Inkomsten uit vroegere dienstbetrekking
Inkomsten uit vroegere dienstbetrekking zijn bijvoorbeeld:
- pensioen en wachtgeld
- VUT-, AOW-, Anw-, WW-, WAO-, WIA-, Waz-, IOAW-, en IOAZ-uitkeringen
- ontslagvergoeding, zoals een transitievergoeding
- uitkering uit de levensloopregeling bij 61 jaar of ouder
- uitkeringen Participatiewet, zoals een bijstandsuitkering of AIO-aanvulling
- uitkeringen Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong)
- andere uitkeringen door arbeidsongeschiktheid en uitkeringen uit verplichte beroepspensioenregelingen
- lijfrente-uitkeringen die onder de loonheffing vallen
- invaliditeitspensioen
- nabestaandenpensioen
- alimentatie voor uzelf die u via de Sociale Dienst hebt ontvangen
- premies voor werkaanvaarding
- afkoopsommen van pensioen
- afkoopsommen van oud-regime-lijfrenten. Dit zijn lijfrenten die zijn afgesloten:
- vóór 16 oktober 1990
De premie mag daarna niet zijn verhoogd, behalve als dat mogelijk was door een clausule in die polis. - op 16 oktober 1990 of later, maar uiterlijk op 31 december 1991 en waarvoor na 31 december 1991 geen premie is betaald
- vóór 16 oktober 1990
- afkoopsommen van overige lijfrenten als die in 2024 niet meer zijn dan € 5.364 (in 2023 € 4.898 en in 2022 € 4.607)
Als het bedrag van de afkoopsom hoger is, geeft u dit aan bij 'Afkoopsommen lijfrente waarover u revisierente moet betalen'. Meestal betaalt u over deze bedragen dus revisierente. - periodieke uitkeringen bij invaliditeit, ziekte of een ongeval, afkomstig van een verzekeraar en waarop loonheffing is ingehouden
- een pensioen van een internationale organisatie (behalve van de Europese Unie)
- Negatief loon