31.00.00 Terugbetaling
3 Terugbetaling op grond van artikel 236 CDW
In hoofdstuk 2 staan de algemene procedure en de ambtelijke werkzaamheden voor een verzoek om terugbetaling. In dit hoofdstuk staat informatie die specifiek betrekking heeft op verzoeken om terugbetaling die betrekking hebben op artikel 236 CDW.
Naar boven3.1 Algemeen
Artikel 236 CDW geeft de mogelijkheid terugbetaling van rechten te verlenen - op verzoek of ambtshalve - in twee gevallen:
-
De rechten zijn niet wettelijk verschuldigd (paragraaf 3.1.1).
-
Een douaneschuld is ten onrechte geboekt (boeking in strijd met artikel 220, lid 2, CDW) (paragraaf 3.1.2).
In paragraaf 3.1.3 staat beschreven welke termijn geldt bij een verzoek om terugbetaling dat is gebaseerd op artikel 236 CDW.
Naar boven3.1.1 Ontbreken wettelijke verschuldigdheid
Terugbetaling op verzoek of ambtshalve terugbetaling wordt op grond van artikel 236 CDW verleend in gevallen waarin wordt vastgesteld dat op het moment van boeking of betaling het bedrag aan rechten niet wettelijk verschuldigd was. Dit kan zich onder meer voordoen in de volgende gevallen:
-
Onjuiste berekening van het verschuldigde bedrag door een vergissing.
-
Onjuiste berekening omdat het percentage of een andere maatstaf van heffing niet juist is vastgesteld.
-
De douaneschuld gaat teniet of is nooit ontstaan.
-
De heffing is ten onrechte betaald als gevolg van een onjuiste opgave van gegevens terwijl die onjuiste opgave het gevolg was van een vergissing (zie echter de uitspraak van het Hof van Justitie, zaak 328/85, van 15 december 1987, UTC 1989/49).
-
Achteraf toepassen van tariefmaatregelen
-
Korting op de koopprijs.
-
Niet-gezuiverde documenten worden alsnog (gedeeltelijk) als gezuiverd aangemerkt.
-
Een douaneschuld is nagevorderd nadat de termijn van navordering was verstreken (uitspraak Tariefcommissie nr. 12 789 van 6 september 1993, UTC 1993/61)
Hieronder vindt u nadere informatie over bovengenoemde gevallen.
Onjuiste berekening van de heffing
De heffing kan ten onrechte of tot een te hoog bedrag zijn vastgesteld omdat de ambtenaren een vergissing hebben gemaakt bij het vaststellen van het percentage of een andere maatstaf van heffing. Ook kan er een fout zijn gemaakt bij de berekening van het verschuldigde bedrag. In deze gevallen wordt terugbetaling verleend op verzoek of ambtshalve.
Tenietgaan van de douaneschuld
De situaties waarin een douaneschuld teniet gaat staan in het CDW (artikelen 233 en 234). Wanneer de douaneschuld die geboekt is, tenietgaat dan kan in bepaalde gevallen terugbetaling (indien betaald is) dan wel kwijtschelding verleend worden op grond van artikel 236, lid 1. Dit doet zich voor in de volgende gevallen;
-
Wanneer een aangifte voor een douaneregeling is gedaan waardoor rechten betaald moeten worden voor goederen die voor de vrijgave:
-
in beslag worden genomen en verbeurdverklaard;
-
in opdracht van de douane worden vernietigd;
-
na kennisgeving aan de douane overeenkomstig artikel 182 CDW worden vernietigd;
-
worden vernietigd of onherstelbaar verloren gaan door:
-
een oorzaak die verband houdt met de aard van de goederen;
-
door toeval;
-
door overmacht.
-
-
(artikel 233 CDW)
Wanneer een douaneschuld tenietgaat door ongeldigmaking van de aangifte is artikel 237 CDW van toepassing.
-
2. Tenietgaan bij ongedaan maken formaliteiten
Bij uitvoer van bepaalde actief veredelingsgoederen naar bepaalde derde landen (te weten Israël en de EVA-landen Noorwegen, IJsland en Zwitserland) ontstaat een douaneschuld wanneer formaliteiten worden vervuld om in het derde land een preferentiële tariefbehandeling te krijgen (artikel 216 CDW). Worden die formaliteiten weer ongedaan gemaakt, dan gaat de schuld ook teniet (artikel 234 CDW). Een en ander op basis van de no-drawback bepaling, zie bijvoorbeeld artikel 15 Oorsprongsprotocol Zwitserland. (artikel 234 CDW)
Zie verder voor het teniet gaan van de douaneschuld onderdeel 30.00.00 van dit Handboek.
Onjuiste opgave van gegevens
In een aangifte ten invoer kan de aangever per vergissing onjuiste gegevens vermelden (bijvoorbeeld een onjuiste goederencode) waardoor de heffing ten onrechte of tot een te hoog bedrag wordt geheven. In een dergelijk geval kunt u terugbetaling verlenen wanneer onomstotelijk komt vast te staan (bijvoorbeeld door een onderzoek van de goederen en/of bescheiden) in hoeverre de gegevens tot een te hoge heffing hebben geleid. Bij de behandeling van het verzoek om terugbetaling houdt u alleen rekening met feiten en omstandigheden zoals deze op het tijdstip van de aangifte ten invoer aanwezig waren.
Voor de douanewaarde kan de aangever in bepaalde gevallen kiezen welke gegevens hij in de aangifte opneemt. Het Hof van Justitie heeft in een dergelijk geval bepaald dat een aangever die in zijn aangifte een waarde heeft opgenomen die overeenkomt met de wettelijke bepalingen, de aangifte niet kan wijzigen op grond van artikel 65 CDW nadat de goederen ter beschikking zijn gesteld om hun bestemming te volgen. (Uitspraak Hof van Justitie in zaak nr. 11/89 van 6 juni 1989)
Dat betekent dat in de volgende gevallen geen terugbetaling wordt verleend:
-
De aangever heeft een bewuste keuze gemaakt uit een reeks van (verkoop)prijzen. Zie verder Handboek Douane, onderdeel 9.00.00, paragraaf 2.2
-
De aangever heeft er bewust voor gekozen bepaalde kosten niet "onderscheiden" op de aangifte voor de douanewaarde te vermelden. Dat houdt in dat deze kosten deel uitmaken van de douanewaarde. (artikel 33 CDW, onderdeel Douanewaarde, Handboek Douane, onderdeel 9.00.00, paragraaf 4.2 en de uitspraak van het Hof van Justitie, zaak 79/89, van 18 april 1991). Zie met betrekking tot het verschil tussen een bewuste keuze en een (onbedoelde) vergissing ook Handboek Douane, onderdeel 12.00.00, paragraaf 9.2.1.
Kortingen
Een verkoper kan de koper prijsvermindering (korting) verlenen bij:
-
goederen zonder gebreken of beschadigingen
Daarmee wordt rekening gehouden bij de bepaling van de douanewaarde. Een dergelijke korting kan ook achteraf worden verleend. In dat geval kan een verzoek om terugbetaling worden ingediend voor het teveel betaalde. De elementen waarvan de korting afhankelijk is, moeten al vaststaan op het moment van invoer. (Zie verder onderdeel Douanewaarde, paragraaf 2.1.14, onder nummer 9.00.00 van dit Handboek) -
goederen met gebreken of beschadigingen
Wanneer dit pas blijkt nadat de goederen in het vrije verkeer zijn gebracht, wordt met de korting rekening gehouden door een verzoek om terugbetaling. De verzoeker moet aannemelijk maken dat de gebreken of beschadigingen al bestonden voordat de goederen in het vrije verkeer werden gebracht. (Zie verder onderdeel douanewaarde, paragraaf 2.1.17, onder nummer 9.00.00 van dit Handboek)
Achteraf toepassen van tariefmaatregelen
Terugbetaling kan worden verleend als achteraf alsnog komt vast te staan dat een preferentieel tarief van toepassing was op het moment van aangifte.
Let op
Bij het achteraf toepassen van tariefmaatregelen gelden aanvullende ambtelijke werkzaamheden (zie paragraaf 3.2).
Als voorwaarden bij het toepassen van tariefmaatregelen gelden:
-
als het gaat om een tariefcontingent: het contingent is niet uitgeput;
-
als het gaat om preferentie in het kader van communautair toezicht: het normaal verschuldigde recht werd niet opnieuw ingesteld.
(artikel 889 TVo.
CDW)
Bij het achteraf toepassen van tariefmaatregelen kunnen een aantal situaties worden onderscheiden.
Situatie |
Toelichting |
---|---|
Heropening tariefcontingent |
Een tariefcontingent kan worden heropend als van de Commissie van de EU een extra hoeveelheid wordt verkregen van een inmiddels uitgeput tariefcontingent. Een dergelijke heropening wordt bekend gemaakt door middel van een aanschrijving in het boekwerk Heffingen bij invoer, Deel II. De heropening geldt ook voor al ten invoer aangegeven goederen waarvoor het preferentiële tarief niet is toegepast door uitputting van het tariefcontingent. In verband daarmee kan, voorzover de verkregen hoeveelheid toereikend is, terugbetaling van de heffingen worden verleend op grond van artikel 236 CDW. |
Achteraf overleggen van bescheiden |
Achteraf worden bescheiden overgelegd waaruit blijkt dat voor de goederen een preferentieel tarief gold op het moment van aanvaarding van de aangifte voor het vrije verkeer. (artikel 890 TVo. Dit heeft met name betrekking op situaties waarin de belanghebbende een certificaat voor goederenverkeer of een oorsprongscertificaat overlegt en alsnog aanspraak maakt op de toepassing van een preferentieel tarief. De belanghebbende kan achteraf ook bescheiden overleggen wanneer hij op grond van paragraaf 6.3.2 van het onderdeel Preferentiële oorsprong en herkomst (Handboek Douane, onder nummer 8.00.00) toestemming heeft gekregen om later een oorsprongsbescheid te overleggen. In dat geval wordt het preferentiële tarief direct toegepast onder zekerheidstelling voor de rest. Een verzoek om terugbetaling zal daarom alleen worden ingediend indien paragraaf 6.3.2 van het onderdeel Preferentiële oorsprong en herkomst niet wordt toegepast of als de belanghebbende de certificaten overlegt nadat de termijn daarvoor is verstreken. Voorwaarden voor terugbetaling:
|
Achteraf overleggen van bescheiden bij preferentie in kader van communautair toezicht |
Een verzoek kan betrekking hebben op goederen waarvoor in een vastgesteld tijdvak een preferentie is verleend binnen het kader van communautair toezicht (bijvoorbeeld een tariefplafond, referentiehoeveelheid of een maximum). Dit verzoek kan slechts worden ingewilligd als het preferentiële tarief vanaf het moment waarop de goederen ten invoer werden aangegeven tot aan de datum van indiening van het verzoek ononderbroken van toepassing is geweest. Voorbeeld Op 22 december doet een belanghebbende een aangifte ten invoer waarop geen beroep wordt gedaan op een preferentiële regeling (2% in plaats van 10%) die geldt voor de ingevoerde goederen. Op 8 januari doet de belanghebbende een verzoek om terugbetaling en legt de oorsprongsbescheiden over die alsnog de toepassing van de preferentiële regeling mogelijk maken. Op 1 januari is deze preferentiële regeling echter van 2% veranderd in 4%. In dit geval kan alsnog het preferentiële tarief van 2% worden toegepast. De preferentiële regeling is immers ononderbroken van toepassing geweest, alleen het bijbehorende tarief is gewijzigd. |
Preferenties voor een verstreken tijdvak:
|
Een verzoek om terugbetaling kan betrekking hebben op preferenties die werden vastgesteld voor een inmiddels verstreken tijdvak. |
Ambtelijke vergissing |
Als voorwaarde voor het achteraf toepassen van tariefmaatregelen geldt, al naar gelang het geval, dat het tariefcontingent niet is uitgeput of dat het normale recht niet opnieuw werd ingesteld. Wanneer echter een verlaagd recht of een nulrecht niet werd toegepast als gevolg van een ambtelijke vergissing dan hoeft niet aan deze voorwaarden te zijn voldaan. (artikel 889, lid 1, tweede alinea TVo. |
Zuivering
In gevallen waarin niet of gedeeltelijk gezuiverde documenten alsnog als gezuiverd worden aangeduid, kan terugbetaling worden verleend op grond van artikel 236 CDW.
Wijziging van tariefstoepassing
Hier zijn twee mogelijkheden:
-
zonder terugwerkende kracht;
-
met terugwerkende kracht.
Hierna worden deze twee besproken.
Zonder terugwerkende kracht De opvattingen over de toepassing van het tarief kunnen wijzigen door:
-
een rechterlijke uitspraak;
-
de inwerkingtreding van een EG-verordening voor de uniforme toepassing van het gemeenschappelijk douanetarief;
-
een beslissing van het ministerie;
-
een beslissing van de inspecteur.
Ten aanzien van de onder b genoemde indelingsverordeningen geldt dat deze indelingsverordeningen geen terugwerkende kracht hebben. Toch kunnen dergelijke indelingsverordeningen over het verleden worden toegepast. De toepassing over het verleden kan tot gevolg hebben dat navordering of terugbetaling / kwijtschelding mogelijk is.
Situatie |
Toelichting |
---|---|
Er is sprake van een indelingsverordening welke leidt tot wijziging of intrekking van een eerdere indelingsverordening. De latere indelingsverordening leidt tot een lagere douaneschuld. |
Terugbetaling of kwijtschelding van douanerechten is, op verzoek van de schuldenaar of ambtshalve, mogelijk over een periode van drie jaar. Uitzondering is als in de indelingsverordening expliciet is opgenomen dat terugwerkende kracht niet mogelijk is. |
Er is sprake van een indelingsverordening welke leidt tot wijziging of intrekking van een eerdere indelingsverordening. De latere indelingsverordening leidt tot een hogere douaneschuld. |
Het is in strijd met rechtzekerheid en bescherming van het gewettigd vertrouwen dat de Douane op grond van de tweede indelingsverordening gaat navorderen. Bedrijven die in de periode tot de tweede indelingsverordening hebben aangegeven tegen een hoger douanerecht hebben recht op terugbetaling op grond van artikel 236 CDW. Het verzoek om terugbetaling moet binnen de in artikel 236 CDW vastgestelde termijn van drie jaar worden ingediend. |
Er is sprake van een "nieuwe" indelingsverordening (er is geen eerdere indelingsverordening). De indelingsverordening leidt tot een lagere douaneschuld. |
Terugbetaling of kwijtschelding van douanerechten op grond van artikel 236 CDW is mogelijk. |
Er is sprake van een "nieuwe" indelingsverordening (er is geen eerdere indelingsverordening). De indelingsverordening leidt tot een hogere douaneschuld. Bedrijven hebben lagere rechten betaald dan het bedrag dat het gevolg is van de indelingsverordening. |
De Douane vordert het bedrag van de douaneschuld in op grond van artikel 220, lid 1 CDW. De douanerechten worden niet nagevorderd wanneer voldaan is aan de voorwaarden van artikel 220, lid 2, onder b CDW. |
Er is sprake van een "nieuwe" indelingsverordening (er is geen eerdere indelingsverordening). De indelingsverordening leidt tot een hogere douaneschuld. Bedrijven hebben rechten betaald gelijk aan het bedrag dat het gevolg is van de indelingsverordening. |
De situatie geeft geen aanleiding tot terugbetaling of kwijtschelding op grond van artikel 236 CDW, voor zover deze rechten wettelijk verschuldigd waren. Het enkele feit dat een bedrijf hogere rechten heeft betaald ten opzichte van een ander bedrijf leidt niet tot een bijzondere situatie ex artikel 239 CDW. |
Zie ook het document Taxud 741/2003-DEF.-NL van de Europese Commissie. Terugbetaling op grond van artikel 236 CDW kan alleen worden verleend voor zendingen die ten invoer zijn aangegeven:
-
op of na de datum van een rechterlijke uitspraak of van een beslissing van het ministerie of de inspecteur;
-
op of na de datum van inwerkingtreding van een EG-verordening over de uniforme toepassing van het gemeenschappelijk douanetarief.
Voorwaarde voor de terugbetaling is dat de verzoeker onomstotelijk kan aantonen dat het goed of de situatie waarop de terugbetaling betrekking heeft identiek is aan die waarop de betreffende uitspraak, verordening of beslissing betrekking heeft.
Met terugwerkende kracht (uitspraken van het Hof van Justitie) Het gaat hier om twee situaties:
-
Nietigverklaring verordening
Een EG-verordening kan de basis vormen voor een heffing. Als het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen een dergelijke verordening nietig verklaart, geldt die nietigheid in beginsel vanaf het moment van de totstandkoming van de betreffende verordening. Dit houdt in dat de bedragen die geheven zijn met toepassing van de vernietigde verordening moeten worden teruggegeven op basis van artikel 236 CDW. -
Uitleg gemeenschapsrecht
Het Hof van Justitie kan uitleg geven aan voorschriften van gemeenschapsrecht. Deze uitleg verklaart en preciseert het voorschrift zoals dat moet of had moeten worden toegepast vanaf het moment van inwerkingtreden. Een dergelijke uitspraak van het Hof kan leiden tot een gewijzigde opvatting over de toepassing van het tarief. Een dergelijke wijziging heeft terugwerkende kracht en kan tot gevolg hebben dat terugbetaling moet worden verleend op basis van artikel 236 CDW.
Bij de terugbetaling in deze gevallen moet u met een aantal zaken rekening houden (zie tabel 14).
Belangrijke elementen |
Toelichting |
---|---|
Termijnen |
Voor de indiening een verzoek om terugbetaling gebaseerd op artikel 236 geldt de normale termijn van drie jaar. Het Hof kan echter in zijn uitspraak bepalen dat de uitspraak geen of slechts gedeeltelijke terugwerkende kracht heeft. Door een dergelijke bepaling wordt de termijn waarbinnen terugbetaling kan worden verleend overeenkomstig verkort. |
Voorwaarde |
De verzoeker zal onomstotelijk moeten aantonen dat het goed of de situatie waarop de terugbetaling betrekking heeft, identiek is aan de goederen of situatie waarop de uitspraak van het Hof van Justitie betrekking heeft. |
Procedure |
Terugbetaling naar aanleiding van een gewijzigde tarieftoepassing met terugwerkende kracht wordt uit doelmatigheidsredenen verleend op basis van een verzoek daartoe. Wanneer echter blijkt, bijvoorbeeld uit een administratieve controle, dat er recht op terugbetaling is, kunt u natuurlijk ook ambtshalve terugbetaling verlenen. |
Voorleggen aan directie |
U legt een verzoek om terugbetaling of een voornemen tot ambtshalve terugbetaling naar aanleiding van een uitspraak van het Hof van Justitie over een uitleg van gemeenschapsrecht ter beoordeling voor aan de Directie douane. |
3.1.2 Douaneschuld die ten onrechte werd geboekt
Als een douaneschuld in strijd met artikel 220, lid 2, CDW werd geboekt kan terugbetaling worden verleend op grond van artikel 236, lid 1, CDW.
Artikel 220, lid 2, CDW bevat drie gevallen waarin niet tot boeking achteraf wordt overgegaan. Het artikel verwijst bovendien naar artikel 217 CDW waarin ook een aantal van dergelijke gevallen staan.
Deze gevallen zijn:
-
Het oorspronkelijke besluit de rechten niet te boeken of een lager bedrag te boeken is genomen op grond van algemene bepalingen die later bij een rechterlijke uitspraak ongeldig zijn verklaard.
(artikel 220, lid 2, letter a, CDW) -
Een situatie voldoet aan de volgende twee voorwaarden:
-
Het wettelijk verschuldigde bedrag aan rechten was niet geboekt als gevolg van een vergissing van de douane-autoriteiten zelf.
-
De belastingschuldige had deze vergissing redelijkerwijs niet kunnen ontdekken.
-
Hij heeft te goeder trouw gehandeld.
-
Hij heeft voldaan aan alle voorschriften van de geldende bepalingen.
(artikel 220, lid 2, letter b, CDW)
-
-
Het bedrag aan rechten is kleiner dan 10 euro.
(artikel 868 TVo. CDW) -
Er is een voorlopig anti-dumpingrecht of compenserend recht ingesteld
(artikel 220 juncto artikel 217 CDW). -
Het bedrag van de wettelijk verschuldigde rechten is hoger dan het bedrag dat op grond van een bindende tariefinlichting is vastgesteld
(artikel 220 juncto artikel 217 CDW). -
De termijn waarbinnen de schuldenaar in kennis moet worden gesteld (drie jaar) is verstreken.
(artikel 221, lid 3, CDW)
Zie voor meer informatie over de gevallen genoemd onder a en b onderdeel 29.00.00 van dit Handboek.
Als in de bovengenoemde gevallen wel tot boeking achteraf werd overgegaan kan terugbetaling worden verleend.
Naar boven3.1.3 Termijn voor indiening verzoek
Een verzoek om terugbetaling gebaseerd op artikel 236 CDW moet worden ingediend binnen drie jaar nadat de rechten aan de schuldenaar zijn meegedeeld.
De inspecteur kan in uitzonderingsgevallen toestaan dat deze termijn wordt overschreden wanneer de belanghebbende naar behoren
aantoont dat er sprake is van zo'n uitzonderingsgeval. Of er sprake is van een uitzonderingsgeval moet van geval tot geval
worden beoordeeld.
(artikel 236, lid 2, CDW)
Het verzoek wordt niet-ontvankelijk verklaard als het te laat is ingediend en er geen redenen aanwezig zijn om de termijn te verlengen.
Zoals hierboven is vermeld kan het Hof van Justitie uitspraak doen over de uitleg van het gemeenschapsrecht. Het Hof kan daarbij bepalen dat die uitspraak geen of slechts gedeeltelijk terugwerkende kracht heeft. Hierdoor kan de termijn van drie jaar worden verkort.
Naar boven3.1.4 Geen terugbetaling bij frauduleus handelen
Het kan voorkomen dat een bedrag aan invoerrechten niet wettelijk is verschuldigd door een frauduleuze handeling van de belanghebbende.
Het gaat dan meestal om een aangifte die bewust onjuist is gedaan om niet-fiscale redenen, bijvoorbeeld wanneer de belanghebbende
bewust een te hoog bedrag aangeeft om een invoervergunning te krijgen of om aan te tonen dat een minimumprijs in acht is genomen.
In dergelijke gevallen wordt geen terugbetaling verleend als er teveel is geheven.
(artikel 236, lid 1, laatste volzin, CDW)
3.2 Procedures en ambtelijke werkzaamheden
U handelt een verzoek om terugbetaling dat is gebaseerd op artikel 236 CDW af zoals staat beschreven in hoofdstuk 2. Alleen als er sprake is van achteraf toepassen van tariefmaatregelen, gelden er aanvullende ambtelijke werkzaamheden.
De volgende situaties worden onderscheiden:
-
heropening tariefcontingent;
-
achteraf overleggen van bescheiden over nog niet uitgeput tariefcontingent, ongeacht of het tijdvak is verstreken;
-
achteraf overleggen van bescheiden over preferentie in het kader van communautair toezicht ongeacht of het tijdvak is verstreken;
-
ambtelijke vergissing.
Heropening tariefcontingent
In het verzoek om terugbetaling moet de belanghebbende duidelijk aangeven dat voor het betreffende document alsnog toepassing wordt verzocht van het heropende tariefcontingent.
U handelt als volgt:
-
Vraag na binnenkomst van het verzoek via het Sagitta systeem een machtiging tot het toepassen van het douanerecht dat aan het tariefcontingent verbonden is bij de Centrale Beheereenheid Douane te Apeldoorn. U moet altijd contact opnemen met de Centrale Beheereenheid Douane. Niet iedere heropening wordt bekend gemaakt. Voor de procedure zie verder de Beschikking aanwijzingen tarief, punt 4.1, Heffingen bij invoer, Deel II, onder nummer 0-300.
-
Vermeld in de aanvraag:
-
de datum waarop het certificaat van oorsprong Formuler A (alleen bij APS) is overgelegd;
-
de vermelding "verzoek om terugbetaling".
-
-
Ga na of is voldaan aan alle overige voorwaarden voor de toepassing van het preferentiële tarief.
Achteraf overleggen van bescheiden over nog niet uitgeput tariefcontingent
U handelt als volgt:
-
Vraag zo spoedig mogelijk een machtiging aan bij de Centrale Beheereenheid Douane te Apeldoorn.
Het is niet mogelijk om alsnog toepassing te vragen van de lagere voorgefixeerde heffing door achteraf voorfixatiecertificaten te overleggen.
(artikel 891 TVo.
CDW)
Achteraf overleggen van bescheiden over preferentie in het kader van communautair toezicht
U handelt als volgt:
-
Ga na of het preferentiële tarief ononderbroken van toepassing is geweest.
-
Zend een fotokopie (of 7e) exemplaar van de aangifte in (alleen in de gevallen waarin voor de goederen de inzending van exemplaar B (zie onder andere de bijlagen E en H bij het geïntegreerde gebruikstarief) is voorgeschreven).
-
Vermeld op die kopie (in rood) een verwijzing naar deze paragraaf en de datum van binnenkomst van het verzoek.
Zie ook punt 4.2.2 van de Beschikking aanwijzingen tarief opgenomen in het boekwerk Heffingen bij invoer, Deel II, onder nummer 1-000.
Ambtelijke vergissing
U handelt als volgt:
-
Leg het verzoek voor aan de Centrale Beheereenheid Douane in Apeldoorn.
Deze gaat na in hoeverre een hoeveelheid zou zijn toegewezen op het moment dat aan alle voorwaarden is voldaan en de aanvraag tot machtiging zou zijn ingediend bij de Centrale Beheereenheid Douane. Vervolgens laat de Centrale Beheereenheid Douane het district of aangiftepunt weten welke hoeveelheid zou zijn toegewezen als de aanvraag tot machtiging van een tariefcontingent op de juiste datum zou zijn ingediend. -
Verleen de terugbetaling als de Centrale Beheereenheid Douane aangeeft dat een hoeveelheid zou zijn toegewezen.
- Stuur een kopie van het verzoek om terugbetaling en een kopie van de terugbetaling beschikking aan de Directie Douane, afdeling
DGM, onder verwijzing naar deze paragraaf.
(
artikel 889, lid 2 TVo. CDW)
3.3 Nadere bepalingen
In deze paragraaf komen aan de orde:
-
terugbetalingen die ambtshalve worden gedaan (paragraaf 3.3.1);
-
te laat ingediend bezwaar tegen de toepassing van het tarief (paragraaf 3.3.2);
-
versneld terugbetalen (paragraaf 3.3.3).
3.3.1 Ambtshalve terugbetalen
U betaalt ambtshalve terug wanneer u binnen de termijn van drie jaar vaststelt dat als gevolg van een vergissing in de berekening de heffing tot een te hoog bedrag is vastgesteld.
Naar boven3.3.2 Te laat ingediend bezwaar tegen de toepassing van het tarief
U kunt een bezwaarschrift ontvangen tegen de toepassing van het tarief zoals bedoeld in artikel 20, lid 3, CDW, na het verstrijken
van de termijn van zes weken.
(artikel 6:7 Algemene wet bestuursrecht)
Indien er geen redenen zijn het bezwaarschrift toch ontvankelijk te verklaren handelt u als volgt:
-
Verklaar een dergelijk bezwaarschrift niet-ontvankelijk.
-
Onderzoek of het tarief juist is toegepast. Er zijn twee mogelijkheden:
-
Als het tarief onjuist is toegepast, dan verleent u ambtshalve terugbetaling op basis van artikel 236 CDW, lid 2, derde alinea. U zendt de uitspraak op bezwaar en het besluit tot ambtshalve terugbetaling gelijktijdig naar de belanghebbende.
-
Als het tarief juist is toegepast, dan vermeldt u dit, als overweging ten overvloede, in de uitspraak op het bezwaarschrift.
-
-
Vermeld de beroepsclausule.
Tegen de niet-ontvankelijkheidsverklaring en de beschikking om ambtshalve terug te betalen zijn bezwaar en beroep mogelijk.
Naar boven3.3.3 Versneld terugbetalen
Wanneer door een ambtelijke fout onjuiste bedragen als verschuldigdheid ten laste van de maandzekerheid van de aangever zijn geboekt en het niet meer mogelijk is te corrigeren via Sagitta, gebruikt u de versnelde terugbetaling procedure.
U handelt als volgt:
-
Maak direct ambtshalve een terugbetalingsbeschikking.
-
Boek de beschikking comptabel en verwerkt deze als kasbetaling, via taak 411, in Sagitta.
3.4 Uitzonderingen
-
In dit hoofdstuk zijn geen uitzonderingen opgenomen.