10.30.00 Tussenproducten
5 Alcoholpercentage en volume
5.1 Algemeen
Voor dranken die aangemerkt worden als tussenproduct is een minimumalcoholpercentage vastgesteld dat meer dan 1,2% vol. moet zijn Het maximumalcoholpercentage voor alle dranken die als tussenproduct worden aangemerkt, bedraagt 22% vol.
Gegiste dranken met een alcoholpercentage van minder dan 1,2% vol zijn op grond van artikelen 11b en 11c van de WA uitgezonderd van de definitie van tussenproducten. In sommige gevallen kunnen deze producten wel worden aangemerkt als alcoholvrije dranken, waarop een verbruiksbelasting wordt geheven (zie het onderdeel 10.10.00, van het Handboek verbruiksbelastingen alcoholvrije dranken (HVAD)).
Bij een alcoholgehalte van meer dan 22% vol worden de producten van de GN-codes 2204, 2205 en 2206 altijd aangemerkt als een overig alcoholhoudend product.
In het onderdeel 70.10.00, Warenwet, van dit Handboek wordt nader ingegaan op de bepaling van het alcoholgehalte en het volume.
Bij tussenproducten is er naast het effectief alcoholvolumegehalte ook sprake van andere alcoholvolumegehaltes. Deze hebben echter voor de WA geen betekenis:
-
potentieel alcoholvolumegehalte: het aantal volume-eenheden zuivere alcohol bij een temperatuur van 20ºC dat kan ontstaan door totale vergisting van de suikers in 100 volume-eenheden van het betrokken product bij die temperatuur
-
totaal alcoholvolumegehalte: de som van het effectieve en het potentiële alcoholvolumegehalte
-
natuurlijk alcoholvolumegehalte: het totale alcoholvolumegehalte van het betrokken product vóór verrijking
In artikel 37 van de WA zijn bepalingen opgenomen over het te hanteren alcoholgehalte en volume. Nadere regels hierover staan
in artikel 15 van de URA.
Artikel 15, lid 1 van de URA verwijst naar bijlage A.1, waarin nader wordt aangegeven hoe het alcoholgehalte wordt bepaald.
In de WA zijn geen specifieke bepalingen opgenomen voor de bepaling van het volume van tussenproducten. Voor tussenproducten
geldt dus niet de omrekening naar het volume bij 20ºC, zoals dat geldt voor overige alcoholhoudende producten.
5.2 Producten in kleinhandelsverpakking
Als tussenproduct is verpakt in een kleinhandelsverpakking, moet het alcoholgehalte dat is vermeld op de verpakking in aanmerking
worden genomen als het alcoholpercentage voor de berekening van de accijns (URA, artikel 15, tweede lid).
Ook het volume dat of de massa die op de kleinhandelsverpakking is vermeld wordt in aanmerking genomen, mits deze voldoen
aan de voorwaarden gesteld bij het Warenwetbesluit hoeveelheden voor verpakking zijn vermeld (WA, artikel 38 en URA, artikel
16).
In het onderdeel 70.10.00, Warenwet, van dit Handboek wordt hierop nader ingegaan.
Naar boven