Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

1.02.00 Rechten bij invoer: antidumpingrechten en compenserende rechten

5 Procedures en werkzaamheden Douane bij ingestelde maatregelen

5.1 Procedures en werkzaamheden algemeen.

Bij aangifte voor in het vrije verkeer brengen van producten waarop antidumpingmaatregelen en / of antisubsidiemaatregelen van toepassing zijn en in andere situaties waarin u de (juiste) toepassing van die maatregelen moet beoordelen, controleren of vaststellen, volgt u:

  1. de (procedure) aanwijzingen in het betreffende deel of hoofdstuk van dit Handboek en voert u de werkzaamheden uit die daar voorgeschreven;

    en

  2. de bijzondere (procedure)aanwijzingen in dit hoofdstuk en voert u de werkzaamheden uit zijn voorgeschreven bij:

    1. een aangifte voor in het vrije verkeer brengen van producten:

      • waarvoor een registratieplicht is ingesteld;

      • een voorlopig antidumpingrecht of voorlopig compenserend recht is ingesteld; of

      • een definitief antidumpingrecht of definitief compenserend recht is ingesteld

    2. de inning van voorlopige rechten;

    3. het niet innen van voorlopige rechten;

    4. de heffing van een definitief recht met terugwerkende kracht van producten waarvoor een registratieplicht is ingesteld;

    5. een controle na invoer van producten die met een aangifte in het vrije verkeer zijn gebracht;

    6. de inning van rechten anders dan bij een aangifte voor in het vrije verkeer brengen;

    7. de behandeling van een verzoek om teruggaaf van rechten omdat bij de invoer van de producten dumping niet heeft plaatsgevonden of geen subsidie is verleend;

    8. de behandeling van bezwaar en beroep met betrekking tot antidumpingrechten en compenserende rechten;

    9. de maandelijkse verslaglegging van de invoergegevens.

    en

  3. de bijzondere aanwijzingen in dit hoofdstuk over de controle van de producten, de maatstaf van heffing en andere relevante gegevens.

Naar boven

5.1.1 Overzicht onderzoeken en maatregelen

Het overzicht geeft aan:

  • in welke vorm een besluit tot instelling van een onderzoek of maatregel wordt vastgesteld;

  • in welk publicatieblad van de Europese Unie een verordening of besluit tot instelling van een onderzoek of maatregel wordt gepubliceerd;

  • of een verordening besluit tot instelling van een onderzoek of maatregel wordt verwerkt in DSI en het Gebruikstarief.

 

Verordening

Publicatie-blad EG

Gebruiks-tarief en DSI

Heffing definitief recht met terugwerkende kracht van geregistreerde producten

Ja

L-serie

Inleiding procedure en opening onderzoek

Nee, bericht Commissie

C-serie

Nee

Instellen voorlopig recht

Ja

L-serie

Ja

Innen voorlopige recht

Ja

L-serie

Aangaan verbintenis

Ja en Besluit Commissie

L-serie

Ja

Intrekken verbintenis

Ja en Besluit Commissie

L-serie

Ja

Instellen definitief recht

Ja

L-serie

Ja

Opening nieuw onderzoek bij vervallen definitief recht

Nee bericht Commissie

C-serie

Opening tussentijds nieuw onderzoek of heronderzoek

Nee bericht Commissie

C-serie

Opening onderzoek naar ontduiking

Ja

L-serie

Beëindiging procedure of onderzoek

Ja of Besluit Commissie

L-serie

Instellen registratieplicht

Ja

L-serie

Ja

Verlenen van vrijstelling bij instellen registratieplicht

Ja of Beschikking Commissie

L-serie (verord.) of C-serie (beschik.)

Ja

Vervallen definitief recht zonder nieuw onderzoek

Mededeling Commissie

C-serie

Ja

Wijzigen, intrekken, uitbreiden en handhaven van definitief recht na nieuw onderzoek, tussentijds nieuw onderzoek, heronderzoek of onderzoek naar ontduiking

Ja

L-serie

Ja

Aanvragen van vrijstelling bij uitbreiding definitief recht wegens ontduiking

Mededeling Commissie

C-serie

Ja

Verlenen van vrijstelling bij uitbreiding definitief recht wegens ontduiking

Ja of Beschikking Commissie

L-serie (verord.) of C-serie (beschik.)

Ja

Schorsing van definitief recht

Ja

L-serie

Datum ingaan van ingestelde maatregelen

De verordening of het besluit waarbij maatregelen zijn ingesteld, vermeldt ook de datum van inwerkingtreding van de verordening of het besluit. De maatregelen zijn van toepassing met ingang van die datum tenzij in de verordening of het besluit anders is bepaald zoals bijvoorbeeld bij heffing van een ingesteld antidumpingrecht met terugwerkende kracht.

Tijdstip bekend maken maatregelen

Ingestelde maatregelen worden gepubliceerd voordat ze in werking treden. Het komt voor, bijvoorbeeld bij een recht dat ingaat in een weekend, dat een ingesteld recht wel tijdig is gepubliceerd maar niet tijdig is verwerkt in Taric, DSI en het Gebruikstarief. In dat geval maakt het Team Maatregelen van B/Centrale administratie een blokkeringsprofiel voor DSI. Het is dan niet mogelijk om de verificatie te beëindigen van aangiften in DSI voor goederen waarop het van toepassing zou kunnen zijn. Dat kan pas als het ingestelde recht is verwerkt in DSI. Zie hiervoor ook de Handleiding Douane Sagitta-invoer.

Het komt ook voor dat maatregelen worden gepubliceerd nadat ze al in werking zijn getreden bijvoorbeeld bij schorsing van antidumpingrechten. In dat geval handelt de Douane alsof is gemaakt.

Informatie op de website van de Commissie

Op de website http://trade.ec.europa.eu/tdi/notices.cfm vindt u een overzicht van alle producten waarop antidumpingrechten of compenserende rechten van toepassing zijn of waren en relevante informatie over onderzoeken, afloop van maatregelen en dergelijke.

Naar boven

5.1.2 Fouten in publicatiebladen, Taric en DSI

Bij de publicatie van antidumping- en antisubsidiemaatregelen, de verwerking daarvan in Taric of in DSI worden soms fouten gemaakt. In gemeenschapsverband is vastgesteld hoe lidstaten moeten omgaan met fouten om er zeker van te zijn dat zij die op een uniforme wijze afhandelen. Hoe te handelen hangt of het een fout betreft op:

  1. communautair niveau bij de bekendmaking van een instellingverordening in een Publicatieblad of de verwerking van een ingestelde maatregel in Taric of

  2. nationaal niveau in DSI.

Te weinig recht geheven

Als door een fout op communautair niveau in een Publicatieblad of in Taric te weinig definitief recht is geheven of voorlopig recht is geïnd, geldt het vertrouwensbeginsel en dat houdt in niet navorderen.

Bij een fout die op nationaal niveau is gemaakt in DSI moet een lidstaat het bedrag aan rechten dat te weinig is geheven, wel navorderen. De communautaire wetgeving moet in alle lidstaten gelijke toepassing vinden en dat beginsel mag niet worden aangetast door een fout in DSI.

Teveel recht geheven

Als door een fout in een Publicatieblad, in Taric of DSI teveel definitief recht is geheven of voorlopig recht is geïnd, moeten de lidstaten het bedrag aan rechten dat teveel is geheven, terugbetalen. Belanghebbende moet daartoe een verzoek tot terugbetaling of kwijtschelding indienen.

Bekend maken fouten

Bij fouten in de publicatiebladen, Taric of DSI plaatst het Team Maatregelen van B/Centrale administratie in overleg met het Douane Landelijk kantoor een bericht op het Douanenet Portaal. Het Douane Landelijk kantoor stuurt de informatie ook aan de contactpersonen.

Hoe te handelen bij fouten aangiften DSI

Het Team Maatregelen verzamelt in samenwerking met Douane Landelijk kantoor Handhaving met een query in de database DSI per douanekantoor de gegevens van aangiften voor in het vrije verkeer brengen waarvan de verificatie is beëindigd en door een fout in DSI te weinig antidumpingrecht of compenserend recht is geheven of geïnd.

Douane Landelijk kantoor Handhaving zendt de gegevens van de aangiften aan het betreffende douanekantoor. Dat kantoor handelt de fout af als een bevinding bij een controle na invoer.

Hoe te handelen bij fouten aanvullende aangiften

Het team klantbehandeling (cluster periodieke aangifte) van het douanekantoor waar de aanvullende aangifte is gedaan, controleert of producten in het vrije verkeer zijn gebracht waarvoor door een fout in DSI te weinig antidumpingrecht of compenserend recht is geheven of geïnd.

Het team klantbehandeling handelt de fout af als een bevinding bij een controle na invoer.

Naar boven

5.1.3 Bevoegdheidssituatie per 1 augustus 2008

Situatie vanaf 1 augustus 2008

Met de inwerkingtreding van de Algemene douanewet is de Douane sedert 1 augustus 2008 bevoegd tot het vaststellen van de uitnodiging tot betaling voor verschuldigde antidumpingrechten of compenserende rechten, het afgeven van een beschikking tot terugbetaling of kwijtschelding en het behandelen van bezwaar en beroep met betrekking tot deze rechten.

De bevoegdheden zien op de situatie waarin producten met een invoeraangifte of op een onregelmatige manier in het vrije verkeer zijn gebracht op of na 1 augustus 2008. Vanaf deze datum handelt de Douane niet meer namens de Minister van Economische Zaken. Het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie blijft wel beleidsmatig verantwoordelijk voor het totstandkomen van antidumping en antisubsidiemaatregelen. Tussen de bewindspersonen van Financiën en EL&I zijn werkafspraken gemaakt over de betrokkenheid van EL&I in de bezwaar- en beroepsfase. Deze werkafspraken zijn opgenomen in bijlage 2.

Situatie tot 1 augustus 2008

Voor de inwerkingtreding van de Algemene douanewet op 1 augustus 2008 werden antidumpingrechten of compenserende rechten vastgesteld door de Minister van Economische Zaken of, voor zover het landbouwgoederen betreft, de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Op grond van de mandaatregeling was de inspecteur bevoegd om namens de Minister van Economische Zaken een uitnodiging tot betaling vast te stellen, een beschikking tot terugbetaling of kwijtschelding af te geven en bezwaar en beroep te behandelen.

Zie voor een korte beschrijving van de voor 1 augustus 2008 geldende bepalingen en afspraken bijlage 3 van dit onderdeel.

Let op
In situaties waarin producten met een invoeraangifte of op een onregelmatige manier in het vrije verkeer zijn gebracht vóór 1 augustus 2008 is artikel XVII Aanpassingswet Adw van toepassing. Dit houdt in dat voor die gevallen de oude bepalingen van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Douanewet gelden voor het vaststellen van antidumpingrechten en compenserende rechten. De "oude" bevoegdheidsbepalingen en afspraken in bijlage 3 zijn dan van toepassing en de inspecteur moet handelen namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

Naar boven

5.2 In vrije verkeer brengen van producten waarvoor registratieplicht is ingesteld

Bij een onderzoek naar invoer van bepaalde producten met dumping of subsidie kan de Commissie een registratieplicht instellen. De Douane moet de gegevens van die producten registreren bij in het vrije verkeer brengen met een aangifte in DSI of bij de ontvangst van een aanvullende aangifte voor in het vrije verkeer brengen.

Een definitief recht kan met terugwerkende kracht worden geheven van geregistreerde producten.

Vrijstelling van registratieplicht

De registratieplicht geldt niet voor producten die worden geleverd door een exporteur of die bestemd zijn voor een importeur aan wie vrijstelling van die plicht is verleend bij een onderzoek naar ontwijking.

Naar boven

5.2.1 Registreren van producten bij aangifte in DSI

Bij een aangifte voor in het vrije verkeer brengen in DSI gebeurt de registratie van de producten waarvoor een registratieplicht is ingesteld met:

  • het doen van de elektronische aangifte; of

  • de inbreng van de gegevens van een schriftelijke aangifte in DSI.

Een afzonderlijke registratie door het douanekantoor van aangifte is niet nodig. Bij een aangifte die is geselecteerd voor controle behoeft de verificatie niet te worden aangehouden vanwege de registratieplicht.

Naar boven

5.2.2 Registreren van producten bij aanvullende aangifte

Procedure

Het team klantbehandeling (cluster periodieke aangifte) van het douanekantoor waar de aanvullende aangifte is gedaan, controleert of producten in het vrije verkeer zijn gebracht waarvoor een registratieplicht is ingesteld. Het team registreert de aangifteregels met de gegevens van die producten.

Werkzaamheden team klantbehandeling

U verricht de werkzaamheden nadat een registratieplicht is ingesteld voor in het vrije verkeer brengen van bepaalde producten. U volgt de aanwijzingen en verricht de werkzaamheden die zijn beschreven in:

  • andere relevante delen van dit Handboek;

  • deze paragraaf.

Handel bij een aanvullende aangifte als volgt:

  1. Stel vast of in de betreffende periode producten in het vrije verkeer zijn gebracht waarvoor een registratieplicht geldt. Doe dat aan de hand van:
    • de gegevens in de elektronische aanvullende aangifte (met gebruik van GPA applicatie) of de schriftelijke aanvullende aangifte,

    • de informatie over de registratieplicht; en

    • het Gebruikstarief.

  2. Registreer de gegevens van de producten waarvoor een registratieplicht geldt per aangifteregel in de applicatie Antidumpingheffing (code 564). Vul in de rubriek "Vrije tekst" de gegevens van de aangever in en de aangifteperiode. Raadpleeg voor de te registreren gegevens de Handleiding ADH. Volg de aanwijzingen en instructies bij controle van:
    • de te registreren gegevens;

    • de gegevens van exporteurs aan wie vrijstelling van de registratieplicht is verleend.
  3. Leg in het controlerapport van de aanvullende aangifte vast:
    • dat aangifte is gedaan voor producten waarvoor een registratieplicht is ingesteld; en

    • de gegevens van de producten zijn geregistreerd in de applicatie Antidumpingheffing.

Naar boven

5.3 In vrije verkeer brengen van producten waarvoor voorlopig recht is ingesteld

Bij aangifte voor in het vrije verkeer brengen van een product waarvoor een voorlopig recht is ingesteld bij een onderzoek naar invoer met dumping of subsidie, moet zekerheid zijn gesteld voor het bedrag van de rechten dat verschuldigd kan worden. U controleert of voldoende zekerheid is gesteld bij een aangifte in DSI of een aanvullende aangifte.

Het is belangrijk dat er voldoende zekerheid is gesteld omdat er aanzienlijke bedragen verschuldigd kunnen zijn als voorlopige rechten geïnd moeten worden. Als innen van een verschuldigd bedrag aan voorlopige rechten niet kan omdat de schuldenaar niet betaald en verhaal op de gestelde zekerheid niet mogelijk is, moet de Nederlandse staat het bedrag afdragen aan de EU.

Na de voltooiing van het onderzoek besluit de Raad of ingestelde voorlopige rechten worden geïnd of niet worden geïnd.

Verbintenis

Voorlopige rechten zijn niet van toepassing op producten die worden geleverd door een exporteur waarvan een verbintenis is aanvaard. Bij een aangifte voor producten van een exporteur met een verbintenis behoeft geen zekerheid te worden gesteld voor het voorlopige recht.

Als een verbintenis is ingetrokken door de Commissie zijn de voorlopige rechten en de zekerheidstelling wel van toepassing.

Naar boven

5.3.1 Aangifte in DSI voor producten waarvoor voorlopige recht is ingesteld

Procedure

Aangiften voor in het vrije verkeer brengen van producten waarvoor een voorlopig recht is ingesteld, selecteert DSI voor verificatie met een zogenoemd "blokkeringsprofiel". Als voldoende aanvullende zekerheid is gesteld, houdt het douanekantoor van aangifte de verificatie aan en geeft de goederen vrij tenzij er andere reden zijn om de goederen niet vrij te geven.

Werkzaamheden

Bij een aangifte voor in het vrije verkeer brengen van producten waarvoor een voorlopig recht is ingesteld, volgt u de aanwijzingen en verricht de werkzaamheden die zijn beschreven in:

  • andere relevante delen van dit Handboek;

  • deze paragraaf.

Handel bij aangiften in DSI als volgt:

  1. Volg de aanwijzingen en instructies bij controle van de gegevens die van belang zijn voor het vaststellen:

    • van het juiste bedrag van de voorlopige rechten; DSI berekent het bedrag van de voorlopige rechten - middelcode A35 (voorlopige antidumpingrechten) of A45 (voorlopig compenseren recht) - en zet dit bedrag onder zekerheid. U kunt dit zien op scherm 120-03 - artikel verifiëren, tabblad schuld. Comptabel gebeurt er niets. Zie de Handleiding Sagitta-invoer;
    • of een verbintenis van toepassing is en het recht niet geldt.
  2. Controleer het berekende bedrag van de voorlopige rechten aan de hand van:

    • het Gebruikstarief;

    • de informatie over ingestelde voorlopige rechten en (ingetrokken) verbintenissen;

    • DSI (overzichten ► Tarief raadplegen).

  3. Controleer in het Klant Informatie Systeem (zie Handleiding Raadplegen in Kis) of de aangever een doorlopende zekerheid heeft gesteld voor voorlopige rechten (activiteit 01 invoer, soort artikel 248, lid 1, TVo. CDW) overeenkomstig hoofdstuk 10 van onderdeel 27.00.00 "Zekerheidstelling voor het bedrag van de douaneschuld". Er zijn nu twee mogelijkheden:

    • De aangever heeft een doorlopende zekerheid gesteld. Ga verder met stap 4;

    • De aangever heeft geen doorlopende zekerheid gesteld. Ga verder met stap 5.
  4. Beoordeel of de gestelde doorlopende zekerheid toereikend is. Neem hiervoor contact op met de afdeling Zekerheid van de competente douaneregio. Er zijn nu twee mogelijkheden:

    • De aangever heeft voldoende doorlopende zekerheid gesteld. Ga verder met stap 7;

    • De aangever heeft niet voldoende doorlopende zekerheid gesteld. Ga verder met stap 5.
  5. Als geen doorlopende zekerheid is gesteld of de gestelde doorlopende zekerheid is niet toereikend, deelt u de aangever schriftelijk mee dat hij over de goederen kan beschikken als een eenmalige zekerheid is gesteld. Wijs de aangever op de mogelijkheid om doorlopende zekerheid te stellen of de gestelde doorlopende zekerheid te verhogen.

  6. Als de aangever een eenmalige zekerheid artikel 248, lid 1, TVo. CDW wil stellen, stuurt u de afdeling Zekerheid per fax een bericht voor de vaststelling van de zekerheid. Vermeld de naam van de aangever, de aangiftegegevens (of voeg een uitdraai van die gegevens bij het bericht) en het bedrag van de voorlopige rechten. U ontvangt bericht van:

    • de afdeling Zekerheid wanneer een incidentele zekerheid is gesteld in de vorm van een bankgarantie; of

    • B/Centrale administratie, team inning Douane, wanneer een eenmalige aanvullende contante zekerheid is gesteld.

  7. Als voldoende doorlopende zekerheid is gesteld, de doorlopende zekerheid is verhoogd of na ontvangst van een bij stap 6 bedoeld bericht gaat u verder met de behandeling van de aangifte. U:

    • vermeldt in het vak mededelingen dat de zekerheid is gecontroleerd;

    • geeft de goederen vrij;

    • geeft de aangifte de status "aangehouden verificatie" met als aanhoudingsreden code 5 "Voorlopige antidumpingheffing". De aanhoudingstermijn is maximaal 9 maanden.

    De verificatie mag niet worden beëindigd!

  8. Het aangiftedossier met de aangifte, het bericht van de afdeling Zekerheid over aanvullende zekerheid en de bijbehorende bescheiden bewaart u bijvoorbeeld in de map aangehouden verificatie code 5 (voorlopige antidumpingrechten/compenserende rechten)

Naar boven

5.3.2 Aanvullende aangifte producten waarvoor voorlopige recht is ingesteld

Procedure

Het team klantbehandeling (cluster periodieke aangifte) van het douanekantoor waar de aanvullende aangifte is gedaan, controleert of producten in het vrije verkeer zijn gebracht waarvoor een voorlopig recht is ingesteld en legt dat vast. Als geen of onvoldoende zekerheid is gesteld voor het bedrag van de voorlopige rechten, laat het kantoor alsnog de zekerheid stellen of verhogen.

Werkzaamheden

Bij een aanvullende aangifte voor in het vrije verkeer brengen van producten waarvoor een voorlopig recht is ingesteld volgt u de aanwijzingen en verricht de werkzaamheden die zijn beschreven in:

  • andere relevante delen van dit Handboek;

  • deze paragraaf.

Handel bij een aanvullende aangifte als volgt:

  1. Stel vast of in de betreffende periode producten in het vrije verkeer zijn gebracht waarvoor voorlopige rechten zijn ingesteld. Doe dat aan de hand van:
    • de gegevens in de elektronische aanvullende aangifte (met gebruik van GPA -applicatie) of de schriftelijke aanvullende aangifte;

    • de informatie over ingestelde voorlopige rechten;

    • het Gebruikstarief.

  2. Volg de aanwijzingen en instructies bij controle van de gegevens die van belang zijn voor het vaststellen:
  3. Stel per aangifteregel voor producten waarop een voorlopig recht van toepassing is het bedrag van het recht vast. Raadpleeg voor het tarief van de rechten:
    • het Gebruikstarief;

    • de informatie over ingestelde voorlopige rechten en (ingetrokken) verbintenissen;

    • DSI (overzichten ► Tarief raadplegen).

  4. Controleer in het Klant Informatie Systeem (zie Handleiding Raadplegen in Kis) of de aangever een doorlopende zekerheid heeft gesteld (activiteit 01 invoer, soort artikel 248, lid 1 TVo. CDW) overeenkomstig hoofdstuk 10, onderdeel 27.00.00, Zekerheidstelling voor het bedrag van de douaneschuld van dit Handboek. Er zijn nu twee mogelijkheden:
    • De aangever heeft een doorlopende zekerheid gesteld. Ga verder met stap 5.

    • De aangever heeft geen doorlopende zekerheid gesteld. Ga verder met stap 6.
  5. Beoordeel per regel van de aanvullende aangifte of de gestelde doorlopende zekerheid toereikend is. Neem hiervoor contact op met de afdeling Zekerheid van de competente douaneregio. Er zijn nu twee mogelijkheden:
    • De aangever heeft voldoende doorlopende zekerheid gesteld. Ga verder met stap 8.

    • De aangever heeft niet voldoende doorlopende zekerheid gesteld. Ga verder met stap 6.
  6. Als geen doorlopende zekerheid is gesteld of de gestelde doorlopende zekerheid is niet toereikend deelt u de aangever schriftelijk mee dat hij:
    • de doorlopende zekerheid moet verhogen of een eenmalige zekerheid moet stellen; en
    • producten waarop een voorlopig recht van toepassing is alleen met gebruik van de domiciliëringsprocedure in het vrije verkeer mag brengen als voldoende zekerheid is gesteld.

  7. Als de aangever een eenmalige zekerheid artikel 248, lid 1, TVo. CDW wil stellen, stuurt u de afdeling Zekerheid per fax een bericht voor de vaststelling van de zekerheid. Vermeld de naam van de aangever, de aangiftegegevens (of voeg een uitdraai van die gegevens bij het bericht) en het bedrag van de voorlopige rechten. U ontvangt bericht van:
    • de afdeling Zekerheid wanneer een incidentele zekerheid is gesteld in de vorm van een bankgarantie of

    • B/Centrale administratie, team inning Douane, wanneer een eenmalige aanvullende contante zekerheid is gesteld.

  8. Leg in het controlerapport van de periodieke aangifte vast:
    • dat aangifte is gedaan voor producten waarvoor een voorlopig recht is ingesteld;

    • de gegevens van de producten waarvoor een voorlopig recht is ingesteld zijn ingebracht in de applicatie Antidumpingheffing;
    • of de aangever een bericht is gestuurd volgens stap 6;

    • dat voldoende zekerheid artikel 248, lid 1 TVo. CDW is gesteld;

      of

    • dat onvoldoende zekerheid artikel 248, lid 1 TVo. CDW is gesteld en de aangever de doorlopende aanvullende zekerheid niet verhoogt of geen eenmalige zekerheid stelt;
    • de maatregelen die zijn genomen om te voorkomen dat de aangever weer producten in het vrije verkeer brengt waarvoor voorlopige rechten zijn ingesteld maar geen of niet voldoende zekerheid is gesteld.
  9. Breng in de applicatie Antidumpingheffing per aangifteregel de gegevens in van de producten waarvoor een voorlopig recht is ingesteld (maatregelcode 551 of 553). Raadpleeg voor de te registreren gegevens de Handleiding ADH. Vul in de rubriek "Vrije tekst" de gegevens van de aangever in en de aangifteperiode.
  10. Bewaar in het klantdossier een afschrift van:
    • een bij stap 6. bedoeld bericht aan de aangever;

    • een bij stap 7. bedoeld bericht van de afdeling Zekerheid of B/Centrale administratie, team inning Douane.

Maatregelen bij onvoldoende zekerheid

Het douanekantoor van aangifte meldt schriftelijk aan de aangever dat hij producten in het vrije verkeer heeft gebracht waarvoor voorlopige rechten zijn ingesteld maar geen of niet voldoende zekerheid is gesteld. De aangever mag geen gebruik meer maken van de domiciliëringsprocedure voor het in het vrije verkeer mag brengen van deze producten als hij de doorlopende zekerheid niet verhoogt of een eenmalige zekerheid stelt. Het team klantbehandeling neemt dan passende maatregelen (zie het onderdeel 12.50.00, Vereenvoudigde procedures van dit Handboek, paragraaf 2.2.3) om te voorkomen dat de aangever voor deze producten gebruik blijft maken van de betreffende procedure.

Naar boven

5.4 Inning van voorlopige rechten

Als ingestelde voorlopig rechten geïnd moeten worden voor producten die in het vrije verkeer zijn gebracht in de periode waarin het voorlopige recht van toepassing was, kunnen zich drie situaties voordoen. Het betreft een aangifte voor in het vrije verkeer brengen van een product waarvoor een voorlopig recht is ingesteld:

  1. dat is omgezet in een definitief recht en het voorlopige recht ook moet worden geïnd;

  2. dat niet wordt omgezet in een definitief recht maar het voorlopige recht wel moeten worden geïnd;

  3. maar het product wordt geleverd door een exporteur waarvan een verbintenis is aanvaard en de voorlopige rechten niet van toepassing zijn.

Als het voorlopige recht geïnd moet worden, maakt het douanekantoor van aangifte een UTB op voor een aangifte in DSI of een aanvullende aangifte.

Als een verbintenis is ingetrokken door de Commissie zijn de voorlopige rechten wel van toepassing.

Opheffen eenmalige zekerheid

De eenmalig gestelde zekerheid artikel 248, lid 1, TVo. CDW wordt pas vrijgegeven nadat de UTB is betaald. Wanneer de aangever niet betaalt, gaat de Ontvanger over tot het uitwinnen van de zekerheid.

Naar boven

5.4.1 Inning voorlopige rechten aangiften in DSI

Procedure

Van aangiften in DSI voor in het vrije verkeer brengen van producten waarvoor een voorlopig recht is ingesteld, moet de verificatie zijn aangehouden. Als het voorlopige recht geïnd moet worden, berekent het douanekantoor waar de aangifte is gedaan het verschuldigde bedrag aan voorlopige rechten en registreert de UTB in het systeem Douane Heffing.

Werkzaamheden

Bij een aangehouden aangifte voor in het vrije verkeer brengen van producten waarvoor een voorlopig recht is ingesteld dat geïnd moet worden, volgt u de aanwijzingen en verricht u de werkzaamheden die zijn beschreven in:

  • andere relevante delen van dit Handboek;

  • deze paragraaf.

Handel bij aangiften in DSI als volgt:

  1. U haalt uit de map aangehouden verificatie code 5 (voorlopige antidumpingrechten/compenserende rechten) de aangiften voor producten waarvoor een voorlopig recht is ingesteld dat geïnd moet worden. U vergelijkt de aangiften in de map met de signaleringsoverzichten DSI van aangiften met de status aangehouden verificatie code 5.

  2. Volg de aanwijzingen en instructies bij controle van de gegevens die van belang zijn voor het vaststellen:
  3. Bereken handmatig het bedrag aan voorlopige rechten dat geïnd moet worden aan de hand van:
    • de gegevens in de aangifte(n) in de periode dat het voorlopige recht van toepassing was;

    • het Gebruikstarief;

    • de informatie over te innen voorlopige rechten en (ingetrokken) verbintenissen;

    • DSI (overzichten ► Tarief raadplegen).

    Volg de instructies in de Handleiding Douane Sagitta-invoer. Gebruik nooit de taak herberekenen om de verschuldigde bedragen te berekenen!

  4. Registreer een UTB voor het bedrag van de verschuldigde voorlopige rechten in het systeem Douane Heffing. Volg de instructies in de Handleiding Douane Heffing.
    Het bedrag aan voorlopige rechten dat verschuldigd is, moet zijn geboekt en de UTB moet zijn verzonden aan de aangever binnen 2 maanden nadat de verordening waarin is vastgesteld dat een voorlopig ingesteld recht geïnd moet worden, is gepubliceerd (zie artikel 218, lid 2 CDW).
  5. U handelt de aangifte(n) handmatig af met taak 150. De aangifte krijgt dan status 61 of 62. U vermeldt in het vak mededelingen:
    • dat voor het verschuldigde bedrag aan voorlopige rechten een UTB is geregistreerd;

    • de gegevens van de verordening waarin is vastgesteld dat het voorlopige recht geïnd moet worden.

  6. Als een eenmalige zekerheid artikel 248, lid 1 TVo. CDW is gesteld, meldt u de afdeling Zekerheid of B/Centrale administratie, team inning Douane, per fax de gegevens van de aangifte waarvoor een UTB is geregistreerd, het nummer waaronder de zekerheid is geregistreerd en het referentienummer van de UTB.
Naar boven

5.4.2 Inning voorlopige rechten aanvullende aangiften

Procedure

Het team klantbehandeling (cluster periodieke aangifte) van het douanekantoor waar de aanvullende aangifte is gedaan, legt vast of producten in het vrije verkeer zijn gebracht waarvoor een voorlopig recht is ingesteld. Als het voorlopige recht geïnd moet worden, berekent dit kantoor het totaal verschuldigde bedrag aan voorlopige rechten en registreert de UTB in het systeem Douane Heffing.

Werkzaamheden

Bij de aanvullende aangifte die is gedaan voor in het vrije verkeer brengen van producten waarvoor een voorlopig recht is ingesteld dat geïnd moet worden, volgt u de aanwijzingen en verricht de werkzaamheden die zijn beschreven in:

  • andere relevante delen van het Handboek;

  • deze paragraaf.

Handel bij aanvullende aangifte als volgt:

  1. Ga met behulp van de applicatie Antidumpingheffing na of producten in het vrije verkeer zijn gebracht waarvoor een voorlopig recht is ingesteld dat geïnd moet worden. U zoekt de betreffende aanvullende aangifte(n) op in het klantdossier.

  2. Volg de aanwijzingen en instructies bij controle van de gegevens die van belang zijn voor het vaststellen:

  3. Bereken het bedrag aan voorlopige rechten dat geïnd moet worden aan de hand van:

    • de gegevens in de aanvullende aangifte(n) in de periode dat het voorlopige recht van toepassing was;

    • het Gebruikstarief;

    • de informatie over de te innen voorlopige rechten en (ingetrokken) verbintenissen;

    • DSI (overzichten ► Tarief raadplegen).

  4. Registreer een UTB voor het bedrag van de verschuldigde voorlopige rechten in het systeem Douane Heffing. Volg de instructies in de Handleiding Douane Heffing. Het bedrag aan voorlopige rechten dat verschuldigd is, moet zijn geboekt en de UTB moet zijn verzonden aan de aangever binnen 2 maanden nadat de verordening waarin is vastgesteld dat een voorlopig ingesteld recht geïnd moet worden, is gepubliceerd (zie artikel 218, lid 2 CDW).

  5. Als een eenmalige zekerheid artikel 248, lid 1 TVo. CDW is gesteld, meldt u de afdeling Zekerheid of B/Centrale administratie, team inning Douane, per fax de gegevens van de aangifte waarvoor een UTB is geregistreerd, het nummer waaronder de zekerheid is geregistreerd en het referentienummer van de UTB.

  6. In het controlerapport van de periodieke aangifte:

    • legt u vast dat voor bepaalde producten een voorlopige recht is ingesteld dat geïnd moet worden;

    • vermeldt u de gegevens van de verordening waarin is vastgesteld dat het voorlopige recht geïnd moet worden;

    • legt u vast voor welk bedrag van de te innen voorlopige rechten een UTB is geregistreerd.

  7. Bewaar in het klantdossier een afschrift van een kopie van het bericht aan de afdeling Zekerheid of B/Centrale administratie, team inning Douane.

Naar boven

5.5 Geen inning van voorlopige rechten

Als ingestelde voorlopige rechten niet worden geïnd voor producten die in het vrije verkeer zijn gebracht in de periode waarin het voorlopige recht van toepassing was, kunnen zich twee situaties voordoen. Het betreft een aangifte voor in het vrije verkeer brengen van een product waarvoor een voorlopig recht is ingesteld dat:

In deze gevallen kan de eenmalig gestelde zekerheid artikel 248, lid 1 TVo. CDW worden opgeheven bij een aangifte in DSI of een aanvullende aangifte voor in het vrije verkeer brengen.

Naar boven

5.5.1 Geen inning voorlopig recht aangiften in DSI

Procedure

Van aangiften in DSI voor in het vrije verkeer brengen van producten waarvoor een voorlopig recht is ingesteld, moet de verificatie zijn aangehouden. Als het voorlopige recht niet wordt geïnd, beëindigd het douanekantoor van aangifte de verificatie.

Werkzaamheden

Bij een aangehouden aangifte voor in het vrije verkeer brengen van producten waarvoor een voorlopig recht is ingesteld dat niet geïnd wordt, volgt u de aanwijzingen en verricht de werkzaamheden die zijn beschreven in:

  • andere relevante delen van het Handboek;

  • deze paragraaf.

Handel bij aangiften in DSI als volgt:

  1. U haalt uit de map aangehouden verificatie code 5 (voorlopige antidumpingrechten/compenserende rechten) de aangiften voor producten waarvoor een voorlopig recht is ingesteld dat niet geïnd wordt. U vergelijkt de aangiften in de map met de signaleringsoverzichten DSI van aangiften met de status aangehouden verificatie code 5.

  2. U beëindigt de verificatie van de aangifte(n) handmatig met taak 150. De aangifte krijgt dan status 61 of 62. Als reden van de afdoening vermeldt u dat:
    • met ingang van <datum> een definitieve recht is ingesteld en het voorlopige recht niet wordt geïnd; of

    • met ingang van <datum> het onderzoek naar dumping is beëindigd en het voorlopige recht niet wordt geïnd.

    In het vak mededelingen vermeldt u de gegevens van de verordening waarin is vastgesteld dat het voorlopige recht niet wordt geïnd.

  3. Als een eenmalige zekerheid artikel 248, lid 1 TVo. CDW is gesteld, meldt u de afdeling Zekerheid of B/Centrale administratie, team inning Douane, per fax dat zij de zekerheid kunnen vrijgeven. Vermeld in het bericht de gegevens van de aangever, het aangiftenummer en het nummer waaronder de zekerheid is geregistreerd.
Naar boven

5.5.2 Geen inning voorlopig recht aanvullende aangiften

Procedure

Het team klantbehandeling (cluster periodieke aangifte) van het douanekantoor waar de aanvullende aangifte is gedaan, legt vast of producten in het vrije verkeer zijn gebracht waarvoor een voorlopig recht is ingesteld. Als het voorlopige recht niet geïnd wordt, legt het team dat vast in het aangiftedossier.

Werkzaamheden aanvullende aangiften

Bij een aanvullende aangifte voor in het vrije verkeer brengen van producten waarvoor een voorlopig recht is ingesteld dat niet geïnd wordt, volgt u de aanwijzingen en verricht de werkzaamheden die zijn beschreven in deze paragraaf.

Handel bij aanvullende aangiften als volgt:

  1. Ga met behulp van de applicatie Antidumpingheffing na of producten in het vrije verkeer zijn gebracht waarvoor een voorlopig recht is ingesteld dat niet geïnd wordt. U zoekt de betreffende aangifte(n) op in het klantdossier.

  2. Vermeld in het controlerapport van de aanvullende aangifte:
    • dat met ingang van <datum> een definitieve recht is ingesteld en het voorlopige recht niet wordt geïnd; of

    • dat met ingang van <datum> het onderzoek naar dumping is beëindigd en het voorlopige recht niet wordt geïnd;

    • de gegevens van de verordening waarin is vastgesteld dat het voorlopige recht niet wordt geïnd.

  3. Als een eenmalige zekerheid artikel 248, lid 1 TVo. CDW is gesteld, meldt u de afdeling Zekerheid of B/Centrale administratie, team inning Douane, per fax dat zij de zekerheid kunnen vrijgeven. Vermeld in het bericht de gegevens van de aangever, de gegevens van de aanvullende aangifte en het nummer waaronder de zekerheid is geregistreerd.
Naar boven

5.6 In vrije verkeer brengen producten waarvoor definitief recht is ingesteld

Definitieve rechten zijn van toepassing op in het vrije verkeer brengen van producten vanaf de datum waarop de verordening in werking treedt waarbij de rechten zijn ingesteld. Deze paragraaf en de hierbij behorende subparagrafen behandelen de procedures en werkzaamheden bij aangiften in DSI of aanvullende aangiften die worden gedaan na de instelling van het definitieve rechten.

Als een registratieplicht is ingesteld, kunnen definitief ingestelde rechten met terugwerkende kracht worden geheven van producten die in het vrije verkeer zijn gebracht vóór de inwerkingtreding van de verordening. In de paragraaf " Heffing definitief recht met terugwerkende kracht van geregistreerde producten" en de bij die paragraaf behorende subparagrafen leest u hoe dan te handelen.

De verordening waarbij een definitief recht is ingesteld, vermeldt ook of voorlopig ingestelde rechten voor producten die vóór de inwerkingtreding van de verordening in het vrije verkeer zijn gebracht, wel of niet geïnd moeten worden. In de paragrafen " Inning van voorlopige rechten", " Geen inning van voorlopige rechten" en de bij deze paragrafen behorende subparagrafen leest u hoe dan te handelen.

Verbintenis

Definitieve rechten zijn niet van toepassing op producten die worden geleverd door een exporteur waarvan een verbintenis is aanvaard.

Als een verbintenis is ingetrokken door de Commissie zijn de definitieve rechten wel van toepassing.

Vrijstelling

Definitieve rechten zijn niet van toepassing op producten die worden geleverd door een exporteur of die bestemd zijn voor een importeur aan wie vrijstelling is verleend bij uitbreiding van rechten wegens ontwijking.

Naar boven

5.6.1 Aangifte in DSI producten waarvoor definitief recht is ingesteld

Procedure

Bij een aangifte in DSI voor in het vrije verkeer brengen van een product waarvoor een definitief recht is ingesteld, berekent het systeem automatisch het bedrag van de verschuldigde rechten aan de hand van de aangegeven Taric-code of de aanvullendeTaric-code. Het systeem maakt de UTB op in de vorm van de voorlopige of definitieve mededeling afhandeling aangifte. Die mededeling ontvangt de aangever elektronisch of reikt het douanekantoor uit aan de aangever bij een schriftelijke aangifte.

Let op
Het systeem berekent alleen het bedrag van de verschuldigde rechten aan de hand van de Taric-code als er geen aanvullende Taric-codes zijn vastgesteld!

In bepaalde gevallen moet het douanekantoor van aangifte bij verificatie het bedrag herberekenen en wijzigen in DSI. Dit is bijvoorbeeld het geval als een residueel recht aanmerkelijk hoger is dan een individueel recht. Als het een aangifte betreft voor een product van een exporteur waarvoor het lagere individuele recht geldt, berekent het systeem toch het hogere residuele recht en selecteert de aangifte met een procedureprofiel voor verificatie. Om aanspraak te maken op het lagere individuele recht moet de aangever een handelsbescheid overleggen dat voldoet aan de eisen in de verordening waarbij het definitieve recht is ingesteld. Uit dat bescheid moet blijken dat het product is geproduceerd en geëxporteerd door een producent/exporteur waarvoor het lagere individuele recht geldt. Als het bescheid voldoet aan de eisen wijzigt het douanekantoor van aangifte het door het systeem berekende bedrag.

Werkzaamheden

Bij een aangifte voor in het vrije verkeer brengen van producten waarvoor een definitief recht is ingesteld, volgt u de aanwijzingen en verricht de werkzaamheden die zijn beschreven in:

  • de andere relevante delen van dit Handboek;

  • deze paragraaf.

Handel bij een aangifte in DSI die geselecteerd is voor controle als volgt:

  1. Volg de controleopdracht/de aanwijzingen in het selectieprofiel.

  2. Volg de aanwijzingen en instructies bij controle van de gegevens die van belang zijn voor het vaststellen:
  3. Als u het bedrag aan verschuldigde rechten moet (her) berekenen doet u dat aan de hand van:
    • de (gecontroleerde) aangiftegegevens;

    • het Gebruikstarief;

    • de informatie over de definitieve rechten, (ingetrokken) verbintenissen en vrijstellingen;

    • DSI (overzichten ► Tarief raadplegen).

  4. Gebruik de taak "Aangifte herberekenen" om het door het systeem berekende bedrag te wijzigen in het door u berekende bedrag. Volg de instructies in de Handleiding Douane Sagitta-invoer. Vermeld in het vak mededelingen dat u het bedrag van de rechten heeft gewijzigd en een vereist bescheid heeft gecontroleerd.

  5. U werkt de aangifte af met de taak "Einde verificatie." Heeft u het bedrag van de verschuldigde rechten vastgesteld en houdt u de verificatie nog aan om andere redenen, dan boekt u het verschuldigde bedrag met de taak "nader vaststellen".

Naar boven

5.6.2 Aanvullende aangiften producten waarvoor definitief recht is ingesteld

Procedure

In de aanvullende aangifte voor in het vrije verkeer brengen van producten waarvoor een definitief recht is ingesteld, moeten de gegevens zijn vermeld die nodig zijn om het verschuldigde bedrag vast te stellen. De aangever berekent zelf het bedrag van de verschuldigde definitieve rechten en vermeldt het bedrag in de "Opgaaf belasting bij invoer". Voor dat bedrag registreert het team klantbehandeling (cluster periodieke aangifte) van het douanekantoor waar de aanvullende aangifte is gedaan, de UTB in het systeem Douane Heffing.

Het team klantbehandeling (cluster periodieke aangifte) controleert of producten in het vrije verkeer zijn gebracht waarvoor een definitief recht is ingesteld en de aangever de daarvoor verschuldigde rechten (juist) heeft opgegeven. Als de aangever geen (juiste) opgave heeft gedaan, berekent het team de verschuldigde rechten en maakt een voorstel tot navordering of teruggaaf.

Werkzaamheden

Bij een aanvullende aangifte voor in het vrije verkeer brengen van producten waarvoor een definitief recht is ingesteld, volgt u de aanwijzingen en verricht de werkzaamheden die zijn beschreven in:

  • de andere relevante delen van het Handboek;

  • deze paragraaf.

Handel bij een aanvullende aangifte als volgt:

  1. Volg de aanwijzingen en instructies bij de controle van de gegevens die van belang zijn voor het vaststellen:
  2. Stel vast of de aangever voor alle producten waarvoor een definitief recht is ingesteld, het (juiste) bedrag aan verschuldigde rechten heeft berekend.

  3. Als de aangever het bedrag aan verschuldigde rechten niet of niet juist heeft opgegeven, berekent u - na contact met de aangever - het bedrag aan de hand van:
    • de (gecontroleerde) aangiftegegevens;

    • het Gebruikstarief;

    • de informatie over de definitieve rechten, (ingetrokken) verbintenissen en vrijstellingen;

    • DSI (overzichten ► Tarief raadplegen).

  4. Bij de daarvoor in uw douaneregio aangewezen unit doet u een voorstel:
    • tot boeking achteraf als de verschuldigde rechten niet of voor een te laag bedrag zijn opgegeven;

    • tot ambtshalve terugbetaling als de verschuldigde rechten voor een te hoog bedrag zijn opgegeven.

    U:
    • vermeldt in het voorstel de gegevens van de instellingsverordening, andere relevante gegevens, het door de aangever opgegeven bedrag en het door u berekende bedrag;

    • voegt bij het voorstel een afschrift van de betreffende aangifteregels, de Opgaaf belasting bij invoer en andere relevante bescheiden.

  5. In het controlerapport van de periodieke aangifte:
    • legt u vast dat voor bepaalde producten een definitief recht is ingesteld en de aangever de verschuldigde rechten niet heeft opgegeven of voor een te hoog of een te laag bedrag;

    • neemt u een verwijzing op naar de verordening waarin het definitieve recht is ingesteld;

    • legt u vast dat een voorstel tot navordering of een voorstel tot ambtshalve terugbetaling is ingediend.

  6. Bewaar in het klantdossier een afschrift van:
    • een kopie van een voorstel tot boeking achteraf of een voorstel tot ambtshalve terugbetaling;

    • de bij een voorstel gevoegde afschriften van aangifteregels en andere bescheiden.

Naar boven

5.7 Heffing van definitief recht met terugwerkende kracht van geregistreerde producten

Een ingesteld definitief recht kan met terugwerkende kracht worden geheven van geregistreerde producten. De heffing vindt plaats over alle producten waarvoor in de registratieperiode een aangifte in DSI of een aanvullende aangifte is gedaan voor in het vrije verkeer brengen.

Zo spoedig mogelijk en binnen 2 maanden na publicatie van de verordening waarin is vastgesteld dat een definitief recht met terugwerkende kracht geheven moet worden, moet het bedrag zijn geboekt en de UTB zijn verzonden aan de aangever. Binnen de uiterlijke termijn van 2 maanden moeten de gegevens van de (aanvullende) aangiften worden verzameld en de gegevens die van belang zijn voor het vaststellen van het bedrag van de definitieve rechten zijn vastgesteld en gecontroleerd. De uiterlijke termijn dient ook om de aangever de gelegenheid te geven alsnog gegevens te verstrekken die niet in de geregistreerde (aanvullende) aangifte staan bijvoorbeeld de maatstaf van heffing.

Verbintenis

Definitieve rechten zijn niet van toepassing op producten die worden geleverd door een exporteur waarvan een verbintenis is aanvaard.

Als een verbintenis is ingetrokken door de Commissie zijn de definitieve rechten wel van toepassing.

Vrijstelling

Definitieve rechten zijn niet van toepassing op producten die worden geleverd door een exporteur of die bestemd zijn voor een importeur aan wie vrijstelling is verleend bij uitbreiding van rechten wegens ontwijking.

Naar boven

5.7.1 Heffing van definitief recht met terugwerkende kracht in DSI geregistreerde producten

Procedure

Als een definitief recht met terugwerkende kracht geheven moet worden van geregistreerde producten, verzamelt Douane Landelijk kantoor Handhaving de gegevens van de aangiften die zijn gedaan voor die producten in de registratieperiode. Douane Landelijk kantoor Handhaving zendt de verzamelde aangiftegegevens aan het betreffende team klantbehandeling (cluster controle na invoer). Dit team stelt het bedrag aan definitieve rechten vast dat verschuldigd is en registreert de UTB in het systeem Douane Heffing.

Werkzaamheden risicobeheersingorganisatie

U verricht de werkzaamheden nadat een definitief recht is ingesteld dat met terugwerkende kracht geheven moet worden van geregistreerde producten.

Handel bij een aangifte in DSI als volgt:

  1. Verzamel met een query in de database DSI per douanekantoor de gegevens van aangiften voor in het vrije verkeer brengen van producten waarvoor een registratieplicht is ingesteld. Doe dat aan de hand van de informatie over de instelling van de registratieplicht en het definitieve recht.

  2. Maak een controleopdracht waarin u beschrijft hoe er gehandeld moet worden.

  3. Uiterlijk 14 dagen na publicatie van de verordening waarin is vastgesteld dat een definitief recht met terugwerkende kracht geheven moet worden, verzendt u de controleopdracht met de verzamelde gegevens naar het betreffende team klantbehandeling (cluster controle na invoer).
  4. Maak een dossier op waarin u:
    • een overzicht opneemt van de verzamelde aangiftegegevens per douanekantoor;

    • aantekent dat het aangiftegegevens betreft van in DSI geregistreerde producten waarvoor met terugwerkende kracht een definitief recht is ingesteld;

    • een verwijzing opneemt naar de verordeningen waarbij de registratieplicht en het definitieve recht is ingesteld;

    • vastlegt dat de verzamelde gegevens met een controleopdracht aan het betreffende douanekantoor zijn gezonden;

    • een kopie van de controleopdracht opneemt.

Werkzaamheden douanekantoor, team klantbehandeling (cluster CNI)

U verricht de werkzaamheden nadat een definitief recht is ingesteld dat met terugwerkende kracht wordt geheven van geregistreerde producten en u de gegevens van de aangiften in DSI heeft ontvangen van Douane Landelijk kantoor Handhaving . U volgt de aanwijzingen en verricht u de werkzaamheden die zijn beschreven in:

  • de controleopdracht van Douane Landelijk kantoor Handhaving ;

  • andere relevante delen van dit Handboek;

  • de volgende tabel.

Opmerking
De verificatie van een aangifte behoeft niet te worden aangehouden vanwege een ingestelde registratieplicht. Tenzij de verificatie was aangehouden om een andere reden is de verificatie van de aangiften dus al beëindigd of handmatig afgedaan.

Handel bij een aangifte in DSI als volgt:

  1. Volg de aanwijzingen en instructies bij controle van de gegevens die van belang zijn voor het vaststellen:
  2. Bereken per aangifte het bedrag aan definitieve rechten dat met terugwerkende kracht is ingesteld. Doe dat aan de hand van:
    • de gegevens in de aangifte;

    • de informatie over de instelling van de registratieplicht en het definitieve recht, (ingetrokken) verbintenissen en vrijstellingen;

    • het Gebruikstarief.

  3. Zo spoedig mogelijk en binnen 2 maanden na publicatie van de verordening waarin is vastgesteld dat een definitief recht met terugwerkende kracht geheven moet worden, registreert u een UTB voor het totaal bedrag van de verschuldigde definitieve rechten in het systeem Douane Heffing. Volg de instructies in de Handleiding Douane Heffing.
  4. Maak een dossier op waarin u:
    • een uitdraai van de betreffende aangiftegegevens opneemt;

    • aantekent dat het geregistreerde producten betreft waarvoor met terugwerkende kracht een definitief recht is ingesteld;

    • een verwijzing opneemt naar de verordeningen waarbij de registratieplicht en het definitieve recht is ingesteld;

    • vastlegt dat een UTB is geregistreerd in het systeem Douane Heffing.

Naar boven

5.7.2 Heffing van definitief recht met terugwerkende kracht bij aanvullende aangifte geregistreerde producten

Procedure

Als een definitief recht met terugwerkende kracht geheven moet worden van geregistreerde producten, verzamelt het team klantbehandeling van het douanekantoor waar de aanvullende aangifte is gedaan, de geregistreerde gegevens van de aangiften die zijn gedaan voor de producten in de registratieperiode. Het team stelt het bedrag aan definitieve rechten vast dat verschuldigd is en registreert de UTB in het systeem Douane Heffing.

Werkzaamheden team klantbehandeling, cluster periodieke aangiften/CNI

U verricht de werkzaamheden nadat een definitief recht is ingesteld dat met terugwerkende kracht wordt geheven van geregistreerde producten. U volgt de aanwijzingen en verricht u de werkzaamheden die zijn beschreven in:

  • andere relevante delen van het Handboek;

  • deze paragraaf.

Handel bij een aanvullende aangifte als volgt:

  1. Verzamel in het systeem Antidumpingheffing de gegevens van de producten die in de registratieperiode zijn geregistreerd (code 564). Doe dat aan de hand van de informatie over de instelling van de registratieplicht en het definitieve recht.
  2. Verzamel de relevante gegevens van de aanvullende aangifte en de betreffende aangifteregels.

  3. Volg de aanwijzingen en instructies bij controle van de gegevens die van belang zijn voor het vaststellen:
  4. Bereken per aangifteregel het bedrag aan definitieve rechten dat met terugwerkende kracht is ingesteld. Doe dat aan de hand van:
    • de gegevens in de aanvullende aangifte voor in het vrije verkeer brengen;

    • de informatie over de instelling van de registratieplicht en het definitieve recht, (ingetrokken) verbintenissen en vrijstellingen;

    • het Gebruikstarief.

  5. Zo spoedig mogelijk en binnen 2 maanden na publicatie van de verordening waarin is vastgesteld dat een definitief recht met terugwerkende kracht geheven moet worden, registreert u een UTB voor het totaal bedrag van de verschuldigde definitieve rechten in het systeem Douane Heffing. Volg de instructies in de Handleiding Douane Heffing.
  6. In het klantdossier:
    • neemt u een afschrift van de controleopdracht op met het overzicht van de verzamelde aangiftegegevens van de geregistreerde producten;

    • tekent u aan dat het geregistreerde producten betreft waarvoor met terugwerkende kracht een definitief recht is ingesteld;

    • neemt u een verwijzing op naar de verordeningen waarbij de registratieplicht en het definitieve recht is ingesteld;

    • legt u vast dat een UTB is geregistreerd in het systeem Douane Heffing.

Naar boven

5.8 Controle na invoer

In deze paragraaf en de bijbehorende subparagrafen staan aanwijzingen voor het uitvoeren van de werkzaamheden bij een CNI op de naleving van ingestelde antidumpingmaatregelen of antisubsidiemaatregelen.

Aan de hand van de aanwijzingen kunt u controleren of voor producten een juiste aangifte in DSI of juiste aanvullende aangifte voor in het vrije verkeer brengen is gedaan en ingestelde maatregelen zijn toegepast bij het doen van de aangifte. Stelt u vast dat producten niet juist zijn aangegeven dan zijn de volgende situaties mogelijk. Door de onjuiste aangifte:

  1. zijn de producten ten onrechte niet geregistreerd;

  2. is een definitief recht ten onrechte niet met terugwerkende kracht geheven;

  3. is voor een voorlopig recht ten onrechte geen zekerheid gesteld;

  4. is een voorlopig recht ten onrechte geïnd of niet (voor het juiste bedrag) geïnd;

  5. is een definitief recht ten onrechte geheven of niet (voor het juiste bedrag) geheven.

Onjuiste aangifte

Een onjuiste aangifte kan bijvoorbeeld zijn:

  • de omschrijving van de producten in de aangifte is niet juist;

  • de producten zijn aangegeven onder een onjuiste GN-code of Taric-code;

  • de aangegeven aanvullende Taric-code is niet juist;

  • het aangegeven land van oorsprong of herkomst is niet juist;

  • de maatstaf van heffing is niet aangegeven of niet juist aangegeven.

Naar boven

5.8.1 CNI: producten ten onrechte niet geregistreerd

Deze subparagraaf beschrijft:

De aanwijzingen zien op aangiften in DSI en aanvullende aangiften die zijn gedaan voor producten waar een registratieplicht voor is ingesteld. Bij het uitvoeren van de CNI is die plicht nog niet beëindigd en is het onderzoek naar invoer met dumping of subsidie nog niet afgerond. Een verordening over een mogelijke heffing van een definitief recht met terugwerkende kracht is nog niet vastgesteld.

Vrijstelling van registratieplicht

Producten behoeven bij in het vrije verkeer brengen niet te worden geregistreerd als vrijstelling van de registratieplicht is verleend.

Werkzaamheden

Bij het uitvoeren en het afhandelen van de bevindingen bij de CNI volgt u de aanwijzingen en verricht u de werkzaamheden die zijn beschreven in:

  • de controleopdracht van Douane Landelijk kantoor Handhaving;

  • andere relevante delen van het Handboek;

  • deze paragraaf.

 

1.Volg de aanwijzingen en instructies bij controle van de aangiftegegevens die van belang zijn om vast te stellen of voor producten:

- een registratieplicht van toepassing is;

- vrijstelling van de registratieplicht geldt.

2. Stel vast of de registratieplicht of vrijstelling van toepassing is aan de hand van:

- de gecontroleerde aangiftegegevens;

- het Gebruikstarief;

- de informatie over de ingestelde registratieplicht en vrijstelling van die plicht;

- DSI (overzichten ► Tarief raadplegen).

3. Heeft u vastgesteld dat onjuist aangifte is gedaan dan vermeldt u in het controlerapport en in de andere vastleggingen van de bevindingen:

- dat de producten ten onrechte niet zijn geregistreerd;

- dat de gegevens van de (aanvullende) aangiften zijn gezonden naar Douane Landelijk kantoor Handhaving of het klantenteam die of dat de gegevens van die producten moet verzamelen;

- de gegevens van de verordening waarbij de registratieplicht is ingesteld en de datum van ingang van die plicht.

Als vrijstelling is verleend, vermeldt u:

- dat voor de producten een registratieplicht is ingesteld maar niet van toepassing is omdat vrijstelling is verleend;

- de gegevens van de verordening of het besluit waarbij vrijstelling is verleend van de registratieplicht.

4. U zendt:

- Douane Landelijk kantoor Handhaving een overzicht van aangiften in DSI die ten onrechte niet zijn geregistreerd;

- het betreffende klantenteam een overzicht van de regels in de aanvullende aangifte die ten onrechte niet zijn geregistreerd.

Geef aan wat de aanleiding is voor het toezenden van de overzichten en verwijs naar deze paragraaf en de verordening waarbij de registratieplicht is ingesteld.

Naar boven

5.8.2 CNI: definitief recht ten onrechte niet met terugwerkende kracht geheven

Deze subparagraaf beschrijft:

De aanwijzingen zien op aangiften in DSI en aanvullende aangiften die zijn gedaan voor producten waar een registratieplicht voor was ingesteld. Bij het uitvoeren van de CNI was die plicht beëindigd en was het onderzoek naar invoer met dumping of subsidie afgerond. Bij verordening is vastgesteld dat een definitief recht met terugwerkende kracht geheven moet worden van geregistreerde producten.

Verbintenis of vrijstelling

Een definitief recht hoeft niet geheven te worden met terugwerkende kracht als een verbintenis is aangegaan (die niet is ingetrokken) of vrijstelling is verleend.

Werkzaamheden

Bij het uitvoeren en het afhandelen van de bevindingen bij de CNI volgt u de aanwijzingen en verricht u de werkzaamheden die zijn beschreven in:

  • de controleopdracht van Douane Landelijk kantoor Handhaving ;

  • andere relevante delen van dit Handboek;

  • deze paragraaf.

 

1. Volg de aanwijzingen en instructies bij controle van de aangiftegegevens die van belang zijn om vast te stellen of voor een product:

- een registratieplicht is ingesteld;

- een definitief recht is ingesteld dat met terugwerkende kracht geheven moet worden van geregistreerde producten;

- een verbintenis of vrijstelling van toepassing is en het recht niet geldt.

2. Stel vast of het een product betreft waarvoor een registratieplicht gold, een definitief recht met terugwerkende kracht geheven moest worden en bereken het juiste bedrag van de definitieve rechten aan de hand van de:

- de gecontroleerde aangiftegegevens;

- het Gebruikstarief;

- de informatie over de ingestelde registratieplicht, (ingetrokken) verbintenissen, vrijstellingen en de heffing met terugwerkende kracht bij instelling van een definitief recht, bij intrekking van een verbintenis, na een tussentijds nieuw onderzoek voor een nieuwe exporteur of bij uitbreiding van ingestelde rechten;

- DSI (overzichten ► Tarief raadplegen).

3. Heeft u vastgesteld dat onjuist aangifte is gedaan dan vermeldt u in het controlerapport en in de andere vastleggingen van de bevindingen:

- dat voor de producten een definitief recht is ingesteld dat ten onrechte niet met terugwerkende kracht is geheven;

- de gegevens van de verordening waarbij de registratieplicht is ingesteld en de datum van ingang van de registratieplicht;

- de gegevens van de verordening waarbij is vastgesteld dat een definitief recht met terugwerkende kracht geheven moet worden.

Als vrijstelling is verleend of een verbintenis is aanvaard, vermeldt u:

- dat voor de producten een definitief recht is ingesteld maar niet met terugwerkende kracht geheven hoeft te worden omdat een verbintenis of vrijstelling van toepassing is;

- de gegevens van de verordening of het besluit waarbij is vastgesteld dat een verbintenis is aangegaan of vrijstelling is verleend.

Naar boven

5.8.3 CNI: ten onrechte geen zekerheid gesteld voor voorlopig recht

Deze subparagraaf beschrijft:

De aanwijzingen zien op aangiften in DSI en aanvullende aangiften die zijn gedaan voor producten waar een voorlopig recht voor is ingesteld. Voor dat recht moet bij het doen van de aangifte zekerheid worden gesteld. Bij het uitvoeren van de CNI is het voorlopige recht nog van toepassing en is het onderzoek naar invoer met dumping of subsidie nog niet afgerond. Een verordening over inning of geen inning van de voorlopige rechten is nog niet vastgesteld.

Verbintenis

Bij in het vrije verkeer brengen behoeft geen zekerheid te worden gesteld als een voorlopig recht niet van toepassing is omdat een verbintenis is aangegaan (die niet is ingetrokken).

Werkzaamheden

Bij het uitvoeren en het afhandelen van de bevindingen bij de CNI volgt u de aanwijzingen en verricht u de werkzaamheden die zijn beschreven in:

  • de controleopdracht van Douane Landelijk kantoor Handhaving;

  • andere relevante delen van het Handboek;

  • deze paragraaf.

 

1. Volg de aanwijzingen en instructies bij controle van de aangiftegegevens die van belang zijn om vast te stellen of:

- voor producten een voorlopig recht is ingesteld;

- een verbintenis van toepassing is en het recht niet geldt.

2. Stel vast of een voorlopig recht of een verbintenis van toepassing is en bereken het juiste bedrag van de voorlopige rechten aan de hand van:

- de gecontroleerde aangiftegegevens;

- het Gebruikstarief;

- de informatie over het ingestelde voorlopige recht en (ingetrokken) verbintenissen;

- DSI (overzichten ► Tarief raadplegen).

3. Heeft u vastgesteld dat onjuist aangifte is gedaan dan vermeldt u in het controlerapport en in de andere vastleggingen van de bevindingen:

- dat voor de producten een voorlopig recht is ingesteld waar ten onrechte geen zekerheid voor is gesteld;

- dat alsnog zekerheid is gesteld voor het voorlopige recht;

- de gegevens van de verordening waarbij het voorlopige recht is ingesteld en de datum van ingang van het recht.

Als een verbintenis is aanvaard, vermeldt u:

- dat voor de producten een voorlopig recht is ingesteld maar niet van toepassing is omdat een verbintenis is aangegaan;

- de gegevens van de verordening of het besluit waarbij is vastgesteld dat een verbintenis is aangegaan;

- de gegevens van de verordening waarbij is vastgesteld dat het voorlopige recht van toepassing omdat een verbintenis is ingetrokken (indien van toepassing).

4. In overleg met het douanekantoor waar de aangiften in DSI of de aanvullende aangiften zijn gedaan, laat u alsnog zekerheid stellen voor het voorlopige recht. U volgt de aanwijzing in de paragraaf "In vrije verkeer brengen van producten waarvoor voorlopig recht is ingesteld".

Naar boven

5.8.4 CNI: ten onrechte inning of geen inning van voorlopige rechten

Deze subparagraaf beschrijft:

De aanwijzingen zien op aangiften in DSI en aanvullende aangiften die zijn gedaan voor producten waar een voorlopig recht voor was ingesteld. Bij het uitvoeren van de CNI was het voorlopige recht beëindigd en het onderzoek naar invoer met dumping of subsidie afgerond. Bij verordening is vastgesteld dat de voorlopige rechten geïnd of niet geïnd moeten worden.

Verbintenis

Een voorlopig recht hoeft niet geïnd te worden als een verbintenis is aangegaan (die niet is ingetrokken).

Werkzaamheden

Bij het uitvoeren en het afhandelen van de bevindingen bij de CNI volgt u de aanwijzingen en verricht u de werkzaamheden die zijn beschreven in:

  • de controleopdracht van Douane Landelijk kantoor Handhaving;

  • andere relevante delen van het Handboek;

  • deze paragraaf.

 

1. Volg de aanwijzingen en instructies bij controle van de aangiftegegevens die van belang zijn voor het vaststellen of:

- voor producten een voorlopig recht is ingesteld dat geïnd of niet geïnd moet worden;

- een verbintenis van toepassing is en het recht niet geldt.

2. Stel vast of een voorlopig recht geïnd / niet geïnd moet worden of een verbintenis van toepassing is en bereken het juiste bedrag van de voorlopige rechten (van te innen voorlopige rechten) aan de hand van aan de hand van:

- de gecontroleerde aangiftegegevens;

- het Gebruikstarief;

- de informatie over het innen of niet innen van voorlopige rechten en (ingetrokken) verbintenissen;

- DSI (overzichten ► Tarief raadplegen).

3. Heeft u vastgesteld dat onjuist aangifte is gedaan dan vermeldt u in het controlerapport en in de andere vastleggingen van de bevindingen:

- dat voor de producten een voorlopig recht is ingesteld dat ten onrechte is geïnd of niet (voor het juiste bedrag) is geïnd;

- de gegevens van de verordening waarbij is vastgesteld dat het voorlopige recht niet geïnd of geïnd moet worden;

4. Als een verbintenis is aanvaard, vermeldt u:

- dat voor de producten een voorlopig recht is ingesteld maar niet geïnd hoeft te worden omdat een verbintenis van toepassing is;

- de gegevens van de verordening of het besluit waarbij is vastgesteld dat een verbintenis is aangegaan;

- de gegevens van de verordening waarbij is vastgesteld dat het voorlopige recht geïnd moet worden omdat een verbintenis is ingetrokken (indien van toepassing).

Naar boven

5.8.5 CNI: Ten onrechte heffing of geen heffing van definitieve rechten

Deze subparagraaf beschrijft:

De aanwijzingen zien op aangiften in DSI en aanvullende aangiften die zijn gedaan voor producten waar een definitief recht op van toepassing is (was) bij in het vrije verkeer brengen. De rechten moeten geheven worden van producten die in het vrije verkeer zijn gebracht na de inwerkingtreding van de verordening waarbij het recht is ingesteld

Verbintenis of vrijstelling

Een definitief recht hoeft niet geheven te worden bij in het vrije verkeer brengen als een verbintenis is aangegaan (die niet is ingetrokken) of vrijstelling is verleend.

Werkzaamheden

Bij het uitvoeren en het afhandelen van de bevindingen bij de CNI volgt u de aanwijzingen en verricht u de werkzaamheden die zijn beschreven in:

  • de controleopdracht van Douane Landelijk kantoor Handhaving;

  • andere relevante delen van het Handboek;

  • deze paragraaf.

 

1. Volg de aanwijzingen en instructies bij controle van de aangiftegegevens die van belang zijn voor het vaststellen of:

- voor producten een definitief recht is ingesteld dat geheven moet worden;

- of een verbintenis of een vrijstelling van toepassing is en het recht niet geldt.

2. Stel vast of een definitief recht is ingesteld, een verbintenis of een vrijstelling van toepassing is en bereken juiste bedrag van de definitieve rechten aan de hand van:

- de gecontroleerde aangiftegegevens;

- het Gebruikstarief;

- de informatie over de instelling van definitieve rechten, (ingetrokken) verbintenissen en vrijstellingen;

- DSI (overzichten ► Tarief raadplegen).

3. Heeft u vastgesteld dat onjuist aangifte is gedaan dan vermeldt u in het controlerapport en in de andere vastleggingen van de bevindingen:

- dat voor de producten een definitief recht is ingesteld dat ten onrechte is geheven of niet (voor het juiste bedrag) is geheven;

- de gegevens van de verordening waarbij het definitieve recht is ingesteld.

Als een verbintenis is aanvaard of vrijstelling is verleend, vermeldt u:

- dat voor de producten een definitief recht is ingesteld maar niet geheven hoeft te worden omdat een verbintenis of vrijstelling van toepassing is;

- de gegevens van de verordening of het besluit waarbij is vastgesteld dat een verbintenis is aangegaan of een vrijstelling is verleend;

Naar boven

5.9 Inning van rechten anders dan met aangifte vrije verkeer

Als een douaneschuld ontstaat anders dan door een aangifte voor in het vrije verkeer brengen, bijvoorbeeld door niet-zuivering van een aangifte of vermis in entrepot, kunnen er ook antidumpingrechten en/of compenserende rechten verschuldigd zijn of nog verschuldigd worden.

Werkzaamheden

Bij het vaststellen van het bedrag van de douaneschuld anders dan bij een aangifte voor in het vrije verkeer brengen, volgt u de aanwijzingen en verricht de werkzaamheden die zijn beschreven in:

Handel bij het ontstaan van een douaneschuld als volgt

  1. Controleer of het een product betreft waarvoor op het tijdstip dat de verschuldigdheid is ontstaan:

    • een registratieverplichting van toepassing was en:
    • een definitief recht met terugwerkende kracht geheven moet worden; of
    • een onderzoek naar invoer met dumping of subsidie nog niet is afgerond en een verordening over de heffing van een definitief recht met terugwerkende kracht nog niet is vastgesteld.
    • een voorlopig recht van toepassing was:
    • dat geïnd moet worden; of

    • een onderzoek naar invoer met dumping of subsidie nog niet is afgerond en een verordening over de inning van de voorlopige rechten nog niet is vastgesteld.

    • een definitief recht van toepassing was.
    • de (door schatting) vastgestelde gegevens van het product, producent/exporteur, land van uitvoer en importeur;

    • het Gebruikstarief;

    • de informatie over registratieverplichting, voorlopige rechten, te innen voorlopige rechten en definitieve rechten;

    • DSI (overzichten ► Tarief raadplegen).

    • van het bedrag van de rechten;
    • of een verbintenis van toepassing is en het recht niet geldt;
    • of een vrijstelling van toepassing is en het recht niet geldt.
    • nog een definitief recht met terugwerkende kracht ingesteld kan worden; of
    • nog een verordening wordt vastgesteld met een besluit over de inning van de voorlopige rechten.

  2. Bereken, na contact met de beoogde schuldenaar, het bedrag aan rechten dat verschuldigd is of nog kan worden aan de hand van:

  3. Volg de aanwijzingen en instructies bij controle van de gegevens die van belang zijn voor het vaststellen:
  4. Deel de schuldenaar mee dat het bedrag van de ontstane douaneschuld op een later tijdstip wordt vastgesteld als:
    • op het moment van aangifte een registratieplicht is in gesteld en nog geen beslissing over de inning van het recht in die periode is genomen;

    • op het moment van aangifte een voorlopig recht is ingesteld en nog geen defintief recht is vastgesteld.

Naar boven

5.10 Passieve veredeling

Voorlopige en definitieve rechten zijn ook van toepassing op producten die na passieve veredeling in een derde land worden wederingevoerd in de Gemeenschap. Dit betreft producten die zijn verkregen door bewerking (met inbegrip van het monteren, het assembleren en het aanpassen ervan aan andere goederen) of de verwerking van communautaire goederen die tijdelijk zijn uitgevoerd uit de Gemeenschap. De maatregelen zijn van toepassing als:

  • door de bewerking of verwerking het derde land waar die handelingen hebben plaatsgevonden:

    1. het land van oorsprong is geworden voor de verkregen producten; en

    2. voor die producten van oorsprong uit dat land een recht is ingesteld;

  • voor de verkregen producten een recht is ingesteld dat van toepassing is als ze zijn verzonden uit het derde land waar de bewerking of verwerking heeft plaatsgevonden.

Bij het vaststellen van het bedrag van de voorlopige of definitieve rechten wordt:

  • de waarde of de hoeveelheid van de uitgevoerde communautaire goederen begrepen in de maatstaf van heffing;

  • rekening gehouden met de bepalingen in het CDW en TVo. CDW over berekening van de rechten bij invoer bij passieve veredeling. Dit houdt in dat er geen gehele of gedeeltelijk vrijstelling van de voorlopige of definitieve rechten wordt verleend bij invoer.

Als geen dumping heeft plaatsgevonden of de dumpingmarge minder was dan de vastgestelde dumpingmarge kan de importeur een verzoek om terugbetaling indienen voor de betaalde rechten.

Het is ook mogelijk dat bij de vaststelling van het bedrag van de rechten al rekening is gehouden met het gegeven dat (een deel van) de grondstoffen herkomstig is uit de Gemeenschap. Dit blijkt dan uit de overwegingen van de verordening waarbij een recht is ingesteld.
(a rtikel 151 CDW, artikel 590 TVo. CDW en artikel 11, lid 8, Verordening (EG) nr. 1225/20096)

Naar boven

5.11 Terugbetaling en kwijtschelding van rechten

De bepalingen in het CDW (Titel VII Douaneschuld, hoofdstuk 5 Terugbetaling en kwijtschelding van rechten) en de TVo. CDW (Deel IV Douaneschuld, Titel IV Terugbetaling of kwijtschelding van de rechten bij invoer of de rechten bij uitvoer) over terugbetaling en kwijtschelding gelden ook voor betaalde of te betalen voorlopige of definitieve rechten. Een toelichting op die bepalingen en een beschrijving van de procedure en werkzaamheden vindt u in het onderdeel 31.00.00, Terugbetaling van dit Handboek.

Bevoegdheid tot terugbetaling tot 1 augustus 2008

Heeft de terugbetaling of kwijtschelding betrekking op producten die met een invoeraangifte of op een onregelmatige manier in het vrije verkeer zijn gebracht vóór 1 augustus 2008 dan is de mandaatregeling nog van toepassing. In dat geval maakt u de beschikking tot terugbetaling of kwijtschelding op namens de Minister van Economische Zaken.

Verzoek om terugbetaling invoer zonder (of met minder) dumping of subsidie

Een verzoek om terugbetaling op grond van artikel 11, Verordening (EG) nr. 1225/2009 of artikel 21, Verordening (EG) nr. 597/2009 moet zijn ingediend binnen 6 maanden:

  • na de datum van opmaak van de mededeling verschuldigdheid voor een definitief recht bij een aangifte in DSI;

  • nadat een UTB is verzonden voor een te innen bedrag aan voorlopige rechten of definitieve rechten (met terugwerkende kracht).

De importeur moet het verzoek indienen bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Als hij het verzoek bij het douanekantoor van boeking wordt ingediend, beoordeelt het kantoor of de betreffende aangiften, de daarop betrekking hebbende facturen, formulieren DV 1, mededelingen verschuldigdheid en UTB's bij het verzoek zijn gevoegd. Direct na ontvangst van het verzoek Na beoordeling en zonodig aanvulling van het verzoek door belanghebbende, zendt het douanekantoor het verzoek voor verdere behandeling onverwijld naar de Directeur Handelspolitiek en Globalisering van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Postbus 20201, 2500 EC Den Haag.

Naar boven

5.12 Bezwaar en beroep

De bepalingen in het CDW (Titel VIII Recht op beroep) en de ADW (Hoofdstuk 8 Beroep in een eerste fase (bezwaar) en beroep in een tweede fase (beroep) over de mogelijkheden tot bezwaar en beroep tegen de heffing van rechten bij invoer gelden ook voor voorlopige of definitieve rechten. Een toelichting op die bepalingen en een beschrijving van de procedure en werkzaamheden vindt u in het onderdeel 32.00.00, Bezwaar en beroep van dit Handboek.

Voordat de inspecteur beslist op een bezwaarschrift of een verweerschrift inzendt naar een rechterlijke instantie, vraagt hij in een aantal specifieke gevallen advies aan het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie omdat dit ministerie verantwoordelijk is voor het totstandkomen van antidumping- en antisubsidiemaatregelen. Over het vragen en geven van advies zijn werkafspraken gemaakt tussen de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en de Staatssecretaris van Financiën. Deze afspraken zijn opgenomen in bijlage 2 van dit onderdeel van dit Handboek. In de afspraken is vastgelegd in welke gevallen de inspecteur advies moet vragen.

Bevoegdheid tot behandelen bezwaar en beroep tot 1 augustus 2008

Heeft het bezwaar of beroep betrekking op producten die met een invoeraangifte of op een onregelmatige manier in het vrije verkeer zijn gebracht vóór 1 augustus 2008 dan is de mandaatregeling nog van toepassing. In dat geval beslist de inspecteur op het bezwaar en voert verweer tegen het ingestelde beroep namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

Over het beslissen op bezwaarschriften en het voeren van vervoer door de inspecteur op grond van de mandaatregeling zijn werkafspraken gemaakt tussen de Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Financiën. Deze afspraken zijn opgenomen in bijlage 3 van dit onderdeel van dit Handboek.

Naar boven

5.13 Verstrekken van invoergegevens aan de Commissie

Maandelijks te verstrekken gegevens

De lidstaten moeten de Commissie maandelijks gegevens verstrekken over de invoer van producten waarvoor:

  • een onderzoek naar invoer met dumping of invoer met subsidie is ingesteld;

  • antidumpingmaatregelen of antisubsidiemaatregelen zijn ingesteld.

De plicht tot informatieverstrekking is opgenomen in het informatiecontract Douane en ziet op producten:

Soort maatregel

Code maatregel

Waarvoor een voorlopige antidumpingrecht is ingesteld

551

Waarvoor een definitief antidumpingrecht is ingesteld

552

Waarvoor een voorlopig compenserend recht is ingesteld

553

Waarvoor een definitief compenserend recht is ingesteld

554

Waarvoor vrijstelling door de importeur is aangevraagd
(zie bijlage 1, paragraaf 6.3.3)

555

Waarvoor een onderzoek is ingeleid

561

Waarvoor de antidumpingrechten zijn geschorst.

562

Waarvoor een registratieplicht is ingesteld

564

Die van oorsprong zijn uit andere landen dan waarvoor het recht is ingesteld.

566

De te verstrekken aangiftegegevens zijn:

  • aanvaardingsdatum;

  • Taric-code;

  • aanvullend Tariccode;

  • code maatregel;

  • code van het land van oorsprong;

  • nettogewicht;

  • bijzondere maatstaf;

  • statistische waarde;

  • productiecertificaat;

  • bedrag van de voorlopige of definitieve rechten.

De gegevens over het productiecertificaat behoeven vooralsnog niet te worden verstrekt.
(artikel 14, lid 6 Verordening (EG) nr. 1225/2009 en artikel 24, lid 6, Verordening (EG) nr. 597/2009)

Invoergegevens aangiften in DSI

Het Team Maatregelen van B/Centrale Administratie verzamelt de invoergegevens van de aangiften in DSI.

Invoergegevens aanvullende aangiften

De douanekantoren van de Douane waar de aanvullende aangifte wordt gedaan, moeten de invoergegevens verzamelen van producten die met toepassing van de domiciliëringsprocedure in het vrije verkeer zijn gebracht.

U verricht de werkzaamheden na ontvangst van de aanvullende aangifte.

Handel bij een aanvullende aangifte als volgt:

  1. Stel vast of in producten in het vrije verkeer zijn gebracht waarvan de Douane gegevens moet verstrekken aan de Commissie. Doe dat aan de hand van:

    • de gegevens in de elektronische aanvullende aangifte (met gebruik van GPA - applicatie) of de schriftelijke aanvullende aangifte;

    • de informatie over de te verstrekken gegevens;

    • het Gebruikstarief.

  2. Registreer de gegevens van de producten per aangifteregel in de applicatie Antidumpingheffing. Raadpleeg voor de te registreren gegevens de Handleiding ADH.
    Volg de aanwijzingen en instructies bij controle van bepaalde te registreren gegevens.

Gegevens naar Commissie

Het Team Maatregelen van B/Centrale Administratie zorgt ervoor dat de benodigde gegevens maandelijks naar de Commissie worden gestuurd.
Aan de hand van de door de lidstaten verzamelde gegevens evalueert en beoordeelt de Commissie de effecten van de ingestelde maatregelen en de reacties van de markt op het instellen van onderzoeken.

Gebruik gegevens door de RBO

De risicobeheersingsorganisatie gebruikt de verzamelde gegevens voor het vaststellen van risico-analyses en eventuele daaruit voortvloeiende controleopdrachten. Het is daarom van belang dat u de gegevens juist en volledig verzamelt.

Naar boven

5.14 Controleaanwijzingen

In de volgende subparagrafen vindt u aanwijzingen en instructies voor het controleren van:

Deze gegevens zijn vastgesteld in een instellingsverordening en verwerkt in DSI en het Gebruikstarief. Ze zijn van belang bij:

  • in het vrije verkeer brengen van een product waarvoor een registratieplicht, een voorlopig recht of een definitief recht is ingesteld;

  • het vaststellen of een verbintenis of een vrijstelling van toepassing is;

  • bij het innen van voorlopige rechten voor producten die in het vrije verkeer zijn gebracht;

  • bij het innen van definitieve rechten met terugwerkende kracht voor producten die in het vrije verkeer zijn gebracht;

  • een controle na invoer van producten die met een aangifte in het vrije verkeer zijn gebracht;

  • het vaststellen van een douaneschuld anders dan bij een aangifte voor in het vrije verkeer brengen;

  • het beoordelen van een verzoek om terugbetaling van voorlopige of definitieve rechten;

  • het behandelen van bezwaar en beroep.

Gegevens in aangifte vrije verkeer

In de aangifte tot het in het vrije brengen van een product waarvoor een registratieplicht of een voorlopig of een definitief recht is ingesteld, moet de aangever de gegevens vermelden of bescheiden bijvoegen die nodig zijn voor de registratie of de vaststelling van het bedrag van het recht. Dit kunnen andere gegevens en andere bescheiden zijn dan nodig voor de douanerechten.

Mogelijke ontwijking van maatregelen

Bij verificatie van een aangifte in DSI of controle van een aanvullende aangifte constateert u dat er mogelijk sprake is van ontduiking (ontwijking) van ingestelde voorlopige of definitieve rechten of een ingestelde registratieplicht. U maakt daarvan rapport op en stuurt dat met afschriften van de aangiften, overgelegde bescheiden en andere relevante informatiebronnen naar het Belastingdienst/Douane informatiecentrum. In het rapport beschrijft u wat de aanleiding is om te vermoeden dat er mogelijk sprake is van ontduiking.

Het DIC zendt het rapport en de bijgevoegde bescheiden naar de Commissie. Die kan dan besluiten een onderzoek in te stellen naar het ontwijken van ingestelde maatregelen.

Naar boven

5.15 Controle goederenomschrijving, GN-code en Taric-code

Ingestelde antidumping- en antisubsidiemaatregelen zijn communautaire maatregelen die worden verwerkt in het geïntegreerde douanetarief (Taric) van de Europese Gemeenschappen (CDW, artikel 20, lid 3). Producten waarop die maatregelen van toepassing zijn, worden ingedeeld onder een 10 cijferige Taric-code (de 8 cijfers van de GN plus 2 cijfers voor de onderverdeling in Taric). De Taric-code kan in bepaalde gevallen verder zijn onderverdeeld met een aanvullende Taric-code van vier tekens. Taric is opgenomen in DSI en het Gebruikstarief.

De omschrijving van het product of de producten waarop een maatregel van toepassing is, de GN-code en 10 cijferige Taric-code waaronder het producten of de producten zijn ingedeeld en eventuele aanvullende Taric-codes zijn vastgesteld in een instellingsverordening.

Let op
DSI berekent het bedrag van de verschuldigde rechten aan de hand van de Taric-code of de aanvullende Taric-codes. Het systeem berekent alleen het bedrag van de verschuldigde rechten wanneer de Taric-code en de eventuele aanvullende Taric-codes zijn aangegeven!

De indeling van goederen in het douanetarief is bepalend voor de toepassing van ingestelde rechten en andere maatregelen bij invoer in de Gemeenschap (CDW, artikel 20, lid 1 en 2). Bij verschillen tussen de goederenomschrijving in Taric en de omschrijving van een product in de instellingsverordening is de omschrijving in deze verordening bepalend voor de toepassing van ingestelde rechten en andere maatregelen. Het is dus van groot belang dat de goederenomschrijving en de goederencode in een aangifte juist zijn.

Handelingen bij verificatie/controle

U controleert of de goederenomschrijving en de goederencode juist is aangegeven. Laat alsnog een fysieke controle instellen als u bij verificatie van een in DSI oranje geselecteerde aangifte aan de hand van bescheiden:

  • vaststelt dat de aangegeven goederenomschrijving en/of goederencode (waarschijnlijk) niet juist is; of

  • ernstig gaat twijfelen aan de juistheid van de goederenomschrijving en/of goederencode.

Laat een controle na invoer bij de klant instellen als producten niet fysiek zijn gecontroleerd en u bij controle van een aanvullende aangifte:

  • vaststelt dat de aangegeven goederenomschrijving en/of goederencode (waarschijnlijk) niet juist zijn; of

  • ernstig gaat twijfelen aan de juistheid van de goederenomschrijving en/of goederencode

Bij die controle laat u de producten fysiek controleren als de aangever ze nog kan tonen en/of u laat aan de hand van de administratie controleren wat de juiste goederencode is.
(artikel 20 CDW, lid 1, 2 en 3)

Naar boven

5.16 Controle aanvullende Taric-code

De 10 cijferige Taric-code kan in een instellingsverordening verder zijn onderverdeeld met aanvullende Taric-codes. Dat kan een aanvullende code zijn voor producten:

  • van met name genoemde ondernemingen;

  • van niet met name genoemde ondernemingen;

  • die bestemd zijn voor importeurs aan wie vrijstelling is verleend of die vrijstelling hebben aangevraagd.

Aanvullende Taric-codes zijn verwerkt in het geïntegreerde douanetarief dat is opgenomen in DSI en het Gebruikstarief.

Wanneer geen aanvullende Taric-code

De 10-cijferige Taric-code wordt niet verder onderverdeeld als voor producten uit het land van uitvoer maar één bedrag (tarief) aan rechten (een residueel recht) of een registratieplicht is ingesteld en geen vrijstelling is verleend of verbintenis is aanvaard.

Naar boven

5.16.1 Aanvullende Taric-code met name genoemde ondernemingen

De 10 cijferige Taric-code is verder onderverdeeld met een aanvullende Taric-code van 4 tekens voor producten die zijn geproduceerd of vervaardigd door met name genoemde ondernemingen in het land van uitvoer waarvoor:

Voor het gebruik van een aanvullende Taric-code voor een met name genoemde onderneming gelden bepaalde voorwaarden.

Opmerking
Het komt voor dat de aanvullende Taric-code geldt voor een met name genoemde exporteur die de goederen heeft verkocht voor uitvoer naar de Gemeenschap namens een met name genoemde producent. Dat moet dan blijken uit de instellingsverordening en DSI.

Voorwaarden gebruik aanvullende code bij verbintenis of vrijstelling

Bij een aangifte met een aanvullende Taric-code voor een onderneming waarvan een verbintenis is aanvaard, waaraan vrijstelling van de registratieplicht of een ingesteld recht is verleend of waarvoor vrijstelling van het ingestelde recht is aangevraagd, geldt vrijwel altijd als voorwaarde dat die producent zijn producten zelf exporteert en rechtstreeks verkoopt aan een onafhankelijke importeur in de Gemeenschap. In de instellingsverordening staat dan één van de volgende clausules:

  • geproduceerd/vervaardigd en uitgevoerd naar de Gemeenschap door;

  • geproduceerd/vervaardigd en rechtstreeks uitgevoerd naar de Gemeenschap door;

  • geproduceerd/vervaardigd en voor uitvoer naar de Gemeenschap verkocht door;

  • geproduceerd/vervaardigd, uitgevoerd en rechtstreeks gefactureerd aan afnemers in de Gemeenschap door.

Om aan te tonen dat aan deze voorwaarden is voldaan kan de instellingsverordening een factuur eisen met een specifieke verklaring of een verklaring volgens een specifiek model eisen. Zie hiervoor de informatie bij de aanvullende Taric-code in het Gebruikstarief of de instellingsverordening. De verklaring op de factuur of het specifieke model moet zijn:

  1. opgesteld door de onderneming die is genoemd bij de aanvullende Taric-code; en

  2. ondertekend door een werknemer van die onderneming.

Let op;

Ingeval niet aan deze voorwaarden is voldaan, vervalt de vrijstelling en is het antidumping- of compenserend recht van toepassing. In de instellingsverordeningen is alleen de inhoud van de gegevens van de verbintenisfactuur voorgeschreven, niet de vorm. De gegevens mogen op traditionele of ambachtelijke wijze zijn vermeld, maar mogen ook op een moderne of geautomatiseerde wijze zijn aangebracht. De handtekening kan zijn gezet met een pen, stempel of een computer. Bij twijfel moet een nader onderzoek worden ingesteld.

Voorwaarden gebruik aanvullende code in overige gevallen

Bij een aangifte met een aanvullende Taric-code voor een met name genoemde onderneming waarvoor een registratieplicht geldt of waarop een individueel of gemiddeld bedrag aan recht van toepassing is, moet de aangever een factuur overleggen waaruit blijkt dat de producten:

  1. door de bij de aanvullende Taric-code genoemde onderneming zijn geproduceerd of vervaardigd; en

  2. door die onderneming rechtstreeks of aan een tussenhandelaar zijn verkocht voor uitvoer naar de Gemeenschap.

Als een individueel bedrag aan recht van toepassing is, moet de factuur soms zijn voorzien van een ondertekende specifieke verklaring over de producent en uitvoer naar de Gemeenschap. Zie hiervoor de informatie bij de aanvullende Taric-code in het Gebruikstarief of de instellingsverordening.

De factuur mag zijn opgesteld door de onderneming die is genoemd bij de aanvullende Taric-code of een tussenhandelaar (ook als de factuur moet zijn voorzien van een specifieke verklaring).

Is de factuur opgesteld door een tussenhandelaar dan moet de aangever met aanvullende bewijsstukken kunnen aantonen dat:

  1. de producten door de bij de aanvullende Taric-code genoemde onderneming zijn geproduceerd of vervaardigd; en

  2. door die onderneming aan de tussenhandelaar zijn verkocht voor uitvoer naar de Gemeenschap.

  3. De aangever kan aantonen dat aan deze voorwaarden is voldaan met bijvoorbeeld een factuur van de producent aan de tussenhandelaar, een koopcontract tussen de producent en de tussenhandelaar, de bill of lading, bewijs van levering van de producent aan de tussenhandelaar, identificatiekenmerken van de producent op de producten en productiecertificaten.

Handelingen bij verificatie/controle aanvullende code

Er is een aanvullende Taric-code voorgeschreven voor de met naam genoemde onderneming. U controleert of is voldaan aan de voorwaarden voor het gebruik van die code.

U laat de aangever een factuur of eventueel ander handelsbescheid overleggen. Twijfel bestaat als de factuur of het bescheid:

  • niet is opgesteld door de onderneming in het land van oorsprong die is genoemd bij de aanvullende Taric-code;

  • niet voorzien is van een voorgeschreven verklaring, niet voldoet aan de gestelde eisen of waaruit niet blijkt dat de producten zijn verkocht voor uitvoer naar de Gemeenschap.

Let op!
De factuur en de verklaring moeten voldoen aan de de eisen die in de bijlage bij de betreffende verordening zijn gesteld. Als de verklaring niet exact dezelfde bewoording als in de verordening is voorgeschreven bevat, maar wel de essentiële elementen daarvan, kan deze worden geaccepteerd. Een verklaring waarbij de naam en de functie van de ondertekenaar ontbreekt, kan niet worden geaccepteerd. Verbintenisfacturen en/of verbinteniscertificaten mogen “ingescand” worden aangeboden. De originelen moeten in de bedrijfsadministratie worden opgenomen. Bij twijfel moeten het originele verbinteniscertificaat en de originele verbintenisfactuur bij de Douane worden overgelegd. Verbintenisfacturen en/of verbinteniscertificaten mogen niet achteraf worden afgegeven, zij moeten de goederen vergezellen naar de Europese Unie. In het kader van de onvolledige aangifte kan de verbintenisfactuur en/of het verbinteniscertificaat wel worden overgelegd na het tijdstip van het indienen van de aangifte voor het brengen in het vrije verkeer.

Als in de verordening geen eisen zijn vastgesteld ten aanzien van te overleggen facturen of andere handelsbescheiden, kan de aangever ook met een verklaring van een officiële (overheids)instantie aantonen wie de producent is die de producten heeft verkocht voor uitvoer naar de Gemeenschap. Een officiële overheidsinstantie kan bijvoorbeeld de Douane of een Kamer van Koophandel zijn in het land van oorsprong.

Niet voldoen aan voorwaarden aanvullende Taric-code

Kan de aangever niet aantonen dat voldaan is aan de voorwaarden voor gebruik van een in deze subparagraaf bedoelde aanvullende Taric-code dan is:

  • het residuele bedrag (tarief) aan rechten van toepassing dat geldt voor de producten van niet met name genoemde ondernemingen in het land van uitvoer; of

  • de registratieplicht van toepassing voor producten uit het land van uitvoer (als niet is voldaan aan de voorwaarden voor vrijstelling van de registratieplicht).

Naar boven

5.16.2 Aanvullende Taric-code niet met name genoemde ondernemingen

De 10 cijferige Taric-code is verder onderverdeeld met een aanvullende Taric-code van 4 tekens voor producten van niet met name genoemde ondernemingen in het land van uitvoer waarvoor:

Als meerdere residuele bedragen (tarieven) aan rechten zijn ingesteld, is voor elk bedrag een aanvullende Taric-code vastgesteld.

Voorbeeld
Er is een definitief antidumpingrecht ingesteld voor aangewezen producten van oorsprong uit land X, er zijn twee aanvullende Taric-codes mogelijk:

  1. Een aanvullende code voor niet met name genoemde ondernemingen die voldoen aan in de instellingsverordening genoemde voorwaarden. Voor deze ondernemingen is een bedrag (tarief) aan rechten van toepassing dat gelijk is aan het verschil tussen een minimuminvoerprijs en de nettoprijs franco grens van de Gemeenschap als deze prijs lager is dan de minimuminvoerprijs. Is de nettoprijs gelijk aan of hoger dan de minimuminvoerprijs dan is het bedrag nihil;

  2. Een aanvullende code voor de niet met name genoemde ondernemingen die niet voldoen aan de aan in de instellingsverordening genoemde voorwaarden. Voor deze ondernemingen is een bedrag (tarief) aan rechten van toepassing dat gelijk is aan een percentage over de nettoprijs franco grens van de Gemeenschap, niet ingeklaard.

Voorwaarden gebruik aanvullende code

De voorwaarden voor gebruik van een bij punt a. in deze subparagraaf bedoelde aanvullende Taric-code zijn verwerkt in het Gebruikstarief. Raadpleeg de betreffende instellingsverordening voor meer uitgebreide informatie.

Voorbeeld voorwaarden
De aangever moet een factuur overleggen die is opgesteld door een exporteur in het land van oorsprong en rechtstreeks is gericht aan een niet-verbonden afnemer in de Gemeenschap.

Handelingen bij verificatie/controle aanvullende code

Er is een aanvullende Taric-code aangegeven voor producten van een niet met name genoemde onderneming bedoeld bij punt a. in deze subparagraaf. U controleert of is voldaan aan de voorwaarden voor gebruik van die code.

U laat de aangever een factuur overleggen die wel voldoet aan de gestelde voorwaarden als u een factuur aantreft die:

  • niet is opgesteld door een exporteur in het land van uitvoer;

  • aanleiding geeft om te twijfelen aan:

    • het rechtmatige gebruik van de aangegeven aanvullende Taric-code;

    • de naam en de plaats van vestiging van een exporteur;

    • de verkoop voor uitvoer naar de Gemeenschap.

Niet voldoen aan voorwaarden aanvullende Taric-code

De aangever kan niet aantonen dat voldaan is aan de voorwaarden voor gebruik van een bij punt a. in deze subparagraaf bedoelde aanvullende Taric-code. In dat geval is het andere residuele bedrag (tarief) aan recht van toepassing dat geldt voor de producten van niet met name genoemde ondernemingen in het land van uitvoer.

Naar boven

5.16.3 Aanvullende Taric-code importeurs met vrijstelling

De 10 cijferige Taric-code is verder onderverdeeld met een aanvullende Taric-code van 4 tekens voor producten die bestemd zijn voor importeurs in de Gemeenschap aan wie:

  • vrijstelling is verleend van de registratieplicht bij onderzoek naar ontduiking van een definitief recht door assemblage in de Gemeenschap; of

  • vrijstelling is verleend of die vrijstelling hebben aangevraagd van een uitgebreid definitief recht dat is ingesteld wegens ontduiking door assemblage in de Gemeenschap.

Voorwaarden gebruik aanvullende code

Een in deze subparagraaf bedoelde aanvullende Taric-code is alleen van toepassing als de aangifte voor in het vrije verkeer brengen voldoet aan de voorwaarden die in de instellingsverordening zijn vastgesteld. Die voorwaarden zijn verwerkt in het Gebruikstarief. Raadpleeg de betreffende instellingsverordening voor meer uitgebreide informatie.

Rijwielonderdelen uit China
Bijlage I behandelt de vrijstelling voor importeurs van het uitgebreide antidumpingrecht dat is ingesteld op de invoer van rijwielenonderdelen van oorsprong uit China.

Handelingen bij verificatie/controle aanvullende code

Er is een aanvullende Taric-code aangegeven voor producten die bestemd zijn voor een importeur waaraan vrijstelling is verleend of die vrijstelling heeft aangevraagd. U controleert of is voldaan aan de voorwaarden voor gebruik van die code.

U laat de aangever met andere handelsbescheiden aantonen dat de importeur voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van het ingestelde recht of de ingestelde registratieplicht als u een factuur of ander vereist bescheid aantreft:

  • waaruit niet blijkt dat de producten zijn bestemd voor een importeur waaraan vrijstelling is verleend of een importeur die vrijstelling heeft aangevraagd;

  • die of dat aanleiding geeft om te twijfelen aan:

    • het rechtmatige gebruik van de aangegeven aanvullende Taric-code;

    • de naam en de plaats van vestiging van een producent.

Niet voldoen aan voorwaarden aanvullende Taric-code

Kan de aangever niet aantonen dat voldaan is aan de voorwaarden voor gebruik van een in deze subparagraaf bedoelde aanvullende Taric-code dan is:

  • het residuele recht van toepassing dat geldt voor de producten van niet met name genoemde ondernemingen in het land van uitvoer; of

  • de registratieplicht van toepassing voor producten uit het land van uitvoer (als niet is voldaan aan de voorwaarden voor vrijstelling van de registratieplicht).

Naar boven

5.17 Controle land van uitvoer

Wat is het land van uitvoer?

Het land van uitvoer van een product waarvoor:

  1. (voorlopige) antidumpingrechten zijn ingesteld is:

    • het land van oorsprong;

    • het land van verzending ongeacht de oorsprong van het product bij uitbreiding van de rechten wegens ontduiking.

  2. (voorlopige) compenserende rechten zijn ingesteld is:

    • het land van oorsprong als de overheid van dat land de subsidie heeft verleend;

    • het land van verzending als dat niet het land van oorsprong is en de overheid van het land van verzending de subsidie heeft verleend;

    • het land van verzending ongeacht de oorsprong van het product bij uitbreiding van de rechten wegens ontduiking.

  3. een registratieplicht is ingesteld is:

    • het land van oorsprong;

    • het land van verzending ongeacht de oorsprong van het product bij onderzoek naar ontduiking.

Land van oorsprong

Het land van oorsprong is het land waar de producten zijn geproduceerd of vervaardigd. Voor het vaststellen van het land van oorsprong gelden de niet-preferentiële oorsprongsbepalingen in het CDW en TVo. CDW. Een toelichting op die bepalingen en een beschrijving van de procedure en werkzaamheden vindt u in het onderdeel 7.00.00, Niet-preferentiële oorsprongsregels van dit Handboek.

Land van verzending

Volgens de toelichting bij vak 15 van het Enig Document is het land van verzending/uitvoer: het land van waaruit de goederen oorspronkelijk naar de invoerende lidstaat werden verzonden, zonder oponthoud of niet aan het vervoer inherente juridische handeling in een tussenliggend land. Indien een dergelijk oponthoud of een dergelijke handeling heeft plaatsgevonden, wordt het laatste tussenliggende land als land van verzending/uitvoer beschouwd. Het land moet zijn aangegeven met de betreffende communautaire code.

Als een (voorlopig) recht of registratieplicht is ingesteld voor een land van verzending geldt het recht of de registratieplicht ongeacht de oorsprong van het product. Het recht of de plicht geldt dus ook voor producten die niet in het land van verzending zijn geproduceerd of vervaardigd.

Handelingen bij verificatie/controle

U controleert of het juiste land van oorsprong of juiste land van verzending in de aangifte is vermeld.

U laat het land van oorsprong aantonen volgens paragraaf 4.1.5 van onderdeel 7.00.00, Niet-preferentiële oorsprong van dit Handboek als u bij verificatie van een aangifte in DSI of bij controle van een aanvullende aangifte:

  • vaststelt dat het aangegeven land van oorsprong (waarschijnlijk) niet juist is; of

  • de verificatie of controle aanleiding geeft tot twijfel over de juistheid van het land van oorsprong.

U kunt u een onderzoek laten instellen naar de juistheid van een overgelegd bewijs van oorsprong door het Douanekantoor Nijmegen/Afdeling Oorsprongzaken.

U laat het land van oorsprong aantonen met een certificaat van oorsprong als u bij verificatie van een aangifte in DSI of bij controle van een aanvullende aangifte voor hoofdbestanddelen van rijwielen waarvoor een andere oorsprong wordt aangegeven dan de Volksrepubliek China:

  • vaststelt dat het aangegeven land van oorsprong (waarschijnlijk) niet juist is; of

  • ernstig twijfelt aan de juistheid van het aangegeven land van oorsprong.

U laat het land van verzending aantonen met handelsbescheiden (volgens paragraaf 2.1.7 van onderdeel 12.00.00, Plaatsing van goederen onder een douaneregeling van dit Handboek) als u bij verificatie van een aangifte in DSI of bij controle van een aanvullende aangifte:

  • vaststelt dat het aangegeven land van verzending herkomst (waarschijnlijk) niet juist is; of

  • ernstig twijfelt aan de juistheid van het aangegeven land van herkomst.

U laat een controle na invoer instellen bij de importeur als:

  • de aangever niet met bescheiden kan aantonen dat in de aangifte het land van herkomst juist is aangegeven; en

  • er voor het juiste land van herkomst een antidumpingmaatregel of antisubsidiemaatregel van toepassing is.

Let op
Voor producten van herkomst uit het vrije verkeer van Turkije, maar van oorsprong uit een ander land dan Turkije, blijven antidumpingrechten en compenserende rechten van toepassing, indien voor het desbetreffende product van oorsprong uit dat derde land, bij rechtstreekse invoer in de EU een antidumpingrecht of een compenserend recht van toepassing is. Deze handelspolitieke maatregelen worden gehandhaafd totdat ook Turkije deze rechten bij invoer oplegt.

Naar boven

5.18 Controle maatstaf van heffing

De verordening waarbij een voorlopig of definitief recht is ingesteld, stelt vast wat de maatstaf van heffing is of de maatstaven van heffing zijn voor de toepassing van die verordening. Er zijn verschillende maatstaven van heffing van heffing mogelijk. De instellingsverordening stelt ook het tarief van de rechten vast dat bij een maatstaf hoort. Dat kan een individueel, gemiddeld of residueel tarief zijn.

Het Gebruikstarief geeft aan wat de maatstaf en het tarief zijn bij de Taric-code(s) of de aanvullende Taric-code(s).

Waar moet de nettoprijs franco grens Gemeenschap aan voldoen

De uitgangspunten waar de nettoprijs franco grens van de Gemeenschap, niet ingeklaard (of de douanewaarde als die overeenkomt met de nettoprijs) aan moet voldoen, zijn vastgesteld in de Verordening antidumpingmaatregelen.

De Commissie hanteert deze uitgangspunten ook bij een onderzoek naar invoer met dumping of subsidie en het vaststellen van de hoogte van het tarief van in te stellen rechten.

De volgende subparagrafen geven aanwijzingen voor de controle van de nettoprijs franco grens van de Gemeenschap, niet ingeklaard als die prijs:

  1. de maatstaf van heffing is;

  2. de maatstaf van heffing is in combinatie met een minimuminvoerprijs;

  3. (vermoedelijk) niet juist is aangegeven.

Is de maatstaf van heffing een bepaalde hoeveelheid, volg dan de controleaanwijzingen in hoofdstuk 6 van het onderdeel 12.00.00, Plaatsing van goederen onder een douaneregeling van dit Handboek.

Douanewaarde is gelijk of niet gelijk aan nettoprijs

De nettoprijs franco grens van de Gemeenschap, niet ingeklaard is gelijk aan de douanewaarde (zie ook het onderdeel 9.00.00, Douanewaarde van dit Handboek, paragraaf 1.1.2 en bijlage 1) als:

  1. die waarde ook is gebaseerd op de transactie die gebruikt kan worden voor het vaststellen van de nettoprijs als maatstaf van heffing of als onderdeel van de maatstaf van heffing; en

  2. de douanewaarde dezelfde elementen omvat als de netto prijs.

Er ontstaan verschillen tussen de douanewaarde en de nettoprijs franco grens van de Gemeenschap, niet ingeklaard als:

  • voor de vaststelling van de douanewaarde een andere verkoop voor uitvoer wordt gehanteerd; of

  • andere bepalingen gelden voor het vaststellen van de douanewaarde bij verbondenheid tussen de producent/exporteur en de importeur in de Gemeenschap.

Vermelden nettoprijs in aangifte

Als de nettoprijs franco grens van de Gemeenschap, niet ingeklaard niet gelijk is aan de douanewaarde moet de aangever in de (aanvullende) aangifte:

  • de douanewaarde aangeven voor het berekenen van het douanerecht; en

  • de nettoprijs aangeven als die prijs de maatstaf is of een onderdeel van de maatstaf voor het berekenen van het antidumpingrecht en/of compenserend recht.

Naar boven

5.18.1 Controle maatstaf is nettoprijs

De is de nettoprijs franco grens van de Gemeenschap, niet ingeklaard. Er zijn drie mogelijkheden. Het betreft een ingesteld voorlopig of definitief recht dat van toepassing is op producten die zijn:

  1. geproduceerd of vervaardigd door een met name genoemde onderneming in het land van oorsprong;

  2. geproduceerd of vervaardigd door een niet met name genoemde onderneming in het land van oorsprong; of

  3. verzonden uit een bepaald land, ongeacht de oorsprong van de producten.

a. Nettoprijs met name genoemde ondernemingen land van oorsprong

Volgens de aangegeven aanvullende Taric-code zijn de producten geproduceerd of vervaardigd door een met name genoemde onderneming in het land van oorsprong. Er is een individueel of gemiddeld tarief van toepassing.

U controleert aan de hand van de factuur, een ander vereist bescheid, de DV1 en andere bescheiden die u kunt opvragen (zie ook het onderdeel 9.00.00, Douanewaarde van dit Handboek, paragraaf 11.1.4 en 11.1.5) of de aangegeven nettoprijs (of de douanewaarde):

  1. is gebaseerd op verkoop van het product vanuit het land van oorsprong voor uitvoer naar de Gemeenschap (de afnemer is een onafhankelijke importeur in de Gemeenschap); en

  2. gelijk is aan de uitvoerprijs die is betaald aan de met name genoemde onderneming die het product heeft vervaardigd of geproduceerd met inbegrip van de kosten van vervoer, verzekering, lossen, (over)laden en opslag tot het douanegebied van de Gemeenschap.

Zijn de producten niet rechtstreeks door de producent verkocht aan een onafhankelijke importeur in de Gemeenschap maar via een tussenhandelaar dan is de nettoprijs gelijk aan:

  • de prijs die door de tussenhandelaar is betaald aan de producent in het land van oorsprong plus;

  • de kosten van vervoer, verzekering, lossen, (over)laden en opslag tot het douanegebied van de Gemeenschap.

De aangever moet in dit geval wel kunnen aantonen dat:

  1. de met name genoemde producent de producten aan de betreffende tussenhandelaar heeft verkocht voor uitvoer naar de Gemeenschap; en

  2. de nettoprijs volgens de factuur van de tussenhandelaar aan de importeur niet lager is dan bij rechtstreekse uitvoer door de producent.

U stelt een controle na invoer in als de nettoprijs (vermoedelijk) niet juist is aangeven.

b. Nettoprijs niet met name genoemde ondernemingen land van oorsprong

Volgens de aangegeven Taric-code of de aanvullendeTaric-code zijn de producten geproduceerd of vervaardigd door een niet met name genoemde onderneming in het land van oorsprong. Er is een residueel tarief van toepassing.

U controleert aan de hand van de factuur, de DV1 en andere bescheiden die u kunt opvragen (zie ook het onderdeel 9.00.00, Douanewaarde van dit Handboek, paragraaf 11.1.4 en 11.1.5) of de aangegeven nettoprijs (of de douanewaarde):

  1. is gebaseerd op verkoop van het product vanuit het land van oorsprong voor uitvoer naar de Gemeenschap (de afnemer is een onafhankelijke importeur in de Gemeenschap); en

  2. gelijk is aan de uitvoerprijs die is betaald aan de niet met name genoemde onderneming die het product heeft vervaardigd of geproduceerd met inbegrip van de kosten van vervoer, verzekering, lossen, (over)laden en opslag tot het douanegebied van de Gemeenschap.

Zijn de producten niet rechtstreeks door de producent verkocht aan een onafhankelijke importeur in de Gemeenschap maar via een tussenhandelaar dan is de nettoprijs gelijk aan:

  • de prijs die door de tussenhandelaar is betaald aan de producent in het land van oorsprong plus;

  • de kosten van vervoer, verzekering, lossen, (over)laden en opslag tot het douanegebied van de Gemeenschap.

De aangever moet in dit geval wel kunnen aantonen dat:

  1. de producent de producten aan de betreffende tussenhandelaar heeft verkocht voor uitvoer naar de Gemeenschap; en

  2. de nettoprijs volgens de factuur van de tussenhandelaar aan de importeur niet lager is dan bij rechtstreekse uitvoer door de producent.

U stelt een controle na invoer in als de nettoprijs (vermoedelijk) niet juist is aangeven.

c. Nettoprijs land van verzending ongeacht oorsprong producten

Het ingestelde recht is van toepassing is op producten die zijn verzonden uit een bepaald land, ongeacht de oorsprong van de producten. Er is een residueel tarief van toepassing. Dit tarief geldt voor iedere onderneming die de producten exporteert in het land van verzending.

U controleert aan de hand van de factuur, de DV1 en andere bescheiden die u kunt opvragen (zie ook het onderdeel 9.00.00 Douanewaarde, van dit Handboek, paragraaf 11.1.4 en 11.1.5) of de aangegeven nettoprijs (of de douanewaarde):

  1. is gebaseerd op verkoop van het product vanuit het land van verzending voor uitvoer naar de Gemeenschap (de afnemer is een onafhankelijke importeur in de Gemeenschap); en

  2. gelijk is aan de uitvoerprijs die is betaald aan een exporteur in het land van verzending met inbegrip van de kosten van vervoer, verzekering, lossen, (over)laden en opslag tot het douanegebied van de Gemeenschap.

Zijn de producten niet rechtstreeks maar via een tussenhandelaar in een derde land verkocht aan een onafhankelijke importeur in de Gemeenschap dan is de nettoprijs gelijk aan:

  • de prijs die door de tussenhandelaar is betaald aan een exporteur in het land van verzending plus;

  • de kosten van vervoer, verzekering, lossen, (over)laden en opslag tot het douanegebied van de Gemeenschap.

De aangever moet in dit geval wel kunnen aantonen dat:

  1. de exporteur in het land van verzending de producten aan de betreffende tussenhandelaar heeft verkocht voor uitvoer naar de Gemeenschap; en

  2. de nettoprijs volgens de factuur van de tussenhandelaar aan de importeur niet lager is dan bij rechtstreekse uitvoer door de de exporteur in het land van verzending.

U stelt een controle na invoer in als de nettoprijs (vermoedelijk) niet juist is aangeven.

Naar boven

5.18.2 Controle maatstaf is combinatie nettoprijs/minimumprijs

Volgens de aangegeven aanvullende Taric-code is de de nettoprijs franco grens van de Gemeenschap, niet ingeklaard in combinatie met een minimum invoerprijs. Er is een residueel bedrag (tarief) of een nihil bedrag aan recht van toepassing. Het recht kan zijn ingesteld voor producten uit een land van oorsprong en voor producten uit een land van verzending ongeacht de oorsprong van de producten. Het residuele bedrag of het nihil bedrag geldt voor iedere onderneming in deze landen die de producten exporteert.

U controleert aan de hand van de factuur die is opgesteld door een exporteur in het land waarvoor het recht is ingesteld, de DV1 en andere bescheiden die u kunt opvragen (zie ook het onderdeel 9.00.00, Douanewaarde van dit Handboek, paragraaf 11.1.4 en 11.1.5) of de aangegeven nettoprijs:

  1. is gebaseerd op verkoop van het product vanuit dat land voor uitvoer naar de Gemeenschap (de afnemer is een onafhankelijke importeur in de Gemeenschap); en

  2. gelijk is aan de uitvoerprijs die is betaald aan de exporteur in dat land met inbegrip van de kosten van vervoer, verzekering, lossen, (over)laden en opslag tot het douanegebied van de Gemeenschap.

Er mogen geen andere prijselementen of kostenelementen aan de nettoprijs zijn toegevoegd!

In bepaalde gevallen is deze maatstaf en het residuele tarief of het nihil bedrag alleen van toepassing als de aangever een factuur overlegt die is opgesteld door een exporteur in het land waarvoor het recht is ingesteld en die factuur rechtstreeks is gericht aan een onafhankelijke afnemer in de Gemeenschap.

Zijn de producten niet rechtstreeks maar via een tussenhandelaar in een derde land verkocht aan een onafhankelijke importeur in de Gemeenschap dan is de nettoprijs gelijk aan:

  • de prijs die door de tussenhandelaar is betaald aan de exporteur in het land van oorsprong of aan de exporteur in het land van verzending plus;

  • de kosten van vervoer, verzekering, lossen, (over)laden en opslag tot het douanegebied van de Gemeenschap.

De aangever moet in dit geval wel kunnen aantonen dat:

  1. de producent in het land van oorsprong of de exporteur in het land van verzending de producten aan de betreffende tussenhandelaar heeft verkocht voor uitvoer naar de Gemeenschap; en

  2. de nettoprijs volgens de factuur van de tussenhandelaar in het derde land aan de importeur niet hoger is dan bij rechtstreekse uitvoer door de exporteur in het land van oorsprong of het land van verzending.

U stelt een controle na invoer in als de nettoprijs (vermoedelijk) niet juist is aangeven.

Naar boven

5.18.3 Nettoprijs (vermoedelijk) niet juist

Nettoprijs is (vermoedelijk) niet juist

U laat een onderzoek instellen door het Landelijk Waarde Team (zie Douanewaarde, paragraaf 12.1.3) naar de nettoprijs franco grens van de Gemeenschap als u op basis van de overgelegde bescheiden heeft vastgesteld of vermoedt dat:

  • de producten vanuit het land van uitvoer niet zijn verkocht voor uitvoer naar de Gemeenschap (er is dan geen uitvoerprijs in de zin van de Verordening antidumpingmaatregelen);

  • de uitvoerprijs is beïnvloed door verbondenheid of compensatie terwijl de aangever dat niet heeft aangegeven in de DV1;

  • de aangegeven nettoprijs niet de werkelijk betaalde of te betalen uitvoerprijs is overeenkomstig de uitgangspunten in de Verordening antidumpingmaatregelen;

  • de aangegeven nettoprijs niet is gebaseerd op een uitvoerprijs die mag worden gebruikt voor de nettoprijs francogrens van de Gemeenschap, niet ingeklaard als maatstaf van heffing of als onderdeel van de maatstaf van heffing.

Dit onderzoek houdt in dat :

  • de verificatie van een aangifte in DSI wordt aangehouden;

  • een controle na invoer wordt ingesteld bij de aangever, de importeur, de leverancier of een derde;

  • zo nodig bijstand wordt gevraagd aan de douaneautoriteiten in de andere lidstaten of derde landen.

Er is geen uitvoerprijs

Als geen uitvoerprijs beschikbaar is of de uitvoerprijs niet betrouwbaar is, dan moet de aangever de nettoprijs franco grens van de Gemeenschap, niet ingeklaard samenstellen en berekenen met gebruik van de DV1.

Naar boven