Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

14.48.00 Vereenvoudigde procedures voor het douanevervoer over zee

2 Lijndienst

Met ingang van 1-7-1998 is de regelgeving met betrekking tot vervoer over zee ingrijpend gewijzigd. Vanaf genoemde datum is de regeling communautair douanevervoer uitsluitend verplicht voor niet-communautaire goederen die worden vervoerd in het kader van een lijndienst waarvoor overeenkomstig artikel 313bis en 313ter TVo. CDW een vergunning is verleend. Deze vergunning kan in Nederland worden aangevraagd door een hier te lande gevestigde scheepvaartmaatschappij.

Onder "lijndienst" wordt verstaan, een dienst in het kader waarvan schepen regelmatig goederen vervoeren tussen uitsluitend in het douanegebied van de Gemeenschap gelegen havens. Deze schepen mogen geen havens buiten het douanegebied van de Gemeenschap of een vrije zone van het controletype 1 binnen de Gemeenschap aandoen.
(artikel 313bis TVo. CDW).
Denk hierbij aan de ferryboten die tussen het vasteland en Engeland varen. In deze gevallen moeten de goederen vergezeld gaan van een aangifte T1, voor zover het vervoer van niet-communautaire goederen betreft.

Bij het gebruik van de regeling communautair douanevervoer met gebruikmaking van een vergunning lijndienst, moet voor de aangifte voor douanevervoer T zekerheid worden gesteld. De lijndienst-constructie ziet dit vervoer niet als zeevervoer, maar puur als brugfunctie tussen twee EU-(haven)plaatsen.

Naar boven

2.1 Algemeen

Voor het gebruik maken van een lijndienst is een vergunning vereist.

In deze paragraaf vindt u de volgende onderwerpen:

  • de instantie die deze vergunningen afgeeft (paragraaf 2.1.1);

  • de voorwaarden bij de vergunning (paragraaf 2.1.2);

Naar boven

2.1.1 Afgevende instantie

De behandeling van aanvragen en afgifte van deze vergunning is in Nederland gecentraliseerd bij:

Belastingdienst/Douane Rotterdam Haven.

Naar boven

2.1.2 Voorwaarden bij de vergunning

Om in het bezit te komen van een vergunning lijndienst moet een scheepvaartmaatschappij aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • zij moet in de Gemeenschap zijn gevestigd en de boekhouding moet voor de douaneautoriteiten goed toegankelijk zijn;

  • zij mag geen ernstige of herhaalde overtreding in verband met de werking van een lijndienst hebben begaan;

  • zij moet ten genoegen van de bevoegde autoriteiten kunnen aantonen dat zij een lijndienst onderhoudt;

  • zij verbindt zich er toe geen vrije zone van het controletype I in de zin van artikel 799 TVo. CDW in havens in het douanegebied van de Gemeenschap of havens in derde landen te zullen aandoen op de scheepvaartroutes waarvoor een vergunning is vereist;

  • zij verbindt zich ertoe geen goederen op volle zee te zullen overladen;

  • zij verbindt zich ertoe het certificaat van de vergunning te zullen bewaren aan boord van het vaartuig en dit op verzoek van de douaneautoriteiten te zullen overleggen.

De douaneautoriteiten waarbij de aanvraag is ingediend delen dit mede aan de autoriteiten van de lidstaat of lidstaten waarvan de havens in het kader van de lijndienst worden aangedaan. Deze laatste autoriteiten maken hun eventuele bezwaren binnen 60 dagen kenbaar aan de afgevende autoriteiten. Indien geen bezwaren kenbaar zijn gemaakt, of indien de douaneautoriteiten van andere lidstaten geen antwoord hebben gegeven, kan de vergunning worden afgegeven.
(artikel 313ter, lid 4, TVo. CDW)

Een model van de aanvraagformulier vergunning lijndienst is te downloaden op www.douane.nl terwijl de vergunning opgenomen is in het onderdeel "Vervoer" van het modellenboek Douane.

Naar boven