14.46.00 Vereenvoudiging douanevervoer; Internationaal vervoer per spoor
1 Inleiding
In de DWU, GVo.DWU en UVo.DWU zijn géén bepalingen opgenomen die betrekking hebben op de vereenvoudigde procedures van het Uniedouanevervoer per spoor. In de Transitieverordening ( OGVo.DWU) zijn, in het kader van overgangsmaatregelingen, de bepalingen opgenomen die dit mogelijk maken. Dit onderdeel van het Handboek Douane behandelt de vereenvoudigde procedures bij het douanevervoer van goederen per spoor.
Bij de vereenvoudigde procedures wordt onderscheid gemaakt tussen de procedure met de spoorvrachtbrief CIM en de procedures op basis van een bilaterale overeenkomst. (artikel 30 OGVo. DWU)
Tussen de EU en de EVA-landen is een overeenkomst gesloten waarin de "gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer" is neergelegd.
De belangrijkste vereenvoudiging voor het vervoer per spoor houdt in dat voor het doen van de vereiste aangifte voor Uniedouanevervoer gebruik moet worden gemaakt van een spoorvrachtbrief CIM. Dit document treedt in dat geval in de plaats van de elektronische aangifte voor Uniedouanevervoer in het New Computerised Transit System (NCTS).
(artikel 67 Aanhangsel 1 gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer)
Gecombineerd rail-wegvervoer
Er is sprake van gecombineerd rail- wegvervoer wanneer een aangifte voor Uniedouanevervoer wordt gebruikt voor het deel van het traject dat over de weg gaat en een spoorvrachtbrief CIM voor het deel van het traject dat over spoor gaat.
Voor het deel van het traject dat over het spoor gaat kan de spoorvrachtbrief CIM voor gecombineerde vervoer als aangifte voor Uniedouanevervoer dienen.
Naar boven1.1 Het begrip ‘Spoorwegmaatschappij’
Als spoorwegmaatschappij worden aangemerkt die vervoerders die door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu een vergunning (een zogenaamde toelating) hebben gekregen voor het vervoer van goederen via het spoorwegennet op het grondgebied van Nederland.
De meest bekende vervoerders vallen onder het begrip spoorwegmaatschappij en houden zich ook bezig met vervoer van (douane)goederen in/door Nederland:
-
Captrain Netherlands
-
Continental Rail Services
-
Crossrail Benelux
-
CTL Logistics S.A.
-
DB Schenker Rail Nederland BV
-
ERS Railways BV ;
-
Hafen und Guterverkehr Koln AG;
-
HSL Logistik Benelux
-
Husa Transportation Railway Services Nederland BV
-
ITL Benelux
-
Kombirail Europe BV;
-
Locon Benelux BV;
-
LTE Netherlands BV;
-
RheinCargo GmbH
-
Rotterdam Rail Feeding BV;
-
RTS Rail Transport Service Gmbh
-
Rurtalbahn Benelux BV; *
-
SBB Cargo Deutschland GmbH
-
TX-Logistik AG;
1.2 Het begrip vervoerder
Onder het begrip “vervoerder” worden in de COTIF meerdere personen begrepen, te weten:
-
de contractuele vervoerder dit is de vervoerder die hoofdverantwoordelijk is voor het vervoer over het gehele traject. Met hem heeft de afzender het vervoerscontract afgesloten. Zijn gegevens zijn vermeld in vak 58a van de spoorvrachtbrief CIM.
-
de vervoerder die optreed als aangever voor douanevervoer dit is de vervoerder die met de aan hem verstrekte code in vak 58b van de spoorvrachtbrief CIM is vermeld en in dit vak aangeeft dat de spoorvrachtbrief CIM als aangifte voor douanevervoer dienst doet.
-
Opvolgende/uitvoerende vervoerder Vanuit commercieel oogpunt is het mogelijk dat meerdere vervoerders (een deel van) het vervoer verzorgen. Een opvolgende vervoerder is mede verantwoordelijk voor de uitvoering van het vervoer en de uitvoerende vervoerder is degene die feitelijk vervoert. Voor de douaneaangifte is deze vervoerder minder relevant. De verplichting om met minimaal twee opeenvolgende vergunninghoudende vervoerders te moeten werken heeft te maken met de gekozen aanzuiveringsprocedure. Die is namelijk gebaseerd op de zogenaamde vrachtverrekeningsprocedure van de COTIF.
Degene die de trein trekt is dus niet per definitie degene die verantwoordelijk is voor het nakomen van de verplichtingen die voortvloeien uit de gedane douaneaangifte.
Naar boven