Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

4.10.00 Bindende tariefinlichtingen

4 Het ongeldig worden / intrekken van een BTI

4.1 Algemeen

Nadat het team Bindende Tariefinlichtingen een BTI heeft afgegeven is deze in principe zes jaar geldig. Een BTI kan haar geldigheid eerder verliezen doordat de BTI:

  • als gevolg van de vaststelling van een verordening niet meer in overeenstemming is met het vastgestelde recht;
    (artikel 12, lid 5, letter a, onderdeel i CDW)

  • niet langer verenigbaar is met de uitlegging van de GN, het Geharmoniseerd systeem (hierna: GS) of een van de nomenclaturen zoals bedoeld in artikel 20, lid 6 CDW (paragraaf 4.2 geeft hierover nadere informatie);
    (artikel 12, lid 5, letter a, onderdeel ii CDW)

  • overeenkomstig artikel 9 CDW door het team Bindende tariefinlichtingen wordt ingetrokken of gewijzigd en de rechthebbende daarvan in kennis is gesteld (paragraaf 4.3 geeft hierover nadere informatie).
    (artikel 12, lid 5, letter a, onderdeel iii CDW)

Bij een BTI die niet meer geldig is kan het team Bindende Tariefinlichtingen een overgangstermijn toestaan van ten hoogste zes maanden, waarop een aantal uitzonderingen bestaat; Hoofdstuk 5 geeft hier nadere informatie over.
(artikel 12, lid 6 CDW juncto artikel 14 TVo. CDW)

Het team Bindende tariefinlichtingen is gehouden om de intrekking of ongeldigheid van de door haar verstrekte BTI’s zo spoedig mogelijk mee te delen aan de Europese Commissie.
(artikel 13 TVo. CDW)

Naar boven

4.2 Ongeldig worden door Europese- en internationale maatregelen

Een BTI is niet meer geldig, als deze:

  1. door de vaststelling van een verordening van de Europese Commissie of de Raad, niet meer in overeenstemming is met het vastgestelde recht;
    (artikel 12, lid 5, letter a, onderdeel i CDW)

  2. niet meer in overeenstemming is met de uitlegging van de nomenclaturen door een wijziging in een van de volgende zaken:

    • toelichtingen op de GN;

    • aantekeningen op afdelingen van de GN;

    • aantekeningen op hoofdstukken van de GN;

    • teksten van tariefposten;

    • teksten van posten en onderverdelingen;

    (artikel 12, lid 5, letter a, onderdeel ii, eerste streepje CDW)

  3. niet meer verenigbaar is met de uitleg van de nomenclaturen door een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie te Luxemburg (hierna: HvJ EU);
    (artikel 12, lid 5, letter a, onderdeel ii, eerste streepje CDW)

  4. niet meer verenigbaar is met een van de nomenclaturen door een indelingskennisgeving of wijziging van de toelichtingen op de GS-nomenclatuur van de WDO.
    (artikel 12, lid 5, letter a, onderdeel ii, tweede streepje CDW)

De BTI verliest in het geval van de vaststelling van een verordening of door een wijziging in de GN-nomenclatuur door toelichtingen op de GN of een arrest van het HvJ EU, haar geldigheid op de datum van de bekendmaking van de maatregel.

Bij een kennisgeving, indelingsadvies of wijziging van de toelichtingen op de nomenclatuur van het GS, verliest de BTI haar geldigheid op de datum van bekendmaking van de kennisgeving, indelingsadvies of wijziging door een mededeling van de Europese Commissie in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie.
(artikel 12, lid 2, onderdeel a, vijfde streepje TVo. CDW)

Het team Bindende Tariefinlichtingen maakt deze BTI’s uit het EBTI-systeem ongeldig.

Naar boven

4.3 Ongeldig worden door andere maatregelen

Een BTI die op grond van artikel 9 CDW door het team Bindende Tariefinlichtingen wordt ingetrokken verliest daarmee haar geldigheid. Hiervoor is nodig dat dit team de rechthebbende van de intrekking schriftelijk in kennis stelt.

Een BTI moet in ieder geval worden ingetrokken, als deze:

  1. is afgegeven op grond van onjuiste of onvolledige gegevens van de aanvrager. Het team Bindende Tariefinlichtingen trekt de BTI met terugwerkende kracht in met ingang van de datum van afgifte, waardoor de BTI achteraf gezien nooit geldig is geweest;
    (artikel 12, lid 4 juncto artikel 8 CDW)

  2. niet meer overeenkomt met een onherroepelijke uitspraak van een nationale rechter. Zolang er nog beroepsmogelijkheden zijn blijft de BTI van toepassing. Omdat de nationale rechters als rechterlijke instantie toezien op de juiste toepassing van het recht van de Europese Unie, is de douaneadministratie gebonden aan deze uitspraken;

  3. bij nader inzien een onjuiste goederencode vermeldt voor de goederen. Een BTI kan bijvoorbeeld door een "blote vergissing" van het team Bindende Tariefinlichtingen een foutieve goederencode bevatten;

  4. een onjuiste goederencode vermeldt omdat het team Bindende Tariefinlichtingen meent dat de uitlegging die zij eerst had gegeven onjuist is als gevolg van een beoordelingsfout of van nieuwe inzichten. De douane heeft het recht te beslissen dat aan één van de voorwaarden voor de BTI niet meer is voldaan.
    (arrest HvJ EU, van 22 januari 2004, Timmermans Transport en Hoogenboom Producten, zaak C-133/02 en C-134/02).

De BTI verliest haar geldigheid op de datum waarop de intrekking of de wijziging van de BTI door het team Bindende Tariefinlichtingen aan de rechthebbende is bekend gemaakt. Het team kan ook een latere datum in de beschikking vermelden.
(artikel 12, lid 5, letter a, onderdeel iii CDW juncto artikel 9, lid 3 en 4 CDW)

Het team Bindende Tariefinlichtingen verwijdert deze BTI’s uit het EBTI-systeem.

Naar boven

4.4 Afgeven BTI’s volgens vastgestelde besluiten en maatregelen

Het team Bindende tariefinlichtingen verstrekt na de vaststelling van de onder de paragrafen 4.1 tot en met 4.3 genoemde besluiten en maatregelen alleen BTI’s die daarmee in overeenstemming zijn.

De Commissie deelt de douane-autoriteiten zo snel mogelijk de data mee waarop deze maatregelen en besluiten zijn vastgesteld
(artikel 12, lid 3 TVo. CDW). De datum waarop de BTI’s volgens het vastgestelde recht moeten worden afgegeven, zijn hierna vermeld:

  1. de datum waarop de wijziging van de douanenomenclatuur, die in de verordening wordt vastgesteld, van toepassing is;
    ( artikel 12, lid 2, onderdeel a, eerste streepje TVo. CDW)

  2. bij een verordening die de indeling van goederen in de douanenomenclatuur vaststelt of wijzigt, vanaf de datum dat deze in de L-reeks van het Publicatieblad van de EU bekend wordt gemaakt;
    ( artikel 12, lid 2, onderdeel a, tweede streepje TVo. CDW)

  3. in het geval van een wijziging van de toelichting op de GN-nomenclatuur op de datum waarop de maatregel wordt bekendgemaakt in de C-reeks van het Publicatieblad van de EU;
    ( artikel 12, lid 2, onderdeel a, derde streepje TVo. CDW)

  4. bij onverenigbaarheid met een arrest van het HvJ EU de datum waarop het arrest wordt gewezen;
    ( artikel 12, lid 2, onderdeel a, vierde streepje TVo. CDW)

  5. bij een kennisgeving van een indelingsadvies of wijziging van de toelichtingen op de nomenclatuur van het GS, op de datum van bekendmaking van de kennisgeving of wijziging door een mededeling van de Europese Commissie in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie.
    ( artikel 12, lid 2, onderdeel a, vijfde streepje TVo. CDW)

Naar boven