Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

12.10.00 Monsterneming en monsteronderzoek

4 Afhandelen monsteronderzoek

4.1 Algemeen

De afhandeling van het onderzoek bestaat uit het mededelen van de resultaten aan de aangever en het teruggeven van de monsters.

Naar boven

4.2 Procedures en ambtelijke werkzaamheden

4.2.1 Resultaten meedelen

Als de Douane de resultaten van een monsteronderzoek moet meedelen, gaat hij als volgt te werk:

  1. Heeft de uitslag van de verificatie tot wijzigingen van de aangifte geleidt, dan worden de officiële resultaten van het onderzoek telefonisch aan de aangever of zijn vertegenwoordiger doorgegeven. Gebruik voor verslaglegging van het telefoongesprek het formulier “Voorprocedure”. Zie bijlage 5 voor het formulier. Beoordeel de reactie van de aangever of zijn vertegenwoordiger en pas zo nodig de correctiegegevens aan in het aangiftesysteem.

Wanneer de aangever of zijn vertegenwoordiger aangeeft meer tijd nodig te hebben om op de resultaten van het onderzoek te reageren, geef dan een termijn van maximaal 14 dagen om te reageren. Teken dit aan op het formulier “Voorprocedure”. Pas de correctiegegevens in het aangiftesysteem aan op basis van de (voorlopige) resultaten van het onderzoek en houdt de verificatie aan.

Wanneer de aangever of zijn vertegenwoordiger niet akkoord gaat met de voorgenomen correctie, wordt de voorgenomen correctie ter toetsing voorgelegd aan degene die hiervoor door het douanekantoor is aangewezen. Dit is niet degene die in eerste instantie voornemens was de correctie aan te brengen (collegiale toetsing). Leg ook dit vast in het formulier “Voorprocedure”. Na toetsing kunnen alsnog de correctiegegevens in het aangiftesysteem verwerkt worden.

Stuur (per post) nadat de resultaten van het onderzoek telefonisch aan de aangever of zijn vertegenwoordiger zijn doorgegeven de "mededeling uitslag monsteronderzoek" (accijns 92). Het formulier "Voorprocedure" en de "mededeling uitslag monsteronderzoek" zijn onderdeel van het controledossier.

Let op!

Stel de aangever niet in kennis van de eventueel in de taak “Monsteronderzoek LAB” vermelde op- en/of aanmerkingen die alleen voor intern gebruik zijn bestemd en bedoeld.

  1. Heeft de uitslag van de verificatie niet geleid tot wijziging van de aangifte, dan deelt de Douane de aangever via het aangiftesysteem mee dat de verificatie is beëindigd en dat deze "conform" is afgedaan. Er wordt geen afzonderlijke "mededeling uitslag monsteronderzoek" aan de aangever gezonden. Beëindig de verificatie.

  2. Geef de resultaten van het onderzoek door aan de Rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO.nl). Dan geldt de volgende procedure

    Zodra de resultaten van het monsteronderzoek bekend zijn, moet de aangifte in het systeem worden afgewerkt i.c. de status "einde verificatie" krijgen.

    De analyseresultaten van monsteronderzoeken worden volledig, dat wil zeggen inclusief de elementen die de resultaten hebben kunnen beïnvloeden, weergegeven. Om een functiescheiding te behouden tussen het controleorgaan (de Douane) en het betaalorgaan de RVO.nl is het niet toegestaan om een kopie van de uitslag van het monsteronderzoek toe te sturen.

    Een tweetal situaties kunnen zich voordoen. De uitslag is conform of de uitslag is niet conform.

    Uitslag is conform:

    De aangifte wordt afgewerkt onder vermelding van alle relevante gegevens van het monsteronderzoek in het vak bevindingen.

    Uitslag is niet conform:

    Nadat de voorprocedure voor correcties is toegepast wordt de aangifte afgewerkt door deze te corrigeren naar de bevonden gegevens. In het vak bevindingen dienen alle relevante gegevens van het monsteronderzoek vermeld te worden. Tevens dient de reden van correctie te worden vermeld in verband met het toepassen van het sanctiebeleid door de RVO.nl.

    De aangever kan in bezwaar komen tegen de aangifte als hij het niet eens is met de correctie van de aangifte. Er kan geen bezwaar worden gemaakt tegen de uitslag van het monsteronderzoek.

    Zodra de aangifte op één van de op de hierboven beschreven wijze is afgewerkt wordt door het systeem een bericht aangemaakt voor de RVO.nl.

  3. Neem een kopie van de mededeling uitslag monsteronderzoek op in het fyco-dossier.

Naar boven

4.2.2 Monsters teruggeven

Wanneer de aangever te kennen heeft gegeven de monsters of wat daarvan over is na het onderzoek terug te willen ontvangen (zie 2.1.3), zendt het laboratorium de monsters terug naar het douanekantoor. Dit vindt plaats na de datum die vermeld staat onderaan de uitslag van het laboratoriumonderzoek (dit is zes maanden na de datum van het opstellen van de uitslag monsteronderzoek). Wanneer een aangever de monsters eerder terug wil hebben, moet de ambtenaar een verzoek per e-mail sturen naar het postbusnummer van het laboratorium. Zie bijlage 3 voor de contactgegevens. Het douanekantoor zorgt voor teruggave van de monsters aan de aangever. Als er sprake is van vertegenwoordiging kan het monster ook aan de vertegenwoordiger worden teruggegeven. Deze dient wel te zijn gemachtigd door de aangever voor het in ontvangst nemen van het monster.

De Douane mag het monster alleen teruggeven als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • Het monster kan worden gemist.

  • De termijn waarbinnen een aangever in bezwaar of beroep kan gaan, is ten minste een maand verstreken.

  • De aangever heeft geen gebruik gemaakt van deze rechtsmiddelen.

Bij de teruggave van een monster, gaat de Douane als volgt te werk:

  1. De Douane deelt de aangever of zijn vertegenwoordiger met een formulier teruggaaf van monsters mee dat de op het kantoor aangekomen eindmonsters tot zijn beschikking staan. Het formulier teruggaaf van monsters staat in het Modellenboek Douane, onder nummer FT_140. Bewaar hiervan voor de interne controle een kopie in het betreffende fyco-dossier.

  2. Als de monsters niet binnen veertien dagen na de mededeling zijn teruggevraagd of opgehaald,stuurt de Douane ze ter vernietiging naar de centrale monsteropslag bij het laboratorium of laat ze een bestemming volgen die door de inspecteur is voorgeschreven. (artikel 4, lid 15, CDW)

    Let op!

    In bijzondere gevallen kan de Douane ook eisen dat de aangever of zijn vertegenwoordiger de monsters terug komt nemen, bijvoorbeeld bij chemicaliën, gevaarlijke goederen en goederen met een hoge waarde. Voor het in ontvangst nemen van de monsters moet de aangever of zijn vertegenwoordiger dan een ontvangstbewijs tekenen, dat in het controledossier wordt opgenomen.
    ( artikel 246 TVo. CDW)

Naar boven

4.3 Nadere bepalingen

In deze paragraaf wordt besproken hoe de Douane de resultaten van monsteronderzoeken meedeelt wanneer monsteronderzoeken door het RIKILT zijn uitgevoerd of monsteronderzoeken zijn ingesteld in verband met het vaststellen van het nettogewicht/volume van kleinhandelsverpakkingen

Naar boven

4.3.1 RIKILT

Het RIKILT deelt de resultaten van hun onderzoek direct schriftelijk aan de belanghebbenden (de aangever en de Douane) mee.

Als de resultaten van een monsteronderzoek dat door het RIKILT is uitgevoerd bekend zijn, gaat de Douane als volgt te werk:

  1. Geef de resultaten van het monsteronderzoek, zodra deze bekend zijn gemaakt, telefonisch of schriftelijk door aan:

    • de RVO.nl;

    • het regionale inspectiekantoor van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA).

    • de importeur.

      Zie bijlage 3 voor de contactgegevens.

    Let op!

    De resultaten van onderzoeken van hop en plantensappen en plantenextracten van hop, genomen in verband met kwaliteitseisen, worden door het RIKILT rechtstreeks meegedeeld aan de RVO.nl.

  2. Als volgens de resultaten van het onderzoek het gehalte aflatoxine B1 boven het maximaal toegestane percentage ligt, meld dit dan zo spoedig mogelijk met een ambtsedig rapport aan de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA). .

  3. Voeg het originele exemplaar van het analyseverslag bij deze melding met het verzoek om de behandeling over te nemen.

Naar boven

4.3.2 Nettogewicht/­volume van kleinhandelsverpakkingen

De controle door het laboratorium van het nettogewicht of ­volume van kleinhandelsverpakkingen met e-teken of vervangend e-teken kan de volgende resultaten opleveren:

  1. Het vastgestelde nettogewicht of ­volume mag, rekening houdend met de marge die in bijlage I van de Richtlijn van de Raad 76/211/EG (toegelaten marge in minus), in overeenstemming worden geacht met de aangifte. In dit geval vermeldt het laboratorium dat op de uitslag van het monsteronderzoek.

  2. Het vastgestelde nettogewicht of ­volume mag, rekening houdend met de marge die in bijlage Ivan de Richtlijn van de Raad 76/211/EG is opgenomen (toegelaten marge in minus), niet in overeenstemming worden geacht met de aangifte. In dit geval vermeldt het laboratorium op de uitslag van het monsteronderzoek:

    • het feit dat het op de aangifte vermelde nettogewicht of ­volume niet overeenstemt met het nettogewicht of ­volume dat het laboratorium heeft vastgesteld;

    • het exacte nettogewicht of volume dat het laboratorium heeft vastgesteld.

Hoe de Douane in deze twee gevallen de aangifte afwerkt, staat hieronder.

Nettogewicht/­volume conform

Als het vastgestelde nettogewicht/­volume in overeenstemming wordt geacht met de aangifte, gaat de Douane als volgt te werk:

  1. Teken de aangifte voor wat betreft het nettogewicht/­volume als conform af.

  2. Vermeld de uitslag van het monsteronderzoek op het betreffende fyco-formulier.

  3. Handel de procedure verder af zoals is beschreven in paragraaf 4.2.1.

Nettogewicht/­volume niet-conform

Als het aangegeven nettogewicht/­volume niet overeenstemt met het nettogewicht/­volume dat door het laboratorium is vastgesteld, gaat u als volgt te werk:

  1. Corrigeer op de betreffende aangifte het aangegeven nettogewicht/­volume op basis van het nettogewicht/­volume dat het laboratorium heeft vastgesteld.

  2. Vermeld de uitslag van het monsteronderzoek op het betreffende fyco-formulier.

  3. Handel de procedure verder af zoals is beschreven in paragraaf 4.2.1.

Naar boven