Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

16.00.00 Actieve veredeling

2 Veredelingshandelingen

2.1 Veredeling

De veredelingshandelingen die kunnen plaatsvinden onder de regeling actieve veredeling zijn:

  • de bewerking van goederen, met inbegrip van het monteren, het assembleren en het aanpassen ervan aan andere goederen;

  • de verwerking van goederen;

  • de vernietiging van goederen;

  • de herstelling van goederen, met inbegrip van revisie en afstelling;

  • het gebruik van goederen die zelf niet meer in de veredelingsproducten voorkomen, maar die de vervaardiging van deze producten mogelijk maakt of vergemakkelijkt, ook indien zij tijdens dit proces geheel of gedeeltelijk verdwijnen (bij de productie gebruikte hulpmiddelen).

(artikel 5, lid 37 DWU)

Daarnaast zijn de volgende handelingen mogelijk onder de regeling actieve veredeling:

  • de bewerking van goederen om ze in overeenstemming te brengen met technische vereisten zodat ze in het vrije verkeer kunnen worden gebracht;

  • gebruikelijke behandelingen overeenkomstig artikel 220 DWU.

(artikel 256, lid 3 DWU)

Naar boven

2.2 Bewerking van goederen

Voorbeeld

  • Het verven (veredelingshandeling) van geweven stoffen (niet-Uniegoederen). De geverfde geweven stoffen zijn het veredelingsproduct.

  • Het beitsen (veredelingshandeling) van meubelen (niet-Uniegoederen). De gebeitste meubelen zijn het veredelingsproduct.

Onder bewerking van goederen wordt ook begrepen het monteren, het assembleren en het aanpassen ervan aan andere goederen.
(artikel 5, lid 37 letter a DWU)

Voorbeeld

  • Het monteren van een GPS-zender (niet-Uniegoederen) aan een container (veredelingsproduct).

  • Het assembleren (veredelingshandeling) van individuele computeronderdelen (niet-Uniegoederen) tot een computer (veredelingsproduct).

  • Het aanbrengen (veredelingshandeling) van autobanden (niet-Uniegoederen) aan een auto (veredelingsproduct).

Naar boven

2.3 Verwerking van goederen

Bij verwerking wordt een grondstof of een halffabricaat gebruikt om een eindproduct te vervaardigen.

Voorbeeld

  • Het persen (verhandelingshandeling) van sinaasappels (niet-Uniegoederen) tot sinaasappelsap (veredelingsproduct).

  • Het bakken (veredelingshandeling) van meel (niet-Uniegoederen) tot brood (veredelingsproduct).

  • Het weven (veredelingshandeling) van garens (niet-Uniegoederen) tot een geweven stof (veredelingsproduct).

(artikel 5, lid 37 letter b DWU)

Naar boven

2.4 Vernietiging van goederen

Ook vernietiging is een veredelingshandeling. Niet-Uniegoederen moeten onder de regeling actieve veredeling worden vernietigd. Uniegoederen kunnen ook onder de regeling actieve veredeling worden vernietigd in verband met een verzoek om terugbetaling van invoerrechten.

(artikel 5, lid 37 letter c DWU)

Voorbeeld

Een verdroogde partij bloemen (niet-Uniegoederen) ligt opgeslagen in een douane-entrepot en moet worden vernietigd (veredelingshandeling). De eventuele resten en afval van de vernietiging zijn het veredelingsproduct.

Zie voor informatie over vernietiging onder de regeling actieve veredeling hoofdstuk 7 van dit onderdeel.

Naar boven

2.5 Herstelling van goederen

Onder herstelling van goederen wordt ook begrepen revisie en afstelling.
(artikel 5, lid 37 letter d DWU)

Voorbeeld

  • Het repareren (veredelingshandeling) van een horloge (niet-Uniegoederen). Het gerepareerde horloge is het veredelingsproduct.

  • Het reviseren (veredelingshandeling) van een scheepsmotor (niet-Uniegoederen). De gereviseerde motor is het veredelingsproduct.

  • Het kalibreren (veredelingshandeling) van meetapparatuur (niet-Uniegoederen). De gekalibreerde meetapparatuur is het veredelingsproduct.

De defecte onderdelen die zijn vervangen en die niet worden wederuitgevoerd, moeten onder een volgende douaneregeling worden geplaatst, zoals in het vrije verkeer brengen of actieve veredeling (voor vernietiging).

Equivalente goederen kunnen ook worden gebruikt in het kader van herstelling. Niet-Uniegoederen die gebreken vertonen worden dan vervangen door Uniegoederen. Zie voor informatie over het gebruik van equivalente goederen bij herstelling hoofdstuk 6 van dit onderdeel.

Let op!

De herstelling van zich onder de regeling tijdelijke invoer bevindende goederen kan in bepaalde gevallen onder die regeling plaatsvinden. Zie voor informatie over herstelling onder de regeling tijdelijke invoer hoofdstuk 3 van onderdeel 18.00.00 van dit Handboek.

Naar boven

2.6 Bij de productie gebruikte hulpmiddelen

2.6.1 Productiehulpmiddelen

Niet-Uniegoederen kunnen onder de regeling actieve veredeling worden geplaatst als zij dienen als productiehulpmiddel.

Productiehulpmiddelen zijn goederen die geen deel uitmaken van het vervaardigde veredelingsproduct, maar die de vervaardiging van het veredelingsproduct mogelijk maken en bijdragen aan de economische waarde van het veredelingsproduct.

De voorwaarde dat de onder de regeling geplaatste goederen in de veredelingsproducten moeten kunnen worden geïdentificeerd, is niet van toepassing op productiehulpmiddelen.

Door het gebruik gaan deze middelen veelal tijdens het productieproces verloren.

(artikel 5, lid 37 letter e DWU)

Voorbeeld

  • Katalysatoren.

  • Remmende of versnellende middelen voor een chemische reactie.

De volgende niet-Uniegoederen mogen niet onder de regeling actieve veredeling worden geplaatst als productiehulpmiddel:

  • Brandstof en energiebronnen, andere dan nodig voor het testen van veredelingsproducten of voor het opsporen van defecten in onder de regeling actieve veredeling geplaatste goederen die moeten worden hersteld.

Brandstof bestemd voor de machines waarmee de veredelingshandelingen worden uitgevoerd, mag dus niet worden gebruikt als productiehulpmiddel.

  • Smeermiddelen, andere dan nodig voor het proefdraaien, het kalibreren, het afstellen of uit de gietvorm nemen van veredelingsproducten.

Smeermiddelen bestemd voor de machines waarmee de veredelingshandelingen worden uitgevoerd, mogen dus niet worden gebruikt als productiehulpmiddel.

  • Uitrusting en gereedschap.

(artikel 240, lid 2 GVo.DWU)

Naar boven

2.6.2 Douaneschuld bij productiehulpmiddelen

Als de productiehulpmiddelen tijdens het productieproces geheel worden opgebruikt en de veredelingsproducten in het vrije verkeer worden gebracht, dan moeten de productiehulpmiddelen naar rato worden toegerekend aan de in het vrije verkeer gebrachte veredelingsproducten.

Voorbeeld 1

Een katalysator met een waarde van € 10.000, invoerrecht 10%, wordt onder de regeling actieve veredeling geplaatst en in 1 jaar geheel opgebruikt. Alle veredelingsproducten worden wederuitgevoerd.

Er ontstaat geen douaneschuld voor de katalysator.

Voorbeeld 2

Een katalysator met een waarde van € 10.000, invoerrecht 10%, wordt onder de regeling actieve veredeling geplaatst en in 1 jaar geheel opgebruikt. 30% van de veredelingsproducten wordt wederuitgevoerd en de overige 70% van de veredelingsproducten wordt in het vrije verkeer gebracht.

Voor 30% van de katalysator ontstaat geen douaneschuld (het deel dat wordt toegerekend aan de wederuitgevoerde veredelingsproducten). Voor de overige 70% van de katalysator ontstaat een douaneschuld van € 700 (70% x 10.000 x 10%).

Als de productiehulpmiddelen slechts gedeeltelijk worden opgebruikt of opnieuw gebruikt kunnen worden, dan moeten de productiehulpmiddelen na het gebruik onder een volgende douaneregeling worden geplaatst (zoals in het vrije verkeer brengen) of worden wederuitgevoerd.

(artikel 215, lid 1 DWU)

Voor zover de productiehulpmiddelen in het vrije verkeer worden gebracht ontstaat een douaneschuld, waarbij rekening moet worden gehouden met het gedeelte van de productiehulpmiddelen die zijn gebruikt bij de productie van de wederuitgevoerde veredelingsproducten.

Voorbeeld 3

Een katalysator met een waarde van € 10.000, invoerrecht 10%, wordt onder de regeling actieve veredeling geplaatst en met deze katalysator kunnen maximaal 100.000 eenheden veredelingsproduct worden vervaardigd.

Er worden 75.000 eenheden vervaardigd en wederuitgevoerd. Daarna wordt het resterende deel van de katalysator in het vrije verkeer gebracht.

De waarde van de katalysator wordt dan toegerekend aan de mogelijk te vervaardigen eenheden. 10.000 / 100.000 = € 0,10 per eenheid. 75.000 zijn al vervaardigd en wederuitgevoerd. Over een waarde van € 7.500 (75.000 x € 0,10) ontstaat dus geen douaneschuld. De restwaarde van de katalysator is € 2.500. Hiervoor ontstaat een douaneschuld van € 250 (2.500 x 10%).

Naar boven

2.7 Voldoen aan technische vereisten

Onder technische vereisten wordt verstaan, vereisten die in Unievoorschriften of nationale wetgeving aan goederen worden gesteld voordat zij in het vrije verkeer worden gebracht, zoals vereisten op het terrein van veiligheid, gezondheid en milieu.

Let op!

Technische vereisten van de zijde van de fabrikant of de afnemer zoals die in verband met een verdere distributie van de goederen zijn geen technische vereisten als hier bedoeld.

Mogen niet-Uniegoederen niet in het vrije verkeer worden gebracht omdat zij niet voldoen aan wettelijke technische vereisten?

Dan kunnen deze goederen worden geplaatst onder de regeling actieve veredeling om ze in overeenstemming te brengen met de wettelijke technische vereisten, zodat ze vervolgens wel in het vrije verkeer kunnen worden gebracht.

(artikel 256, lid 3 letter a DWU)

Voorbeeld

Het testen en vervolgens aanbrengen van keurmerken op elektronische apparaten (niet-Uniegoederen) ten teken dat zij wettelijk goedgekeurd zijn voor gebruik binnen het douanegebied van de Unie.

Naar boven

2.8 Gebruikelijke behandelingen

Goederen die onder de regeling actieve veredeling zijn geplaatst, kunnen gebruikelijke behandelingen ondergaan:

  • om ze in goede staat te bewaren;

  • ter verbetering van de presentatie of handelskwaliteit; of

  • ter voorbereiding van de distributie of wederverkoop.

(artikel 220 DWU en artikel 256, lid 3, letter b DWU)

De toegestane gebruikelijke behandelingen zijn vastgesteld in bijlage 71-03 GVo.DWU.
(artikel 180 GVo.DWU)

Zie voor de lijst van de toegestane gebruikelijke behandelingen bijlage 1 van onderdeel 15.50.00 van dit Handboek.

In de vergunning actieve veredeling moet het soort gebruikelijke behandelingen worden vermeld en worden verwezen naar de relevante punten in bijlage 71-03 GVo.DWU.
(gegevenselement 7/5 bijlage A GVo.DWU)

De vergunninghouder moet in zijn administratie de gegevens over de gebruikelijke behandelingen vermelden en in voorkomend geval de nieuwe tariefindeling die uit deze gebruikelijke behandelingen voortvloeit.
(artikel 178, lid 1 letter g GVo.DWU)

Naar boven