15.00.00 Algemene bepalingen bijzondere regelingen

2 Aanvraag vergunning

2.1 De vergunning

Voor het gebruik van de regeling actieve veredeling, bijzondere bestemming, tijdelijke invoer en passieve veredeling is een vergunning vereist van de Douane. Ook voor het beheer van een publiek of particulier douane-entrepot is een vergunning vereist.
(artikel 211, lid 1 DWU)

De aanvraag van een vergunning voor een bijzondere regeling is de aanvraag van een beschikking.
(Artikel 22, lid 1 DWU)

Zie voor algemene informatie over de aanvraag en de afgifte van een beschikking onderdeel 3.00.00 van dit Handboek.

De vergunning wordt slechts verleend aan een persoon als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan, zoals gevestigd zijn in het douanegebied van de Unie, waarborgen bieden voor het goede gebruik van de regeling, het stellen van zekerheid en het kunnen uitoefenen van douanetoezicht zonder administratieve maatregelen te hoeven nemen die niet in verhouding staan tot de betrokken economische behoeften.

Zie voor deze voorwaarden hoofdstuk 3 van dit onderdeel.

Een aanvraag kan ook worden gedaan voor een zogenaamde grensoverschrijdende vergunning. Zie voor specifieke informatie over de grensoverschrijdende vergunning hoofdstuk 5 van dit onderdeel.

Naar boven

2.2 De aanvrager

De vergunning kan worden aangevraagd door een persoon (een natuurlijk persoon of een rechtspersoon).

Dit kan bijvoorbeeld een producent zijn die grondstoffen of een halffabricaat gebruikt om een eindproduct te maken, een persoon die een opslagruimte beheert of een reiziger uit China die zijn persoonlijke bezittingen (kleding en fotocamera) meeneemt.

(artikel 5, punt 4 DWU)

Naar boven

2.3 Plaats indienen aanvraag vergunning

Een aanvraag van een vergunning voor een bijzondere regeling moet worden ingediend bij de douaneautoriteit die bevoegd is voor de plaats:

  • waar de hoofdadministratie voor douanedoeleinden van de aanvrager zich bevindt of waar deze toegankelijk is, en

  • waar op zijn minst een deel van de activiteiten die onder de vergunning moeten vallen, zal worden uitgevoerd.

(artikel 22, lid 1 derde alinea DWU)

Lukt het met bovenstaande regel niet om de plaats waar de aanvraag moet worden ingediend te bepalen, bijvoorbeeld omdat op de plaats waar de hoofdadministratie zich bevindt geen activiteiten worden uitgevoerd? Dan moet de aanvraag worden ingediend bij de douaneautoriteit die bevoegd is voor de plaats waar de administratie en de documentatie van de aanvrager aan de hand waarvan de vergunning kan worden afgegeven (hoofdboekhouding voor douanedoeleinden), zich bevinden of waar deze toegankelijk zijn.
(artikel 12 GVo.DWU)

Voor de regeling actieve veredeling, bijzondere bestemming en tijdelijke invoer gelden specifieke regels. Zie voor informatie hierover hoofdstuk 3 van onderdeel 16.00.00 van dit Handboek (actieve veredeling), hoofdstuk 2 van onderdeel 17.00.00 van dit Handboek (bijzondere bestemming) en hoofdstuk 3 van onderdeel 18.00.00 van dit Handboek (tijdelijke invoer).

Naar boven

2.4 De vergunning voor herhaald gebruik

Als een persoon regelmatig goederen onder een bijzondere regeling wil plaatsen, dan wordt een vergunning voor herhaald gebruik aangevraagd. Een vergunning voor herhaald gebruik moet worden aangevraagd via de EU Trader Portal. De “Invulinstructie EU Trader Portal” is te downloaden van de website van de Douane.

Het bevoegde douanekantoor in de regio behandelt vervolgens de aanvraag in Customs Decisions Management System (CDMS).

Om in te loggen op de EU Trader Portal heeft de aanvrager (of diens vertegenwoordiger) eHerkenning nodig (met tenminste betrouwbaarheidsniveau 3). Met eHerkenning kan een persoon zich online identificeren en veilig gegevens uitwisselen met andere organisaties. Zie voor informatie hierover www.eherkenning.nl.

Let op!

Schriftelijk aanvraagformulier

Een vergunning "overdracht van rechten en plichten bijzondere bestemming" moet schriftelijk worden aangevraagd. Het formulier “Aanvraag Vergunning overdracht rechten en plichten bijzondere bestemming” is te downloaden van de website van de Douane.

Naar boven

2.5 De vergunning op basis van een douaneaangifte

Een vergunning op basis van een douaneaangifte wordt aangevraagd door een persoon die incidenteel goederen onder een bijzondere regeling wil plaatsen.

Let op!

Een vergunning douane-entrepot kan niet worden aangevraagd op basis van een douaneaangifte.

Een aanvraag voor een vergunning actieve veredeling, bijzondere bestemming, tijdelijke invoer en passieve veredeling kan alleen in bepaalde gevallen op basis van een douaneaangifte worden gedaan.

Zie voor informatie over de gevallen waarin een aanvraag van een vergunning op basis van een douaneaangifte tot plaatsing onder de volgende regelingen kan worden gedaan:

  • actieve veredeling: hoofdstuk 3 van onderdeel 16.00.00 van dit Handboek;

  • bijzondere bestemming: hoofdstuk 2 van onderdeel 17.00.00 van dit Handboek;

  • tijdelijke invoer: hoofdstuk 3 van onderdeel 18.00.00 van dit Handboek;

  • passieve veredeling: hoofdstuk 3 van onderdeel 19.00.00 van dit Handboek.

Als de goederen elektronisch worden aangegeven, dan moet een door de aangever opgesteld document ter beschikking staan van de Douane op het tijdstip waarop de douaneaangifte wordt ingediend. Deze zogenaamde “Opgave aanvullende gegevens en voorwaarden bij aanvraag vergunning op aangifte (DO 162)” is te downloaden van de website van de Douane. Dit is niet van toepassing als de aangifte voor de regeling tijdelijke invoer mondeling wordt gedaan of door een handeling.
(artikel 163, lid 4 GVo.DWU)

De DO 162 bevat aanvullende gegevenselementen die de Douane nodig heeft om een beslissing te kunnen nemen over het verlenen van de vergunning. De DO 162 wordt daarom altijd opgevraagd bij de behandeling van de douaneaangifte.

Bij de verificatie van de douaneaangifte beoordeelt de Douane op grond van de gegevens in de douaneaangifte en de gegevens in de DO 162 of de vergunning kan worden verleend. De vergunning op basis van een douaneaangifte wordt verleend door vrijgave van de goederen voor de regeling.
(artikel 262 UVo.DWU)

Een aanvraag voor een vergunning kan niet op basis van een douaneaangifte worden gedaan wanneer sprake is van:

  • een vereenvoudigde aangifte, waarbij gegevens of bescheiden ontbreken op het moment van aanvaarding;

  • gecentraliseerde vrijmaking;

  • een aangifte door middel van inschrijving in de administratie van de aangever;

  • een grensoverschrijdende vergunning, tenzij sprake is van de regeling tijdelijke invoer;

  • het gebruik van equivalente goederen;

  • een toets op de economische voorwaarden;

  • een vergunning met terugwerkende kracht.

(artikel 163, lid 2 GVo.DWU)

Naar boven