1.02.00 Antidumpingrechten en compenserende rechten
6 Antidumpingrecht op rijwielen en hoofdbestanddelen van rijwielen
6.1 Inleiding
Er is een definitief antidumpingrecht van toepassing op de invoer van rijwielen en bepaalde onderdelen (hierna: hoofdbestanddelen) van rijwielen van oorsprong uit China. Voor de invoer van hoofdbestanddelen is een vrijstelling van antidumpingrecht mogelijk. Dit onderdeel behandelt de invoer van hoofdbestanddelen.
(Verordening (EG) nr. 71/97 en Verordening (EG) nr. 88/97)
Naar boven6.2 Instelling definitief antidumpingrecht voor rijwielen en hoofdbestanddelen van rijwielen
6.2.1 Antidumpingrecht op rijwielen van oorsprong uit China
In 1993 is een definitief antidumpingrecht ingesteld voor de invoer van rijwielen van oorsprong uit China. Het antidumpingrecht is van toepassing op rijwielen (met inbegrip van bakfietsen, maar exclusief eenwielers) zonder motor, ingedeeld onder GN-code 8712 00 30 en ex eGN-code 8712 00 70 (Taric-codes 8712 00 70 91, 8712 00 70 92 en 8712 00 70 99) van oorsprong uit China.
Rijwielen verzonden uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka of Tunesië
Er geldt ook een definitief uitgebreid antidumpingrecht op rijwielen van oorsprong uit China verzonden uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka of Tunesië, die al dan niet zijn aangegeven als van oorsprong uit die landen. Het antidumpingrecht is van toepassing op rijwielen (met inbegrip van bakfietsen, maar exclusief eenwielers) zonder motor, onder de GN-codes 8712 00 30 en ex 8712 00 70 (Taric-codes 8712 00 30 10 en 8712 00 70 91).
Rijwielen verzonden uit Cambodja, Pakistan of de Filipijnen
Er geldt ook een definitief uitgebreid antidumpingrecht op rijwielen van oorsprong uit China verzonden uit Cambodja, Pakistan of de Filipijnen, die al dan niet zijn aangegeven als van oorsprong uit die landen. Het antidumpingrecht is van toepassing op rijwielen (met inbegrip van bakfietsen, maar exclusief eenwielers) zonder motor, ingedeeld onder de GN-codes 8712 00 30 en ex 8712 00 70 (Taric-codes 8712 00 30 20 en 8712 00 70 92).
(Verordeningen (EU) 2019/1379)
Tarief van het antidumpingrecht
Het antidumpingrecht dat geldt voor rijwielen uit China is 48,5% van de nettoprijs, franco grens Europese Unie vóór inklaring.
Naar boven6.2.2 Uitbreiding bepaalde hoofdbestanddelen van rijwielen van oorsprong uit China
In 1996 en 1997 is het definitieve antidumpingrecht op rijwielen uitgebreid tot de invoer van bepaalde hoofdbestanddelen van rijwielen van oorsprong uit China. Dat uitgebreide antidumpingrecht is ingesteld om ontwijking tegen te gaan van het antidumpingrecht op rijwielen uit China. Deze ontwijking vindt plaats door invoer van hoofdbestanddelen van rijwielen (die onder een andere GN-code vallen), die vervolgens worden gebruikt bij de assemblage van rijwielen in de Europese Unie.
(Verordening (EG) nr. 71/97)
Welke hoofdbestanddelen
Het uitgebreide antidumpingrecht geldt voor de hoofdbestanddelen van rijwielen. Dit zijn:
geverfde, geanodiseerde of gepolijste en/of gelakte frames van rijwielen, ex GN-code 8714 91 10;
geverfde, geanodiseerde of gepolijste en/of gelakte voorvorken van rijwielen, ex GN-code 8714 91 30;
derailleurs (kettingschakelaars) (GN-code 8714 99 50);
pedaalaandrijvingen (GN-code 8714 96 30); en
tandwielen voor vrijloop (GN-code 8714 93 90), al dan niet in stellen aangeboden;
andere remmen (GN-code 8714 94 20); en
remhandels (ex GN-code 8714 94 90), al dan niet in sets aangeboden;
volledige wielen, al dan niet in sets aangeboden, al dan niet met binnenbanden, buitenbanden en kettingrad, ex GN-code 8714 99 90; en
sturen, in te delen onder GN-code 8714 99 10, al dan niet aangeboden met een boutsteel, rem en/of versnellingshendel daaraan vast.
Onder ‘volledig’ moet worden verstaan ‘afgewerkt’ (dat is geen noodzaak voor verdere behandeling). Deze definitie van ‘hoofdbestanddelen van rijwielen’ in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 88/97 verwijst naar artikel 1 van Verordening (EG) nr. 71/97, die weer verwijst naar een aantal GN-codes. Algemene regel 2a voor de interpretatie van de GN in bijlage I van Verordening (EEG) nr. 2658/87 beschouwt ‘compleet’ en ‘afgewerkt’ als gelijkwaardige termen. Omdat volledige wielen ‘al dan niet in sets’ kunnen worden aangeboden, worden een voor- en achterwiel tezamen aangemerkt als 1 eenheid hoofdbestanddeel. Ook voor remmen geldt dat deze ‘al dan niet in sets’ kunnen worden aangeboden. Een voor- en achterrem worden daarom tezamen aangemerkt als 1 eenheid hoofdbestanddeel.
(artikel 1 Verordening (EG) nr. 71/97)
Het uitgebreide antidumpingrecht geldt niet voor onderdelen die niet vallen onder de hoofdbestanddelen zoals bijvoorbeeld zadels, voor- en achterlampen, voor- en achterspatborden, voor- en achterkledingbeschermers, voor- en achterbagagerekken. Dit zijn geen hoofdbestanddelen.
Land van oorsprong
Het uitgebreide definitieve antidumpingrecht geldt voor hoofdbestanddelen van rijwielen van oorsprong uit China. Hoofdbestanddelen die verzonden zijn uit China, worden aangemerkt als van oorsprong uit dat land, tenzij door middel van een certificaat van oorsprong wordt aangetoond dat de goederen van oorsprong zijn uit een ander land. Voor goederen die verzonden zijn uit een ander land dan China, moet op verzoek van de Douane een certificaat van oorsprong worden overgelegd.
(artikel 2 Verordening (EG) nr. 71/97)
Tarief van het antidumpingrecht
Het antidumpingrecht dat geldt voor hoofdbestanddelen van oorsprong uit China is 48,5% van de nettoprijs, franco grens Europese Unie vóór inklaring.
Naar boven6.3 Vrijstelling hoofdbestanddelen van rijwielen van oorsprong uit China
Onder bepaalde voorwaarden is bij het in het vrije verkeer brengen vrijstelling van het uitgebreide antidumpingrecht op hoofdbestanddelen van rijwielen van oorsprong uit China mogelijk.
(Verordening (EG) nr. 88/97; de vrijstellingsverordening).
Deze verordening is gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2023/611 (zie de geconsolideerde versie van Verordening (EG) nr. 88/97).
Vrijstelling is van toepassing als de aangifte voor het in het vrije verkeer brengen van de hoofdbestanddelen wordt gedaan:
-
door of in opdracht van een vrijgestelde partij (assemblagebedrijf) (zie paragraaf 6.3.1 ‘Vrijgestelde partij’);
-
door of in opdracht van een onderneming (assemblagebedrijf) waarvoor het verzoek om vrijstelling nog in behandeling is bij de Commissie (zie paragraaf 6.3.2 ‘Onderzochte partij’); of
-
met gebruik van de regeling bijzondere bestemming (zie paragraaf 6.3.3 ‘Vrijstelling bijzondere bestemming’).
6.3.1 Vrijgestelde partij
Ondernemingen (vrijgestelde partijen) die hoofdbestanddelen van rijwielen van oorsprong uit China gebruiken bij de assemblage van rijwielen in de Europese Unie, kunnen bij de Commissie vrijstelling aanvragen van het definitieve uitgebreide antidumpingrecht. Deze vrijstelling is mogelijk als de assemblage wordt geacht plaats te vinden ‘zonder ontwijking’.
De procedure voor het aanvragen en verlenen van vrijstelling is vastgesteld in de vrijstellingsverordening. De Commissie verleent de vrijstelling aan een ondernemer bij beschikking die zij bekendmaakt in de C-serie van het Publicatieblad van de EU. Vrijgestelde partijen krijgen vervolgens een aanvullende Taric-code in Taric en het Gebruikstarief. De vrijstelling geldt vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag om vrijstelling.
(artikelen 3 t/m 7 Verordening (EG) nr. 88/97)
Verplichtingen vrijgestelde partij
Een vrijgestelde partij (assemblagebedrijf) moet zich houden aan de verplichtingen die Verordening nr. (EG) 88/97 stelt aan de vrijstelling voor in het vrije verkeer brengen van hoofdbestanddelen van oorsprong uit China. De vrijgestelde partij:
-
mag deze hoofdbestanddelen niet gebruiken voor assemblage in de zin van artikel 13, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 (Basisverordening antidumpingrecht);
-
mag deze hoofdbestanddelen alleen:
-
gebruiken voor assemblage van rijwielen in haar onderneming;
-
aan een andere vrijgestelde partij verkopen;
-
wederuitvoeren; of
-
vernietigen;
en
-
-
moet een boekhouding bijhouden van de hoofdbestanddelen die zij ontvangt en het gebruik dat daarvan is gemaakt. De onderneming moet de vastgelegde gegevens en bijbehorende bewijsmateriaal tenminste 5 jaar bewaren.
(artikel 8 Verordening (EG) 88/97 en artikel 13, lid 2, Verordening (EU) 2016/1036)
Naar boven6.3.2 Onderzochte partij
Voor ondernemingen (onderzochte partijen) waarvan het verzoek om te worden aangemerkt als vrijgestelde partij nog in behandeling is bij de Commissie is de vrijstelling van het uitgebreide definitieve antidumpingrecht op hoofdbestanddelen voorlopig van toepassing. Dit houdt in dat de uitgebreide antidumpingrechten wel zijn verschuldigd bij een aangifte voor in het vrije verkeer brengen, maar dat de betaling van het verschuldigde bedrag wordt opgeschort. De voorlopige vrijstelling en opschorting geldt vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag om vrijstelling tot de datum van de beschikking waarin de Commissie de aanvraag afwijst of de vrijstelling verleent. Voor de verschuldigde bedragen waarvan de betaling is opgeschort, moet aanvullende zekerheid worden gesteld. Zie voor de berekening van de zekerheid paragraaf 7.4 van onderdeel 27.00.00 van dit Handboek.
(artikel 5 Verordening (EG) nr. 88/97)
De gegevens van de onderzochte partijen die vrijstelling hebben aangevraagd, maakt de Commissie bekend met een Mededeling in het publicatieblad C. De Commissie doet een mededeling onmiddellijk na ontvangst van de aanvraag en een mededeling nadat zij het verzoek ontvankelijk heeft bevonden en de aanvraag om vrijstelling gaat onderzoeken. Ondernemers die vrijstelling hebben aangevraagd, krijgen een aanvullende Taric-code in Taric en het Gebruikstarief.
Verlenen vrijstelling
Als de Commissie vrijstelling verleent, is die van toepassing vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag om vrijstelling. Dit houdt in dat er geen antidumpingrechten verschuldigd zijn voor hoofdbestanddelen die in het vrije verkeer zijn gebracht in de periode waarin een voorlopige vrijstelling van toepassing was. De aanvullende zekerheid die is gesteld voor de opgeschorte betaling van bedragen wordt vrijgegeven.
(artikel 7, lid 2, Verordening (EG) nr. 88/97)
Afwijzen verzoek om vrijstelling
Als de Commissie geen vrijstelling verleent, vervalt de opschorting van de bedragen die verschuldigd zijn geworden in de periode waarin een voorlopige vrijstelling van toepassing was. Dit houdt in dat de aangever deze bedragen alsnog moet betalen.
(artikel 7, lid 3, Verordening (EG) 88/97)
Naar boven6.3.3 Vrijstelling bijzondere bestemming
Vrijstelling van het definitieve uitgebreide antidumpingrecht is ook mogelijk voor het in het vrije verkeer brengen van hoofdbestanddelen van rijwielen van oorsprong uit China met gebruik van de regeling bijzondere bestemming. De vrijstelling is van toepassing op hoofdbestanddelen die worden aangegeven voor het vrije verkeer:
1. onder de Taric-code voor de regeling bijzondere bestemming;
2. door of namens een ander dan een vrijgestelde of onderzochte partij; en
3. die (andere) partij in het bezit is van een vergunning bijzondere bestemming.
In bepaalde situaties kan op grond van de artikelen 210 en 254 DWU, artikel 239 GVo.DWU en artikel 14 Verordening (EG) nr. 88/97 een vergunning bijzondere bestemming worden gebruikt voor het met vrijstelling van het uitgebreide antidumpingrecht in het vrije verkeer brengen van hoofdbestanddelen van rijwielen met oorsprong China. Zie voor informatie over de aanvraag van een vergunning bijzondere bestemming hoofdstuk 2 van onderdeel 15.00.00 van dit Handboek.
In deze gevallen moet een zekerheid als bedoeld in artikel 211, lid 3, letter c, juncto artikel 89 DWU worden gesteld. Zie voor de berekening van de zekerheid paragraaf 7.4 onderdeel 27.00.00 van dit Handboek.
De vergunning bijzondere bestemming moet worden gebruikt door ondernemingen (niet zijnde een vrijgestelde of onderzochte partij als bedoeld in de vrijstellingsverordening), die de hoofdbestanddelen in het vrije verkeer brengen:
en leveren aan een vrijgestelde partij (artikel 14a Verordening (EG) nr. 88/97); of
die de hoofdbestanddelen leveren aan een andere vergunninghouder bijzondere bestemming (artikel 14b Verordening (EG) nr. 88/97); of
die in gemiddeld minder dan 300 eenheden per soort hoofdbestanddelen per maand over een tijdvak van niet meer dan 12 maanden en voor eigen gebruik, ofwel in minder dan de genoemde aantallen geleverd krijgen (zie paragraaf 6.3.4. ‘Kleinschalige bedrijven (de-minimis-regel)’ (artikel 14c Verordening (EG) nr. 88/97); of
gebruiken bij de assemblage van rijwielen met hulpmotor (aanvullende Taric-code 8835) of van andere voertuigen dan rijwielen, ook indien met hulpmotor (aanvullende Taric-code C549) (zie paragraaf 6.3.5 ‘Rijwielen met hulpmotor’) (artikel 14d Verordening (EG) nr. 88/97).
Naar boven6.3.4 Kleinschalige bedrijven (de-minimisregel)
Het begrip ‘kleinschalige bedrijven’ ziet op de invoer van hoofdbestanddelen in kleine hoeveelheden door op kleine schaal opererende marktdeelnemers, met name voor vervangingsdoeleinden, waarvan wordt aangenomen dat deze geen ontwijking vormen. Ondernemingen die gemiddeld minder dan 300 eenheden per soort hoofdbestanddeel per maand met vrijstelling in het vrije verkeer brengen of geleverd krijgen opereren op kleine schaal.
Voor het bepalen van het aantal van minder dan 300 eenheden per soort hoofdbestanddelen gemiddeld per maand tellen ook de eenheden mee die in het vrije verkeer zijn gebracht door of zijn geleverd aan een geassocieerde onderneming of een onderneming waarmee een compensatieovereenkomst bestaat. Het aantal van gemiddeld minder dan 300 eenheden per soort hoofdbestanddelen per maand geldt alleen voor de hoofdbestanddelen van oorsprong uit China. Er geldt geen limiet voor onderdelen van oorsprong uit andere landen dan China. De bijzondere bestemming van de hoofdbestanddelen van oorsprong uit China is bereikt wanneer is voldaan aan de voorwaarde dat per maand gemiddeld minder dan 300 eenheden per soort hoofdbestanddelen over een periode van maximaal 12 maanden in het vrije verkeer is gebracht. Het is niet van belang of de onderneming de hoofdbestanddelen assembleert of niet.
Het tijdvak, dat in acht moet worden genomen voor de berekening van het gemiddelde, mag niet meer dan 12 maanden zijn te rekenen vanaf de eerste dag van de inwerkingtreding van de vergunning bijzondere bestemming. Deze periode kan bovendien in geen geval de geldigheidsduur van de afgegeven vergunning bijzondere bestemming overschrijden.
(artikel 14c Verordening (EG) nr. 88/97)
Overschrijden aantal hoofdbestanddelen van gemiddeld minder dan 300 stuks per soort per maand; intrekken van vergunning bijzondere bestemming en invorderen antidumpingrechten
In het geval dat blijkt dat de hoeveelheden hoofdbestanddelen boven de drempel van gemiddeld minder dan 300 stuks per soort hoofdbestanddelen, over een tijdvak van niet meer dan 12 maanden, zijn overschreden, dan moet de vergunning bijzondere bestemming worden ingetrokken. De antidumpingrechten voor alle hoofdbestanddelen van rijwielen die zijn ingevoerd of ontvangen tijdens de looptijd van de vergunning bijzondere bestemming moeten worden nagevorderd. De vergunning wordt daarom voor een tijdvak van ten hoogste 12 maanden afgegeven.
(artikel 15, lid 2, Verordening (EG) nr. 88/97)
In het geval dat blijkt dat de-minimisregel wordt misbruikt doordat overschrijding van het aantal van gemiddeld minder dan 300 stuks per soort bestanddelen per maand, over een tijdvak van niet meer dan 12 maanden, plaatsvindt, dan moet de vergunning bijzondere bestemming worden ingetrokken. De antidumpingrechten voor alle hoofdbestanddelen van rijwielen die zijn ingevoerd of afgeleverd sinds de inwerkingtreding van deze verordening worden nagevorderd. De vergunning wordt daarom voor een tijdvak van ten hoogste 12 maanden afgegeven.
(artikel 15, lid 3, Verordening (EG) nr. 88/97)
Zie voor de termijnen voor de mededeling van een douaneschuld paragraaf 1.4.1 van onderdeel 28.00.00 van dit Handboek. Een vergunning bijzondere bestemming wordt niet afgegeven als er een overschrijding van gemiddeld per maand minder dan 300 eenheden per soort hoofdbestanddelen over een periode van maximaal 12 maanden kan worden verwacht.
Aanzuiveringsafrekening
De vergunninghouder moet een aanzuiveringsafrekening voorleggen aan het controlekantoor. Zie hiervoor hoofdstuk 12, onderdeel 17.00.00 van dit Handboek.
Rekenvoorbeeld
Onderneming X gebruikt de vergunning bijzondere bestemming voor de volgende drie zendingen:
Zending 1) 1.188 complete voorwielen op 19 mei 2023, en
Zending 2) 1.800 complete voorwielen en 1.800 complete achterwielen op 31 mei 2023.
Zending 3) 1.800 complete voorwielen en 1.800 complete achterwielen op 31 maart 2024.
Vraag 1: Voldoet onderneming X aan de drempelwaarde van 299-eenheden in zending 1 en zending 2?
Antwoord 1: Ja, omdat 1.188 complete voorwielen in zending 1 worden beschouwd als 1.188 eenheden per soort hoofdbestanddelen van rijwielen in de zin van artikel 14c van Verordening (EG) nr. 88/97.
Ook bij zending 2 voldoet onderneming X aan de drempelwaarde. De 1.800 voorwielen en 1.800 achterwielen worden op grond van dit artikel beschouwd als 1.800 (geen 3.600) eenheden per soort hoofdbestanddelen van rijwielen. Gerekend de eenheden per soort hoofdbestanddelen van rijwielen in de twee zendingen van 1.188 + 1.800 = 2.988, heeft onderneming X deze in de zin van artikel 14c van Verordening (EG) nr. 88/97 onder de regeling bijzondere bestemming geplaatst.
Vraag 2: Wanneer eindigt het douanetoezicht voor de eerste twee zendingen? En voor de derde zending?
Antwoord 2: Het douanetoezicht eindigt als zich een van de omstandigheden voordoet uit artikel 254, lid, 4 DWU. Omdat onderneming X op 19 mei 2023 voor de eerste keer eenheden van hoofdbestanddelen van rijwielen aangaf, zal de douane moeten controleren hoeveel eenheden onderneming X gemiddeld onder de regeling bijzondere bestemming heeft gebracht in een periode van 12 maanden om te zien of al dan niet is voldaan aan de de-deminimisregel uit artikel 14c, tenzij de periode van de vergunning bijzondere bestemming eindigt voordat de 12 maanden zijn verstreken.
Het douanetoezicht eindigt op 30 april 2024 (dat is de laatste dag van de 12de kalendermaand nadat de vergunning bijzondere bestemming is afgegeven) van het jaar nadat de vergunning bijzondere bestemming van kracht werd, of een andere datum waarop aan de voorwaarden uit artikel 254, lid 4, DWU is voldaan voor de eerste zending (bijvoorbeeld als de rijwielen definitief zijn vernietigd op 25 mei 2023, dan zal het douanetoezicht eindigen op die dag).
De bepalingen die van toepassing zijn voor de tweede zending zijn dezelfde, hetgeen inhoudt dat het douanetoezicht voor deze zending ook eindigt op 30 april 2024 12 maanden nadat de vergunning bijzondere bestemming van kracht werd, zolang aan de voorwaarden uit artikel 254, lid 4, DWU wordt voldaan.
Voor de derde zending eindigt het douanetoezicht ook op 30 april 2024, de laatste dag van de kalendermaand waarin de vergunning bijzondere bestemming verloopt.
Vraag 3: Wat gebeurt er in het geval de eerste zending van 19 mei 2023 1.188 complete voorwielen bevat en de tweede zending van 31 mei 2023 bestaat uit 1.800 complete voorwielen en 1.800 complete achterwielen?
Antwoord 3: Het antidumpingrecht hoeft niet te worden betaald omdat er geen overschrijding is van het gemiddelde in de periode van 12 maanden; 1.188 + 1.800 = 2.988 eenheden is minder dan de voornoemde drempelwaarde van 3.588 eenheden.
Als sprake is van een overschrijding zullen de antidumpingrechten worden berekend over alle invoer die op basis van de vergunning bijzondere bestemming heeft plaatsgevonden omdat de vergunning met terugwerkende kracht moet worden ingetrokken. (artikel 15, lid 2, van Verordening (EG) nr. 88/97)
Als onderneming X daarnaast de de-minimiusregel heeft misbruikt om de antidumpingrechten te ontwijken, dan moeten de antidumpingrechten voor alle hoofdbestanddelen van rijwielen die sinds de inwerkingtreding van deze verordening door de onderneming voor het vrije verkeer zijn aangegeven of die aan deze andere ondernemin zijn afgeleverd, worden ingevorderd.
Vraag 4: Voldoet onderneming X voor de derde zending aan de drempelwaarde van 299-eenheden?
Antwoord 4: Nee, omdat de drempelwaarde 299 maal 12 (= 3.588) het maximale aantal eenheden van hoofdbestanddelen van rijwielen is overschreden. Dit houdt in dat de antidumpingrechten moeten worden betaald over alle invoer die onder de vergunning bijzondere bestemming heeft plaatsgevonden en deze vergunning met terugwerkende kracht moet worden ingetrokken.
Vraag 5: Wat betekent ‘met terugwerkende kracht’ in de zin van artikel 15, lid 2 van Verordening (EG) nr. 88/97?
Antwoord 5: ‘Met terugwerkende kracht’ betekent dat de intrekking van de vergunning bijzondere bestemming ingaat vanaf het moment dat de vergunning werd verleend aan onderneming X omdat het gedrag zoals uitgelegd in artikel 15, lid 2, de corrigerende werking van de antidumpingrechten ondermijnt (zie overweging 23 van Verordening (EU) 2023/611 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 88/97). In het geval van de derde zending zal intrekking vanaf 18 mei 2023 moeten plaatsvinden.
Naar boven6.3.5 Rijwielen met hulpmotor of andere voertuigen al dan niet met hulpmotor
De vergunning bijzondere bestemming moet ook worden gebruikt door ondernemingen, andere dan vrijgestelde of onderzochte partijen, die de hoofdbestanddelen in het vrije verkeer brengen, bestemd voor het gebruik bij de assemblage van rijwielen met hulpmotor (aanvullende Taric-code 8835) of van andere voertuigen dan rijwielen, ook indien met hulpmotor (aanvullende Taric-code C549).
(artikel 14d Verordening (EG) nr. 88/97)
Deze goederen krijgen de bijzondere bestemming op het tijdstip dat de goederen zijn gebruikt bij de vervaardiging van rijwielen met hulpmotor.
Voor deze goederen geldt een andere wijze van de berekening van de zekerheid als voor de goederen genoemd in paragraaf 6.3.3. Zie voor de berekening van de zekerheid paragraaf 7.4 van onderdeel 27.00.00 van dit Handboek.
6.4 Procedures en werkzaamheden
De paragraaf geeft aanwijzingen voor de behandeling en afhandeling van aangiften het voor in het vrije verkeer brengen van hoofdbestanddelen van oorsprong uit China waarop het uitgebreide antidumpingrecht van toepassing is.
Invoer zonder vrijstelling
Het betreft aangiften voor hoofdbestanddelen waarvoor het uitgebreide antidumpingrecht verschuldigd is (er is geen vrijstelling van toepassing). Volg de procedures en verricht de werkzaamheden die zijn voorgeschreven bij de behandeling van aangiften voor producten waarvoor een definitief antidumpingrecht is ingesteld.
Invoer met vrijstelling
Het betreft aangiften voor hoofdbestanddelen waarvoor vrijstelling van het uitgebreide antidumpingrecht van toepassing is omdat de bestanddelen bestemd zijn voor een vrijgestelde partij (assemblagebedrijf) of een voorgeschreven bijzondere bestemming volgen. Volg de procedures en verricht de werkzaamheden die zijn aangegeven bij de behandeling van aangiften voor producten waarvoor een definitief antidumpingrecht is ingesteld.
Invoer met voorlopige vrijstelling
Het betreft aangiften voor hoofdbestanddelen waarop het uitgebreide antidumpingrecht van toepassing en een voorlopige vrijstelling geldt omdat de bestanddelen bestemd zijn voor een onderzochte partij (assemblagebedrijf) die vrijstelling heeft aangevraagd. U volgt de procedures en verricht de werkzaamheden die zijn voorgeschreven bij de behandeling van aangiften voor producten waarvoor een voorlopig antidumpingrecht is ingesteld.
Vrijstelling met terugwerkende kracht onderneming (assemblagebedrijf)
De Commissie heeft met terugwerkende kracht vrijstelling verleend van het uitgebreide definitieve antidumpingrecht aan een onderzochte partij (assemblagebedrijf). Door of namens die onderzochte partij zijn hoofdbestanddelen in het vrije verkeer gebracht met voorlopige vrijstelling. Volg bij de afhandeling van de betreffende aangiften de procedures en verricht de werkzaamheden die zijn voorgeschreven als een voorlopig antidumpingrecht niet wordt geheven.
Verzoek om vrijstelling van onderneming (assemblagebedrijf) afgewezen
De Commissie heeft het verzoek van een onderzochte partij (assemblagebedrijf) om vrijstelling van het uitgebreide definitieve antidumpingrecht afgewezen. Door of namens die onderzochte partij zijn hoofdbestanddelen in het vrije verkeer gebracht met voorlopige vrijstelling. Volg bij de afhandeling van de betreffende aangiften de procedures en verricht de werkzaamheden die zijn voorgeschreven als een voorlopig antidumpingrecht moet worden geheven.
Naar boven