10.04.00 Sanctiemaatregelen
16 Lijst goederen voor binnenlandse repressie
1. De volgende vuurwapens, munitie en toebehoren:
a. vuurwapens die niet vallen onder ML 1 of ML 2 van de
gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de Europese Unie (EU- gemeenschappelijke militaire lijst);
b. munitie speciaal ontworpen voor de vuurwapens die zijn vermeld in punt 1.a. en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen;
c. vuurwapenvizieren die niet vallen onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU.
2. Bommen en granaten die niet vallen onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU.
3. De volgende voertuigen:
Opmerking 1: Dit punt is niet van toepassing op voertuigen die speciaal zijn ontworpen ten behoeve van brandbestrijding.
Opmerking 2: Voor de toepassing van punt 3.5 omvat de term „voertuigen” ook opleggers en aanhangwagens.
a. voertuigen uitgerust met een waterkanon, die speciaal zijn ontworpen of aangepast ten behoeve van oproerbeheersing;
b. voertuigen die speciaal zijn ontworpen of aangepast om door middel van stroomstoten indringers af te weren;
c. voertuigen die speciaal zijn ontworpen of aangepast om barricades te verwijderen, met inbegrip van constructiematerieel met bescherming tegen kogels;
d. voertuigen die speciaal zijn ontworpen voor vervoer of overbrenging van gevangenen en/of gedetineerden;
e. voertuigen die speciaal zijn ontworpen om mobiele barrières op te werpen;
f. voor de in 3.1 tot en met 3.5 vermelde voertuigen bestemde onderdelen, speciaal ontworpen ten behoeve van oproerbeheersing.
4. De volgende explosieven en aanverwante uitrusting:
a. uitrusting en toestellen die speciaal ontworpen zijn voor het al dan niet elektronisch inleiden van explosies, met
inbegrip van ontstekingstoestellen, detonatoren, ontstekers, boosters en slagkoord, alsmede speciaal daarvoor ontworpen
onderdelen, met uitzondering van: uitrusting en toestellen die speciaal ontworpen zijn voor een specifiek commercieel gebruik,
zijnde het door detonatie in werking stellen of doen functioneren van andere uitrusting of toestellen die niet het veroorzaken
van explosies tot functie hebben (bijvoorbeeld toestellen voor het opblazen van airbags, piekstroombegrenzers of toestellen
voor het in werking stellen van sprinklerinstallaties);
b. ladingen voor directionele explosies die niet onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU vallen;
c. de volgende andere explosieven die niet onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de Europese Unie
vallen, en aanverwante stoffen:
i. amatol;
ii. nitrocellulose (met een stikstofgehalte van meer dan 12,5 %);
iii. nitroglycol;
iv. penta-erythritoltetranitraat (PETN);
v. picrylchloride;
vi. 2,4,6-trinitrotolueen (TNT).
5. De volgende beschermende uitrusting die niet valt onder ML 13 van de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU:
Opmerking: Dit punt heeft geen betrekking op:
a. lichaamspantsering met bescherming tegen kogels en/of messteken;
b. kogel- en/of fragmentatiebestendige helmen, helmen voor oproerbeheersing, schilden voor oproerbeheersing en kogelbestendige schilden.
uitrusting speciaal ontworpen voor sportieve activiteiten;
uitrusting speciaal ontworpen voor de veiligheid op het werk.
6. Simulatieapparatuur die niet onder ML 14 van de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU valt, voor opleiding in het gebruik van vuurwapens en speciaal daarvoor ontworpen programmatuur.
7. Niet door de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU bestreken nachtzicht- en thermischebeeldvormingsapparatuur en beeldversterkerbuizen.
8. Scheermesprikkeldraad.
9. Militaire messen, gevechtsmessen en bajonetten met een bladlengte van meer dan 10 cm.
10. Productieapparatuur die speciaal is ontworpen voor de in deze lijst vermelde goederen.
11. Specifieke technologie voor de ontwikkeling, de vervaardiging of het gebruik van de in deze lijst vermelde goederen.