Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

32.00.00 Bezwaar en beroep

6 Het Hof van Justitie van de Europese Unie

In kwesties van Unierechtelijke aard kan beroep worden aangetekend bij het Hof van Justitie van de Europese Unie. Deze mogelijkheden staan in dit hoofdstuk centraal.

Naar boven

6.1 Algemeen

In deze paragraaf komt aan de orde:

  • de beslissingen waartegen beroep mogelijk is (paragraaf 6.1.1);

  • de bevoegdheid beroep in te stellen (paragraaf 6.1.2);

  • de termijn waarbinnen het beroep moet worden ingediend (paragraaf 6.1.3);

  • de prejudiciële beslissing (paragraaf 6.1.4).

Naar boven

6.1.1 Beslissingen waartegen beroep mogelijk is

Het Hof van Justitie van de Europese Unie omvat het Hof van Justitie, het Gerecht en gespecialiseerde rechtbanken. Het Hof verzekert de eerbiediging van het recht bij de uitlegging en toepassing van de Verdragen.

Het Hof van Justitie van de Europese Unie doet uitspraak overeenkomstig de Verdragen:

  1. inzake door een lidstaat, een instelling of een natuurlijke of rechtspersoon ingesteld beroep;

  2. op verzoek van de nationale rechterlijke instanties bij wijze van prejudiciële beslissing over de uitlegging van het recht van de Unie en over de geldigheid van de door de instellingen vastgestelde handelingen;

  3. in de overige bij de Verdragen bepaalde gevallen (artikel 19 Verdrag betreffende de Europese Unie)

Het Hof van Justitie is in dit verband onder andere bevoegd kennis te nemen van:

  • beroepen in verband met de niet-nakoming door een lidstaat van de op hem rustende verplichtingen (artikelen 258 tot en met 260 Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU);

  • beroepen tot nietigverklaring van verbindende handelingen van onder meer de Raad en van de Commissie (artikelen 263 en 264 VWEU);

  • verzoeken om een prejudiciële beslissing te geven (artikel 267 VWEU).

Beroep tot nietigverklaring

Een beroep tot nietigverklaring kan worden ingesteld tegen bijvoorbeeld wetgevingshandelingen, zoals Verordeningen, Richtlijnen en besluiten (artikelen 263 en 289 VWEU. Onder besluiten vallen in dit verband onder meer beschikkingen die de Raad of de Commissie heeft genomen.

Naar boven

6.1.2 Bevoegdheid beroep in te stellen

Een lidstaat, het Europees Parlement, de Raad of de Commissie zijn bevoegd tot het instellen van een beroep tot nietigverklaring. Daarnaast kunnen ook natuurlijke of rechtspersonen beroep instellen.
(artikel 263 VWU)

Beroep door lidstaat

Als Nederland als lidstaat een beroep tot nietigverklaring wil instellen, treedt de Nederlandse regering als partij op. In deze procedure vertegenwoordigt het Ministerie van Buitenlandse Zaken de regering.
Als u tot de conclusie komt dat een Verordening of Richtlijn voor vernietiging in aanmerking komt, moet u dit zo snel mogelijk melden aan het Ministerie, DGBD, Directie FJZ. Deze directie zal dan eventueel voor de coördinatie met het Ministerie van Buitenlandse Zaken zorg dragen.
Dit geldt ook voor REM/REC beschikkingen.

Beroep door natuurlijke of rechtspersonen

Iedere natuurlijke of rechtspersonen kan beroep instellen tegen handelingen die tot hem gericht zijn of die hem rechtstreeks en individueel raken, alsmede tegen regelgevingshandelingen die hem rechtstreeks raken en die geen uitvoeringsmaatregelen met zich meebrengen (artikel 263 VWEU). Dit beroep moet in eerste aanleg worden ingesteld bij het Gerecht (artikel 256 VWEU).

Rechtstreeks beroep tegen Verordeningen en Richtlijnen die een algemeen verbindende norm bevatten, staat voor hen niet open.

Voorbeelden van beroep door natuurlijke of rechtspersonen

In het kader van de toepassing van de artikelen 116 lid 3, 119 en 120 , en de artikelen 98 tot en met 102 beslist de Commissie bij beschikking.

De hiervoor genoemde beschikkingen richt de Commissie tot de lidstaat. U moet deze beschikking uitvoeren door te beschikken op het verzoek van de belanghebbende. In uw beschikking geeft u zoveel mogelijk de bewoordingen van de beschikking van de Commissie weer. Een afschrift van de beschikking van de Commissie zendt u met uw eigen beschikking ter informatie aan belanghebbende. Verder wijst u de belanghebbende erop dat rechtstreeks beroep bij het Gerecht kan worden ingesteld. Daarnaast moet u de belanghebbende erop wijzen dat ook de gebruikelijke bezwaar- en beroepsmogelijkheden openstaan.

Naar boven

6.1.3 Termijn beroep

De termijn waarbinnen een belanghebbende (of lidstaat) beroep kan instellen, bedraagt twee maanden. Deze termijn begint te lopen op de dag van bekendmaking in het publicatieblad van de Europese Gemeenschappen (Verordeningen/ Richtlijnen). Bij beschikkingen gaat de termijn in op het moment van kennisgeving aan de betrokkene of de lidstaat.

Als de Commissie de beschikking niet aan de betrokkene zelf stuurt, begint de termijn te lopen vanaf de dag dat de betrokkene van de handeling kennis heeft gekregen en in ieder geval op het tijdstip dat wij de beschikking van de Commissie aan belanghebbende sturen.
(artikel 263 VWEU)

Naar boven

6.1.4 Prejudiciële beslissing

Het Hof van Justitie van de Europese Unie is bevoegd, bij wijze van prejudiciële beslissing, een
uitspraak te doen

  1. over de uitlegging van de Verdragen (bedoeld is het Verdrag betreffende de Europese Unie en het VWEU),

  2. over de geldigheid en de uitlegging van de handelingen van de instellingen, de organen of de

    instanties van de Unie,

(artikel 267 VWEU)

Vanaf 1 oktober 2024 is Het Gerecht bevoegd kennis te nemen van de verzoeken om een prejudiciële beslissing die uitsluitend betrekking hebben op een of meer van de volgende specifieke aangelegenheden:
a) het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde;
b) accijnzen;
c) het douanewetboek;
d) de tariefindeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur;
e) compensatie voor en bijstand aan passagiers bij instapweigering of bij vertraging of annulering van vervoersdiensten;
f) het systeem voor de handel in broeikasemissierechten.
Het Hof van Justitie blijft echter bevoegd om te oordelen over prejudiciële vragen die weliswaar betrekking hebben op deze specifieke aangelegenheden, maar ook zien op andere aangelegenheden, namelijk uitlegging van primair recht, internationaal publiekrecht, algemene Unierechtelijke beginselen of het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
(artikel 1 Vo 2024/2019 en artikel 50ter Protocol nr. 3 betreffende het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie).

Verzoeken kunnen worden ingediend door de nationale rechterlijke instanties (College van Beroep, rechtbank, gerechtshof, Hoge Raad). Als een dergelijke instantie een beslissing van het Hof van Justitie ten aanzien van een punt van Unierecht (onder andere het gemeenschappelijk douanetarief en landbouwregelingen) noodzakelijk acht, dan zal zij het geding schorsen en een of meer prejudiciële vragen voorleggen aan het Hof van Justitie.

U zendt na ontvangst van een uitspraak, waarin de rechtbank of het gerechtshof prejudiciële vragen stelt aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, onverwijld een afschrift van deze uitspraak en de overige processtukken aan DGBD, team cassatie.
Indien het Hof van Justitie van de Europese Unie zich tot u richt, zendt u deze onverwijld afschriften van de brieven (met eventuele bijlagen) van dit Hof aan DGBD, team cassatie. Eerst na overleg met DGBD, team cassatie reageert u op de brieven van dit Hof. Als de inspecteur door het Hof van Justitie in de gelegenheid wordt gesteld om schriftelijke opmerkingen in te dienen over de prejudiciële vragen, dan schrijft u een brief aan het Hof van Justitie waarin u laat weten voor opmerkingen over de prejudiciële vragen te refereren aan het oordeel van de Nederlandse regering. Daarnaast stuurt u onverwijld afschriften van de brieven en bijlagen van het Hof van Justitie aan DGBD, team cassatie.

Interventie

Er zijn twee gevallen van interventie mogelijk, namelijk interventie naar aanleiding van rechtstreeks beroep van belanghebbende en interventie bij prejudiciële vragen.
Wanneer belanghebbende rechtstreeks beroep heeft ingesteld, kan een lidstaat interveniëren hetzij aan de kant van belanghebbende, hetzij aan de kant van de Commissie. Kennisgeving van het ingestelde beroep wordt overigens gedaan in het Publicatieblad van de EU en niet rechtstreeks aan de lidstaten.
In geval van prejudiciële vragen licht de Griffier van het Hof van Justitie de betrokken partijen, de lidstaten, de Commissie en de Raad in, dat een beroep bij het Hof van Justitie is ingesteld. Die instanties zijn namelijk bevoegd om binnen twee maanden na deze kennisgeving bij het Hof van Justitie memoriën of schriftelijke opmerkingen in te dienen (artikel 20 Statuut van het Hof van Justitie).

Vertegenwoordiging

De lidstaat kan zich voor het Hof van Justitie laten vertegenwoordigen door een gemachtigde. In de regel is dat een vertegenwoordiger van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, zo nodig bijgestaan door een vertegenwoordiger van een bij de zaak betrokken departement. In uitzonderingsgevallen kan in overleg tussen de betrokken Ministeries de Landsadvocaat worden ingeschakeld.

U kunt dus niet zelfstandig optreden. Als u een mondelinge behandeling wilt bijwonen kunt u contact opnemen met het Ministerie, DGBD, team cassatie.

Naar boven