Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

12.00.00 Plaatsing van goederen onder een douaneregeling

9 Controle achteraf

Dit hoofdstuk behandelt de herziening en de controle achteraf.

Naar boven

9.1 Algemeen

Het CDW geeft de mogelijkheid om na de vrijgave van de goederen tot:

  • herziening van de aangifte over te gaan. Onder herziening wordt verstaan het heronderzoek van de aangifte. Dit heronderzoek kan plaatsvinden op verzoek van de aangever, of ambtshalve door de douaneautoriteiten.

  • een controle achteraf over te gaan van de handelsdocumenten en –gegevens aangaande de in- en uitvoertransacties ten aanzien van de betrokken goederen en aangaande de handelstransacties die later in verband met de goederen plaatsvinden of een onderzoek van de goederen over te gaan, wanneer deze nog kunnen worden aangebracht.

Een controle achteraf kan bijvoorbeeld bestaan uit een controle na de invoer (CNI), controle na de uitvoer (CNU) of een administratieve controle naar aanleiding van een maandaangifte.
(artikel 78 CDW)

Naar boven

9.2 Procedures werkzaamheden van de Douane

In artikel 78 CDW wordt een onderscheid gemaakt. Het betreft:

  • herziening van de aangifte (paragraaf 9.2.1)

  • controle achteraf van de aangifte (paragraaf 9.2.2)

Naar boven

9.2.1 Herziening van de aangifte

Herziening van de aangifte kan:

  • op verzoek van de aangever. Dit zal zich met name kunnen voordoen als de aangever aannemelijk maakt dat hij een fout heeft gemaakt of dat sprake is van een onbedoelde vergissing

  • ambtshalve, dat wil zeggen op initiatief van de Douane

"Herziening" houdt in dat de Douane de douaneaangifte achteraf opnieuw onderzoekt. Herziening komt pas aan de orde nadat de goederen zijn vrijgegeven. In de fase tussen het indienen van de douaneaangifte en de vrijgave van de goederen kan dus nooit sprake zijn van herziening van die aangifte. Ook is de mogelijkheid van herziening beperkt tot douaneaangiften. Artikel 78 CDW ziet bijvoorbeeld niet op summiere aangiften, verzoeken tot vernietiging en andere aanvragen of verzoeken die voortvloeien uit de douanewetgeving.

Wanneer de aangever om herziening verzoekt, moet de Douane zijn verzoek beoordelen. Daarbij moet de Douane eerst nagaan of het nog wel mogelijk – en zinvol – is om de aangifte opnieuw te onderzoeken op de punten die de aangever noemt in zijn verzoek.

De Douane kan bijvoorbeeld weigeren om tot herziening over te gaan wanneer de te controleren gegevens een fysieke controle van de goederen vergen en die goederen als gevolg van de vrijgave daarvan niet meer kunnen worden aangebracht en ook anderszins niet meer met zekerheid is vast te stellen dat het om exact dezelfde goederen gaat als die waarvoor destijds de aangifte is ingediend.

Als voor het onderzoek niet is vereist dat de goederen worden aangebracht, bijvoorbeeld wanneer voor de uitvoering van het verzoek om herziening enkel een onderzoek van de boekhoudkundige of contractuele bescheiden nodig is, is een heronderzoek van de aangifte (herziening) in beginsel mogelijk.

Kan een verzoek tot herziening worden geaccepteerd, dan onderzoekt de Douane de aangifte opnieuw en beoordeelt de gegrondheid van de argumenten van de aangever in het licht van de meegedeelde gegevens.

Als uit dit heronderzoek blijkt dat de regels die voor de betrokken douaneregeling gelden, op grond van onjuiste of onvolledige gegevens zijn toegepast en dat de doelstellingen van de betrokken douaneregeling daardoor geen gevaar liepen, neemt u, met inachtneming van de eventueel vastgestelde regels, de nodige maatregelen om een en ander recht te zetten. Daarbij wordt rekening gehouden met de nieuwe gegevens waarover u dan beschikt.
(artikel 78 lid 3 CDW)

Het artikel spreekt over "bepalingen die voor de betrokken regeling gelden, die op grond van onjuiste of onvolledige gegevens zijn toegepast". Onder "onjuiste of onvolledige gegevens" vallen zowel materiële fouten of vergissingen (bijvoorbeeld een vergissing ten aanzien van de aard of de aanwezigheid van goederen), als een onjuiste uitlegging van het toepasselijke recht.

Voor de vraag of een vergissing uiteindelijk ook moet leiden tot herziening van de aangifte kan in een aantal gevallen van belang zijn of sprake is van een onbedoelde vergissing of van een bewuste keus voor een op zich wettelijk gezien niet fout (maar achteraf gezien vanuit de ogen van de aangever minder wenselijk) alternatief. In dat laatste geval (een bewuste keuze voor een op zich wettelijk gezien niet fout alternatief) kan van herziening geen sprake zijn. De bewijslast dat sprake is van een onbedoelde vergissing ligt in eerste instantie bij belanghebbende.

In Bijlage 2 is een aantal voorbeelden uit de rechtspraak opgenomen van zaken waarbij de toepassing van artikel 78 CDW een rol speelt.

Veelal zullen de "nodige maatregelen" bestaan uit een kwijtschelding of terugbetaling op grond van artikel 236 CDW, of een boeking achteraf op grond van artikel 220 CDW. Daarbij gelden vanzelfsprekend de voorwaarden die aan deze regels verbonden zijn. Zo mag bijvoorbeeld voor het toepassen van artikel 236 CDW geen sprake zijn van frauduleuze handelingen van de zijde van de aangever en moet het verzoek binnen de geldende termijn (in beginsel drie jaar) zijn ingediend.

Ook andere "maatregelen" zijn denkbaar. Zo kan het voorkomen dat goederen formeel al vrijgegeven zijn voor een volgende douaneregeling, maar de feitelijke uitslag uit bijvoorbeeld een douane-entrepot nog moet plaatsvinden. U kunt daarbij denken aan aangiften voor het vrije verkeer waarop door de verifiërend ambtenaar toestemming tot wegvoering is verleend.
Ook kunt u denken aan aangiften voor communautair douanevervoer die zijn vrijgegeven voor douanevervoer.Bij de daadwerkelijke uitslag kan blijken dat een gedeelte van de goederen niet meer aanwezig is in het douane-entrepot. In zo'n geval moeten de aangiften herzien worden. Zij moeten in overeenstemming gebracht worden met de feitelijke situatie bij uitslag. Uitslag van de goederen uit het douane-entrepot kan niet eerder plaatsvinden dan nadat de opvolgende aangifte is gewijzigd of opnieuw is gedaan met de juiste gegevens. Als er afschrijving op voorafgaande aangiften heeft plaatsgevonden, moet die afschrijving gewijzigd worden of ongedaan worden gemaakt. De uiteindelijke afschrijving moet in overeenstemming zijn met de gewijzigde aangifte of de nieuw ingediende aangifte. Het stelsel van douane-entrepots kan niet aangezuiverd worden voor het gedeelte dat open blijft staan op de voorafgaande aangifte.

Een verzoek om herziening is geen zelfstandige extra rechtsingang naast de mogelijkheden van bezwaar en een verzoek om terugbetaling/kwijtschelding of boeking achteraf. De beschikking die volgt als resultaat van het beoordelen van het verzoek om herziening, bijvoorbeeld het besluit om niet tot terugbetaling over te gaan, is dat wel.

Zie voor de specifieke regels over bezwaar onderdeel 32.00.00 van dit Handboek en voor de specifieke bepalingen over terugbetaling/kwijtschelding onderdeel 31.00.00 van dit Handboek.
Tegen de beschikking die volgt op de beoordeling van het verzoek om terugbetaling/kwijtschelding of de uitnodiging tot betaling die volgt op de boeking achteraf of de beschikking die volgt op een andere te nemen maatregel is wel bezwaar mogelijk.

De Douane kan ook op eigen initiatief een aangifte opnieuw onderzoeken, zonder dat de aangever daarom heeft verzocht (ambtshalve herziening). De gevolgen van een ambtshalve herziening zijn niet anders dan die van een herziening op verzoek: als er fouten worden ontdekt moeten de "nodige maatregelen" worden getroffen, vaak in de vorm van boeking achteraf of terugbetaling. De daarvoor geldende regels moeten wel in acht genomen worden.

Naast de algemene regels over herziening in deze paragraaf zijn in enkele onderdelen van het Handboek aanvullende specifieke regels opgenomen.Zie voor enkele specifieke regels over herziening en vertegenwoordiging, paragraaf 3.3 van onderdeel 2.00.00, van dit Handboek.
Zie voor enkele specifieke regels over herziening en kleine verschillen, onderdeel 14.20.00, van dit Handboek.

Naar boven

9.2.2 Controle achteraf van de aangifte

De Douane heeft gekozen voor een systematische controle achteraf van aangiften. Het maakt onderdeel uit van de controlemix. In deze paragraaf vindt u de Controle Na de Invoer (CNI-controle), de Controle Na de Uitvoer (CNU-controle).

Controles achteraf vinden plaats aan de hand van:

  • handelsdocumenten, gegevens over de in- of uitvoertransacties

  • handelsdocumenten, gegevens over latere transacties

  • onderzoek van de goederen als ze nog getoond kunnen wordenIn de laatste zin van artikel 78, lid 2, CDW wordt gesproken van "aangebracht". Dit moet worden gelezen als "getoond", mede gelet op de Engelse versie van het CDW, waar wordt gesproken van "to be produced". Controle achteraf aan de hand van de goederen is alleen mogelijk als aantoonbaar is dat het dezelfde goederen zijn als de goederen waarop de aangifte betrekking heeft

Deze controles kunnen worden uitgeoefend bij:

  • de aangever

  • elke persoon die beroepshalve direct of indirect bij de transactie is betrokken (bijvoorbeeld importeur, exporteur, stuwadoor, vervoerder)

  • elke persoon die beroepshalve over de handelsdocumenten, handelsgegevens beschikt (bijvoorbeeld een bank)

Een controle achteraf kan aan het licht brengen dat er te weinig rechten bij invoer zijn geheven. In dat geval moet er achteraf geboekt worden (navordering). Dit is geregeld in artikel 220 CDW.

Boeking achteraf kan alleen per aangifte. U kunt dus niet de resultaten van één of enkele aangiften omslaan over het geheel van aangiften.

Controle van de aanvullende aangifte

Zoals eerder vermeld, controleert de Douane systematisch achteraf.

De inschrijving in de administratie bij een domiciliëringsprocedure moet worden gevolgd door een aanvullende aangifte.

De controle vindt plaats aan de hand van de administratie van de vergunninghouder. Controle van de aanvullende aangifte kan aan het licht brengen dat er te weinig rechten bij invoer zijn geheven. In dat geval moet er achteraf geboekt worden (navordering). Dit is geregeld in artikel 220 CDW.

Boeking achteraf kan alleen per aangifte. U kunt dus niet de resultaten van één of enkele aangiften omslaan over het geheel van aangiften. Bij de aanvullende aangifte treedt er nog een bijzonderheid op. Het is een aanvullende aangifte met een periodiek karakter (artikel 76, lid 2, CDW). Zij vormt samen met de eerdere inschrijving in de administratie van de vergunninghouder een ondeelbaar geheel. Dit betekent dat een aanvullende aangifte in feite meerdere aangiften betreft. Elke inschrijving in de administratie is immers een aangifte bij de domiciliëringsprocedure.
(artikel 76, lid 1, letter c, en lid 3, CDW)
Meer informatie staat in Hoofdstuk 7 van onderdeel 12.50.00 van dit Handboek.

Naar boven

9.3 Maatregelen

Na de herziening of controle achteraf kan blijken dat de aangifte onjuist of onvolledig was. Dit moet rechtgezet worden. Dit kan leiden tot tal van acties van de Douane. Bijvoorbeeld:

  • de aangifte wordt gewijzigd voordat de verificatie beëindigd wordt

  • er wordt achteraf geboekt

  • er wordt terugbetaald (Terugbetaling, kwijtschelding van rechten, onderdeel 31.00.00 van dit Handboek)

  • een renseignement wordt uitgestuurd

  • het Centraal Bureau Statistiek wordt geïnformeerd

Naar boven