Opgaaf ICP door fiscale eenheden
De manier waarop een fiscale eenheid opgaaf ICP doet, hang af van hoe zij btw-aangifte doet. Bij btw-identificatienummer en omzetbelastingnummer bij fiscale eenheden leest u meer over die btw-aangifte.
De onderdelen van een fiscale eenheid behouden hun oorspronkelijke btw-identificatienummer. Als zij goederen of diensten leveren binnen de EU, doen zij dat onder hun oorspronkelijke naam en btw-identificatienummer. En dus níet onder het btw-identificatienummer van de fiscale eenheid.
Kijk hieronder bij uw situatie hoe u opgaaf ICP doet.
De fiscale eenheid doet btw-aangifte
- Vul in de btw-aangifte het totaal in van de intracommunautaire leveringen en diensten.
- De opgaaf ICP dient u in onder het btw-identificatienummer van de fiscale eenheid. Bij rubriek 1 van de opgaaf vult u het btw-identificatienummer van de werkmaatschappij (het onderdeel) in. U maakt hiermee een koppeling tussen de fiscale eenheid en de betreffende werkmaatschappij.
Onderdeel van fiscale eenheid doet btw-aangifte
- Op verzoek kan een onderdeel van de fiscale eenheid zelfstandig aangifte doen. Aan het onderdeel wordt dan een subnummer toegekend dat is gebaseerd op het omzetbelastingnummer van de fiscale eenheid. Het omzetbelastingnummer van de fiscale eenheid eindigt dan op B01 en dat van de onderdelen op B02 en B03, enzovoorts.
- Het onderdeel van de fiscale eenheid vult in de btw-aangifte het omzetbelastingnummer in van de fiscale eenheid, en gebruikt daarbij de toevoeging die aan het onderdeel is toegekend, bijvoorbeeld 'B02' of 'B03' in plaats van 'B01'.
Dit geldt ook voor de opgaaf ICP. Vermeld op de opgaaf ICP ook het eigen btw-identificatienummer van uw onderdeel. Dat is het nummer dat begint met 'NL'.