Hoe is het box 3-inkomen op mijn voorlopige aanslag 2025 berekend?

Het box 3-inkomen in uw voorlopige aanslag 2025 is berekend volgens de Overbruggingswetgeving. Kijk hoe de berekening werkt.

Wij berekenen uw voorlopige aanslag niet met het werkelijk rendement

Volgens de uitspraken van de Hoge Raad moeten wij uw werkelijk rendement belasten als dit lager is dan het fictief rendement. In uw voorlopige aanslag 2025 kunnen wij geen rekening houden met het werkelijk rendement. Want uw werkelijk rendement is pas na afloop van het jaar bekend.

Voor uw voorlopige aanslag gebruiken wij de fictieve percentages volgens de Overbruggingswetgeving. Deze liggen dicht bij de werkelijke rendementspercentages. Daarbij gaan we uit van de werkelijke verdeling van de verschillende soorten vermogen die u hebt: banktegoeden, beleggingen en andere bezittingen en schulden. Als uw werkelijk rendement later lager is dan het fictief rendement, dan passen wij uw box 3-inkomen aan in uw aangifte inkomstenbelasting 2025.

Rendementspercentages 2025

In de voorlopige aanslag 2025 gebruiken we fictieve rendementspercentages die dicht bij het werkelijk rendement van uw box 3-inkomen liggen. Daarom gebruiken we voor uw bezittingen 2 verschillende percentages: 1 voor uw banktegoeden, en een ander voor uw beleggingen en andere bezittingen. Voor uw schulden gebruiken we een 3e percentage.

Dit zijn de rendementspercentages voor 2025:

  • Banktegoeden: 1,44%

    Hieronder vallen alleen de volgende bezittingen:

    • bank- en spaartegoeden in Nederland
    • bank- en spaartegoeden buiten Nederland
    • contant geld dat boven de vrijstelling uitkomt
    • premiedepots
    • het niet vrijgestelde deel van uw groene spaartegoeden
    • uw aandeel in het vermogen van een 'vereniging van eigenaren' (VvE)
    • geld dat op een derdenrekening van een notaris of gerechtsdeurwaarder staat
  • Beleggingen en andere bezittingen: 5,88%

    Hieronder vallen beleggingen en alle andere bezittingen die niet onder banktegoeden vallen. Het gaat hier bijvoorbeeld om:

    • aandelen, obligaties, effecten en andere beleggingen
    • het niet vrijgestelde deel van uw groene beleggingen
    • overige vorderingen (behalve vorderingen tussen fiscale partners of tussen ouders en minderjarige kinderen)
    • een 2e woning in Nederland
    • een 2e woning buiten Nederland
    • een woning die u verhuurt
    • overige onroerende zaken
    • cryptovaluta
    • een lot waarop een prijs is gevallen
  • Schulden: 2,62%

    Hieronder vallen alle schulden die u in box 3 moet aangeven. Het gaat hier bijvoorbeeld om:

    • schulden voor bijvoorbeeld een auto of een vakantie
    • negatief saldo op een bankrekening
    • schulden voor de financiering van aandelen, obligaties, effecten en andere beleggingen
    • schulden voor een 2e woning of overige onroerende zaken
    • (hypotheek)schulden die u niet in box 1 mag aftrekken
    • een bedrag van levenlanglerenkrediet dat u moet terugbetalen
    • erfbelasting
    • een schuld door een schenking op papier (behalve de schuld tussen fiscale partners of tussen ouders en minderjarige kinderen)

Het percentage voor beleggingen en andere bezittingen staat al vast. De percentages voor banktegoeden en schulden zijn nog voorlopig. Begin 2026 stellen we die percentages vast. De vastgestelde percentages gebruiken we bij uw definitieve aanslag inkomstenbelasting 2025.

De volledige lijst met bezittingen en schulden die u moet aangeven in box 3 staat op Wat zijn uw bezittingen en schulden?

Berekening van uw box 3-inkomen 2025

Zo berekent u het box 3-inkomen in 2025:

  1. Bereken het belastbaar rendement

    Gebruik de voorlopige rendementspercentages die we hierboven noemen om het rendement per soort vermogen uit te rekenen. U gaat uit van de waarde van uw bezittingen en schulden op 1 januari 2025.

    Het rendement van banktegoeden telt u op bij het rendement van beleggingen en andere bezittingen. Van het totaal trekt u het rendement van de aftrekbare schulden af. Dit is uw belastbaar rendement.

  2. Bereken uw rendementsgrondslag

    Daarnaast berekent u uw rendementsgrondslag. Dat zijn uw bezittingen min uw schulden. Uw schulden mag u niet helemaal aftrekken. Van uw schulden trekt u eerst de drempel af.

  3. Bereken uw grondslag sparen en beleggen

    Van uw rendementsgrondslag (uitkomst stap 2) trekt u het heffingsvrij vermogen af. Dan hebt u de grondslag sparen en beleggen. U mag de grondslag verdelen als u een fiscale partner hebt. Elke verdeling mag, als het totaal maar uitkomt op het bedrag van de hele grondslag.

  4. Bereken uw aandeel in de rendementsgrondslag

    U deelt uw aandeel in de grondslag sparen en beleggen (uitkomst stap 3) door de rendementsgrondslag (uitkomst stap 2) en vermenigvuldigt dit met 100. Rond af op 3 decimalen achter de komma. Dit percentage is uw aandeel in de rendementsgrondslag.

  5. Bereken uw voordeel uit sparen en beleggen

    U vermenigvuldigt uw belastbaar rendement (uitkomst stap 1) met dit percentage (uitkomst stap 4). De uitkomst is uw box 3-inkomen.

  6. Bereken hoeveel belasting u moet betalen in box 3

    Vermenigvuldig het belastingtarief voor box 3 in 2025 (36%) met het voordeel uit sparen en beleggen (uitkomst stap 5).

Rekenvoorbeelden

Kies uw situatie:

  • Rekenvoorbeeld 2025 met spaargeld, zonder fiscale partner

    U hebt € 150.000 spaargeld. U hebt geen fiscale partner.

    Stap 1: bereken het belastbaar rendement

    Banktegoeden: € 150.000 × 1,44% = € 2.160

    Het belastbaar rendement is € 2.160.

    Stap 2: bereken uw rendementsgrondslag

    Bezittingen: € 150.000

    Aftrekbare schulden: € 0

    Vermogen: € 150.000 - € 0 = € 150.000

    Stap 3: bereken de grondslag sparen en beleggen

    Van de rendementsgrondslag (uitkomst stap 2) trekt u het heffingsvrij vermogen af. Dat is uw grondslag sparen en beleggen.

    Het heffingsvrij vermogen is in 2025 € 57.684.

    Grondslag sparen en beleggen: € 150.000 - € 57.684 = € 92.316

    Stap 4: bereken uw aandeel in de rendementsgrondslag

    Deel uw aandeel in de grondslag sparen en beleggen (uitkomst stap 3) door uw rendementsgrondslag (uitkomst stap 2). En vermenigvuldig de uitkomst met 100. Rond af op 3 decimalen achter de komma.

    € 92.316 ÷ € 150.000 × 100 = 61,544%

    Stap 5: bereken uw voordeel uit sparen en beleggen

    Het voordeel uit sparen en beleggen is uw belastbaar rendement (uitkomst stap 1) vermenigvuldigd met uw aandeel in de rendementsgrondslag (uitkomst stap 4).

    € 2.160 × 61,544% = € 1.329

    Stap 6: bereken hoeveel belasting u moet betalen in box 3

    Vermenigvuldig het belastingtarief voor box 3 (36%) met het voordeel uit sparen en beleggen (uitkomst stap 5).

    36% × € 1.329 = € 478 belasting

  • Rekenvoorbeeld 2025 met verschillende soorten vermogen, zonder fiscale partner

    U hebt de volgende bezittingen en schulden:

    • € 150.000 aan spaargeld
    • beleggingen met een waarde van € 75.000
    • een 2e woning in Nederland met een WOZ-waarde van € 200.000
    • een schuld voor de 2e woning van € 100.000

    Stap 1: bereken het belastbaar rendement

    Banktegoeden: € 150.000 × 1,44% = € 2.160

    Beleggingen en andere bezittingen: € 75.000 + € 200.000 = € 275.000 × 5,88% = € 16.170

    Van de schuld moet u eerst de drempel aftrekken. De drempel is € 3.800 per persoon.

    De aftrekbare schuld: € 100.000 - € 3.800 = € 96.200

    Het rendement op de aftrekbare schulden: € 96.200 × 2,62% = € 2.521

    Het belastbaar rendement is € 2.160 + € 16.170 - € 2.521 = € 15.809.

    Stap 2: bereken uw rendementsgrondslag

    Bezittingen: € 150.000 + € 75.000 + € 200.000 = € 425.000

    Aftrekbare schulden: € 96.200

    Rendementsgrondslag: € 425.000 - € 96.200 = € 328.800

    Stap 3: bereken de grondslag sparen en beleggen

    Van de rendementsgrondslag (uitkomst stap 2) trekt u het heffingsvrij vermogen af. Dat is de grondslag sparen en beleggen.

    Het heffingsvrij vermogen is in 2025 € 57.684 per persoon.

    Grondslag sparen en beleggen: € 328.800 - € 57.684 = € 271.116

    Stap 4: bereken uw aandeel in de rendementsgrondslag

    Deel uw grondslag sparen en beleggen (uitkomst stap 3) door de rendementsgrondslag (uitkomst stap 2). En vermenigvuldig de uitkomst met 100. Rond af op 3 decimalen achter de komma.

    € 271.116 ÷ € 328.800 × 100 = 82,456%

    Stap 5: bereken uw voordeel uit sparen en beleggen

    Het voordeel uit sparen en beleggen is het belastbaar rendement (uitkomst stap 1) vermenigvuldigd met het percentage in uw aandeel in de rendementsgrondslag (uitkomst stap 4)

    Voordeel uit sparen en beleggen: € 15.809 × 82,456% = € 13.035

    Stap 6: bereken hoeveel belasting u moet betalen in box 3

    Vermenigvuldig het belastingtarief voor box 3 in 2025 (36%) met het voordeel uit sparen en beleggen (uitkomst stap 5).

    36% × € 13.035 = € 4.692 belasting

  • Rekenvoorbeeld 2025 met fiscale partner en verschillende soorten vermogen

    U hebt een fiscale partner. Samen met uw partner hebt u de volgende bezittingen en schulden:

    • € 150.000 aan spaargeld
    • beleggingen met een waarde van € 75.000
    • een 2e woning in Nederland met een WOZ-waarde van € 200.000
    • een schuld voor de 2e woning van € 100.000

    Stap 1: bereken het belastbaar rendement

    Banktegoeden: € 150.000 × 1,44% = € 2.160

    Beleggingen en andere bezittingen: € 75.000 + € 200.000 = € 275.000 × 5,88% = € 16.170

    Van de schuld moet u eerst de drempel aftrekken. De drempel is € 3.800 per persoon. Dus voor u samen € 7.600.

    De aftrekbare schuld: € 100.000 - € 7.600 = € 92.400

    Het rendement op de aftrekbare schulden: € 92.400 × 2,62% = € 2.421

    Het belastbaar rendement is € 2.160 + € 16.170 - € 2.421 = € 15.909.

    Stap 2: bereken uw rendementsgrondslag

    Bezittingen: € 150.000 + € 75.000 + € 200.000 = € 425.000

    Aftrekbare schulden: € 92.400

    Rendementsgrondslag: € 425.000 - € 92.400 = € 332.600

    Stap 3: bereken de grondslag sparen en beleggen

    Van de rendementsgrondslag (uitkomst stap 2) trekt u het heffingsvrij vermogen af. Dat is de grondslag sparen en beleggen.

    Het heffingsvrij vermogen is in 2025 € 57.684 per persoon. Dus voor u en uw fiscale partner samen € 115.368.

    Grondslag sparen en beleggen: € 332.600 - € 115.368 = € 217.232

    De grondslag sparen en beleggen mag u verdelen over u en uw fiscale partner. Elke verdeling mag als het totaal maar 100% is. In dit voorbeeld geven u en uw fiscale partner geven ieder de helft van de grondslag sparen en beleggen op. Dus ieder € 108.616.

    Stap 4: bereken uw aandeel in de rendementsgrondslag

    Deel uw grondslag sparen en beleggen (uitkomst stap 3) door de rendementsgrondslag (uitkomst stap 2). En vermenigvuldig de uitkomst met 100. Rond af op 3 decimalen achter de komma.

    Uw aandeel: € 108.616 ÷ € 332.600 × 100 = 32,656%

    Voor uw fiscale partner is de uitkomst van deze berekening hetzelfde.

    Stap 5: bereken uw voordeel uit sparen en beleggen

    Het voordeel uit sparen en beleggen is het belastbaar rendement (uitkomst stap 1) vermenigvuldigd met uw percentage in uw aandeel in de rendementsgrondslag (uitkomst stap 4)

    Voordeel uit sparen en beleggen: € 15.909 × 32,656% = € 5.195

    Stap 6: bereken hoeveel belasting u moet betalen in box 3

    Vermenigvuldig het belastingtarief voor box 3 in 2025 (36%) met het voordeel uit sparen en beleggen (uitkomst stap 5).

    36% × € 5.195 = € 1.870 belasting

    Voor uw fiscale partner is de uitkomst van deze berekening hetzelfde.

  • Rekenvoorbeeld 2025 met fiscale partner en verschillende soorten vermogen

    U hebt een fiscale partner. Samen met uw partner hebt u de volgende bezittingen:

    • € 5.000 aan spaargeld
    • groene beleggingen met een waarde van € 150.000
    • een 2e woning buiten Nederland met een waarde in het economische verkeer van € 250.000

    Stap 1: bereken het belastbaar rendement

    Banktegoeden: € 5.000 × 1,44% = € 72

    Groene beleggingen zijn vrijgesteld tot € 26.312 per persoon. Dus voor u en uw fiscale partner is dat samen € 52.624. De waarde van de groene beleggingen is € 150.000. Dit betekent dat het deel boven € 52.624 opgegeven moet worden als bezitting. In dit geval is dat € 150.000 - € 52.640 = € 97.360.

    Beleggingen en andere bezittingen: € 97.360 + € 250.000 = € 347.360 × 5,88% = € 20.424

    Het belastbaar rendement is € 72 + € 20.424 = € 20.496.

    Stap 2: bereken uw rendementsgrondslag

    Rendementsgrondslag: € 5.000 + € 97.360 + € 250.000 = € 352.360

    Stap 3: bereken de grondslag sparen en beleggen

    Van de rendementsgrondslag (uitkomst stap 2) trekt u het heffingsvrij vermogen af. Dat is uw grondslag sparen en beleggen. Het heffingsvrij vermogen is in 2025 € 57.684 per persoon. Dus voor u en uw fiscale partner samen € 115.368.

    Grondslag sparen en beleggen: € 352.360 - € 115.368 = € 236.992

    De grondslag sparen en beleggen mag u verdelen over u en uw fiscale partner. Elke verdeling mag als het totaal maar 100% is. In dit voorbeeld geeft u zelf de volledige grondslag sparen en beleggen op. Dus € 236.992.

    Stap 4: bereken uw aandeel in de rendementsgrondslag

    Deel uw grondslag sparen en beleggen (uitkomst stap 3) door de rendementsgrondslag (uitkomst stap 2). De uitkomst vermenigvuldigt u met 100. Rond af op 3 decimalen achter de komma.

    € 236.992 ÷ € 352.360 × 100 = 67,258%

    Stap 5: bereken uw voordeel uit sparen en beleggen

    Het voordeel uit sparen en beleggen is het belastbaar rendement (uitkomst stap 1) vermenigvuldigd met uw percentage in uw aandeel in de rendementsgrondslag (uitkomst stap 4).

    Voordeel uit sparen en beleggen: € 20.496 × 67,258% = € 13.785

    Stap 6: bereken hoeveel belasting u moet betalen in box 3

    Vermenigvuldig het belastingtarief voor box 3 in 2025 (36%) met het voordeel uit sparen en beleggen (uitkomst stap 5).

    36% × € 13.785 = € 4.962 belasting

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.