11.00.00 Tijdelijke opslag van goederen
15 Verplaatsen van tijdelijk opgeslagen goederen naar een plaats van onderzoek of in verband met monsterneming
Wanneer de douane onderzoek en/of monsterneming van de goederen nodig oordeelt mogen de goederen daarvoor verplaatst worden. In de administratie van de vergunninghouder moet deze verplaatsing vastgelegd zijn. Om te worden geïnformeerd over het feitelijke moment van verplaatsen (de uitslag uit de opslagruimte) kan de inspecteur in de vergunning of toestemming opnemen dat hij hierover wordt geïnformeerd.
De goederen behouden tijdens het vervoer naar een controlelocatie en de controle aldaar de status van 'goederen in tijdelijke opslag (TO)'. Het regime TO wordt niet verlaten. De houder van de Vergunning ruimte voor tijdelijke opslag (RTO) is op basis van 147 lid 3 DWU verantwoordelijk voor het niet onttrekken van de goederen in TO aan douanetoezicht en het nakomen van alle verplichtingen die voortvloeien uit de TO. Het niet-naleven van deze verplichtingen levert een douaneschuld op (79 DWU).
Met betrekking tot het verplaatsen van de goederen van de RTO naar de controlelocatie heeft de Douane naast de houder van de Vergunning RTO ook te maken met de indiener van de aangifte tot tijdelijk opslag (ATO). Met de indiener van de ATO worden door de Douane afspraken gemaakt om de goederen te laten verplaatsen naar de controlelocatie. De reden waarom de Douane in dit geval afspraken maakt met de indiener van de ATO, is artikel 189 en het 'koppelartikel' 145 lid 7 van het DWU. Artikel 189 van het DWU ziet op verificatie van de aangifte. Artikel 145 lid 7 van het DWU schrijft voor dat artikel 189 van het DWU ook van toepassing is op de ATO.
Artikel 189 lid 1 van het DWU bepaalt dat het vervoer door de aangever (in dit geval door de indiener van de ATO) wordt verricht/geregeld en dat alle handelingen die noodzakelijk zijn ook onder zijn verantwoordelijkheid worden verricht. Eventuele kosten worden op de indiener verhaald.