Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

32.00.00 Bezwaar en beroep

5 Cassatie

Het is mogelijk tegen uitspraken van het gerechtshof (en soms de rechtbank, zie 5.2) bij de Hoge Raad beroep in cassatie in te stellen. Die mogelijkheid staat centraal in dit hoofdstuk. Eerst worden enkele algemene bepalingen over cassatie besproken (paragraaf 5.1), daarna de procedures en ambtelijke werkzaamheden (paragraaf 5.2).
Voor het ter zake geldende beleid wordt verwezen naar het Besluit Beroep in Belastingzaken

Naar boven

5.1 Algemeen

De Minister en/of de belanghebbende kunnen tegen een uitspraak van het hof beroep in cassatie instellen (artikel 28 Algemene wet inzake rijksbelastingen). Bij het beroep in cassatie zijn de normale regels met betrekking tot vertegenwoordiging van toepassing.

Gronden voor cassatie

In cassatie kan de Hoge Raad het volgende toetsen:

  1. schending van het recht;

  2. verzuim van vormen.

Niet ieder vormverzuim zal tot vernietiging in cassatie leiden. De Hoge Raad zal beoordelen of de niet-inachtneming van die vormen met nietigheid is bedreigd. Ook kan de Hoge Raad beoordelen of de nietigheid voortvloeit uit de aard van de niet in acht genomen vorm.

Feitelijke vaststellingen

De Hoge Raad zal feitelijke vaststellingen van het hof in beginsel niet toetsen. Bij feitelijke vaststellingen kunt u bijvoorbeeld denken aan de bepaling van de grootte van een vermis. Wel kan de Hoge Raad beoordelen of het hof op basis van de gegevens redelijkerwijs tot zijn oordeel kon komen.

Termijn

De termijn waarbinnen een partij beroep in cassatie moet instellen is zes weken (artikelen 6:24 en 6:7 Algemene wet bestuursrecht). Voor de beoordeling of een cassatieberoep tijdig is ingesteld, gelden dezelfde regels als bij bezwaar en beroep (zie hoofdstuk 2).

Schorsende werking
Als u overweegt om een cassatievoorstel te doen, voert u dan de hofuitspraak niet uit.

Naar boven

5.2 Sprongcassatie

Als u meent dat er bij een uitspraak van de rechtbank sprake is van schending van het recht of dat er is verzuimd op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen in acht te nemen, gaat u na of de feiten door de rechtbank juist en volledig zijn vastgesteld. Als het niet meer nodig is om de feiten ter discussie te stellen, dan kunt u aan belanghebbende voorstellen om de procedure voor het gerechtshof over te slaan, onder voorbehoud van een akkoord van de staatssecretaris.
Als belanghebbende akkoord gaat, dient u een voorstel voor sprongcassatie in bij DGBD, team cassatie. Hiervoor volgt u de aanwijzingen zoals beschreven onder 5.3.2.
U kunt geen voorstel voor sprongcassatie indienen als bij de zaak tevens bestuurlijke boetes in het geding zijn.

DGBD, team cassatie laat u schriftelijk weten of uw voorstel wordt gevolgd. Als DGBD, team cassatie uw voorstel wil volgen, dan vraagt u het formele akkoord van belanghebbende. Als DGBD, team cassatie uw voorstel niet volgt, dan stelt u zonodig hoger beroep in.

U moet zelf zicht houden op de termijnen en zonodig pro forma hoger beroep instellen ter behoud van rechten.

Als belanghebbende verzoekt om sprongcassatie, dan bepaalt u of u vindt dat de rechtbank de feiten juist en volledig heeft vastgesteld. Alleen als het niet meer nodig is om de feiten ter discussie te stellen, dient u een voorstel voor sprongcassatie in bij DGBD, team cassatie. Hiervoor volgt u de aanwijzingen zoals beschreven onder 5.3.2. DGBD, team cassatie laat u schriftelijk weten of akkoord kan worden gegaan.

Naar boven

5.3 Procedures en ambtelijke werkzaamheden

Een beroep in cassatie kan worden ingediend door de belastingplichtige en door de Minister van Financiën. Op grond van de werkverdelingsbeschikking doet de Staatssecretaris van Financiën dit. De inspecteur kan de Staatssecretaris voorstellen beroep in cassatie in te stellen.

In deze paragraaf worden de volgende procedures behandeld:

  • instellen cassatieberoep (paragraaf 5.3.1.);

  • beroep in cassatie door de Staatssecretaris (paragraaf 5.3.2.);

  • beroep in cassatie door belastingplichtige (paragraaf 5.3.3.);

  • behandeling van het beroepschrift (paragraaf 5.3.4);

  • Arrest van de Hoge Raad (paragraaf 5.3.5).

Naar boven

5.3.1 Instellen cassatieberoep

De Staatssecretaris of de belanghebbende stelt het beroep in door een ondertekend beroepschrift in cassatie in te zenden. Zij sturen dit beroepschrift naar de Hoge Raad. De griffier van de Hoge Raad doet hiervan mededeling aan de griffier van het gerecht dat de uitspraak heeft gedaan. De griffier van dit gerecht stuurt een afschrift van de uitspraak en de daarop betrekking hebbende gedingstukken naar de griffier van de Hoge Raad. Als het beroep in cassatie is ingesteld tegen een mondelinge uitspraak, wordt deze vervangen door een schriftelijke uitspraak. De vervangende schriftelijke uitspraak wordt gelijktijdig aan de partijen en aan de Hoge Raad gezonden. De indiener van het beroepschrift kan tot zes weken na de dag waarop de schriftelijke uitspraak hem is toegezonden, de gronden van het beroep verstrekken of aanvullen.

Verweerschrift

De griffier van de Hoge Raad stuurt een afschrift van het beroepschrift naar de andere partij die bij de procedure betrokken is. Deze kan een verweerschrift bij de Hoge Raad indienen. Hij moet dit binnen acht weken na de dag van verzending van het beroepschrift inzenden.
(artikel 29b Algemene wet inzake rijksbelastingen)

Incidenteel beroep in cassatie

De partij die zich aanvankelijk heeft neergelegd bij de uitspraak kan bij het verweerschrift incidenteel beroep in cassatie instellen. De indiener van het cassatieberoepschrift wordt vervolgens in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken het incidentele cassatieberoep te beantwoorden.

Doorzending verweerschrift aan wederpartij

De griffier van de Hoge Raad stuurt een afschrift van het verweerschrift naar de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld. Daarna bestaat er nog de mogelijkheid tot het indienen van een conclusie van repliek of dupliek.

Naar boven

5.3.2 Cassatievoorstel inspecteur

Hierna wordt de procedure besproken die de inspecteur moet volgen als hij een cassatievoorstel wil indienen.

Als een inspecteur van mening is dat een uitspraak, waarbij hij geheel of gedeeltelijk in het ongelijk is gesteld, schending van het recht inhoudt, dan wel dat is verzuimd, op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen in acht te nemen, doet hij een cassatievoorstel.

Routing

Stuur zo snel als mogelijk (liefst binnen tien dagen) een cassatievoorstel naar het Ministerie, DGBD, team cassatie, als u vindt dat beroep in cassatie gewenst en mogelijk is.

Geef in uw voorstel een korte uiteenzetting van de redenen waarom u beroep in cassatie mogelijk en gewenst vindt.

Leg alle bescheiden over die van belang zijn (het procesdossier). Hiertoe behoren in ieder geval:

  1. een afschrift van het bezwaar- of verzoekschrift en van de uitspraak op het bezwaarschrift

  2. een kopie van de utb of andere bestreden beschikking;

  3. de processtukken van de procedure voor de rechtbank en het gerechtshof (een afschrift van het beroepschrift, verweerschrift, conclusies van repliek en dupliek, correspondentie met rechtbank en gerechtshof, pleitnota’s en andere ter zitting overgelegde stukken, door de griffier opgestelde verslag van de zitting;

  4. het originele afschrift van de uitspraken van rechtbank en gerechtshof;

  5. ingeval van vereenvoudigde behandeling van het beroep: het originele afschrift van de uitspraak van het gerechtshof, het verzetschrift en de uitspraak op het verzetschrift;

  6. ingeval het beroep zich richtte tegen het niet tijdig nemen van een besluit: een afschrift van het besluit en de gevoerde correspondentie;

  7. een eventueel (openbaar gedeelte van een) controlerapport;

  8. de bijlagen bij voornoemde geschriften, voorzover hier nog niet genoemd;

  9. een afschrift van de aantekeningen die u tijdens de zitting over mondelinge (getuigen)verklaringen heeft gemaakt.

Termijn inzending

Stuur uw voorstel binnen tien dagen na ontvangst van de uitspraak rechtstreeks naar het Ministerie. Deel daarbij ook mee op welke datum het afschrift van de uitspraak ter post is bezorgd. Deze mededeling kunt u achterwege laten als deze datum op de uitspraak zelf is vermeld.

Naar boven

5.3.3 Cassatieberoep door belastingplichtige

Hieronder staat de procedure beschreven die van toepassing is als de belastingplichtige een cassatieberoep indient.

Routing beroepschrift

De Griffier van de Hoge Raad stuurt het beroepschrift in cassatie dat de belastingplichtige heeft ingediend naar het Ministerie (artikel 29 Algemene wet inzake rijksbelastingen, juncto artikel 8:39 Algemene wet bestuursrecht). Het Ministerie stuurt u een afschrift van het beroep toe.

Advies inspecteur

Bij de toezending van het afschrift van het beroepschrift zal het Ministerie u om advies vragen. Naar aanleiding van dit verzoek hoeft u geen uitvoerige rapporten uit te brengen. U kunt volstaan met een korte uiteenzetting van uw mening en met een verwijzing naar de overgelegde bescheiden. Wél dient een korte reactie op de cassatiemiddelen te worden gegeven, vergezeld van een signalering van eventuele feitelijke onjuistheden met vindplaats. De inspecteur kan adviseren om incidenteel beroep in cassatie in te stellen als het geschil naar zijn mening meer moet omvatten dan de door belanghebbende aangevoerde geschilpunten.

U dient zich ook te realiseren dat het Ministerie een procedure vaak eerst door het beroepschrift leert kennen.

Leg alle bescheiden over die ter zake dienen. Hiertoe behoren in ieder geval de onder 5.3.2 genoemde bescheiden.

Termijnen

Bij het verzoek om uw advies zal het Ministerie gewoonlijk een uiterste termijn van inzending vermelden. Deze termijn zal in de meeste gevallen kort zijn. Dit houdt verband met de termijn waarbinnen het verweerschrift moet worden ingezonden.
Daarom moet u ervoor zorgen dat uw advies uiterlijk op de genoemde datum op het Ministerie is. Als in het verzoek geen datum is vermeld, zendt u uw advies binnen twee weken in.

Naar boven

5.3.4 Behandeling beroepschrift door Hoge Raad

De Hoge Raad behandelt het beroep in cassatie overeenkomstig het bepaalde in Hoofdstuk V, afdeling 4, Algemene wet inzake rijksbelastingen. Beknopt verloopt die procedure als volgt:

Na ontvangst van het beroep- en verweerschrift en na afloop van de eventuele conclusies van repliek en dupliek, kan de Advocaat-Generaal advies uitbrengen.
(artikelen 29c en 29d Algemene wet inzake rijksbelastingen)

Hierna beslist de Hoge Raad; de uitspraak wordt schriftelijk gedaan (artikel 29 e, lid 1, Algemene wet inzake rijksbelastingen). De beslissing wordt in het openbaar uitgesproken (artikel 29 Algemene wet inzake rijksbelastingen juncto artikel 8:78 Algemene wet bestuursrecht).

Naar boven

5.3.5 Arrest Hoge Raad

De Hoge Raad stuurt zijn arrest in alle gevallen naar het Ministerie. Het Ministerie stuurt een kopie naar u.

Uitvoering arrest

Zorg zo snel mogelijk voor de uitvoering van het arrest.

Wijze van uitvoering arrest

Op welke wijze u het arrest moet uitvoeren is afhankelijk van de beslissing van de Hoge Raad.

De Hoge Raad kan:

  1. de uitspraak van het hof of de rechtbank bevestigen;

  2. de uitspraak van het hof of de rechtbank vernietigen.

Bij vernietiging is van belang of de Hoge Raad zelf beslist over de hoofdzaak, of naar een hof of rechtbank verwijst.

Bevestigende uitspraak Hoge Raad

Als de Hoge Raad de uitspraak van het hof of de rechtbank bevestigt, zorgt u voor uitvoering van die uitspraak.

Vernietiging uitspraak: zelfstandige afdoening door de Hoge Raad

De Hoge Raad kan een uitspraak van het hof of de rechtbank vernietigen en bij hetzelfde arrest over de hoofdzaak beslissen (artikel 29e Algemene wet inzake rijksbelastingen). Dat wil zeggen dat de uitspraak van de Hoge Raad in de plaats komt van de uitspraak van het hof of de rechtbank.

Vernietiging uitspraak: verwijzing naar het hof of de rechtbank

De Hoge Raad kan een uitspraak van het hof of de rechtbank vernietigen zonder over de hoofdzaak te beslissen (artikel 29e Algemene wet inzake rijksbelastingen). Hij zal het geding dan naar de lagere rechter verwijzen. Deze lagere rechter kan de rechter zijn die de oorspronkelijke uitspraak heeft gedaan. De Hoge Raad kan echter ook naar een andere rechter verwijzen. Verwijzing vindt plaats als de beslissing afhankelijk is van feiten die bij de eerdere behandeling niet zijn komen vast te staan.

Het hof of de rechtbank waarnaar de Hoge Raad verwijst moet beslissen met inachtneming van het arrest van de Hoge Raad. In deze situatie zal het hof of de rechtbank zich tot u wenden om uw standpunt naar aanleiding van het arrest te vernemen. U moet deze informatie zo snel mogelijk geven. In ieder geval binnen de termijn die het hof of de rechtbank stelt.

Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen weer beroep in cassatie instellen.

Naar boven