Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

14.47.00 Vereenvoudigde procedures douanevervoer door de lucht

3 Gebruik elektronisch manifest

Voor gebruik van de regeling douanevervoer moet een aangifte in NCTS worden gedaan. Bij het gebruik van een elektronisch manifest wordt het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling (EDI) gebruikt als aangifte voor douanevervoer.
(artikel 39 en 233, lid 4, letter e DWU, 24, lid 2 en 27 OGVo. DWU)

Naar boven

3.1 Algemeen

Het gebruik van een elektronisch manifest als aangifte is alleen mogelijk voor luchtvaartmaatschappijen die daarvoor een vergunning hebben. Er moet sprake zijn van:

- een beduidend aantal vluchten die de luchtvaarmaatschappij uitvoert tussen lidstaten;

- de aanvrager moet de gegevens van het elektronische manifest beschikbaar stellen aan het douanekantoor van vertrek en bestemming.

De luchtvaartmaatschappij treedt op als aangever voor de regeling douanevervoer.

(artikel 27 lid 1 OGVo. DWU)

De algemene voorwaarden voor vergunningen vereenvoudigde procedures Uniedouanevervoer zijn beschreven in onderdeel 14.40.00 van dit Handboek.

Op grond van artikel 24, lid 2 OGVo. DWU hoeft geen zekerheid te worden gesteld bij deze vereenvoudiging.

Naar boven

3.2 Vergunning

Een vergunning voor het gebruik van de regeling Uniedouanevervoer door de lucht op basis van een elektronisch manifest kan in Nederland worden aangevraagd door in Nederland gevestigde luchtvaartmaatschappijen en door een buiten de EU gevestigde luchtvaartmaatschappij die beschikt over een regionaal kantoor in Nederland. De aanvraag moet via het EU Trader Portal worden gedaan.
(artikel 6 DWU )

De behandeling van aanvragen en afgifte van deze vergunningen is gecentraliseerd bij:

Belastingdienst/Douane/Schiphol/Cargo
Unit Klantmanagement
Postbus 3070
6401 DN Heerlen

Na ontvangst van de aanvraag informeert de Douane de lidstaten en EVA-landen waar de luchthavens van vertrek en bestemming zijn gelegen, over dit verzoek en vraagt of zij instemmen met gebruik van de vereenvoudigde procedure als bedoeld in artikel 319 GVo. of artikel 112 van Aanhangsel I bij de Overeenkomst.

De lidstaten en de EVA-landen moeten binnen 45 dagen eventuele bezwaren melden. Als er geen bezwaren zijn, krijgt de luchtvaartmaatschappij na deze 45 dagen de vergunning. De vergunning is geldig in alle betrokken lidstaten en EVA-landen, ongeacht de luchthaven van vertrek of bestemming.

(artikel 319 UVo.DWU)

Zo kan een nationale luchtvaartmaatschappij de vergunning gebruiken voor het vervoer van goederen van Nederland naar Griekenland, maar ook voor vervoer van Italië naar Nederland, als de luchthavens maar in de vergunning zijn genoemd. De vergunning is ook bruikbaar voor nationaal vervoer binnen een andere lidstaat.

De luchtvaartmaatschappij neemt zelf contact op met de douaneautoriteiten van de luchthavens van vertrek en bestemming om hen te informeren over het toepassen van de vergunning. Dit moet gebeuren ruimschoots voordat de vergunning wordt gebruikt. De luchtvaartmaatschappij maakt met de lokale Douane afspraken over de volgende zaken:

  • het systeem van gegevensuitwisseling

  • de toegang die de Douane tot dat systeem moet hebben

  • de plaats van de controles van de goederen

  • de plaats van de controles in de administratie van de luchtvaartmaatschappij

  • wie eventueel als vertegenwoordiger van de luchtvaartmaatschappij optreedt

De luchtvaartmaatschappij wordt als aangever aangemerkt en is aansprakelijk voor betaling van de douaneschuld en andere belastingschulden die voor de goederen kunnen ontstaan.

Een model van de vergunning gebruik elektronisch manifest is in het modellenboek opgenomen.

Naar boven

3.3 Elektronisch luchtvaartmanifest

Het elektronische luchtvaartmanifest voor de te vervoeren goederen geldt als aangifte voor douanevervoer. De luchtvaartmaatschappij moet dit manifest doorzenden vanaf de luchthaven van vertrek naar de luchthaven van bestemming.

(artikel 320 UVo. DWU)

Wanneer zowel onder de regeling extern als intern Uniedouanevervoer goederen worden vervoerd (vervoer naar niet-fiscale gebieden), verantwoord de luchtvaarmaatschappij deze goederen in hetzelfde manifest.

Let op!

Het Elektronisch luchtvaartmanifest is alleen een aangifte voor douanevervoer. In het voorkomend geval moet naast de vermelding “C” ook het bijbehorende bewijs van de douanestatus van Uniegoederen aanwezig zijn.

Gegevens in het manifest dat als aangifte voor douanevervoer dienst doet

Het manifest moet de volgende gegevens bevatten:

  • de naam van de luchtvaartmaatschappij die de goederen vervoert

  • het vluchtnummer

  • de datum van de vlucht

  • de naam van de luchthaven van lading (luchthaven van vertrek)

  • de naam van de luchthaven van lossing (luchthaven van bestemming)

En voor elke in het manifest vermelde zending:

  • het nummer van de luchtvrachtbrief (airwaybill)

  • het aantal colli

  • de gebruikelijke handelsbenaming van de goederen in voldoende nauwkeurige termen om de goederen te kunnen identificeren

  • de brutomassa

(artikel 47, lid 1, letter c t/m f en lid 2 OGVo. DWU)

De luchtvaartmaatschappij vermeldt naast elke post op het manifest de bij de goederen behorende status. Dit kan zijn:

  • T1 (extern Uniedouanevervoer)

  • T2F ( artikel 227 DWU en 188 GVo. DWU)

  • TD (reeds eerder onder een schorsingsregeling geplaatste goederen)

  • het teken "C" (gelijk aan T2L) voor goederen waarvan de Uniestatus kan worden aangetoond

  • het teken "X" (voor uit te voeren Uniegoederen die niet onder een regeling voor douanevervoer zijn geplaatst)

  • het teken "C" verwijst naar Uniegoederen die onderworpen zijn aan het systeem van de intra-unie transacties voor de heffing van omzetbelasting of aan het systeem van Intrastat, de statistiek voor het goederenverkeer tussen de lidstaten.

  • het teken "X" verwijst naar goederen waarvoor een aangifte ten uitvoer is gedaan. Het is hierbij niet van belang:

    • of de uitvoeraangifte is afgetekend voor het uitgaan uit de Unie en daarom niet bij het manifest gevoegd wordt

    • of dat de uitvoeraangifte niet is afgetekend voor het uitgaan uit de Unie en daarom bij het manifest gevoegd wordt

Let op!

Slechts die posten waarachter de vermelding T en T2F staan, bevinden zich onder de douaneregeling extern Uniedouanevervoer. De vermelding TD geeft aan dat de goederen zich al onder een schorsingsregeling bevinden, maar het elektronische manifest is dus niet de aangifte voor deze goederen!

(artikel 52, lid 2, letter c OGVo. DWU

Naar boven

3.4 Douane werkzaamheden op de luchthaven van vertrek

De Douane heeft geen directe handelingen te verrichten aan dit elektronisch manifest. De Douane op de luchthaven van vertrek kan echter verlangen dat de toepassing van de procedure vooraf (vóór het laden van het luchtvaartuig) bij haar wordt gemeld door overlegging van een print van het manifest (model opgesteld volgens de vereenvoudigde procedure) of anderszins. De Douane kan vervolgens besluiten de goederen fysiek te controleren. De goederen mogen niet eerder worden geladen en weggevoerd dan nadat de Douane daartoe toestemming heeft verleend.

Verlang eventueel bij het viseren dat de luchtvaartmaatschappij ter controle de op het manifest betrekking hebbende luchtvrachtbrieven overlegt.

Naar boven

3.5 Vereenvoudigingen Toegelaten afzender en Toegelaten geadresseerde

Als de luchtvaartmaatschappij een vergunning status Toegelaten afzender heeft mag deze zelf de manifesten als aangifte voor douanevervoer geldig maken. De luchtvaartmaatschappij moet binnen een bepaalde termijn een exemplaar van het manifest inleveren bij de douaneautoriteiten op de luchthaven van vertrek. In de vergunning status Toegelaten afzender zal deze termijn zijn vastgelegd.

Als de luchtvaartmaatschappij in het bezit is van een vergunning status Toegelaten geadresseerde volgt zij de wettelijke bepalingen van deze vereenvoudiging en hetgeen daarover in die vergunning is opgenomen.

Algemene informatie over deze vereenvoudigingen is opgenomen in onderdeel 14.45.00 van dit Handboek.

Naar boven

3.6 Douane werkzaamheden op de luchthaven van bestemming

De luchtvaartmaatschappij brengt de goederen aan bij de douaneautoriteiten op de luchthaven van bestemming en geven deze op verzoek inzicht in het elektronisch manifest.

Als douanemedewerker op de luchthaven van bestemming gaat u, wanneer u de aangebrachte goederen wil controleren, als volgt te werk:

  • Eis van de luchtvaartmaatschappij dat, naast een hardcopy van de manifesten die als aangifte voor douanevervoer dienen, alle luchtvrachtbrieven (airwaybills of house airwaybills) worden overgelegd die betrekking hebben op de in de aangifte vermelde goederen

  • Vergelijk de aangebrachte goederen met de goederen zoals vermeld op de hiervoor genoemde documenten

  • Eventuele verschillen geeft u door aan de douaneautoriteiten van het kantoor van vertrek
    (artikel 320 lid 4UVo. DWU en 52 lid 7 OGVo. DWU)

Naar boven

3.7 Zuivering

Bij toepassing van de vergunning gebruik elektronisch manifest is de regeling Uniedouanevervoer beëindigd wanneer de goederen bij de douaneautoriteiten van het kantoor van bestemming zijn aangebracht én wanneer deze douaneautoriteiten kunnen beschikken over het elektronisch manifest.

Naar boven