19.00.00 Passieve veredeling
2 Veredelingshandelingen
2.1 Veredeling
De veredelingshandelingen die kunnen plaatsvinden onder de regeling passieve veredeling zijn:
-
de bewerking van goederen, met inbegrip van het monteren, het assembleren en het aanpassen ervan aan andere goederen;
-
de verwerking van goederen;
-
de vernietiging van goederen;
-
de herstelling van goederen, met inbegrip van revisie en afstelling.
(artikel 5, lid 37 DWU)
Naar boven2.2 Bewerking van goederen
Onder bewerking van goederen wordt ook begrepen het monteren, het assembleren en het aanpassen ervan aan andere goederen.
(artikel 5, lid 37 letter a DWU)
2.3 Verwerking van goederen
Bij verwerking wordt een grondstof of een halffabricaat gebruikt om een eindproduct te vervaardigen.
(artikel 5, lid 37 letter b DWU)
Naar boven2.4 Vernietiging van goederen
Ook vernietiging is een veredelingshandeling. Uniegoederen kunnen onder de regeling passieve veredeling worden vernietigd.
(artikel 5, lid 37 letter c DWU)
Als het gaat om een vernietiging zonder resten en afval is passieve veredeling niet mogelijk. Er is dan namelijk geen veredelingsproduct dat in het vrije verkeer wordt gebracht. Als bij de vernietiging resten en afval ontstaan die in het vrije verkeer worden gebracht, kan een vergunning passieve veredeling worden verleend.
Naar boven2.5 Herstelling van goederen
Onder herstelling van goederen wordt ook begrepen revisie en afstelling.
(artikel 5, lid 37 letter d DWU)
De tijdelijk uit te voeren goederen moeten daadwerkelijk kunnen worden hersteld. De regeling mag niet worden gebruikt om de technische specificaties van de goederen te verbeteren.
(artikel 243 GVo.DWU)
In bepaalde gevallen kunnen Uniegoederen die gebreken vertonen worden vervangen door niet-Uniegoederen (een zogenaamd vervangend product) in het kader van herstelling. Er is dan sprake van het gebruik van het systeem uitwisselingsverkeer. Zie voor informatie over het systeem uitwisselingsverkeer hoofdstuk 7 van dit onderdeel.
Naar boven2.6 Bij de productie gebruikte hulpmiddelen
Uniegoederen kunnen niet onder de regeling passieve veredeling worden geplaatst als zij dienen als productiehulpmiddel.
Productiehulpmiddelen zijn goederen die geen deel uitmaken van het vervaardigde veredelingsproduct, maar die de vervaardiging van het veredelingsproduct mogelijk maken en bijdragen aan de economische waarde van het veredelingsproduct.
Onder de regeling passieve veredeling kunnen alleen goederen worden geplaatst die daadwerkelijk worden veredeld en niet goederen
die de vervaardiging van het veredelingsproduct mogelijk maken.
(artikel 259, lid 1 DWU)
Deze productiehulpmiddelen moeten onder de regeling uitvoer worden geplaatst. Als de productiehulpmiddelen niet tijdens het productieproces verloren gaan en terugkeren in de staat waarin zij werden uitgevoerd, dan kunnen deze mogelijk worden vrijgesteld van invoerrechten.
Zie voor de voorwaarden van vrijstelling van invoerrechten voor terugkerende goederen onderdeel 25.00.00 van dit Handboek.
2.7 Gebruikelijke behandelingen
Goederen die onder de regeling passieve veredeling zijn geplaatst, kunnen gebruikelijke behandelingen ondergaan:
-
om ze in goede staat te bewaren;
-
ter verbetering van de presentatie of handelskwaliteit; of
-
ter voorbereiding van de distributie of wederverkoop.
(artikel 220 DWU)
De toegestane gebruikelijke behandelingen zijn vastgesteld in bijlage 71-03 GVo.DWU.
(artikel 180 GVo.DWU)
Zie voor de lijst van de toegestane gebruikelijke behandelingen bijlage 1 van onderdeel 15.50.00 van dit Handboek.
In de vergunning passieve veredeling moet het soort gebruikelijke behandelingen worden vermeld en worden verwezen naar de
relevante punten in bijlage 71-03 GVo.DWU.
(gegevenselement 7/5 bijlage A GVo.DWU)
De vergunninghouder moet in zijn administratie de gegevens over de gebruikelijke behandelingen vermelden en in voorkomend
geval de nieuwe tariefindeling die uit deze gebruikelijke behandelingen voortvloeit.
(artikel 178, lid 1 letter g GVo.DWU)