10.06.00 Wapens en munitie
10 Informatie-uitwisseling en adresgegevens
10.1 Geheimhoudingsplicht
De Douane heeft een geheimhoudingsplicht en mag niet zomaar gegevens en inlichtingen verstrekken. De Adw geeft een aanvulling op deze mogelijke gegevensuitwisseling met Nederlandse overheids- en semi-overheidsinstellingen (Adw, artikel 1:33, lid 3).
De Douane mag informatie verstrekken als het gaat om gegevens en inlichtingen die de Douane en deze instellingen nodig hebben om hun taak - waarop de Adw betrekking heeft - uit te voeren. Neem bij twijfel altijd contact op met de BFC-er.
De Douane kan informatie verstrekken aan andere diensten voor zover die ook met de uitvoering en handhaving van een specifieke regeling zijn belast. De uit te wisselen informatie moet uiteraard van belang zijn voor de juiste uitvoering van die specifieke regeling.
Naar boven10.2 Informatie verstrekken bij opsporing
Als andere opsporingsinstanties zoals de politie belangstelling hebben voor een bepaalde goederenzending waarin zich mogelijk wapens en munitie bevinden, dan kunnen zij contact opnemen met het DIC. Soms nemen andere opsporingsinstanties in spoedeisende gevallen rechtstreeks contact op met een douanekantoor. De douanemedewerker zorgt er dan voor dat de opsporingsinstantie in contact wordt gebracht met de DIC of de BFC-er. Als het OM informatie nodig heeft, dan verlopen de contacten via de BFC-er.
Het DIC kan nagaan of de betreffende zending al was geselecteerd voor nader onderzoek door de Douane of dat deze selectie alsnog moet plaatsvinden. Als er een redelijk vermoeden bestaat dat een zending wapens en munitie bevat, neemt het DIC in overleg met de BFC-er contact op met de politie en draagt het onderzoek aan hen over. De politie neemt vervolgens contact op met de betreffende unit van de Douane om eventuele afspraken te maken over de behandeling van de zending.
Als de analyse van het DIC niet zodanige informatie oplevert dat er sprake is van een objectief redelijk vermoeden van een strafbaar feit, maakt het DIC een controleopdracht.
Naar boven10.3 Wederzijdse bijstand
De bepalingen van Verordening 515/97 over de wederzijdse bijstand en administratieve samenwerking gelden ook, voor zover van toepassing, voor de Verordening 111/2005 (Verordening 111/2005, artikel 27). Elke lidstaat deelt de andere lidstaten en de Commissie de namen mee van de bevoegde instanties die zijn aangewezen om zich met elkaar in verbinding te stellen. Het DIC vervult een centrale rol bij de informatie-uitwisseling tussen de douaneautoriteiten van de lidstaten.
Naar boven10.4 Internationale verzoeken om bijstand
Als Nederlandse (opsporings)instanties moeten meewerken aan een verzoek van een buitenlandse douanedienst, dan overleggen politie en de Douane wie het onderzoek daadwerkelijk gaat uitvoeren. De resultaten van het onderzoek door de Nederlandse instantie worden doorgegeven aan de buitenlandse instantie door het DIC.
Naar boven10.5 Optreden als getuige in het buitenland
Een buitenlandse gerechtelijke instantie kan een douaneambtenaar oproepen als getuige of getuigedeskundige om een verklaring af te leggen in een strafzaak over wapens en munitie. Dit verzoek moet worden voorgelegd aan de BFC-er.
10.6 Adresgegevens
CDIU
In principe neemt de vraagbaak contact op met de CDIU.
CDIU
Belastingdient/Douane Groningen/team Centrale Dienst voor invoer en uitvoer (CDIU) |
|
---|---|
Bezoekadres: |
Postadres: |
Kempkensberg 12 |
Postbus 3070 |
9722 TB Groningen |
6401 DN Heerlen |
tel: (088) 151 21 22 |
|
fax: (088) 151 3182 e-mail:drn-cdiu.groningen@belastingdienst.nl |
DIC (Douane Informatiecentrum)
Belastingdienst/Douane Rotterdam/ kantoor Rotterdam Rijnmond/ |
|
---|---|
Bezoekadres: |
Postadres: |
Laan op Zuid 391 |
Postbus 3070 |
3072 DB Rotterdam |
6401 DN Heerlen |
tel: (088) 151 44 95 |
|
fax: (088) 151 44 09 |
Regiopolitie - Minister van Defensie- Minister van Veiligheid en Justitie
De contactgegevens zijn alleen beschikbaar voor de Douane.
Naar boven