31.00.00 Terugbetaling en kwijtschelding
8 Terugbetaling van accijns, omzetbelasting en verbruiksbelastingen bij invoer
Zoals al eerder is opgemerkt is de Unie-rechtelijke wetgeving ook geldig verklaard voor de nationale heffingen bij invoer:
-
voor accijns in artikel 62 Wet op de accijns;
-
voor omzetbelasting in artikel 22 Wet op de omzetbelasting 1968;
-
voor verbruiksbelastingen in artikel 26 Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken
-
voor de kolenbelasting in artikel 41 Wet belastingen op milieugrondslag.
Een verzoek dat betrekking heeft op nationale heffingen bij invoer kan echter niet worden voorgelegd aan de Commissie op grond van artikel 116, lid 3 DWU. De Commissie is niet bevoegd om over die heffingen te beslissen.
Als het geval wordt voorgelegd omdat er ook invoer- of uitvoerrechten bij betrokken zijn, dan wordt de beslissing van de Commissie doorgaans overgenomen ( artikel 9:1, lid 2 Algemene douaneregeling). Als het geval uitsluitend betrekking heeft op nationale heffingen bij invoer, dan zijn er twee mogelijkheden:
-
De inspecteur beslist zelf als hij bij overeenkomstige toepassing van artikel 116, lid 3 DWU zelf had mogen beslissen als er invoer- of uitvoerrechten in het geding geweest zouden zijn.
-
De inspecteur beslist na overleg met de Landelijk coördinator Rem/Rep, als hij bij overeenkomstige toepassing van artikel 116, lid 3 DWU de zaak aan de Commissie had moeten voorleggen als er sprake zou zijn geweest van invoer- of uitvoerrechten.
8.1 Besluiten welke door de Directeur-Generaal Belastingdienst namens de Staatssecretaris van Financiën zijn genomen
In het Besluit van 13 november 2007/Nr. CPP2007/1150M (Staatscourant 22 november 2007, nr. 227) is met betrekking tot de kwijtschelding of teruggaaf van omzetbelasting bij invoer het volgende opgenomen:
Naar boven8.1.1 Kwijtschelding of teruggaaf van omzetbelasting
Algemeen
De inspecteur heeft de mogelijkheid om de bij invoer verschuldigde omzetbelasting kwijt te schelden of daarvan teruggaaf te verlenen (zie artikel 22, lid 2, van de wet O.B., juncto artikel 110a, Douaneregeling (noot: inmiddels vervangen door artikel 9:1 Algemene douaneregeling). Aan deze mogelijkheid van kwijtschelding of teruggaaf komt beperkte betekenis toe. Alleen bij toepassing van artikel 22, eerste lid, van de Wet O.B. en wanneer geen aftrek van de omzetbelasting bij invoer mogelijk is, is de kwijtschelding of teruggaaf van feitelijk belang. Bijvoorbeeld bij de invoer van goederen door particulieren of ondernemers die geen belasting bij invoer in aftrek kunnen brengen. Het gaat om de gevallen waarin op grond van het CDW aanspraak op terugbetaling of kwijtschelding van rechten bij invoer bestaat of zou bestaan (zie de artikelen 236 tot en met 241, van het CDW; noot: inmiddels vervangen door de artikelen 116 tot en met 123 DWU). De Douane verleent de kwijtschelding of teruggaaf. In beginsel houdt de Douane geen rekening met de mogelijke aftrek op de binnenlandse aangifte door de ondernemer voor wie de goederen zijn bestemd. Deze aangifte komt immers niet ter kennis van de Douane. Als de kwijtschelding of de teruggaaf wordt verleend, komt deze belasting niet in aanmerking voor aftrek op de voet van artikel 15 (zie artikel 22, lid 3, van de wet O.B.). Om te voorkomen dat teveel omzetbelasting in aftrek wordt gebracht moet de ondernemer voor wie de goederen zijn bestemd daarvoor aan de Douane een ondertekende en gedateerde verklaring afgeven. In deze verklaring neemt de ondernemer uitdrukkelijk op dat hij de kwijt te schelden of terug te geven omzetbelasting niet in aftrek brengt of zal brengen. Als de ondernemer de omzetbelasting al in aftrek heeft gebracht, neemt hij in de verklaring op dat hij de omzetbelasting terugbetaalt over het aangiftetijdvak waarin de kwijtschelding of de teruggaaf wordt verleend.
Ondernemers maken voor het vervullen van de douaneformaliteiten vaak gebruik van een douane-expediteur of een vertegenwoordiger als bedoeld in het CDW (zie artikel 5 van het CDW; noot: inmiddels vervangen door artikel 18 DWU) en/of de fiscaal vertegenwoordiger als bedoeld in artikel 33g van de wet O.B. Die douane-expediteur of vertegenwoordiger neemt de verschuldigde omzetbelasting op in een afrekening. De ondernemer voor wie de goederen zijn bestemd, gebruikt deze afrekening normaliter om zijn recht op aftrek van omzetbelasting aan te tonen. Om te voorkomen dat teveel omzetbelasting in aftrek wordt gebracht, moet de Douane naast de hiervoor bedoelde verklaring van de ondernemer beschikken over een ondertekende en gedateerde verklaring van de douane-expediteur of de vertegenwoordiger voordat de kwijtschelding of teruggaaf wordt verleend. In die verklaring geeft de douane-expediteur of de vertegenwoordiger aan dat de kwijt te schelden of terug te geven omzetbelasting niet in een afrekening is of wordt opgenomen. Als de omzetbelasting al in een afrekening is opgenomen, dan neemt de douane-expediteur of de vertegenwoordiger in de verklaring op dat hij een gecorrigeerde afrekening uitreikt.
Naar boven8.1.2 Kwijtschelding of teruggaaf bij weigering van de goederen
Eén van de mogelijkheden om kwijtschelding of teruggaaf te verlenen betreft het geval dat de importeur de goederen weigert omdat zij gebreken vertonen of omdat zij niet in overeenstemming zijn met de bepalingen van het contract. De goederen worden dan vaak geleverd aan een nieuwe afnemer die in Nederland woont of is gevestigd. Over deze levering is de buitenlandse afzender in Nederland omzetbelasting verschuldigd (zie artikel 5, eerste lid, onderdeel a, in samenhang met artikel 12, eerste lid, van de wet O.B.). De buitenlandse afzender moet die omzetbelasting op aangifte voldoen. Voor het verkrijgen van de aangifte moet hij zich wenden tot de voor buitenlandse ondernemers bevoegde inspecteur (Belastingdienst Limburg/kantoor Heerlen). Op de aangifte kan hij de bij invoer betaalde omzetbelasting in aftrek brengen. Het is ook mogelijk dat de omzetbelasting wordt geheven van de nieuwe binnenlandse afnemer (de zogenaamde verlegging van de belastingheffing bedoeld in artikel 12, derde lid, van de wet O.B.). De buitenlandse afzender zou dan aangifte moeten doen om teruggaaf van de bij invoer betaalde omzetbelasting te verkrijgen (zie artikel 33, lid 2, van de wet O.B., juncto artikel 30a uitvoeringsbeschikking O.B.). Om de administratieve lasten voor de buitenlandse afzender te minimaliseren keur ik het volgende goed.
8.1.3 Goedkeuring
Als de belastingheffing bij de levering van de geweigerde goederen wordt verlegd naar een nieuwe binnenlandse afnemer, keur
ik goed dat de Douane aan de buitenlandse afzender kwijtschelding of teruggaaf verleent alsof de goederen zijn uitgevoerd.
Om te voorkomen dat teveel omzetbelasting wordt kwijtgescholden of teruggegeven stel ik als voorwaarde dat de buitenlandse
afzender verklaart dat hij de omzetbelasting bij invoer niet terugvraagt bij de Belastingdienst Limburg/kantoor Heerlen.
Als de buitenlandse afzender gebruikt maakt van een douaneexpediteur of vertegenwoordiger moet de Douane bovendien beschikken
over de verklaring van de douane-expediteur of vertegenwoordiger als is bedoeld in onderdeel Algemeen hiervóór.