24.10.00 Douanevrijstellingen diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen en internationale organisaties
1 Inleiding vrijstellingen
Vrijstellingen zijn maatregelen die beogen goederen onder daarbij aangegeven omstandigheden bij het in het vrije verkeer brengen vrij te stellen van belastingen in verband met de aard of de bestemming van de goederen. Deze omschrijving kan worden toegepast bij vrijstellingen in internationale, Unie en nationale regelgeving.
Vrijstellingen zijn in het leven geroepen op grond van verschillende, onderling soms sterk uiteenlopende overwegingen, zoals economische, sociale, humanitaire, ideële en diplomatieke.
Naar boven1.1 Vrijstellingen invoerrechten
De vrijstellingen van invoerrechten vinden hun basis in internationale regelingen.
De vrijstellingen in het kader van de Europese Unie zijn nog niet geheel geharmoniseerd. Artikel 128 van Verordening (EG) nr. 1186/2009 geeft de lidstaten de mogelijkheid om, op grond van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer, het Verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen, andere consulaire overeenkomsten, of op grond van het Verdrag van New York inzake speciale missies, vrijstellingen te verlenen. Ook kunnen vrijstellingen worden verleend die vallen onder de gebruikelijke voorrechten die voortvloeien uit internationale overeenkomsten of zetelovereenkomsten, waarbij een derde land of een internationale organisatie partij is, of die worden verleend aan internationale vergaderingen.
In Nederland kunnen vrijstellingen worden verleend als het volkenrecht of het internationale gebruik daartoe aanleiding biedt.
De internationale basis daarvoor is gegeven in het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer en het Verdrag van Wenen inzake
consulaire betrekkingen. De Nederlandse wetgever heeft de bevoegdheid voor het verlenen van vrijstellingen overgedragen aan
"Onze Minister". Daaronder wordt verstaan de Minister van Financiën.
Op grond van artikel 1:1 van de Algemene douanewet is uitvoering aan deze bepalingen gegeven in hoofdstuk 7 van de Algemene douaneregeling.
Team Internationale Fiscale Behandeling (Team IFB) van Belastingdienst Particulieren, kantoor Den Haag, behandelt deze vrijstellingen.
(artikel 19 en artikel 20 Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003).
Naar boven1.2 Vrijstellingen omzetbelasting, accijns en verbruiksbelastingen
De Algemene douaneregeling bevat naast bepalingen over invoerrechten ook bepalingen over omzetbelasting, accijns en verbruiksbelastingen die worden geheven bij het brengen van goederen in het vrije verkeer of waarvoor vrijstelling kan worden verleend.
In een aantal gevallen wordt de vrijstelling van invoerrecht met dezelfde reikwijdte van toepassing verklaard voor de belastingen bij het in het vrije verkeer brengen. In enkele gevallen gelden bij omzetbelasting, accijns en verbruiksbelastingen andere vrijstellingen dan die voor invoerrechten.
(artikel 7:27 Algemene douaneregeling)
Voor het regelen van vrijstellingen bij het in het vrije verkeer brengen is respectievelijk in de omzetbelastingwetgeving,
de accijnswetgeving en de verbruiksbelastingenwetgeving volstaan met een delegatiebepaling aan de Minister van Financiën.
In deze wetgeving is opgenomen wanneer goederen voor vrijstelling van de betreffende belasting in aanmerking komen.
(artikel 21 Wet op de omzetbelasting 1968, artikel 69 Wet op de accijns, artikel 31 Wet op de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken)
De vrijstellingen van omzetbelasting, accijns en verbruiksbelastingen zijn nader uitgewerkt in onderdeel 2 Diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen en onderdeel 3 Internationale organisaties. De vrijstellingen van invoerrechten en belastingen worden bij het in het vrije verkeer brengen van goederen voor vrijstellingsgerechtigden verleend middels de aangifte Douane 39. De aangifte Douane 39 wordt behandeld in onderdeel 13.00.00 Het in het vrije verkeer brengen, onder 5.9 Ambassades, consulaten en internationale organisaties.
(artikel 7:10, lid 1, Algemene douaneregeling)
De vrijstelling van omzetbelasting en accijns, gebaseerd op artikel 39 AWR, zijn opgenomen in de artikelen 32 tot en met 40 Uitvoeringsregeling AWR. Deze vrijstellingen zijn uitgewerkt in het Beleidsbesluit van 23 juni 2022, nr. 2022-166914. De vrijstellingen voor omzetbelasting en accijns worden middels een verzoek om teruggaaf verleend aan vrijstellingsgerechtigden.
Team IFB behandelt deze vrijstellingen.
(artikel 19 en artikel 20 Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003).
Naar boven1.3 Immuniteiten
Het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer en het Verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen voorzien in immuniteiten van diplomatieke of (beroeps)consulaire vertegenwoordigingen en daaraan verbonden functionarissen.
Ook in oprichtingsverdragen, protocollen en zetelovereenkomsten van internationale organisaties worden immuniteiten opgenomen voor de organisaties en de functionarissen die daaraan zijn verbonden.
Diplomatieke of consulaire vertegenwoordigingen
De immuniteiten hebben bijvoorbeeld betrekking op het volgende:
-
onschendbaarheid van gebouwen en terreinen;
-
onschendbaarheid van goederen, archieven en documenten;
-
onschendbaarheid van diplomatieke of (beroeps)consulaire ambtenaren;
-
onschendbaarheid van rechtsmacht voor diplomatieke of (beroeps)consulaire ambtenaren;
-
onschendbaarheid van particuliere woningen, archieven en documenten van diplomatieke ambtenaren.
De immuniteiten voor honorair consulaire ambtenaren zijn minder uitgebreid dan die voor diplomatieke of beroepsconsulaire
ambtenaren.
(Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer en Verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen)
Internationale organisaties
De immuniteiten van internationale organisatie verschillen en hebben bijvoorbeeld betrekking op het volgende:
-
onschendbaarheid van gebouwen en terreinen;
-
onschendbaarheid van goederen, archieven en documenten;
-
onschendbaarheid van rechtsmacht voor de medewerkers.
In de verdragen, protocollen en zetelovereenkomsten worden soms aan bepaalde medewerkers immuniteiten toegekend die op grond van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer aan leden van diplomatieke vertegenwoordigingen van vergelijkbare rang worden verleend.
Naar boven1.4 Gelijkstelling functionarissen van internationale organisaties
Op grond van een internationale overeenkomst kunnen aan functionarissen van internationale organisaties dezelfde fiscale privileges worden verleend als aan vertegenwoordigers van vergelijkbare rang van diplomatieke of consulaire vertegenwoordigingen in Nederland.
De op diplomatieke en consulaire ambtenaren van toepassing zijnde voorwaarden en procedures worden overeenkomstig toegepast. De vrijstellingen zijn van overeenkomstige toepassing op inwonende gezinsleden van deze functionarissen.
Functionarissen van internationale organisaties hebben de AO- of de BO-status. Functionarissen met de AO-status worden gelijkgesteld aan diplomatieke vertegenwoordigers van landen op de A-lijst.
Functionarissen met de BO-status worden in beginsel gelijkgesteld aan het administratief, technisch en bedienend personeel (hierna: ATB-personeel) van een diplomatieke- of consulaire vertegenwoordiging op de B-lijst.
Particuliere bedienden in dienst van functionarissen komen niet in aanmerking voor diplomatieke vrijstellingen. Ten aanzien van functionarissen van bepaalde internationale organisaties kunnen op basis van de van toepassing zijnde internationale overeenkomst, afwijkende regels gelden.
Naar boven1.5 Wederkerigheid
Bepaalde vrijstellingen worden slechts verleend indien het land waaruit een diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging of diplomatieke of consulaire ambtenaar afkomstig is, een vergelijkbare vrijstelling verleent aan Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordigingen of ambtenaren die in dat land verblijven. In dat verband wordt gesproken over wederkerigheid.
De eis van wederkerigheid geldt voor de vrijstelling bij het persoonlijk gebruik van alcoholhoudende producten. Er wordt geen vrijstelling (meer) verleend voor tabaksproducten.
Diplomatieke of consulaire vertegenwoordigingen
De Directie Protocol en Gastlandzaken (DPG) van het Ministerie van Buitenlandse toetst de wederkerigheid per land. Landen waarbij sprake is van wederkerigheid worden op de zogenoemde A-lijst geplaatst, de andere landen op de B-lijst.
Diplomatieke of consulaire vertegenwoordigingen en diplomatieke of consulaire ambtenaren van een land op de A-lijst kunnen aanspraak maken op de vrijstellingen die zijn opgenomen in het A-pakket (het Wenen-pluspakket).
Diplomatieke of consulaire vertegenwoordigingen en diplomatieke of consulaire ambtenaren van een land op de B-lijst kunnen aanspraak maken op de vrijstellingen die zijn opgenomen in het B-pakket (het Wenen-sec pakket).
Internationale organisaties
Functionarissen van internationale organisaties hebben de AO- of de BO-status. Voor functionarissen met de AO-status wordt aan de voorwaarde van wederkerigheid geacht te zijn voldaan.
Ten aanzien van functionarissen met de BO-status is dit niet het geval.
Ten aanzien van de internationale organisaties zelf speelt wederkerigheid geen rol. In de betreffende internationale overeenkomst is expliciet vastgelegd op welke vrijstellingen de internationale organisatie recht heeft.
Naar boven1.6 Redelijke hoeveelheden
De vrijstellingen worden verleend voor redelijke hoeveelheden. Voor de invulling van dit begrip zijn voor verschillende goederen quota gesteld. Deze quota zijn opgenomen in bijlage 1 en gebaseerd op het Beleidsbesluit van 23 juni 2022, nr. 2022-166914.
Deze quota gelden voor alle vrijstellingsgerechtigden voor de totale hoeveelheid van met vrijstelling aangeschafte/ingevoerde goederen. Voor goederen waarvoor geen quota zijn gesteld worden de redelijke hoeveelheden op individuele basis beoordeeld.
Het aantal met vrijstelling aan te schaffen/in te voeren motorrijtuigen hangt samen met de omvang van de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging of internationale organisatie (officieel gebruik) en van de status van de betrokken medewerker (persoonlijk gebruik).
1.7 Registratie aangemelde en toegelaten personen
De DPG bepaalt het beleid voor de toelating, de toekenning van de status en de registratie van diplomatieke of consulaire ambtenaren en functionarissen van internationale organisaties, hun inwonende gezinsleden en hun particuliere bedienden.
Toegelaten personen ontvangen een door de DPG afgegeven identiteitsbewijs.
Diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen en internationale organisaties melden deze personen aan bij de DPG. DPG zendt de aanmeldingen van de toegelaten personen toe aan Team IFB.
Uitwisseling van informatie tussen de DPG en Team IFB over de aan- en afmeldingen en (eventuele wijzigingen van) nationaliteit, status, burgerlijke staat of adres gaat via de Protocollaire Basisadministratie (hierna: PROBAS).
Aan de hand van PROBAS en de aanmeldingen beoordeelt u of aanspraak op vrijstellingen bestaat. Als in verband met toepassing van vrijstellingen, bijvoorbeeld over inwonende gezinsleden, onduidelijk zou zijn of een bepaalde persoon al dan niet is toegelaten of afgemeld, neemt Team IFB hierover contact op met de DPG.
Naar boven