30.05.00 Intellectuele eigendomsrechten
8 Douaneoptreden op verzoek
Wanneer een verzoek om douaneoptreden door de Douane is ingewilligd en u treft een partij goederen aan die vermoedelijk inbreuk maakt op een IE-recht, geldt de volgende procedure.
Vermoedelijk inbreukmakende goederen kunnen worden vernietigd wanneer de Douane binnen 10 werkdagen na de dagtekening van de kennisgeving inzake de schorsing van de vrijgave van de goederen of de vasthouding schriftelijk in kennis is gesteld (artikel 23):
-
door de houder van het besluit
-
dat hij ervan overtuigd is dat er een inbreuk is gepleegd op een IE-recht
-
-
én
-
dat hij zijn instemming geeft voor de vernietiging van de goederen
-
-
door de aangever of de houder van de goederen
-
dat hij zijn instemming geeft voor de vernietiging van de goederen
-
-
of
-
geen reactie is gegeven (stilzwijgende instemming).
-
Stap 1: Aantreffen en melden aan Team IER
Stap 2: Beoordeling Team IER/melding aan FIOD
Stap 3: kennisgeving door Team IER
Stap 4: Informatie/monstername/inspectie
Stap 5: Reacties belanghebbenden
Stap 6: Bezwaar aangever of houder van de goederen
Stap 7: Einde procedure/vernietiging
Stap 8: Controle nakoming verplichtingen en sancties
Naar boven8.1 Stap 1: aantreffen en melding aan Team IER
Bij aantreffen van vermoedelijk inbreukmakende goederen handelt u als volgt:
Aantreffen en registratie in de IER applicatie
-
Neem contact op met vraagbaak IER. De vraagbaak IER:
-
beoordeelt vermoedelijke inbreuk
-
beoordeelt of voor het (beter) vaststellen van vermoedelijke inbreuk nadere informatie moet worden opgevraagd bij houder van het besluit.
-
informeert binnen 2 werkdagen Team IER door bevinding in de IER applicatie aan te melden (let op: geen registratie in DONO)
-
vermeldt alle gegevens die van belang zijn voor onderbouwing inbreuk
-
-
Stel vast of procedure uit Verordening van toepassing is. De verordening wordt niet toegepast voor andere IE-rechten en situaties dan in verordening genoemd.
-
Raadpleeg in de white-/blacklist. Is de aangetroffen hoeveelheid gelijk/hoger dan de door de rechthebbende opgegeven drempelhoeveelheid voor optreden door de Douane? Nee, geef de goederen vrij. Ja, ga verder met punt 3.
-
Raadpleeg in de IER applicatie of de beschikking voor douaneoptreden is ingetrokken of geschorst, Zo ja geef de goederen dan vrij.
-
Geef de partij niet vrij als de verordening van toepassing is.
-
Neem duidelijke digitale foto’s met productkenmerken op in de melding.
-
Vermeldt in PLATO:
-
een verwijzing naar de melding in de IER applicatie.
-
naam vraagbaak IER die determinatie heeft gedaan.
-
voor aangiftebehandeling mededeling: “Aangifte niet afwerken i.v.m. onderzoek IER”.
-
-
Neem geen contact op met houder van het besluit. Alleen Team IER is hiertoe bevoegd.
In deze fase is nog sprake van een douanecontrole en nog niet van een opschorting van de vrijgave of vasthouding van de goederen op grond van de verordening.
-
Determinatierapport: De vraagbaak IER maakt een determinatierapport op inzake de vermoedelijk inbreukmakende goederen, vermeldt in de IER applicatie de relevante informatie en onderbouwing van het vermoeden van inbreuk op een IE-recht en plaatst duidelijke foto’s met details van de inbreukmakende kenmerken en zendt dit naar Team IER.
-
Nadere informatie opvragen: De vraagbaak IER beoordeelt of in deze controlefase (voor de daadwerkelijke schorsing van de vrijgave van de vermoedelijk inbreukmakende goederen of de vasthouding) aan een houder van het besluit nadere informatie moet worden gevraagd (artikel 17, lid 2). Dit wordt door de vraagbaak IER gemotiveerd aan Team IER kenbaar gemaakt. Het opvragen van relevante informatie over de vermoedelijk inbreukmakende goederen loopt via Team IER.
Goederen blijven onder douanetoezicht
De vermoedelijk inbreukmakende goederen blijven altijd onder douanetoezicht. Wel is het toegestaan, vanwege logistieke redenen of om kosten te besparen, een aangifte te doen voor plaatsing onder de douaneregeling entrepot. De vermoedelijk inbreukmakende goederen worden dan elders opgeslagen. Op het moment dat de vermoedelijke inbreuk op een intellectueel eigendom is geconstateerd en de melding daarvan in de IER applicatie is vastgelegd, is er nog géén sprake van een opschorting van de vrijgave of vasthouding van de goederen op basis van de verordening maar van een douanecontrole.
Zending verschillende inbreukmakende goederen
Tijdens een controle kunnen zich bijvoorbeeld verschillende situaties voordoen.
-
In één zending zijn bijvoorbeeld niet alle goederen vermoedelijk inbreukmakend. De goederen waarvan is vastgesteld dat zij vermoedelijk geen inbreuk maken op een IE-recht, kunnen hun weg vervolgen nadat de noodzakelijk douaneformaliteiten zijn vervuld.
-
Binnen één zending worden bijvoorbeeld goederen aangetroffen die vermoedelijk inbreuk maken waarvoor wel en goederen waarvoor geen verzoek is ingediend.
-
Het is ook mogelijk dat bij één zending met vermoedelijk inbreukmakende goederen verschillende houders van rechten zijn betrokken. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer in één zending verschillende kledingmerken worden aangetroffen.
De betrokkene is verplicht de Douane alle nodige medewerking te verlenen. Denk aan het verplaatsen, uitpakken en weer inpakken, sorteren en dergelijke van de goederen. De verplichting geldt voor alle werkzaamheden die de Algemene douanewet opdraagt (artikel 15 DWU en artikel 10:6 Adw).
Inbreukmakende goederen en scheiding verpakking
Er vindt geen scheiding plaats wanneer:
-
van de verpakking wordt vermoed dat deze inbreukmakend is en de goederen (inhoud) niet.
-
van de verpakking niet wordt vermoed dat deze inbreukmakend is en de goederen vermoedelijk wel inbreukmakend zijn.
De gehele zending wordt stopgezet en de procedure uit het voorschrift wordt gevolgd voor de verpakking én goederen. Hiervan wordt slechts afgeweken als Team IER aangeeft dat vaststaat dat de inbreukmakende verpakking geheel los staat van de inhoud (of andersom). De aangever van de goederen dient dan zorg te dragen voor het scheiden van de goederen en de verpakking (onder douanetoezicht).
Naar boven8.2 Stap 2: Beoordeling Team IER en melding FIOD
-
Team IER beoordeelt binnen 1 werkdag de volgende aspecten van de melding in de IER applicatie:
-
Is de vereiste informatie compleet, juist en duidelijk?
-
Voldoet melding aan white/blacklist en is er geen schorsing/intrekking?
-
Betreft het een IE-recht of situatie waarop verordening van toepassing is?
-
Is gegeven onderbouwing voor inbreuk voldoende?
-
Geven de foto’s een duidelijk beeld van inbreukmakende kenmerken goederen zodat houder van het besluit op grond daarvan een oordeel kan geven?
-
Is wanneer geen sprake is van een merkinbreuk waarbij geen aangifte voor het vrije verkeer is gedaan, de onderbouwing voldoende dat goederen bestemd zijn om op de markt van de EU te worden verhandeld?
-
-
Team IER beoordeelt zelfstandig of naar aanleiding van het verzoek van vraagbaak IER of voor het (beter) vaststellen van de vermoedelijke inbreuk nadere informatie aan houder van het besluit wordt opgevraagd.
-
Zo ja, dan verzoekt Team IER de houder van het besluit om binnen een termijn van 3 werkdagen nadere informatie aan te leveren zonder andere informatie bekend te maken dan:
-
feitelijke of vermoedelijke aantal goederen
-
aard van de goederen
-
afbeeldingen van de goederen
-
-
Zo nee, Team IER bepaalt of procedure wordt vervolgd:
-
Zo ja, dan verzendt Team IER de kennisgeving (zie stap 3).
-
Zo nee, dan geeft Team IER onmiddellijk aan vraagbaak IER door dat goederen hun weg mogen vervolgen.
-
-
Als Team IER oordeelt dat de melding in de IER applicatie niet voldoet, neemt zij binnen 1 werkdag contact op met de vraagbaak IER met het verzoek om aanvulling/verbetering melding. De vraagbaak IER voldoet binnen 1 werkdag aan dit verzoek.
-
Als de -melding in de IER applicatie kwalitatief voldoet, beoordeelt Team IER of de melding mogelijk voldoet aan kader voor strafrechtelijke handhaving.
-
Zo nee, dan wordt stap 3 gevolgd.
-
Zo ja, dan wordt de informatie direct doorgestuurd naar de FIOD.
-
FIOD bericht binnen vier uur aan Team IER of strafrechtelijk onderzoek wordt gedaan.
-
Als FIOD tot een strafrechtelijk onderzoek besluit, dan gebeurt het volgende:
-
Team IER licht vraagbaak IER in.
-
FIOD neemt de goederen in beslag of verzoekt Douane dit te doen. De goederen worden dan later aan FIOD overgedragen. Geen verdere toepassing van verordening meer.
-
Team IER registreert de afloop in de IER applicatie.
-
-
8.3 Stap 3: Kennisgeving door Team IER
Wanneer geen strafrechtelijk onderzoek door de FIOD wordt gestart, worden de volgende werkzaamheden verricht:
-
Team IER verzendt binnen 1 werkdag de kennisgeving aan de houder van het besluit. De kennisgeving omvat o.a.:
-
omschrijving aard goederen
-
reden van vermoeden inbreuk
-
feitelijk of geschatte hoeveelheid goederen
-
digitale foto’s
-
informatie over procedures, termijnen, verplichtingen en sancties
-
informatie over mogelijkheid voor monstername en inspectie goederen
-
gedetailleerde informatie als dit bij de aanvraag van het verzoek is aangegeven
-
-
De opschorting van de vrijgave en de 10 werkdagentermijn begint op het moment dat de kennisgeving door Team IER is gedaan. De termijn begint de eerstvolgende werkdag om 00.00 uur na verzending (dagtekening) van de kennisgeving door Team IER. Team IER bewaakt de termijnen.
-
Team IER is het aanspreekpunt voor het verloop van de verdere procedure.
Verzoeken om informatie over de stand van zaken en (schriftelijke) klachten van bijvoorbeeld aangever, geadresseerde of andere belanghebbenden, verwijst/zendt u door naar Team IER.Team IER informeert binnen één werkdag na de kennisgeving aan de houder van het besluit ook de houder van de goederen of de aangever over de genomen besluiten en verdere procedure.
Bederfelijke goederen: drie werkdagentermijn
Voor bederfelijke goederen geldt een 3 werkdagentermijn. Deze termijnen kunnen niet worden verlengd.
Team IER stelt binnen 1 werkdag na de melding via de kennisgeving de houder van het besluit én aangever of houder van de goederen, op de hoogte van de schorsing van de vrijgave of de vasthouding van de goederen (artikel 17, lid 3). Hiermee begint de opschorting van de vrijgave of vasthouding van de goederen conform de verordening. De kennisgeving bevat informatie over:
-
algemene vernietigingsprocedure (artikel 17, lid 3)
-
feitelijke of geschatte hoeveelheid, feitelijke of vermoedelijke aard en beschikbare afbeeldingen van goederen (artikel 17, lid 4)
-
de mogelijkheid voor inspectie en monstername (artikel 19)
-
de verplichtingen die gelden voor houder van het besluit
-
het sanctiebeleid inzake niet nakomen verplichtingen
Verzoek door houder van besluit voor gedetailleerde informatie
Wanneer de houder van het besluit in zijn verzoek om douaneoptreden meteen heeft aangeven meer gedetailleerde informatie over de goederen te willen ontvangen, wordt deze informatie meteen met de kennisgeving kenbaar gemaakt. Team IER combineert dan stap 3 en stap 4 tot één handeling in stap 3.
Naar boven8.4 Stap 4: Informatie/monstername/inspectie
-
Binnen de 10 werkdagentermijn kan de houder van het besluit en de aangever of houder van de goederen bij Team IER een verzoek indienen om:
-
gedetailleerde informatie te verkrijgen (als dat niet in vorige stap is verstrekt).
-
inspectie van inbreukmakende goederen te laten plaatsvinden.
-
-
Binnen de 10 werkdagentermijn kan de houder van het besluit bij Team IER een verzoek indienen om een monster van inbreukmakende goederen (alleen namaak en piraterij) te verkrijgen.
-
Team IER brengt onmiddellijk vraagbaak IER op de hoogte van het verzoek.
-
De vraagbaak IER zorgt dat inspectie kan plaatsvinden binnen de 10 werkdagentermijn (of de eventuele verlenging wanneer een civielrechtelijke procedure wordt gestart).
-
De vraagbaak IER zorgt ervoor dat binnen de termijn een monster wordt overhandigd of verzonden aan de houder van het besluit. Het monster bevat de directe verpakking en de daarop aanwezige labels, stickers of andere kenmerken.
-
In geval van overhandiging van het monster:
-
wordt de ontvangstbevestiging in tweevoud opgemaakt.
-
tekent de houder van het besluit het ontvangstbewijs.
-
is één exemplaar voor de houder van het besluit en één voor het dossier van de Douane.
-
Het verzoek van de houder van het besluit voor een monster of een inspectie wordt gedaan aan Team IER. Team IER brengt binnen 1 werkdag de vraagbaak IER op de hoogte van het verzoek en stemt met deze de inwilliging van het verzoek af. Er is alleen afgifte van een monster mogelijk wanneer sprake is van nagemaakte of door piraterij verkregen goederen. Bij andersoortige inbreuken is het niet mogelijk dat de Douane op verzoek van de houder van het besluit monsters ter beschikking stelt.
Als aan Team IER (binnen de 10 werkdagentermijn) een verzoek is gedaan voor gedetailleerde informatie door de houder van het besluit, verstrekt Team IER binnen 1 werkdag (mits zij daarover beschikt) de volgende informatie:
-
namen en adressen van geadresseerde van de goederen
-
afzender en de aangever of de houder van de goederen
-
douaneregeling
-
oorsprong, herkomst en bestemming van de goederen.
-
informatie over waar en hoe die goederen worden opgeslagen en over de geraamde kosten van de opslag (uitgedrukt in eenheden zoals tijd, producten, volume, gewicht of dienst, al naargelang de omstandigheden van de opslag en de aard van de goederen).
De door de Douane verstrekte informatie mag door de houder van het besluit worden gebruikt om bij de aangever een overeenstemming te bereiken over de vernietiging (artikel 21, sub c). De houder van het besluit schendt een verplichting als hij de verstrekte informatie voor een ander doel gebruikt dan beschreven in de verordening.
Naar boven8.5 Stap 5: Reacties belanghebbenden
Team IER bewaakt de termijnen en beoordeelt of binnen de 10 werkdagentermijn de houder van het besluit heeft aangegeven dat:
-
er sprake is van inbreuk op een IE-recht én
-
hij instemming geeft met de vernietiging van goederen.
-
Zo nee: Team IER geeft de vraagbaak IER opdracht de goederen onmiddellijk vrij te geven.
-
Zo ja: Team IER beoordeelt of de aangever of de houder van de goederen binnen de termijn:
-
instemming heeft gegeven met de vernietiging van de goederen
-
geen reactie heeft gegeven
-
Als dat het geval is, kunnen de goederen vernietigd worden en volgt stap 7.
-
bezwaar heeft gemaakt tegen de vernietiging
Als dat het geval is volgt stap 6.
Met de kennisgeving (stap 3) begint de 10 werkdagentermijn waarbinnen een schriftelijke reactie moet worden gegeven (artikel 23). Voor bederfelijke goederen geldt een 3 werkdagentermijn. De termijnen beginnen de eerstvolgende werkdag na de dagtekening van de kennisgeving om 00.00 uur. Team IER bewaakt de termijnen.
De reactie aan Team IER kan zijn dat:
-
de houder van het besluit
-
aangeeft dat er sprake is van een inbreuk op een IE-recht
-
en
-
zijn instemming geeft met de vernietiging van de goederen
-
de aangever of de houder van de goederen
-
zijn instemming geeft met de vernietiging van de goederen
of
-
geen reactie binnen de termijn geeft
of
-
bezwaar maakt tegen de vernietiging
-
Als de houder van het besluit niet binnen de 10 werkdagentermijn aangeeft dat er sprake is van een inbreuk én instemt met de vernietiging, geeft de Douane de goederen vrij. Dit is alleen anders als de houder van het besluit (tijdig) aan Team IER heeft aangegeven dat hij een civielrechtelijke procedure voor de inbreuk gaat starten (artikel 23 lid 3). Het is ook mogelijk dat de houder van het besluit meteen aangeeft dat hij een civielrechtelijke procedure opstart en dus geen gebruik maakt van de verdere procedure. Daarvoor zal binnen de 10 werkdagentermijn aan Team IER bewijs moeten worden overgelegd om te voorkomen dat na afloop van deze termijn de Douane de goederen vrijgeeft.
Geen reactie aangever of houder van de goederen
Als de aangever of houder van de goederen binnen de 10 werkdagentermijn geen reactie geeft “mogen de douaneautoriteiten ervan uitgaan dat de aangever of de houder van de goederen bevestigt akkoord te gaan met de vernietiging van die goederen” (artikel 23, lid 1 sub c). Voor bederfelijke goederen geldt een 3 werkdagentermijn voor een reactie. Voor de Douane is deze vaststelling alleen relevant voor de voortzetting van de opschorting van de vrijgave. De Douane vernietigt geen goederen maar laat dit over aan de houder van het besluit of de aangever. Er zal een verzoek tot vernietiging bij de Douane moeten worden ingediend waarvoor de gebruikelijke douaneprocedures gelden.
Naar boven
8.6 Stap 6: Bezwaar aangever of houder van de goederen
Als de aangever of houder van de goederen bezwaar maakt, moet de houder van het besluit een civielrechtelijke procedure starten.
-
Team IER geeft binnen 1 werkdag aan de houder van het besluit door dat een bezwaar is ontvangen.
-
De houder van het besluit start binnen de 10 werkdagentermijn een civielrechtelijke procedure (of binnen 3 werkdagen als het bederfelijke goederen betreft).
-
Indien dat niet mogelijk is, doet de houder van het besluit een onderbouwd verzoek voor de verlenging van de termijn aan Team IER met maximaal 10 werkdagen
-
Geen verzoek binnen de 10 werkdagentermijn:
-
Team IER geeft opdracht aan de vraagbaak IER voor onmiddellijke vrijgave van de goederen
-
Team IER beoordeelt het nakomen van de verplichtingen (stap 8)
-
-
Wel verzoek binnen de 10 werkdagentermijn:
-
Team IER beoordeelt de onderbouwing van het verzoek
-
Team IER bepaalt de duur van de verlenging waarbinnen de civielrechtelijke procedure moet worden gestart.
-
-
-
Team IER verzendt het besluit over verlenging naar de houder van het besluit en aangever of houder van de goederen.
-
De houder van het besluit levert binnen de (verlengde) termijn het bewijs dat de civielrechtelijke procedure daadwerkelijk is gestart.
-
Geen bewijs: Team IER geeft opdracht aan de vraagbaak IER voor onmiddellijke vrijgave van de goederen als geen bewijs wordt geleverd binnen de termijn.
-
Wel bewijs: de schorsing vrijgave / vasthouding goederen duurt voort zolang de civielrechtelijke procedure loopt.
-
Als de aangever of houder van de goederen bij Team IER bezwaar maakt tegen de vernietiging van de goederen, wordt de houder van het besluit binnen 1 werkdag door Team IER daarvan op de hoogte gesteld. Binnen dezelfde termijn van 10 werkdagen moet de houder van het besluit dan vervolgens beslissen of hij een civiele procedure gaat starten. De houder van het besluit kan ook een deugdelijk onderbouwd verzoek doen voor verlenging van de termijn met maximaal 10 werkdagen.
Het niet opstarten van een civielrechtelijke procedure wordt beschouwd als het niet nakomen van een verplichting (artikel 16, lid 2 sub d). Alleen met een “geldige reden” kan de houder van het besluit het opstarten van een civielrechtelijke procedure achterwege laten zonder dat een sanctie wordt opgelegd.
Naar boven8.7 Stap 7: Einde procedure/vernietiging
Team IER informeert de vraagbaak IER over de afloop van de procedure en geeft ook aan of de goederen mogen worden vrijgegeven. Tot dat bericht blijft de vrijgave van de goederen opgeschort.
-
Team IER informeert de vraagbaak IER onmiddellijk dat de goederen binnen 1 werkdag moeten worden vrijgegeven wanneer de houder van het besluit:
-
niet binnen de 10 werkdagentermijn (of 3 werkdagen voor bederfelijke goederen) heeft aangegeven dat er sprake is van een inbreuk op een IE-recht én zijn instemming geeft met de vernietiging van de goederen.
-
niet binnen de 10 werkdagentermijn (of 3 werkdagen voor bederfelijke goederen) en geen verlenging van de termijn is verzocht, een civielrechtelijke procedure heeft gestart.
-
niet binnen de verlenging een civielrechtelijke procedure heeft gestart.
-
-
Team IER zoekt bevestiging dat opschorting van de vrijgave of de vasthouding van de goederen daadwerkelijk binnen 1 werkdag wordt beëindigd.
-
Wanneer binnen de 10 werkdagentermijn (of 3 werkdagen voor bederfelijke goederen) de aangever of houder van de goederen zijn instemming kenbaar maakt om de goederen te vernietigen of niet reageert (=veronderstelde instemming):
-
blijft de opschorting van de vrijgave of vasthouding van de goederen door de Douane gehandhaafd om verzoek voor vernietiging in te dienen.
-
Team IER informeert de belanghebbenden en de vraagbaken IER.
-
-
Wanneer een civielrechtelijke procedure wordt gestart:
-
houdt de houder van het besluit Team IER op de hoogte van de voortgang en resultaten.
-
blijft de opschorting van de vrijgave of de vasthouding van de goederen gedurende de civielrechtelijke procedure in stand.
-
geeft Team IER na afloop van de civielrechtelijke procedure de vraagbaak IER nadere instructies over de procedure.
-
De opschorting van de vrijgave wordt in afwachting van de daadwerkelijke vernietiging van de goederen, door de Douane voortgezet als de:
-
houder van het besluit aan Team IER schriftelijk heeft aangegeven dat er sprake is van inbreuk en zijn instemming geeft aan de vernietiging van de goederen
én
-
de aangever schriftelijk zijn instemming aan de vernietiging heeft gegeven of niet binnen de 10 werkdagen heeft gereageerd (stilzwijgende instemming).
De Douane geeft goederen vrij als:
-
de houder van het besluit niet binnen 10 werkdagentermijn reageert met een instemming dat de goederen inbreukmakend zijn én vernietigd mogen worden.
-
door aangever of houder van de goederen binnen 10 werkdagentermijn bezwaar is gemaakt én de houder van het besluit (binnen de 10 werkdagentermijn of de verlenging daarvan) geen civielrechtelijke procedure heeft opgestart.
Geen strafrechtelijk optreden wanneer procedure uit verordening tot vrijgave leidt
In die gevallen dat de toepassing van de procedures uit de verordening tot gevolg hebben dat de vermoedelijk inbreukmakende goederen worden vrijgegeven, wordt niet alsnog strafrechtelijk opgetreden op grond van vermoeden van een strafbaar feit inzake het schenden van een IE-recht.
Mededeling tot vernietiging
Om tot vernietiging te kunnen overgaan moet een mededeling tot vernietiging worden ingediend bij de Douane. Omdat de betrokken goederen een niet-unie status hebben, gelden voor de mededeling tot vernietiging de formele verplichtingen van het DWU (artikel 197). Op basis van die formele uitgangspunten moet een mededeling tot vernietiging worden ingediend en ondertekend door de “belanghebbende”
Een definitie voor de term belanghebbende wordt in de DWU niet gegeven. In het Handboek Douane, is dit begrip ingevuld en is de belanghebbende “de houder / eigenaar of de opslaghouder van de goederen. De belanghebbende moet de feitelijke en juridische beschikkingsmacht (al dan niet krachtens volmacht) hebben over de te vernietigen goederen”.
Het is verdedigbaar ook de houder van het besluit als belanghebbende te beschouwen met betrekking tot de feitelijke beschikkingsmacht. Van de aangever/houder van de goederen verkrijgt de houder van het besluit ofwel een schriftelijke instemming of een veronderstelde instemming voor de vernietiging van de goederen. Om deze reden wordt (ook) de houder van het besluit aangemerkt als belanghebbende voor het doen van een mededeling tot vernietiging.
8.8 Stap 8: controle nakoming verplichtingen en sancties
-
Team IER beoordeelt voor elke zaak die aan de houder van het besluit is doorgezet direct na de beëindiging of de toepasselijke verplichtingen zijn nagekomen.
-
Wanneer nadere informatie noodzakelijk is voor een juist feitenonderzoek en beoordeling voor het opleggen van een waarschuwing of een sanctie, verzoekt Team IER de houder van het besluit binnen 10 werkdagen na dagtekening van dit verzoek, deze nadere informatie te verstrekken.
-
Team IER neemt een besluit binnen 20 werkdagen na beëindiging van procedure of de afloop van de termijn om nadere informatie.
-
Wanneer Team IER oordeelt dat een verplichting is geschonden, beoordeelt Team IER of een sanctie wordt opgelegd.
-
Direct na ontvangst van de informatie of het verlopen van de termijn van 10 werkdagen, beoordeelt Team IER binnen 20 werkdagen of sprake is geweest van een schending van de verplichting en neemt daarover een besluit. Team IER maakt dit besluit kenbaar aan de houder van het besluit.
-
Indien de houder van het besluit voor de eerste keer één van de verplichtingen schendt:
-
Geeft Team IER de houder van het besluit één keer een waarschuwing.
-
De waarschuwing ziet op de geconstateerde schending en geldt tevens als waarschuwing voor alle andere mogelijke schendingen. Dit wordt ook op duidelijke wijze kenbaar gemaakt in de waarschuwingsbrief. Er wordt niet opnieuw een waarschuwing gegeven voor het schenden van een andere verplichting.
-
De waarschuwing heeft een looptijd van 3 jaar (vanaf dagtekening waarschuwing) voor de betreffende houder van een besluit. Na 3 jaar vervalt de waarschuwing.
-
Team IER registreert de waarschuwingen en bewaakt de termijn.
-
-
Als de houder van het besluit binnen 3 jaar wederom één van de verplichtingen niet nakomt, wordt een sanctie opgelegd (intrekking of schorsing besluit tot douaneoptreden).