4.10.00 Bindende tariefinlichtingen
3 Kennisgeving en juridische gevolgen van een BTI
Het team Bindende Tariefinlichtingen geeft de BTI af als kennisgeving volgens het model van bijlage 1 van het TVo.
CDW. De BTI wordt op naam van de rechthebbende van de BTI gesteld. In de BTI is ook vermeld dat de rechthebbende de mogelijkheid
heeft om in bezwaar te gaan tegen de afgegeven BTI.
(artikel 7, lid 2 TVo.
CDW)
3.1 Wie kan een beroep doen op een BTI
De rechthebbende is genoemd in vak 3 van de BTI. Rechthebbende (of de verkrijger van de BTI) is de natuurlijke persoon of
rechtspersoon die de BTI heeft aangevraagd of heeft laten aanvragen. Alleen een rechthebbende kan ten aanzien van de tariefindeling
van de goederen een beroep doen op de afgegeven BTI. Dit betekent dat alleen deze rechthebbende rechten kan ontlenen aan de
indeling van de in de BTI omschreven goederen (arrest HvJ EU van 15 september 2005, Intermodal Transports, zaak C-495/03).
(artikelen 4, punt 5, 10 en 12 CDW en artikel 10, lid 1, TVo.
CDW)
Een natuurlijke- of rechtspersoon die namens de rechthebbende als direct- of indirecte vertegenwoordiger de douaneformaliteiten
vervult, kan zich alleen voor wat betreft de indeling van de in de BTI genoemde goederen op de BTI van de vertegenwoordigde
beroepen. Een persoon die zonder verklaring van degene die hij zou vertegenwoordigen en zonder vertegenwoordigingsbevoegdheid
te bezitten de aangiften voor het vrije verkeer bij de douane doet, kan zich daarbij niet op een BTI van een "vertegenwoordigde"
beroepen. Deze persoon wordt geacht deze aangiften op eigen naam en voor eigen rekening te doen.
(artikel 10 TVo.
CDW juncto artikel 5 en 64 CDW)
Ook de rechtspersoon die in eigen naam en voor eigen rekening aangiften doet voor een gelieerde vennootschap kan zich niet
beroepen op de BTI van die gelieerde vennootschap. Dit kan alleen in het geval die rechtspersoon met vertegenwoordigingsbevoegdheid
de aangiften voor die gelieerde vennootschap heeft gedaan (arrest HvJ EU van 7 april 2011, Sony Supply Chain Solutions (Europe),
voorheen Sony Logistics Europe, zaak C-153/10).
(artikel 12, lid 2 CDW juncto artikel 10 TVo.
CDW)
De rechthebbende kan in alle lidstaten van de Europese Unie gebruik maken van de BTI.
(artikel 11 TVo.
CDW)
3.2 Geldigheidsduur van BTI's
BTI's zijn geldig in alle lidstaten van de Europese Unie voor een periode van zes jaar, gerekend vanaf de dag van afgifte
van die BTI.
(artikel 12, lid 4 CDW)
De BTI bindt de lidstaten voor:
-
de tariefindeling van de goederen in de nomenclaturen. Voor de berekening van de rechten bij invoer (of restitutie) en belastingen is de dag van aangifte bepalend. Dit geldt ook voor de maatregelen op de terreinen van veiligheid, economie, gezondheid en milieu (VGEM);
-
de tariefindeling van goederen waarvoor de douaneformaliteiten worden vervuld na de datum van afgifte van de BTI.
3.3 Verschillen tussen afgegeven BTI’s
Wanneer de Europese Commissie verschillen constateert tussen afgegeven BTI’s voor identieke of soortgelijke goederen, dan worden deze ter bespreking op de agenda van de vergadering van het Comité Communautair douanewetboek geplaatst. Dit is ook mogelijk op verzoek van een vertegenwoordiger van een lidstaat.
De Commissie stelt zo snel mogelijk, en in ieder geval binnen zes maanden na die vergadering, een maatregel vast. Deze maatregel
moet de eenvormige toepassing van het vastgestelde recht garanderen.
(artikel 9, lid 1 TVo.
CDW)
Privé