangifte voor gegevens en bewijstukken
Om het een belanghebbende mogelijk te maken een aangifte te doen, ook als nog niet alle gegevens bekend zijn, of bepaalde bewijsstukken niet in zijn bezit zijn op het moment dat hij een aangifte wil doen tot plaatsing onder een douaneregeling, bestaat de mogelijkheid een zogenaamde vereenvoudigde aangifte te doen. Zo is het voor een belanghebbende mogelijk om snelheid te houden in het logistieke proces.
Ook een combinatie van een vereenvoudigde aangifte voor gegevens en bewijsstukken is mogelijk. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het feit dat een aangever nog niet in bezit is van een factuur, waardoor hij ook nog geen informatie heeft over de (douane) waarde van de goederen.
Een vereenvoudigde aangifte kan door de Douane worden aanvaard, mits de goederen zijn aangebracht bij de Douane en uiteraard de wettelijke regels voor het doen van een vereenvoudigde aangifte voor gegevens en/ of bewijsstukken worden nagekomen.
(artikel 172 lid 1 DWU)
Voorbeelden van het kunnen doen van een vereenvoudigde aangifte zijn:
-
Een vereenvoudigde aangifte voor het in het vrije verkeer brengen met een beroep op tariefpreferentie of een verlaagd tarief, waarbij het preferentiële certificaat (bijvoorbeeld een Form A of EUR1) nog niet voorhanden is;
-
Een vereenvoudigde aangifte voor het vrije verkeer brengen waarbij informatie over de douanewaarde van de goederen nog niet beschikbaar is;
-
Een vereenvoudigde aangifte voor een bepaalde douaneregeling, waarbij de factuur nog niet ter beschikking staat van de aangever.
(artikel 166 lid 1 DWU)
Deze vorm van aangifte doen is mogelijk bij aangiften voor de volgende douaneregelingen:
-
In het vrije verkeer brengen;
-
Douane- entrepot;
-
Tijdelijke invoer;
-
Bijzondere bestemming;
-
Actieve veredeling;
-
Passieve veredeling en
-
Uitvoer en wederuitvoer
(artikel 5 punt 16 en artikel 210 DWU)
Voor de douaneregeling douanevervoer kan geen vereenvoudigde aangifte worden gedaan.
Naar boven1.3 De vergunning
Een vereenvoudigde aangifte voor gegevens en/of voor bewijsstukken kan in principe zonder voorafgaande toestemming van de Douane worden gedaan.
Maakt een aangever echter regelmatig gebruik van de mogelijkheid om vereenvoudigde aangifte te doen, dan wel gericht op het ontbreken van gegevens, dan wel voor het niet in bezit hebben van noodzakelijke bewijsstukken, dan kan een vergunning van de Douane voor het doen van vereenvoudigde aangiften vereist zijn.
(artikel 166 lid 2 DWU)
Omdat in Nederland AGS bewaakt dat voor iedere vereenvoudigde aangifte een aanvullende aangifte wordt gedaan, is het niet noodzakelijk om eisen aan de administratie van de aangever te stellen. In Nederland is dan ook geen vergunning nodig, ook niet als regelmatig een vereenvoudigde aangifte wordt gedaan.
Naar boven1.4 Geen vereenvoudigde aangifte mogelijk
Voor het doen van een vereenvoudigde aangifte voor gegevens en bewijsstukken zijn wettelijke regels opgesteld. Op basis van de aangifte en de hierin opgenomen gegevens en de bewijsstukken die deze aangifte onderbouwen, moet de Douane kunnen beoordelen of de gevraagde douaneregeling kan worden toegestaan. Om dit te kunnen beoordelen is bepaalde informatie essentieel. Het gaat hier om gegevens en/of bewijsstukken voor zowel de uitoefening van de fiscale als de VGEM- taak van de Douane.
Zo zijn bijvoorbeeld gegevens over:
-
voor welke douaneregeling de goederen worden aangegeven
-
wie de aangever is
-
of sprake is van een aangifte op eigen naam en voor eigen rekening of sprake is van vertegenwoordiging
-
wie de zekerheid stelt
altijd verplicht in een aangifte op te nemen.
Naast de verplicht in een aangifte op te nemen gegevens moet ook altijd het volgende gegeven in de aangifte zijn vermeld op het moment van indiening:
-
de omschrijving van de goederen in voldoende duidelijke termen, zodat deze geïdentificeerd en onmiddellijk en met zekerheid kunnen worden ingedeeld in het gebruikstarief.
Een aangifte gaat nu eenmaal over goederen. Om het voor de douane mogelijk te maken te beoordelen of de gevraagde douaneregeling kan worden toegestaan, zijn gegevens over de aangegeven goederen dan ook van essentieel belang.
Voor de bewijsstukken geldt dat een aangifte nooit vereenvoudigd kan worden gedaan, als het gaat om bewijsstukken die in het kader van een verbod of beperking moeten worden overlegd. Als dergelijke bescheiden niet worden overgelegd kunnen de goederen niet worden vrijgegeven en mogen ze niet worden weggevoerd. Deze bewijsstukken worden wel “wegvoering verhinderende bescheiden” genoemd.
Dit zijn bijvoorbeeld bewijsstukken als:
Een invoer- of uitvoervergunning, afgegeven voor economische redenen, of
Alle vergunningen, ontheffingen e.d. die in het kader van bijzondere wetgevingen moeten worden overlegd, zoals ontheffingen, consenten, CITES- verklaringen et cetera.
In de volgende paragrafen wordt ingegaan op de gegevens en bewijsstukken waarvoor een aangifte wel vereenvoudigd mag worden ingediend, en op de formaliteiten die verder van toepassing zijn bij het doen van een vereenvoudigde aangifte voor gegevens en/ of bewijsmiddelen.
Naar boven1.5 Vereenvoudigd voor gegevens
Met toepassing van Bijlage B, hoofdstuk 3, deel 1 van de GVo.DWU kan via:
-
kolom I 1 voor de vereenvoudigde aangifte ten invoer of
-
kolom C 1 voor de vereenvoudigde aangifte ten uitvoer
worden bepaald voor welke gegevens een aangifte vereenvoudigd ingediend mag worden.
-
Douanewaarde
Voor de douanewaarde van de aangegeven goederen mag de aangifte vereenvoudigd worden gedaan. Dit komt bijvoorbeeld voor bij goederen waar pas na het binnenbrengen in het douanegebied van de Unie een douanewaarde wordt vastgesteld. Dit gebeurt vaak bij bloemen die op een veiling worden verhandeld, omdat pas als de bloemen zijn verkocht een transactiewaarde kan worden vastgesteld. De aangifte voor het in het vrije verkeer brengen kan dan vereenvoudigd worden ingediend voor de douanewaarde.
Het aangiftesysteem AGS aanvaardt echter geen aangiften, waarbij de douanewaarde niet is ingevuld in het relevante vak van de aangifte of niet kan worden berekend aan de hand van de gegevens in de aangifte. Is de douanewaarde niet bekend, dan moet een voorlopig bedrag (schatting) worden ingevuld. Het geschatte bedrag moet aanvaardbaar zijn gelet op soort en hoeveelheid van de aangegeven goederen. Symbolische bedragen, zoals bijvoorbeeld 1 euro, kunnen niet worden geaccepteerd bij de verificatie van de aangifte. De benodigde zekerheid moet namelijk op basis van een reëel bedrag worden bepaald en gereserveerd.
Is sprake van een niet aanvaardbaar bedrag, dan wordt dit naar inzicht van de ambtenaar gecorrigeerd naar een wel aanvaardbare (geschatte) waarde.
(artikel 188 DWU en artikel 191 lid 1 DWU)
-
Gewicht
Bij een aangifte in het vrije verkeer brengen geldt dat het verplicht is om het brutogewicht in te vullen in de aangifte. Dit geldt niet voor het nettogewicht.
(artikel 166 lid 2 DWU en Bijlage B, kolom I1, voetnoot 5 GVo.DWU)
Voor goederen in bulk en voor andere goederen waarvan van tevoren de te laden hoeveelheid niet exact is vast te stellen, kan een vereenvoudigde aangifte ten uitvoer, wederuitvoer en passieve veredeling worden gedaan voor de gegevens bruto- en nettogewicht en voor de eventueel op te geven aanvullende eenheden.
In de relevante vakken van de aangiften moet dan een geschat bruto- of nettogewicht worden vermeld. Het niet vermelden van de geschatte gewichten leidt tot het niet aanvaarden van de aangifte, omdat AGS geen aangiften aanvaard waar in de relevante vakken niets is opgenomen. Na de belading moet het exacte gewicht in de aangifte worden vermeld. De aangever doet dan een aanvullende aangifte voor deze gegevens.
(bijlage B, kolom C1 GVo.DWU)
Naar boven1.6 Vereenvoudigd voor bewijsstukken
Als het gaat om bewijsstukken die niet wegvoering verhinderd zijn, kan de aangifte voor deze bewijsstukken vereenvoudigd worden ingediend. Deze bewijsstukken zijn op het moment van aanvaarding van de aangifte van de aangifte niet in bezit van de aangever.
Het gaat dan met name om bewijsstukken als:
-
een factuur;
-
certificaten voor aanspraak op preferenties of een verlaagd tarief, zoals een Formulier A of een EUR- certificaat.
Dit zijn dus bewijsstukken die van belang zijn voor het bepalen van de hoogte van het toe te passen douanerecht, maar die de vrijgave van de goederen voor de gevraagde douaneregeling niet in de weg staan.
Naar boven1.7 Verificatie en vrijgave goederen bij doen van vereenvoudigde aangifte
Wordt de vereenvoudigde aangifte aanvaard, dan kan de Douane overgaan tot een verificatie van de aangifte.
Bij deze verificatie wordt dan gebruik gemaakt van die gegevens in de aangifte en de daarbij behorende bewijsstukken die wel
beschikbaar zijn op het moment van de aanvaarding. De Douane verifieert ook of terecht van de mogelijkheid tot vereenvoudigd
aangifte doen gebruik wordt gemaakt.
(artikel 188 DWU)
Is deze verificatie conform of wordt geen verificatie uitgevoerd, dan kan de Douane de goederen vrijgeven. De vrijgave van de goederen wordt dus in principe niet belet door het hebben gedaan van een vereenvoudigde aangifte.
De aangifte krijgt uiteraard nog geen eindstatus binnen het aangiftesysteem AGS in afwachting van de ontbrekende informatie en/of bewijsmiddelen.
Als er redenen zijn die, onafhankelijk van het hebben gedaan van een vereenvoudigde aangifte, de vrijgave beletten, kunnen de goederen uiteraard niet worden vrijgegeven.
Goederen worden niet vrijgegeven als op de goederen invoerrechten of andere heffingen van toepassing zijn, terwijl er onvoldoende
zekerheid is gesteld. Ook worden goederen niet vrijgegeven als een monsteronderzoek uitsluitsel moet geven of de goederen
op de Uniemarkt mogen worden toegelaten.
(artikel 195 DWU)
1.8 Boeking douaneschuld bij een vereenvoudigde aangifte voor gegevens en/of bewijsstukken
De aanvaarding van de vereenvoudigde aangifte voor gegevens en/of bewijsstukken kan direct leiden tot het ontstaan van een
douaneschuld, zoals bij een aangifte tot het in het vrije verkeer brengen of een aangifte ten uitvoer.
(artikel 77 lid 1 en 2 DWU en artikel 81 lid 1 en 2 DWU)
Als de latere mededeling van ontbrekende informatie in de vorm van de aanvullende aangifte of de latere overlegging van bewijsstukken geen enkele invloed kan hebben op het bedrag aan douaneschuld, wordt het op de gebruikelijke wijze berekende bedrag van de douaneschuld onmiddellijk geboekt. Deze boeking gebeurt automatisch door het aangiftesysteem.
(artikel 105 lid 1 DWU)
Als de latere mededeling van ontbrekende gegevens of het in bezit krijgen van bewijsstukken wel gevolgen kan hebben voor het bedrag aan douaneschuld, dan zijn de volgende situaties te onderscheiden:
Situatie |
Gevolgen |
Geschatte opgave van de waarde |
De onmiddellijke boeking van het bedrag aan invoer- of uitvoerrechten, berekend op basis van deze geschatte waarde en het eisen van voldoende zekerheid voor het eventueel meer verschuldigde bedrag, als er een indicatie is dat dit hoger zal zijn dan de geschatte waarde. (artikel 77 lid 1, artikel 81 DWU, artikel 85 lid 1 en artikel 105 lid 1 DWU) |
Latere mededeling of overlegging kan leiden tot de toepassing van een lager invoerrecht of uitvoerrecht |
De onmiddellijke boeking van het bedrag aan rechten, berekend volgens dit lagere tarief en het eisen van voldoende zekerheid voor het eventueel meer verschuldigde bedrag. Dit komt vooral voor bij de latere overlegging van bewijsstukken waarmee een verlaagd preferentieel tarief wordt aangevraagd. Als door de latere overlegging van het preferentieel certificaat het standaard tarief wordt verlaagd van 8% naar 3 % invoerrecht, dan wordt het met het percentage van 3% berekende bedrag overeenkomende bedrag van de douaneschuld direct bij de aanvaarding van de vereenvoudigde aangifte geboekt. Voor het verschil tussen het bedrag aan douaneschuld, berekend op basis van 3% aan invoerrecht en het bedrag berekend op basis
van 8% invoerrecht, wordt zekerheid gesteld. |
Latere mededeling of overlegging kan leiden tot een gehele en definitieve vrijstelling van rechten |
Het eisen van voldoende zekerheid voor het mogelijk te heffen bedrag aan rechten volgens het gewone tarief. Op het moment van aanvaarding wordt dus geen douaneschuld geboekt, omdat er al rekening wordt gehouden met het nultarief. (artikel 89 DWU) |
De boeking van de rechten gebeurt automatisch door het aangiftesysteem.
Naar boven