10.04.00 Sanctiemaatregelen
9 Klantmanagement
Ook bij proces klantmanagement (KM) worden voor sanctiemaatregelen werkzaamheden verricht. Voor de werkzaamheden binnen het
proces KM is het van belang te weten dat begrippen invoer, uitvoer, doorvoer, etc. breed zijn gedefinieerd binnen de sanctiewetgeving.
9.1
Afgifte douanevergunningen/certificaten (incl. initieel onderzoek)
Bij de afweging om een douanevergunning te verlenen en bij het beheer van bestaande douanevergunningen, wordt de manier waarop
Douane toezicht uitoefent op de handhaving van VGEM-bepalingen meegenomen.
In de douanewetgeving is geregeld wanneer en onder welke voorwaarden gebruik van een vereenvoudigde procedure is toegestaan.
In de douanevergunning neemt u geen bepalingen of voorwaarden op die voortkomen uit de VGEM-bepalingen. Wel legt u in de individuele
afspraken en het behandelplan de waarborgen en voorwaarden vast voor uitoefenen van het toezicht door de Douane.
Opleggen actieve meldplicht
Zo kunt u de vergunninghouder bijvoorbeeld een actieve meldplicht via een Kennisgeving Douane opleggen voor goederen waarop
VGEM-belangen van toepassing zijn als deze worden aangegeven voor een douaneregeling.
Bij de afgifte van de douanevergunning vermeldt de aanbiedingsbrief dat de vergunning alleen uit het oogpunt van douanewetgeving
wordt verleend. Dit ontslaat de houder er niet van de verplichtingen op grond van andere wettelijke bepalingen na te komen.
Het douanekantoor dat bevoegd is om de douanevergunning voor gebruik van de vergunning inschrijving in de administratie te
verlenen, heeft de mogelijkheid om een eventuele actieve meldingsplicht vast in de douanevergunning.
9.1.1 Is er mogelijk sprake van sanctiemaatregelen
Controleer of er sprake is van het invoeren of uitvoeren van goederen uit of naar landen waarvoor sanctiemaatregelen gelden.
Wanneer daar sprake van is, beoordeel dan of deze goederen geraakt worden door sanctiemaatregelen die voor dit land van kracht
zijn.
Controleer aan de hand van:
• Indien sprake is van goederen van goederentransacties van of naar een door sancties geraakt land kunt u ook informatie inwinnen bij de CDIU (en via de CDIU mogelijk met team POSS);
• het Gebruikstarief / DTV.
Contact met de CDIU
Als u bij uw werkzaamheden meer informatie nodig heeft om vast te kunnen stellen of goederen onder de Verordening vallen of
vragen heeft over de vergunningplicht, dan raadpleegt u de CDIU.
9.1.2 AEO certificaat
Bij de behandeling van aan aanvraag voor een AEO-certificaat consulteert de Douane - via het Landelijk centrum AEO (LCAEO)
- Buza over bedrijven die een certificaat hebben aangevraagd in het kader van de regeling AEO als bedoeld in artikel 14bis,
Verordening 2454/93.
Als Buza relevante gegevens heeft die een beletsel kunnen vormen voor het aangaan van afspraken dan wel de afgifte van het
AEO-certificaat, deelt zij dit mee aan het LCAEO. Het LCAEO koppelt aan het betreffende ministerie terug wat met de gegevens
is gedaan en of de afspraken dan wel het certificaat al dan niet is verleend.
Tot dusver zijn hierover geen specifieke afspraken met Buza gemaakt, waarmee bij de afgifte van een AEO-certificaat rekening
moet worden gehouden
9.1.3 Algemene werkzaamheden afgifte en beheer douanevergunningen
Algemeen: afgifte en beheer van douanevergunningen
-
Controleer vóór afgifte van de aangevraagde douanevergunning of er mogelijk sprake is van in- of uitvoer van goederen uit of naar landen waarop sanctiemaatregelen van toepassing zijn.
-
Controleer dit ook bij de periodieke toetsing van de douanevergunning.
-
Wanneer er sprake is van in- of uitvoer van goederen uit of naar een land waarop sanctiemaatregelen rusten onderzoek of er mogelijk sprake ook is van gesanctioneerde goederen.
9.2 Klantmanagement
9.2.1 Groepsgewijze klantmanagement
Het detecteren en afdekken van VGEM-risico’s is - net als bij fiscale risico’s - een gedeelde verantwoordelijkheid van respectievelijk
DLK/ HHB, DLTC en KM. Daarbij zal veelal sprake zijn van voldoen aan de formele VGEM-bepalingen die gelden voor sanctiebepalingen
alsmede het leveren van een bijdrage aan de risicovinding.
9.2.2 Individueel klantmanagement
De klantmanager is verantwoordelijk voor de specifieke risicoafdekking bij een individuele klant. Hij/zij onderzoekt in hoeverre
VGEM-risico’s spelen, welke maatregelen het bedrijf heeft genomen om de risico’s te beperken en de wijze waarop de resterende
risico’s moeten worden afgedekt. Hiervoor maakt hij/zij gebruik van de compliance toets.
9.2.3 Compliance toets VGEM
In de compliance toets zijn naast vragen op fiscaal gebied ook VGEM-vragen opgenomen. Deze vragen ondersteunen de klantmanager
bij het meten van het compliance niveau van zijn klant.
Wat betreft het interpreteren van de resultaten op VGEM-terrein verkregen uit bijvoorbeeld de VGEM-tool en de compliance toets kan de klantmanager een collega van de VGEM-kennisinfrastructuur raadplegen. De klantmanager bepaalt
vervolgens hoe de vergunninghouder gecontroleerd moet worden.
Bij de beoordeling van de compliance worden VGEM-vragen en -risico’s meegenomen. Voor de interpretatie van de resultaten kan
de klantmanager een collega van de VGEM-kennisinfrastructuur raadplegen.
Om na te gaan in hoeverre het goederenpakket van een klant betrekking heeft op VGEM-aspecten, kan de klantmanager gebruik
maken van de (VGEM)informatie uit de in de GPA ingebrachte profielen.
De uitkomsten van de compliance toets zijn bepalend voor de specifieke detectie- en afdekkingactiviteiten die moeten worden verricht.
Naar boven9.2.4 Controleprogramma/behandelprogramma
In het controleprogramma, het behandelprogramma of in de controleopdrachten voor de houder van een vergunning van een vereenvoudigde aangifteprocedure waarin bepalingen staan over de in- of uitvoer van mogelijke sanctiegoederen, wordt onder andere aandacht besteed aan:
• de naleving van de wetgeving inzake sanctiemaatregelen
• een eventuele vergunning bij de invoer van sanctiegoederen
• een eventuele vergunning bij de uitvoer van sanctiegoederen.
Naar boven9.3 Profielen in de geautomatiseerde Periodieke aangifte (GPA)
In de applicatie GPA zijn de landelijke profielen opgenomen. Hiermee is de GPA ook een tool geworden die de medewerkers van KM ondersteunt bij het detecteren en afdekken van VGEM-risico’s. DLK/HHB en DLTC zijn verantwoordelijk voor het periodiek aanleveren van de profielen zodat deze in de GPA kunnen worden opgenomen. Daarnaast hebben DLK/HHB en DLTC de beschikking over de aangiftegegevens uit de GPA zodat op basis hiervan ook VGEM-risico’s kunnen worden afgedekt.
Naar boven9.4 Administratief toezicht
Door administratief toezicht op vereenvoudigingen en vergunningen, overwegend via de administratie van een bedrijf, wordt vastgesteld of aan alle wettelijke bepalingen is voldaan.
De medewerker die de administratieve controle verricht, is verantwoordelijk voor de juiste uitvoering van de controleopdracht. Als de controleopdracht een aspect m.b.t. sanctiemaatregelen bevat, maakt hij of zij gebruik van in de controleopdracht verwerkte (VGEM)informatie.
Naar boven9.4.1 Vergunning inschrijving in de administratie van de aangever (invoer)
Vergunninghouders inschrijving in de administratie van de aangever dienen periodiek (meestal maandelijks) een aanvullende
aangifte in. Bij de behandeling van de maandaangifte kunnen zaken naar voren komen die nadere controle behoeven. Dit kan via
een administratieve controle.
Bij de voorbereiding van de administratieve controle moet via de eerder ingediende periodieke aangiften beoordeeld worden
of er mogelijk sprake is geweest van de invoer van folterwerktuigen met een vergunning. Die beoordeling moet plaatsvinden
door gebruik te maken van GPA werkzame profielen.
De hierbij ‘geraakte’ aangifteregels moeten onderzocht worden op een mogelijk onrechtmatige invoer.
Naar boven9.4.2 Werkzaamheden administratieve controle Vergunninghouders inschrijving in de administratie van de aangever
U controleert bij een administratieve controle of bij het gebruik van een vereenvoudigde aangifteprocedure de bepalingen voor eventuele sanctiemaatregelen worden nageleefd.
U verricht u de volgende werkzaamheden:
-
controleer of de vereenvoudigde aangifteprocedure wordt gebruikt voor goederen waarop sanctiemaatregelen van toepassing zijn;
- als de vereenvoudigde aangifteprocedure wordt gebruikt voor goederen waarop sanctiemaatregelen van toepassing zijn terwijl
dat niet is geregeld in de douanevergunning voor die procedure of als dit in strijd is met de bepalingen in de vergunning,
handelt u als volgt:
-
neem contact op met klantmanager/relatiebeheerder;
- handel de bevinding verder af als onregelmatigheid.
-
9.5 Behandeling aanvullende aangifte vereenvoudigde aangifte zoals bedoeld in art. 182 DWU, invoer (voorheen GPA)
Deze aangiften worden geautomatiseerd aangeleverd en behandeld met behulp van de applicatie GPA (geautomatiseerd periodiek
aangifte). De door DLK/HHB en DLTC gemaakte DMS-profielen zijn opgenomen in de GPA. Hierdoor wordt rekening gehouden met de
wettelijke (VGEM)verplichtingen, die van toepassing kunnen zijn. De GPA is dan ook een tool geworden, die de medewerkers van
KM ondersteunt bij het detecteren en afdekken van VGEM-risico's.
Bij de controle van de aanvullende aangifte wordt vastgesteld of op het moment dat de goederen hun bestemming (brengen in
het vrije verkeer) kregen ook voldeden aan de wettelijke verplichtingen op het gebied sanctiemaatregelen.
Bij het proces Maandaangifte kunnen de VGEM-risico's blijken uit de in de GPA werkzame profielen. Voor individueel te behandelen
klanten is de klantmanager verantwoordelijk voor het beoordelen van deze risicosignalen. Zo nodig neemt hij de nodige maatregelen,
zoals bijvoorbeeld het omzetten van risico's in controleopdrachten. Voor groepsgewijze te behandelen klanten zullen deze signalen
terechtkomen bij de relatiebeheerder. De relatiebeheerder zet deze risicosignalen in DOU-IT.
Daarnaast is het mogelijk om de gegevens uit de maandaangifte met behulp van de VGEM-tool te beoordelen. Beide zo nodig in aanvulling op de generieke risicobeheersing door DLK/HHB en DLTC.
Verplichtingen die bij de behandeling van de periodieke aangifte gecontroleerd kunnen worden zijn terug te vinden in het hoofdstuk
Aangiftebehandeling.
De door in de GPA werkzame profielen ‘geraakte’ aangifteregels moeten onderzocht worden op een mogelijk onrechtmatige invoer.
Naar boven9.6 Hulpmiddelen voor VGEM-werkzaamheden binnen KM
Door het grote aantal VGEM-onderwerpen is het lastig om vast te stellen welke VGEM-onderwerpen van belang zijn in relatie tot een klant, aangifte of goederencode. Om een indicatie te kunnen geven welke VGEM-onderwerpen mogelijk relevant zijn, zijn er enkele tools ontwikkeld. Deze tools ondersteunen de medewerkers KM en de het DLTC bij het detecteren en afdekken van VGEM-risico’s. In deze paragraaf worden de tools besproken.
Naar boven9.6.1 VGEM-tool
De VGEM-tool ondersteunt medewerkers bij het inzichtelijk maken van de VGEM-indicaties die van toepassing zijn bij de diverse goederencodes. De VGEM-tool is niet meer dan een hulpmiddel om VGEM-rakingen in beeld te brengen. Op basis van de informatie die de VGEM-tool oplevert, zal een nadere analyse moeten plaatsvinden.
9.6.2 Profielen in de Geautomatiseerde Periodieke Aangifte (GPA)
De door het DLTC gemaakte profielen zijn opgenomen in de applicatie GPA. Hiermee is de GPA ook een tool geworden die de medewerkers van KM ondersteunt bij het detecteren en afdekken van VGEM-risico’s. Het DLTC is verantwoordelijk voor het periodiek aanleveren van de profielen zodat deze in de GPA kunnen worden opgenomen. Daarnaast heeft het DLTC de beschikking over de aangiftegegevens uit de GPA zodat op basis hiervan ook VGEM-risico’s kunnen worden afgedekt.
Naar boven