Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

15.50.00 Douane-entrepots

4 Gebruikelijke behandelingen

4.1 Gebruikelijke behandelingen tijdens de opslag

Goederen die onder de regeling douane-entrepot zijn geplaatst, kunnen gebruikelijke behandelingen ondergaan:

  • om ze in goede staat te bewaren;

  • ter verbetering van de presentatie of handelskwaliteit; of

  • ter voorbereiding van de distributie of wederverkoop.

(artikel 220 DWU)

De toegestane gebruikelijke behandelingen zijn vastgesteld in bijlage 71-03 GVo.DWU.
(artikel 180 GVo.DWU)

Zie voor de lijst van de toegestane gebruikelijke behandelingen bijlage 1 van dit onderdeel.

Let op!

De in deze bijlage opgenomen gebruikelijke behandelingen mogen niet tot gevolg hebben dat de behandeling leidt tot een indeling onder een andere achtcijfercode van de GN, tenzij dit expliciet is toegestaan.

Let op!

Moeten goederen een behandeling ondergaan die verder gaat dan de gebruikelijke behandelingen als genoemd in bijlage 71-03 GVo.DWU? Dan kan deze behandeling niet plaatsvinden onder de regeling douane-entrepot. Deze behandeling kan misschien wel plaatsvinden onder de regeling actieve veredeling.

Zie voor informatie over de regeling actieve veredeling onderdeel 16.00.00 van dit Handboek.

Let op!

De behandelingen mogen ook niet leiden tot een ongerechtvaardigd voordeel op het gebied van de invoerrechten.

Zie voor informatie hierover bijlage 1 van dit onderdeel.

Gebruikelijke behandelingen kunnen onder de regeling douane-entrepot plaatsvinden zonder toestemming van de Douane. In de aanvraag van een vergunning douane-entrepot moet wel worden opgenomen welke gebruikelijke behandelingen de vergunninghouder wil verrichten. De Douane moet namelijk kunnen beoordelen of inderdaad sprake is van een gebruikelijke behandeling.

In de vergunning douane-entrepot (gegevenselement 37 05 … bijlage A GVo.DWU) moet het soort gebruikelijke behandelingen worden vermeld en worden verwezen naar de relevante punten in bijlage 71-03 GVo.DWU.

De vergunninghouder moet in zijn administratie de gegevens over de gebruikelijke behandelingen vermelden en in voorkomend geval de nieuwe tariefindeling die uit deze gebruikelijke behandelingen voortvloeit.
(artikel 178, lid 1 letter g GVo.DWU)

Voor een aantal gebruikelijke behandelingen volgt hierna een nadere toelichting.

Toevoegen van goederen (punt 12 van bijlage 71-03 GVo.DWU)

Als gebruikelijke behandeling is onder punt 12 van bijlage 71-03 GVo.DWU toegestaan: het toevoegen van goederen of toevoeging of vervanging van bijkomende componenten zolang deze toevoeging of vervanging relatief beperkt is en slechts bedoeld is om aan technische eisen te voldoen en de aard of de prestaties van de oorspronkelijke goederen hierdoor niet worden gewijzigd of verbeterd, ook indien dit tot indeling van de toegevoegde of vervangende goederen onder een andere achtcijfercode van de GN leidt.

Het is onder punt 12 van bijlage 71-03 GVo.DWU niet toegestaan dat goederen met elkaar worden gemengd. Het toegevoegde goed moet namelijk altijd als zodanig te identificeren blijven en moet ook weer verwijderd kunnen worden. De behandeling van vloeistoffen onder dit punt is dus niet toegestaan omdat daar altijd vermenging plaatsvindt. Het is onder dit punt ook niet toegestaan om een kleurstof of additief toe te voegen aan een vloeistof.

Onder technische vereisten wordt verstaan:

  • vereisten die in Unievoorschriften of nationale wetgeving aan goederen worden gesteld voordat zij in het vrije verkeer worden gebracht, zoals vereisten op het terrein van veiligheid, gezondheid en milieu;

  • technische vereisten van de zijde van de fabrikant of de afnemer zoals die in verband met een verdere distributie van de goederen.

Denatureren (punt 21 van bijlage 71-03 GVo.DWU)

Als gebruikelijke behandeling is onder punt 21 van bijlage 71-03 GVo.DWU toegestaan: het denatureren, ook indien dit tot indeling onder een andere achtcijfercode van de GN leidt.

Het is mogelijk om ethanol (GN-code 2207.1000) te denatureren als gebruikelijke behandeling onder de regeling douane-entrepot, mits deze behandeling wordt verricht om de ethanol in goede staat te bewaren, ter verbetering van de presentatie of handelskwaliteit van de ethanol of ter voorbereiding van de distributie of wederverkoop van de ethanol. Het eindproduct van de gebruikelijke behandeling is dan gedenatureerde ethanol (GN-code 2207.2000).

Wordt om een andere reden ethanol gedenatureerd, dan is geen sprake van een gebruikelijke behandeling en mag dus niet gedenatureerd worden onder de regeling douane-entrepot. U kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan een situatie waarbij het denatureren van ethanol een eerste stap is in een productieproces.

Voorbeeld

Ethanol wordt in hetzelfde bedrijf in twee stappen verwerkt tot ruitensproeivloeistof. Stap 1 van het productieproces is het denatureren van ethanol. Stap 2 van het productieproces is dat aan de gedenatureerde ethanol vervolgens op specificatie van de afnemer bepaalde ingrediënten worden toegevoegd. Het eindproduct is ruitensproeivloeistof.

Stap 1 kan in dit geval niet als gebruikelijke behandeling onder de regeling douane-entrepot plaatsvinden.

Het denatureren heeft nu niet als doel om de ethanol in goede staat te bewaren, de verbetering van de presentatie of handelskwaliteit van de ethanol of de voorbereiding van de distributie of wederverkoop van de ethanol. Het denatureren heeft namelijk als doel het vervaardigen van een tussenproduct als eerste stap in een productieproces van hetzelfde bedrijf.

Denatureren van ethanol houdt in dat de tariefindeling moet verschuiven van GN-code 2207.1000 naar GN-code 2207.2000. Iedere behandeling die leidt tot een ander product kan niet worden beschouwd als denatureren van ethanol en kan niet plaatsvinden als gebruikelijke behandeling onder de regeling douane-entrepot. Deze behandeling kan misschien wel plaatsvinden onder de regeling actieve veredeling.

Denatureren aan boord van een schip

Het is mogelijk om te denatureren aan boord van een schip dat aan de kade ligt. Een schip dat is afgemeerd aan de loswal kan deel uitmaken van een douane-entrepot. De goederen die onder de regeling douane-entrepot zijn geplaatst kunnen als gevolg daarvan in het schip gebruikelijke behandelingen ondergaan. De kade moet dan wel zijn opgenomen in de vergunning douane-entrepot.

Naar boven

4.2 In het vrije verkeer brengen na gebruikelijke behandelingen

Zie voor informatie over de berekening van het bedrag aan invoerrechten bij in het vrije verkeer brengen na gebruikelijke behandelingen hoofdstuk 10 van dit onderdeel.

Naar boven