Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

110.00.13 Kaderovereenkomst inzake de samenwerking tussen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en het Ministerie van Financien bij de uitvoering van de niet-fiscale douanetaken op het terrein van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat

6 Bijlage 4. behorende bij de kaderovereenkomst Wet vervoer over zee e.a.

1. Regelgeving/Algemeen

 

  1. a. Naam wetgeving

De verordeningen 4055/86, 4057/86 en 4058/86 van de Raad (EEG) en de Wet vervoer over zee, Wedervergeldingswet zeescheepvaart

  1. b. Doel wetgeving

Vo 4055/86: handhaving van de bepaalde ladingsverdelingsregeling (artikel 6). Vo 4057/86: Oplegging compenserende recht na constatering van oneerlijke tariefpraktijken door rederijen uit derde (niet EU landen) landen door de EU (Transportraad) en de Raad (artikel 1 juncto artikel 11 Vo 4057/86 juncto a rtikel 19a Wet vervoer over zee).

Vo 4058: quota controle dan wel opleggen heffing als wedervergelding na constatering van, dan wel dreiging dat markttoegang van scheepvaartondernemeningen en ondernemingen van (EU) lidstaten of schepen die in een lidstaat overeenkomstig nationale wetgeving zijn geregistreerd, wordt beperkt.

  1. c. Soort taak

Controle op quota, opleggen heffing.

  1. d. Bevoegdheden

Wet vervoer over zee en de Wedervergeldingswet zeescheepvaart in samenhang met de Invorderingswet 1990 gecombineerd met de bevoegdheden als omschreven in de genoemde verordeningen. De douanetaak betreft het opleggen, innen en terug betalen van compenserende rechten en de invordering van heffingen.

2. Uitvoering

 

  1. a. Wijze van handhaving en uitvoering

De inning van compenserende rechten geschiedt uitsluitend in gevallen waarin de Raad van de Europese Gemeenschappen een verordening vaststelt op grond van artikel 11 van de verordening (EEG) nr. 4057/86 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 december 1986, betreffende oneerlijke tariefpraktijken in het vervoer over zee (Pb. EG L 378). En dergelijke verordening vermeldt o.a. de hoogte en de aard van de compenserende rechten, de goederen waarop deze van toepassing zijn en de gegevens van de betrokken rederij. Zodra een dergelijke uitvoeringsverordening van kracht wordt, is de Douane belast met de inning van de vastgestelde compenserende rechten. Bij toepassing van de Wedervergeldingswet zeescheepvaart vindt handhaving en uitvoering op vergelijkbare basis plaats.

  1. b. Prioriteit

Niet van toepassing

  1. c. Jaarplandoelstelling

Niet van toepassing

  1. d. Afhandeling geconstateerde overtredingen

Niet van toepassing

3. Samenwerking

 

  1. a. Signalering

Als er een compenserend recht c.q. heffing door de EU wordt opgelegd dan informeert het ministerie van Verkeer en Waterstaat de Douane.

  1. b. Terugkoppeling aan Douane

Niet van toepassing

  1. c. Risico-analyse

Niet van toepassing

  1. d. Deskundigheids-bevordering/vraag-baakfunctionarissen

Niet van toepassing

  1. e. Douane-lab

Niet van toepassing

  1. f. Helpdeskfunctie

Niet van toepassing

4. Overleg

 

  1. a. Informatie-uitwisseling

Indien van toepassing periodieke rapportages over de geïnde compenserende rechten.

  1. b. Overleg

Indien van toepassing: ad hoc.

  1. c. Contactpersonen

Namens V&W: dr. G. Nieuwpoort, hoofd van de afdeling zeescheepvaart van de Directie Vervoersectoren van het Directoraat-Generaal Goederenvervoer (070 3511611)

Namens Douane: mr. R. Nout, medewerker van de Directie douane (010 2904929).

5. Verantwoordelijkheid

 

  1. a. Tekenings-bevoegdheid bijlage

V&W: K.H. van Hout, directeur Vervoersectoren DGG.

Douane: mr. J. Lunneker, directeur Douane te Rotterdam.

  1. b. Wanneer aanpassen

Bij wijziging van de onderliggende regelgeving.

   

De minister van Verkeer en Waterstaat

De Staatssecretaris van Financiën,

namens deze,

namens deze,

De directeur Vervoersectoren,

De directeur Douane,

K.H. van Hout.

Mr. J. Lunneker.