Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

14.46.00 Vereenvoudiging douanevervoer; Internationaal vervoer per spoor

3 T2 Corridor

3.1 Algemeen

Het vervoer van Uniegoederen per spoor van lidstaten van de Europese Unie door een land dat deelnemer is aan de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer, bijvoorbeeld Zwitserland brengt veel formaliteiten met zich mee.

In verband met de liberalisering van het spoorvervoer hebben de Europese Unie en de aan de voornoemde overeenkomst deelnemende landen gezocht naar mogelijkheden om (bij vervoer dat niet of slechts gedeeltelijk plaatsvindt door houders van een vergunning voor vereenvoudigd douanevervoer per spoor) administratieve procedures te vereenvoudigen en het oponthoud bij grenspassage te bekorten. De volgende vereenvoudiging is toegestaan.

Uniegoederen die zijn geladen of overgeladen op een spoorwagon in de Unie en vervolgens gaan naar een andere plaats in de Unie behouden de douanestatus van Uniegoederen ook indien de spoorwagon tijdelijk het douanegebied van de Unie verlaat, om daarna het douanegebied van de Unie weer binnen te komen. Voorwaarde is dat het betrokken derde land partij moet zijn bij de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer.

De vereenvoudiging is toegestaan aan de spoorwegmaatschappij wanneer is voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. er is sprake van één enkel vervoersdocument dat in een lidstaat is afgegeven;

  2. dit vervoersdocument bevat de vermelding “T2-Corridor”;

  3. het deelnemende land gebruikt een geautomatiseerd systeem voor het douanetoezicht in dat betreffende land; en

  4. de betrokken spoorwegmaatschappij moet in het bezit zijn van een vergunning van het betreffende deelnemende land om deze vereenvoudiging toe te passen.

(Artikel 21a, Bijlage B, Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer)

Naar boven

3.2 De aangifte voor douanevervoer

Gebruikmaking van de T2 Corridor-regeling is enkel mogelijk voor spoorwegmaatschappijen die in het bezit zijn van een vergunning die door de bevoegde autoriteit van het deelnemende land is afgegeven. Voor het vervoer van deze goederen dient een door de vergunninghouder zelf afgegeven spoorvrachtbrief CIM als aangifte voor douanevervoer T2. Bij gebruikmaking van de T2 Corridor-regeling – na daartoe verkregen vergunning - dient de spoorvrachtbrief CIM naast de gebruikelijke gegevens te worden voorzien van de vermeldingen “T2 Corridor”, de desbetreffende ISO-landcode en het nummer van de vergunning.

Voorafgaand aan het vertrek moet de spoorwegmaatschappij de treinzending aanmelden bij de Douane van het betreffende deelnemende land onder vermelding van de relevante aangiftegegevens. Daarmee is aan de doorvoerformaliteiten voldaan.

Op verzoek van een of meer van de deelnemende landen kan een (administratieve) controle worden ingesteld bij de vergunninghouder naar de volledigheid en juistheid van de aan de Douane van het betreffende deelnemende land verstrekte gegevens en de overige in de vergunning voorgeschreven verplichtingen.

Naar boven

3.3 De vergunning voor de vereenvoudigde procedure

Spoorwegmaatschappijen die gebruik willen maken van deze regeling moeten daarvoor een aparte vergunning aanvragen bij de bevoegde autoriteit van elk deelnemend land waar de spoorwegmaatschappij voornemens is om gebruik te maken van deze vereenvoudiging zoals omschreven in artikel 21a van Bijlage B van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer .

Naar boven

3.4 Nadere bepalingen

3.4.1 Verloren of gestolen spoorvrachtbrief CIM

Als een als aangifte voor gemeenschappelijk douanevervoer gebruikte spoorvrachtbrief CIM verloren of gestolen is, kan ten behoeve van de Douane in het land van bestemming een duplicaat worden gemaakt. Als duplicaat kunnen dienen:

  1. De exemplaren 1 tot en met 3 van een spoorvrachtbrief CIM. De spoorwegmaatschappij voorziet de exemplaren van de spoorvrachtbrief CIM van een afdruk van het stempel van het station van vertrek.

  2. In plaats van de onder a bepaalde bescheiden mogen ook twee fotokopieën van het exemplaar van de spoorvrachtbrief CIM worden gebruikt die de verzender van goederen nog in zijn bezit heeft. Deze fotokopieën worden eveneens voorzien van een afdruk van het stempel van het station van vertrek. Het nummer van het gefotokopieerde exemplaar dient op elke fotokopie te worden vervangen door het nummer van het exemplaar waarvoor het in de plaats komt, dus de exemplaren 2 en 3 voor de spoorvrachtbrief CIM.

Op de onder punt a bedoelde bescheiden of de onder punt b bedoelde fotokopieën moet in duidelijke letters het woord "DUPLICAAT" worden vermeld. De Douane van het station van vertrek of van de plaats waar de oorspronkelijke bescheiden zijn behandeld, stellen afhankelijk van het land van herkomst van de op de zending betrekking hebbende goederen de aantekening: “T2 Corridor”. Deze aantekening wordt gewaarmerkt met een afdruk van het dienststempel en de handtekening van de ambtenaar.

Naar boven

3.4.2 Wijziging vervoersovereenkomst

Als een vervoersovereenkomst wordt gewijzigd om een van de hierna volgende redenen, mogen de spoorwegmaatschappijen dit slechts doen als het kantoor van vertrek daartoe vooraf toestemming geeft.

  • het vervoer zal binnen in plaats van buiten het douanegebied van de EU eindigen

  • het vervoer zal buiten in plaats van binnen het douanegebied van de EU eindigen

  • het vervoer zal eindigen in een ander EVA-land dan in het voorziene EVA-land

(artikel 37 OGVo.DWU; artikel 80 en 95 Aanhangsel II bij overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer)

In overige gevallen mogen de spoorwegmaatschappijen de gewijzigde overeenkomst ten uitvoer brengen zonder toestemming vooraf. Zij stellen het kantoor van vertrek wel direct van de wijziging in kennis.

Naar boven

3.5 Strafbepalingen

De strafbepalingen staan in onderdeel 36.00.00 van dit Handboek

Naar boven