Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

30.05.00 Intellectuele eigendomsrechten

7 Civielrechtelijk optreden bij inbreuk

Het optreden tegen een inbreuk op IE-rechten is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de rechthebbende zelf. De rechthebbende kan, wanneer hij meent dat inbreuk wordt gepleegd op zijn IE-recht een civielrechtelijke procedure starten tegen de inbreukpleger. Veelal komt het niet zover dat de zaak voor de rechter komt en zal een schikking worden getroffen met de inbreukmaker (inzake vernietiging en schadevergoeding).

De Douane neemt in dit proces een neutrale en facilitaire positie in.

Naar boven

7.1 De civielrechtelijke procedure

In de civielrechtelijke procedure stelt de rechter vast of de goederen daadwerkelijk inbreuk maken op een IE-recht. De rechthebbende kan diverse maatregelen voor de rechter eisen tegen de inbreukmaker. Deze procedure is kostbaar en kan lang duren. Gedurende de procedure schort de Douane de vrijgave van de goederen op of houdt de goederen vast. Na afloop van de procedure informeert de rechthebbende Team IER over het resultaat. Team IER informeert vervolgens de vraagbaak IER.

In bepaalde gevallen kan echter een vrijgave door de Douane plaatsvinden omdat er een waarborg wordt gesteld voor de inbreuk.

Naar boven

7.2 Mogelijke civiele maatregelen door rechthebbende

Er is een breed scala aan civiele maatregelen om de schade, die de inbreuk veroorzaakt voor de rechthebbende, te beperken en tegen te gaan. De volgende civiele maatregelen zijn bijvoorbeeld mogelijk:

  • verbod op de inbreukmakende handelingen

  • schadevergoeding

  • winstafdracht

  • het opeisen van de inbreukmakende goederen of de vernietiging of onbruikbaarmaking daarvan

  • recall: gebod tot het terughalen van de inbreukmakende goederen bij afnemers (niet zijnde consumenten)

  • publicatie vonnis of gebod tot het schrijven van brief aan afnemers of andere betrokkenen

  • gebod om informatie te verstrekken over identiteit van afnemers van inbreukmakende producten en hoeveelheden

Bij een groot aantal van deze maatregelen kan ook een dwangsom worden gevorderd voor het geval de inbreukmaker het vonnis niet nakomt.

Naar boven

7.3 Overzicht civielrechtelijke bescherming

De tabel maakt inzichtelijk dat bijvoorbeeld een teken civielrechtelijk bescherming kan genieten op grond van verschillende wettelijke bepalingen.

Type merk

Auteurswet

Benelux Merkenwet (BMW)

Art. 6:162 BW (onrechtmatige daad)

Woordmerken

X

X

X

Lettercombinaties

X

X

X

Cijfercombinaties

X

X

X

Een woord in speciale schrijfwijze

X

X

X

Logo’s/Beeldmerken

X

X

X

Lay-out verpakkingen

X

X

X

Vormen van verpakkingen

X

X

X

Vormen van producten

X

X

X

Kleuren

X

X

Klanken

X

X

Niet-gedeponeerde merken

X

Op één product kunnen verschillende IE-rechten van toepassing zijn. Van een koffiezetapparaat kan het merk worden beschermd door het merkenrecht, het model door het modellenrecht, de handleiding en documentatie door het auteursrecht en de techniek door een octrooi.

Naar boven

7.4 Civielrechtelijke handhaving niet altijd afdoende

De rechthebbende beschikt over een ruim arsenaal aan rechtsvorderingen tegen inbreukmakers. In de praktijk voldoet dit niet altijd. Het is bijvoorbeeld niet altijd mogelijk de identiteit en woon- of verblijfplaats vast te stellen van de inbreukmaker. Daarnaast staan de kosten voor de rechthebbende niet altijd in een redelijke verhouding tot de geleden schade of is executie van de rechterlijke uitspraak tot betaling van een schadevergoeding door het ontbreken van verhaal niet mogelijk. In die gevallen kan het strafrecht een rol spelen.

Naar boven

7.5 Private organisaties voor bescherming IE-rechten

Voor de bescherming van de IE-rechten zijn vaak (ook) organisaties van belanghebbenden actief zoals bijvoorbeeld:

  • IFPI (International Federation of Phonographic Industry) die wereldwijd de belangen van de “recording industry” bewaakt. Zij opereren internationaal en voorzien wereldwijd opsporing- en handhavingsdiensten van actuele informatie (bijvoorbeeld hoe gepirateerde cd’s te herkennen).

  • BREIN (Bescherming Rechten Entertainment Industrie Nederland) onderzoekt, controleert en coördineert activiteiten ten aanzien van de piraterijbestrijding op het gebied van film, muziek, videospellen en andere interactieve software namens auteurs, artiesten en producenten.

  • Business Software Alliance (BSA): een samenwerkingsverband van softwareproducenten die strijden tegen illegaal gebruik en verspreiding van software( softwarepiraterij).

  • REACT: vertegenwoordigt merkhouders en heeft als doelstelling de bestrijding van namaakhandel namens en met de aangesloten merkhouders.

Naar boven

7.6 Conservatoir beslag

De houder van het besluit kan conservatoir beslag leggen om te voorkomen dat -voorafgaande aan het uitbrengen van een dagvaarding of het treffen van andere maatregelen- de inbreukmakende goederen worden verduisterd. Het leggen van conservatoire beslag op de goederen wordt door een gerechtsdeurwaarder gedaan. Een conservatoir beslag is een beslag tot bewaring van de goederen in afwachting van de uitspraak van de rechter. Hiermee kan de houder van het besluit zijn belangen zeker stellen en voorkomen dat de goederen waarop het beslag rust, tijdens de procedure in andere handen komen. Het onttrekken van goederen aan een conservatoir beslag is een misdrijf.

Wanneer blijkt dat de goederen moeten worden uit gesorteerd, moet de aangever hiertoe een schriftelijk verzoek bij het douanekantoor indienen (Handboek Douane, onderdeel 15.00.00). Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer niet alle goederen in de zending inbreukmakend zijn voor de houder van het besluit die het beslag heeft gelegd. Ook kunnen er andere houders of betrokkenen zijn. Bij het uitsorteren zal wellicht de gerechtsdeurwaarder of de houder van het besluit aanwezig zijn. De Douane is hierbij slechts aanwezig voor zover dat voor de uitoefening van het douanetoezicht noodzakelijk is.

Naar boven

7.7 Inbreukmakende goederen bestemd voor vernietiging

Als de rechter heeft vastgesteld dat de goederen inderdaad inbreuk maken op een IE-recht, moeten de goederen vernietigd worden. In de praktijk kan het voorkomen dat de rechter in zijn uitspraak anders beslist. De Douane voldoet aan de rechterlijke uitspraak. In het algemeen geldt voor inbreukmakende goederen dat deze vernietigd moeten worden en deze mogen niet (artikel 25):

  • in het vrije verkeer worden gebracht, tenzij de Douane, met instemming van de houder van het besluit, besluit dat zulks noodzakelijk is omdat de goederen gerecycleerd of uit de handelskanalen verwijderd moeten worden, zoals voor bewustmakings-, opleidings- en onderwijsdoeleinden. De Douane bepaalt onder welke voorwaarden goederen in het vrije verkeer worden gebracht

  • buiten het douanegebied worden gebracht

  • worden uitgevoerd

  • opnieuw worden uitgevoerd

  • onder een bijzondere regeling worden geplaatst

  • in een vrije zone of een vrij entrepot worden opgeslagen

De Douane kan toestaan dat de voor vernietiging bestemde goederen onder douanetoezicht worden vervoerd tussen verschillende plaatsen binnen de lidstaten met het oog op de vernietiging ervan door de houder van het besluit.

Naar boven

7.8 Schikking treffen met inbreukmaker

Schikking overeenkomen tijdens civielrechtelijke procedure

Tijdens een civielrechtelijke procedure, kan de houder van het besluit proberen een schikking te treffen met de aangever, houder of eigenaar van de goederen om de goederen te vernietigen. Met het treffen van deze schikking heeft de Douane geen bemoeienis. Aan Team IER wordt het resultaat gemeld.

Schikking overeenkomen tijdens procedure

De houder van het besluit kan ook proberen binnen de procedure voordat een civielrechtelijke procedure wordt gestart -binnen de 10 werkdagen termijn- met de aangever of houder van de goederen in overleg te treden en een schikking te treffen. De schikking zal dan tevens inhouden dat aangever of houder van de goederen instemt met de vernietiging van de inbreukmakende goederen. Team IER moet daarvan binnen de 10 werkdagentermijn door de aangever of houder van de goederen in kennis worden gesteld.

Belangrijk is dat Team IER binnen de 10 werkdagentermijn (of de eventuele verlenging daarvan) de instemming van de aangever of houder van de goederen van hen of via de houder van het besluit ontvangt. Immers als een dergelijke bericht achterwege blijft, wordt de opschorting van de vrijgave of de vasthouding door de Douane beëindigd.

Naar boven