19.00.00 Passieve veredeling
3 De vergunning
3.1 Aanvraag en voorwaarden vergunning
Voor het gebruik van de regeling passieve veredeling is een vergunning vereist van de Douane.
Zie voor informatie over de aanvraag van een vergunning passieve veredeling hoofdstuk 2 van onderdeel 15.00.00 van dit Handboek.
Zie voor informatie over de gevallen waarin een aanvraag van een vergunning passieve veredeling op basis van een douaneaangifte tot plaatsing onder de regeling passieve veredeling kan worden gedaan paragraaf 3.5 van dit onderdeel.
De vergunning wordt slechts verleend aan een persoon als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan, zoals gevestigd zijn in het douanegebied van de Unie, waarborgen bieden voor het goede gebruik van de regeling, het stellen van zekerheid en het kunnen uitoefenen van douanetoezicht zonder administratieve maatregelen te hoeven nemen die niet in verhouding staan tot de betrokken economische behoeften. Zie voor deze voorwaarden hoofdstuk 3 van onderdeel 15.00.00 van dit Handboek.
(artikel 211 DWU)
De “Toelichting en algemene voorwaarden Vergunning passieve veredeling” is te downloaden van de website van de Douane.
Naar boven3.2 Veredelen of laten veredelen
Bij de regeling passieve veredeling is niet voorgeschreven dat de vergunning slechts kan worden verleend aan de persoon die de goederen veredelt of laat veredelen. De vergunninghouder hoeft dus niet de regie te voeren over de veredeling.
De vergunninghouder hoeft (vóór, tijdens of ná de veredeling) ook niet de eigenaar van de goederen te zijn.
Denk hierbij aan de volgende situaties:
-
De vergunninghouder is eigenaar van de goederen en verkoopt de goederen aan een veredelaar die buiten het douanegebied van de Unie is gevestigd en koopt ná de veredeling de veredelingsproducten terug.
-
De vergunninghouder is op het tijdstip van plaatsing onder de regeling passieve veredeling eigenaar van de goederen en verkoopt (vóór zuivering van de regeling passieve veredeling) de veredelingsproducten aan een andere persoon.
De veredelingsproducten kunnen met gehele of gedeeltelijke vrijstelling van invoerrechten in het vrije verkeer worden gebracht door de vergunninghouder of een andere persoon (de overnemer) die in het douanegebied van de Unie is gevestigd, op voorwaarde dat die persoon toestemming heeft van de vergunninghouder en dat aan de voorwaarden voor de vergunning passieve veredeling wordt voldaan. De toestemming van de vergunninghouder kan bijvoorbeeld blijken uit de vergunning passieve veredeling. De overnemer heeft geen vergunning passieve veredeling nodig. Bij de indiening van de douaneaangifte voor het vrije verkeer moet de overnemer verwijzen naar het desbetreffende vergunningnummer en INF-nummer. Zie voor informatie over INF bij passieve veredeling bijlage 2 van dit onderdeel.
(artikel 259, lid 1 DWU)
Naar boven3.3 Identificatie van de goederen
De onder de regeling passieve veredeling geplaatste goederen moeten in de veredelingsproducten kunnen worden geïdentificeerd.
In de vergunning passieve veredeling moeten de identificatiemaatregelen worden vermeld aan de hand waarvan kan worden vastgesteld dat de veredelingsproducten zijn voortgebracht bij de veredeling van onder de regeling passieve veredeling geplaatste goederen.
Als identificatiemaatregelen kunnen worden gebruikt fabricagenummers, merktekens, monsters, stalen, tekeningen, technische
beschrijvingen of andere identificatiemiddelen.
(artikel 240, lid 1 letter a GVo.DWU)
3.4 Economische voorwaarden
3.4.1 Economische voorwaarden
Een vergunning passieve veredeling kan alleen worden verleend als aan de economische voorwaarden is voldaan. Dit houdt in
dat het verlenen van een vergunning passieve veredeling er niet toe mag leiden dat de wezenlijke belangen van producenten
in de Unie worden geschaad. Onder wezenlijke belangen van producenten in de Unie moeten zowel de belangen worden verstaan
van de producenten van soortgelijke grondstoffen die gebruikt worden in de veredeling als die van de producenten van soortgelijke
veredelingsproducten.
(artikel 211, lid 4 letter b DWU)
In veel gevallen wordt geacht dat aan de economische voorwaarden is voldaan en hoeft geen toets plaats te vinden. In een aantal
gevallen moet worden getoetst of aan de economische voorwaarden is voldaan. Deze toets vindt altijd plaats op Unieniveau.
(artikel 166, lid 2 GVo.DWU)
In bijlage 1 van dit onderdeel is een stroomschema opgenomen met betrekking tot de toets op de economische voorwaarden. Het stroomschema bevat een schematische weergave van artikel 166, lid 2 DWU en geeft aan in welke gevallen de economische voorwaarden moeten worden getoetst op Unieniveau.
Naar boven3.4.2 Dossier voor toets op de economische voorwaarden door de Commissie
Als na een aanvraag voor een vergunning passieve veredeling een toets op de economische voorwaarden is vereist, zendt de Douane
het dossier naar de Commissie met het verzoek om een dergelijke toets.
(artikel 259, lid 1 UVo.DWU)
Het dossier dat wordt gezonden naar de Commissie moeten worden voorzien van een uitgebreide motivering (opgesteld door de aanvrager van de vergunning). Uit deze motivering moet duidelijk blijken waarom de aanvrager van mening is dat aan de economische voorwaarden is voldaan. De motivering moet worden opgesteld in het Engels.
De uitgebreide motivering moet door de aanvrager worden ingediend bij het bevoegde douanekantoor in de regio. Het douanekantoor in de regio zendt (na inhoudelijke beoordeling) het dossier via Douane Landelijk Kantoor/Handhavingsbeleid naar de Commissie.
Een deskundigengroep bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten (Customs Expert Group – afdeling bijzondere regelingen) adviseert de Commissie over de vraag of al dan niet aan de economische voorwaarden is voldaan. Ook het bedrijfsleven kan via de leden van de Trade Contact Group haar mening geven voordat de conclusie wordt getrokken. Het dossier moet uiterlijk 4 weken vóór de vergadering van de Customs Expert Group – afdeling bijzondere regelingen door de Commissie zijn ontvangen. Het bedrijfsleven krijgt een periode van 14 dagen om te reageren op het dossier. Daarna hebben de lidstaten nog 14 dagen om de argumenten van de aanvrager en bedrijfsleven tegen elkaar af te wegen. De Customs Expert Group – afdeling bijzondere regelingen kan dan op basis van de voors en tegens in de vergadering een gewogen advies uitbrengen aan de Commissie. De Douane houdt rekening met de over de economische voorwaarden bereikte conclusie. Alle lidstaten hebben een administratieve overeenkomst gesloten dat de conclusie van de Commissie wordt overgenomen.
Naar boven3.5 De vergunning op basis van een douaneaangifte
Een aanvraag voor een vergunning passieve veredeling kan op basis van een douaneaangifte tot plaatsing onder de regeling passieve veredeling worden gedaan, op voorwaarde dat:
-
andere dan de in bijlage 71-02 opgenomen goederen onder de regeling passieve veredeling worden geplaatst.
(artikel 163, lid 1 letter d GVo.DWU)
Er moet dan een door de aangever opgesteld document ter beschikking staan van de Douane op het tijdstip waarop de douaneaangifte wordt ingediend. Deze zogenaamde “Opgave aanvullende gegevens en voorwaarden bij aanvraag vergunning op aangifte (DO 162)” is te downloaden van de website van de Douane.
De DO 162 bevat aanvullende gegevenselementen die de Douane nodig heeft om een beslissing te kunnen nemen over het verlenen van de vergunning. De DO 162 wordt daarom altijd opgevraagd bij de behandeling van de douaneaangifte.
Bij de verificatie van de douaneaangifte beoordeelt de Douane op grond van de gegevens in de douaneaangifte en de gegevens
in de DO 162 of de vergunning kan worden verleend. De vergunning op basis van een douaneaangifte wordt verleend door vrijgave
van de goederen voor de regeling.
(artikel 262 UVo.DWU)
Een aanvraag voor een vergunning passieve veredeling kan niet op basis van een douaneaangifte worden gedaan wanneer sprake is van:
-
een vereenvoudigde aangifte, waarbij gegevens of bescheiden ontbreken op het moment van aanvaarding;
-
gecentraliseerde vrijmaking;
-
een aangifte door middel van inschrijving in de administratie van de aangever;
-
een grensoverschrijdende vergunning;
-
het gebruik van equivalente goederen;
-
een vergunning met terugwerkende kracht;
-
een toets op de economische voorwaarden (zie paragraaf 3.4 van dit onderdeel).
(artikel 163, lid 2 GVo.DWU)
3.6 De vergunning op basis van een douaneaangifte voor het vrije verkeer
Een aanvraag voor een vergunning passieve veredeling kan op basis van een douaneaangifte tot plaatsing onder de regeling in het vrije verkeer brengen worden gedaan, op voorwaarde dat:
-
een vergunning passieve veredeling is verleend en vervangende producten in het vrije verkeer worden gebracht met gebruikmaking van het systeem uitwisselingsverkeer, waarvoor die vergunning niet geldt. Een bestaande vergunning passieve veredeling wordt dan eenmalig uitgebreid met het gebruik van het systeem uitwisselingsverkeer; of
-
veredelingsproducten in het vrije verkeer worden gebracht na passieve veredeling en de veredeling betrekking had op goederen zonder handelskarakter.
(artikel 163, lid 1 letters e en f GVo.DWU)
De vergunning passieve veredeling wordt in deze gevallen verleend door vrijgave van de goederen voor de regeling in het vrije verkeer brengen.
Systeem uitwisselingsverkeer
In bepaalde gevallen kunnen Uniegoederen die gebreken vertonen worden vervangen door niet-Uniegoederen (een zogenaamd vervangend product) in het kader van herstelling. Er is dan sprake van het gebruik van het systeem uitwisselingsverkeer. Zie voor informatie over het systeem uitwisselingsverkeer hoofdstuk 7 van dit onderdeel.
Naar boven