Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

31.00.00 Terugbetaling en kwijtschelding

4 Terugbetaling op grond van artikel 116, lid 1, onderdeel b DWU

In hoofdstuk 2 staan de algemene procedure en de ambtelijke werkzaamheden voor een verzoek om terugbetaling. In dit hoofdstuk staat informatie die specifiek betrekking heeft op verzoeken om terugbetaling die betrekking hebben op artikel 116, lid 1, onderdeel b DWU.

Naar boven

4.1 Algemeen

Artikel 116, lid 1, onderdeel b jo artikel 118 DWU geeft de mogelijkheid terugbetaling te verlenen wanneer goederen door de importeur zijn geweigerd omdat zij gebreken vertoonden of niet in overeenstemming waren met de bepalingen van het contract op grond waarvan zij zijn ingevoerd.

In deze paragraaf komen aan de orde:

  • gevallen waarbij terugbetaling wordt verleend;

  • gevallen waarbij geen terugbetaling wordt verleend.

Naar boven

4.1.1 Gevallen waarbij terugbetaling wordt verleend

Terugbetaling op grond van 116, lid 1, onderdeel b jo artikel 118 DWU wordt verleend indien de importeur de goederen heeft geweigerd omdat zij op het tijdstip van de vrijgave gebreken vertoonden (of vóór de vrijgave beschadigd zijn) of niet in overeenstemming waren met de bepalingen van het contract op grond waarvan de invoer heeft plaatsgevonden.

Het begrip „goederen die gebreken vertonen” omvat – in de betekenis die dit begrip gewoonlijk heeft in de omgangstaal – goederen die niet de eigenschappen bezitten die men, gelet op de aard van deze goederen en alle relevante omstandigheden, gerechtigd is te verwachten. Met de uitdrukking „die gebreken vertonen” worden dus goederen benoemd die niet de vereiste eigenschappen bezitten of die onvolmaakt zijn. (HvJ EU, zaak C-661/15).

Voor terugbetaling op grond van artikel 118 DWU gelden de volgende voorwaarden:

  • De gebreken aan de goederen (of andere redenen waarom goederen niet aan het contract voldoen) bestonden op het moment dat de goederen zijn vrijgegeven.

  • De goederen zijn niet gebruikt. Een begin van gebruik is wel toegestaan als dat nodig was om vast te stellen dat de goederen gebreken vertoonden of anders niet voldeden aan het contract.

  • Er wordt aangetoond dat:

    1. de goederen uit het douanegebied van de Unie zijn gebracht of;

    2. de goederen zijn geplaatst onder de regeling:

  • actieve veredeling, vernietiging daaronder begrepen of;

  • onder de regeling douane-entrepot of;

  • onder de regeling extern douanevervoer of;

  • onder de regeling vrije zone. Nederland kent geen vrije zone.

De goederen worden beschouwd als niet-Uniegoederen zodra zij het douanegebied van de Unie verlaten, of onder de regeling actieve veredeling, extern douanevervoer, douane-entrepot of vrije zone zijn geplaatst (artikel 154 DWU). De uitvoer of de vernietiging moet onder douanetoezicht plaatsvinden. In vak 44 van de aangifte ten uitvoer dient ‘verzoek om terugbetaling DWU’ en code 95022 te worden vermeld. In geval van vernietiging zal in het tweede deelvak van vak 37 van de douaneaangifte tot plaatsing onder de regeling actieve veredeling code 202 ‘vernietiging van goederen binnen de AV regeling’ moeten worden vermeld. Wanneer de uitvoer of de vernietiging niet onder douanetoezicht heeft plaatsgevonden kan in sommige gevallen toch terugbetaling plaatsvinden, mits aan alle overige voorwaarden van artikel 118 DWU is voldaan. Terugbetaling vindt dan niet plaats op grond van artikel 116, lid 1, onderdeel b DWU maar op grond van artikel 116, lid 1 onderdeel d DWU jo artikel 180 UVo.DWU. Zie voor de voorwaarden paragraaf 6.1.2 van dit onderdeel van het Handboek.

Naar boven

4.1.2 Gevallen waarbij geen terugbetaling wordt verleend

In de volgende gevallen wordt geen terugbetaling verleend:

  1. Voorafgaande proefnemingen
    De goederen waren voorafgaand aan de aangifte voor het vrije verkeer onder een bijzondere regeling voor proefnemingen geplaatst.

    Wanneer echter tijdens de proefneming normaal gesproken niet kon worden ontdekt dat de goederen gebreken vertonen of niet in overeenstemming waren met het contract, dan kan terugbetaling worden verleend. Wel zal ten genoege van de inspecteur moeten worden aangetoond dat de gebreken niet normaal tijdens de proefnemingen hadden kunnen worden ontdekt.
    (artikel 118, lid 3, onderdeel a DWU)

  2. Incalculatie bij de prijs
    In het contract op grond waarvan de goederen zijn ingevoerd, met name bij de overeengekomen prijs, is rekening gehouden met de gebreken.
    (artikel 118, lid 3, onderdeel b DWU)

  3. Al verkochte goederen
    De goederen werden door de importeur verkocht nadat was geconstateerd dat zij gebreken vertoonden of niet in overeenstemming waren met de bepalingen van het contract.
    (artikel 118, lid 3, onderdeel c DWU)

    Risico importeur
    Goederen kunnen worden uitgevoerd op grond van omstandigheden die volgens algemeen handelsgebruik voor het risico van de importeur komen. Dan is er geen sprake van een gebrek of niet voldoen aan het koopcontract in de zin van artikel 118 DWU. Ook als de importeur en verkoper afspraken maken die afwijken van het normale handelsgebruik, bestaat er geen recht op terugbetaling.

    Omstandigheden die voor het risico van de importeur komen zijn bijvoorbeeld:

    • Goederen worden uitgevoerd omdat zij onverkoopbaar blijken door gebrek aan afnemers.

    • Een machine wordt uitgevoerd zonder gebruikt te zijn omdat de markt voor de goederen die met zo’n machine zijn vervaardigd niet gunstig is.

    • Goederen worden uitgevoerd, omdat zij na de invoer zijn bedorven, zonder dat is komen vast te staan dat dit bederf een gevolg is van fouten of gebreken die de goederen al op de dag van invoer bezaten.

Naar boven

4.1.3 Termijn indiening verzoek

Het verzoek om terugbetaling op basis van artikel 116, lid 1, onderdeel b jo artikel 118 DWU moet worden ingediend binnen één jaar na mededeling van het verschuldigde bedrag aan de belanghebbende.

De inspecteur kan in uitzonderingsgevallen toestaan dat deze termijn wordt overschreden wanneer de belanghebbende naar behoren aantoont dat er sprake is van niet te voorziene omstandigheden of overmacht.

Het verzoek wordt afgewezen, als het na het verstrijken van de termijn is ingediend en er geen redenen aanwezig zijn om de termijn te verlengen.

Naar boven