Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

43.00.00 Postzendingen

2 Binnenkomst in het Douanegebied

2.1 Algemeen

Op grond van de internationale postvoorschriften behoren postzendingen die goederen bevatten welke aan douanecontrole (zowel fiscale als niet-fiscale douanecontrole) zijn onderworpen en waarvan de waarde niet hoger is dan € 425, te worden voorzien van een douane-etiket. Voor Nederland is dat een etiket DOUANE CN 22. Op dat etiket moeten de voor de douane van belang zijnde gegevens zijn vermeld. Met het bovenste deel van dit etiket wordt aangegeven dat er geen bezwaar is tegen ambtshalve opening door de Post of de douane. Dit is een vorm van machtiging tot openen die nodig is in verband met het briefgeheim.

Postzendingen die aan douanecontrole onderworpen goederen bevatten met een waarde hoger dan € 425, moeten vergezeld zijn van een douaneverklaring CN 23 in tweevoud. Op brieven dient in dat geval in verband met het briefgeheim ook nog het bovenste gedeelte van het etiket DOUANE CN 22 te zijn bevestigd. Dit geldt als een machtiging voor het ambtshalve openen door de Post of de douane.

Hoewel "doosjes-met-aangegeven-waarde" niet meer als een aparte categorie postzendingen worden genoemd, kunnen zij nog wel als zodanig voorkomen. De doosjes dienen overeenkomstig internationale afspraak steeds te zijn voorzien van een douaneverklaring CN 23, in tweevoud.

Naar boven

2.2 Procedures en ambtelijke werkzaamheden bij binnenkomst

2.2.1 Sorteerplaatsen en bergplaatsen

De Post beschikt voor de behandeling van postzendingen onder andere over sorteerplaatsen en bergplaatsen. Zij heeft het internationale postverkeer beperkt tot nog slechts drie enkele sorteerplaatsen en één bergplaats.

Binnengekomen internationale postzendingen welke niet rechtstreeks weer zullen uitgaan, moeten worden gebracht naar:

  • een sorteerplaats van de Post en/of

  • een bergplaats van de Post.

De plaatsen waar sorteerplaatsen en bergplaatsen voor het internationale postverkeer zijn gelegen, zijn door onze minister in overleg met de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie aangewezen
(artikel 7:30 Algemene douaneregeling).

De postzendingen worden aangebracht in gesloten postzakken. Na het legen van de postzakken sorteert de Post de poststukken in die waarvoor de vervoerplicht geldt (tot en met 20 kg) en de overige zendingen.

Naar boven

2.2.2 Douanekantoor van binnenkomst

Van het wettelijke beginsel dat alle goederen bij hun binnenkomst in het douanegebied moeten worden aangebracht en aangegeven aan het kantoor van binnenkomst, zijn de volgende postzendingen uitgezonderd:

  • briefkaarten en brieven die uitsluitend persoonlijke boodschappen bevatten;

  • braillestukken;

  • van douanerechten vrijgesteld drukwerk en

  • (brief)pakjes waarvan het economisch belang te verwaarlozen is.

Deze postzendingen worden voor zover zij bestemd zijn voor het vrije verkeer, geacht al bij de douane te zijn aangegeven op het tijdstip dat zij in het douanegebied van de EU worden binnengebracht. Zij hoeven bij hun binnenkomst niet te worden aangebracht bij het douanekantoor van binnenkomst onder voorwaarde dat het douanetoezicht en de douanecontrole niet in het gedrang komen. In de praktijk worden alle postzendingen, dus ook de brieven en briefkaarten en dergelijke, voor het vervullen van de (verdere) douaneformaliteiten overgebracht naar de sorteerplaatsen of bergplaatsen van de Post. De douane zal indien zij dat wenst gericht of bij wijze van steekproef in de gelegenheid moeten worden gesteld ook op deze postzendingen controle uit te oefenen.

Alle andere postzendingen moeten wel worden aangebracht en aangegeven bij het kantoor van binnenkomst. Voor het vrije verkeer gebeurt dat door de zendingen daadwerkelijk bij de douane aan te brengen, voorzien van etiket DOUANE CN22 of van verklaring CN23. Als die bescheiden niet aanwezig zijn dan moet de Post zorgen voor een nood-douaneverklaring (opgenomen als bijlage 3 bij dit onderdeel) of aangifte doen volgens de normale procedure.
(artikel 38, vierde lid, CDW; artikel 237, TVo. CDW)

Naar boven

2.2.3 Bestemmingen zonder douaneformaliteiten

Postzendingen die uitsluitend goederen omvatten die niet van betekenis zijn voor het handelsverkeer en niet onderworpen zijn aan de niet-fiscale douanebepalingen, kunnen vanaf de sorteerplaats zonder verdere formaliteiten hun bestemming volgen. Dit geldt ook voor alle in de sorteerplaats aangebrachte postzendingen die vandaar buiten de EU worden gevoerd of naar een bergplaats worden overgebracht.

De in een bergplaats opgeslagen postzendingen kunnen zonder douaneformaliteiten worden uitgeslagen wanneer zij:

  • als postzending buiten het EU-douanegebied zullen worden gevoerd;

  • niet aan rechten zijn onderworpen en aan de geadresseerde ter beschikking worden gesteld.

Zie met betrekking tot eventueel benodigde zekerheidstelling de paragrafen 1.3.1 en 1.3.2.

Voor niet-communautaire goederen moet, voor zover dat nog niet in een andere lid-staat is gebeurd, de Post soms zorg dragen dat in een bergplaats opgeslagen postzendingen worden voorzien van een geel etiket waaruit blijkt dat de zending niet-communautaire goederen bevat. Dat is het geval wanneer niet-communautaire goederen moeten worden doorgezonden naar een andere plaats in het EU-douanegebied. In dat geval moet op de plaats van bestemming nog betaling plaats vinden van de douanerechten en eventuele andere belastingen. Het model van dit etiket is opgenomen in bijlage 1 bij dit onderdeel.
(artikel 91 CDW; artikel 462bis en bijlage 42 TVo. CDW)

Voor communautaire goederen die bestemd zijn voor of afkomstig zijn uit de zgn. niet-fiscale gebieden van de EU (dat zijn de Canarische eilanden, de berg Athos, de Kanaaleilanden en de Franse overzeese departementen) moet in de lidstaat van verzending op de postzending een geel etiket worden aangebracht waaruit de herkomst blijkt. In dat geval moet op de plaats van bestemming nog betaling plaats vinden van de andere belastingen dan de douanerechten, bijvoorbeeld accijns en BTW). Het model van dit etiket is opgenomen in bijlage 2 bij dit onderdeel.
(artikel 91 CDW; artikel 323bis en bijlage 42ter TVo. CDW)

Naar boven

2.2.4 Bestemmingen met douaneformaliteiten

In alle andere gevallen dan die genoemd in paragraaf 2.2.3. zijn douaneformaliteiten nodig voordat de goederen kunnen worden weggevoerd. Er moet aangifte worden gedaan om de goederen een douanebestemming te geven in de zin van het CDW.

Hierna volgt een overzicht van de douanebestemmingen met eventuele bijzonderheden.

Douanebestemming

Bijzonderheden

  • vrije verkeer

Voor het in het vrije verkeer brengen zijn de procedures en de werkzaamheden verbonden aan postzendingen beschreven in onderdeel 13.00.00 van dit Handboek. Daarin is ook vermeld hoe te handelen als goederen bestemd zijn voor een het vrije verkeer in een andere lid-staat. Let hierbij op paragraaf 2.2.3 van dit onderdeel.

  • douanevervoer

  • douane-entrepot

  • actieve veredeling

  • behandeling onder douanetoezicht

  • tijdelijke invoer

  • passieve veredeling

  • uitvoer

Binnenbrengen van goederen in een vrije zone of een vrij entrepot

Wederuitvoer van goederen uit het douanegebied van de Gemeenschap

Hiervoor is geen formaliteit vereist. De postzendingen worden immers buiten Nederland gebracht.

Vernietiging van goederen

Voor de vernietiging is geen aangifte vereist. Wel moet de douane in kennis worden gesteld van de voorgenomen vernietiging.

Afstaan van goederen aan de schatkist

Deze douanebestemming wordt niet toegepast in Nederland.

Naar boven

2.3 Nadere bepalingen

2.3.1 Zekerheidstelling

Nu de Post sinds enige tijd geen overheidsinstelling meer is maar een particuliere onderneming, moet de Post in het kader van gelijke behandeling bij voorkomende gelegenheid zekerheid stellen voor verschuldigde douanerechten. Dit geldt in ieder geval bij aangifte voor communautair douanevervoer. Dit geldt eveneens bij aangifte voor het vrije verkeer wanneer tariefmaatregelen (zoals een tariefcontingent) of vrijstellingsbepalingen van toepassing zijn die niet via de standaardprocedure (Sagitta) kunnen worden behandeld. Zie in verband hiermede ook onderdeel 27.00.00 van dit Handboek.

Naar boven

2.4 Uitzonderingen

Er zijn enkele uitzonderingen op de regel dat gebruik moet worden gemaakt van aangifte middels Sagitta/Enig document. Dit houdt een gelijkschakeling in met het gebruik van een zogeheten pre-alert-bericht als aangifte volgens de vereenvoudigde aangifteprocedure voor vergelijkbare zendingen door koeriersbedrijven.

Deze uitzonderingen gelden voor:

  • particuliere zendingen waarvoor belasting moet worden betaald en

  • zakelijke postzendingen met een waarde hoger dan € 22 maar niet hoger dan € 1.000 (de statistische drempel).

Voor deze beide groepen kan de aangifte voor het vrije verkeer op elektronische wijze worden gedaan met het formulier P2418.

Naar boven