Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

25.00.00 Terugkerende goederen

3 Luchtvaartuigen

3.1 Luchtvaartuigen

Voor luchtvaartuigen, met inbegrip van normale toebehoren en uitrusting, is bepaald dat bij wederinvoer het overleggen van een (kopie)exemplaar voor de exporteur van de aangifte ten uitvoer en het inlichtingenblad INF 3 achterwege kunnen blijven. Voorwaarde is dat de luchtvaartuigen zijn ingeschreven in luchtvaartregisters van de Gemeenschap.
(artikel 848, lid 1, TVo. CDW en artikelen 7:26 en 7:28, lid 1, letter c Algemene douaneregeling)

Naar boven

3.2 Wisselstukken van luchtvaartmaterieel

Wisselstukken van luchtvaartmaterieel van luchtvaartmaatschappijen van de Gemeenschap kunnen met vrijstelling in het vrije verkeer worden gebracht als bij wederinvoer een verklaring van de luchtvaartmaatschappijen wordt overgelegd. In de verklaring wordt het volgende vermeld:

  1. de omschrijving van de goederen;

  2. de naam van de luchtvaartmaatschappij door of namens wie de goederen in het vrije verkeer worden gebracht ;

  3. dat de goederen afkomstig zijn van materieel dat in het internationaal verkeer wordt gebruikt en dat de luchtvaartmaatschappij toebehoort;

  4. de datum van opmaking.

Verder gelden de volgende voorwaarden:

  • De verklaring moet zijn ondertekend door het hoofd van de technische dienst van de luchtvaartmaatschappij.

  • De verklaring moet in tweevoud worden opgemaakt, tenzij de goederen door de lucht op het douaneluchtvaartterrein worden aangebracht. In dat geval kan met een verklaring in enkelvoud worden volstaan.

  • De verklaring moet worden ingeleverd bij het douanekantoor op het douaneluchtvaartterrein, dat de vrijstelling verleent.

Let op

Luchtvaartuigen van een luchtvaartonderneming van de Gemeenschap die in het internationaal verkeer worden gebruikt en die in een derde land in zodanige staat zijn geraakt dat zij niet op eigen kracht kunnen terugkeren en daarom - al of niet gedemonteerd - op andere wijze worden teruggezonden, kunnen op dezelfde wijze met vrijstelling in het vrije verkeer worden gebracht.

Naar boven

3.3 Zekerheidstelling

Bij twijfel of een vervoermiddel voldoet aan de voorwaarden voor de vrijstelling bij terugkerende goederen, wordt bij het in het vrije verkeer brengen van de Gemeenschap zekerheid gesteld voor de rechten bij invoer en belastingen. De belanghebbende kan binnen drie maanden een verzoek indienen om voor het vervoermiddel alsnog vrijstelling te verlenen, mits hij daarbij aantoont dat aan de voorwaarden is voldaan.
(artikel 7:28, lid 2, Algemene douaneregeling)

De zekerheid wordt berekend naar de waarde en het tarief dat geldt op de dag waarop de belanghebbende het vervoermiddel in het vrije verkeer van de Gemeenschap heeft gebracht.

Naar boven