14.48.00 Vereenvoudigde procedures voor het douanevervoer over zee
1 Vereenvoudigde procedures voor het douanevervoer over zee
1.1 Inleiding
Dit onderdeel van dit Handboek behandelt de vereenvoudigde procedures voor vervoer over zee. Dit houdt in dat in plaats van het gebruik van een normale aangifte voor communautair douanevervoer, gebruik kan worden gemaakt van scheepvaartmanifesten als aangifte voor communautair douanevervoer T. Deze vereenvoudigde procedures zijn in het leven geroepen om scheepvaartmaatschappijen te faciliteren en om werkzaamheden zo soepel mogelijk te laten verlopen. De vereenvoudigde procedures voor vervoer over zee en de lijndienst zijn te vinden in Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot instelling van het Communautair Douane Wetboek (hierna CDW). In Verordening (EEG) nr. 2454/93 (hierna TVo. CDW) van de Commissie over de vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van het communautair wetboek zijn nadere uitvoeringsbepalingen opgenomen. Bij de vereenvoudigde procedures voor vervoer wordt onderscheid gemaakt tussen de vereenvoudigde procedure niveau 1 (artikel 447 TVo. CDW) en de vereenvoudigde procedure niveau 2 (artikel 448 TVo. CDW).
Vindplaatsen |
Verordening |
---|---|
Artikelen 38, 91 |
Verordening (EEG) nr. 2913/92 |
Artikelen 313, 313bis/ 313ter, 447 en 448 |
Verordening (EEG) nr. 2454/93 (TVo. CDW) |
1.2 Regeling voor gemeenschappelijk douanevervoer
Tussen de Gemeenschap en de EVA-landen is een overeenkomst gesloten waarin de " gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer" is neergelegd. De regeling behelst:
-
het vervoer van goederen tussen de Gemeenschap en de EVA-landen;
-
het vervoer van goederen tussen de EVA-landen onderling;
-
het vervoer van goederen tussen twee landen van de Gemeenschap via een EVA-land.
De EVA-landen zijn:
-
de Republiek IJsland;
-
het Koninkrijk Noorwegen;
-
de Zwitserse Bondsstaat;
-
het Vorstendom Liechtenstein.
De regeling Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer spreekt van gemeenschappelijk douanevervoer in plaats van communautair douanevervoer. De gemeenschappelijke regeling komt grotendeels overeen met de regeling voor communautair douanevervoer.
In dit tekstdeel wordt de regeling voor communautair douanevervoer als uitgangspunt gehanteerd. Daar waar de gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer afwijkt van de regeling voor communautair douanevervoer wordt hiervan nadrukkelijk melding van gemaakt. Bij vervoer van goederen van een plaats in de Gemeenschap naar een plaats in een EVA-land valt het goederenverkeer binnen de Gemeenschap onder de regeling voor communautair douanevervoer (artikel 1, lid 2, Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer). Het gevolg hiervan is dat de Nederlandse douane uitsluitend de communautaire bepalingen moet toepassen. Zie verder paragraaf 2.4.1 van onderdeel 14.00.00 van dit Handboek.
Naar boven1.3 Communautair douanevervoer bij vervoer van goederen over zee
Bij het vervoer van niet-communautaire goederen over zee is gebruikmaking van de regeling extern communautair douanevervoer verplicht wanneer goederen per lijndienst worden vervoerd waarvoor overeenkomstig de artikelen 38, lid 5, CDW en 313bis en 313ter TVo. CDW vergunning is verleend (artikel 340sexies, lid 2, TVo. CDW).
Dit houdt in dat het vervoer van deze goederen geschiedt onder geleide van een aangifte voor douanevervoer. Voorbeelden zijn een aangifte voor douanevervoer T of een manifest zoals bedoeld in artikel 447 of 448 TVo. CDW. Als niet-communautaire goederen in het kader van een lijndienst met vereenvoudigde procedure worden vervoerd is zekerheidstelling voor dit vervoer niet nodig (artikel 446 TVo. CDW). Als niet-communautaire goederen niet in het kader van een lijndienst worden vervoerd en er is een aangifte voor douanevervoer in de normale procedure (in het systeem Transit) aanwezig is zekerheidstelling wel verplicht.
Wanneer goederen, anders dan met een lijndienst, van een lidstaat over zee naar een andere lidstaat worden vervoerd met een
aangifte T (een zogenaamd doorgaande aangifte T), dan gelden het laatste kantoor van de vertrekkende lidstaat en het eerste
kantoor in de lidstaat van binnenkomst als kantoren van doorgang. Voor het tussenliggende traject over zee is de werking van
de regeling communautair douanevervoer geschorst.
(artikel 93 letter b, CDW).
Communautair douanevervoer over zee is ook niet verplicht wanneer artikel 189 TVo. CDW wordt toegepast (goederen bestemd voor een andere haven in de Gemeenschap zonder dat overlading plaatsvindt). Omdat voor deze goederen nog geen summiere aangifte bij binnenbrengen is gedaan hoeft voor deze goederen ook geen aangifte voor douanevervoer opgemaakt te worden.
Voor het vervoer van goederen vanuit de EU naar de EVA-landen Noorwegen en IJsland kunnen de scheepvaartmaatschappijen gebruik maken van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer. Dit is echter niet verplicht.
1.4 Status van de goederen
Bij gebruikmaking van een vergunning lijndienst kunnen communautaire goederen zonder formaliteiten over zee worden vervoerd. Op grond van artikel 313 lid 2, letter a, TVo. CDW worden immers alle goederen die per lijndienst over zee worden vervoerd als communautaire goederen beschouwd, tenzij wordt vastgesteld dat zij de communautaire status niet bezitten.
Naar boven