110.00.13 Kaderovereenkomst inzake de samenwerking tussen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en het Ministerie van Financien bij de uitvoering van de niet-fiscale douanetaken op het terrein van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat
5 Bijlage 3. behorende bij de kaderovereenkomst Scheepvaartverkeerswet / Besluit verkeersbegeleidingstarieven scheepvaartverkeer
1. Regelgeving/Algemeen |
|
---|---|
|
15c en 15d van de Scheepvaartverkeerswet, het Besluit verkeersbegeleidingstarieven scheepvaartverkeer en de Regeling verkeersbegeleidingstarieven scheepvaartverkeer. Op basis hiervan is een convenant gesloten tussen het ministerie van Verkeer en Waterstaat en het ministerie van Financiën (nr. G/J-97009568) op 23 juli 1998. Dit convenant wordt, na ondertekening van de kaderovereenkomst en van deze bijlage, geacht een onlosmakelijk onderdeel van deze bijlage te zijn geworden. |
|
Het doel van deze bepalingen is dat de zeescheepvaart een retributie betaalt voor het gebruikmaken van de verkeersbegeleidings-systemen. |
|
De Douane verzorgt de heffing en inning van het verkeersbegeleidingstarief. |
|
De Douane is op grond van artikel 3 van de Regeling toezicht verkeersbegeleidingstarieven scheepvaartverkeer belast met de inning van het tarief. De Douane is op basis van artikel 4 van de Regeling bevoegd ten behoeve van de inning van het tarief, van de kapitein inzage te vragen in de meetbrief van het betreffende zeeschip. |
2. Uitvoering |
|
---|---|
|
Zie hiervoor het onder 1a genoemde convenant. |
|
Niet van toepassing |
|
Het betreft hier een continue taak die de Douane in alle daarvoor in aanmerking komende gevallen dient uit te voeren. |
|
Niet van toepassing |
3. Samenwerking |
|
---|---|
|
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat ontvangt van de Douane de financiële informatie zoals overeengekomen in artikel 3 van het VBS-convenant. Indien de gegevens niet kunnen worden verstrekt conform de format zoals weergegeven in de bijlagen bij het convenant, worden daarover afspraken gemaakt in het werkoverleg tussen het Directoraat-Generaal Goederenvervoer (DGG) en Douane en worden deze vastgelegd in het betreffende verslag. |
|
Niet van toepassing (zie 4a) |
|
Niet van toepassing |
|
DGG voorziet (zonodig) op structurele en op ad-hoc basis (zie 4a) de Douane van alle benodigde informatie. |
|
Niet van toepassing |
|
Niet van toepassing |
4. Overleg |
|
---|---|
|
Zie voor de financiële informatie artikel 3 van het convenant en de daarbij behorende bijlagen. |
|
Drie maal per jaar vindt uitvoerings/voortgangsoverleg plaats tussen medewerkers van DGG en de directie Douane. |
|
Namens V&W (DGG) is de contactpersoon:
Namens de Douane is de contactpersoon:
|
5. Verantwoordelijkheid |
|
---|---|
|
Namens DGG: drs. G.A. Dubbeld, directeur Transportveiligheid. Namens Douane: mr. J. Lunneker, directeur Douane te Rotterdam. |
|
Bijlage hoeft alleen te worden aangepast bij wijziging van de regelgeving, het voornoemde convenant, contactpersonen, en eventueel in geval van een negatieve uitspraak van de Raad van State inzake de daar aanhangige zaak met betrekking tot het VBS-tarief. |
De minister van Verkeer en Waterstaat |
De Staatssecretaris van Financiën, |
namens deze, |
namens deze, |
De directeur Transportveiligheid, |
De directeur Douane, |
Drs. G.A. Dubbeld |
Mr. J. Lunneker |