Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

30.08.00 Vervoer gevaarlijke stoffen

3 Bevoegdheidsbepalingen

3.1 Welke bevoegdheden?

De bevoegdheden die u als douaneambtenaar heeft, worden onderscheiden in:

  • controlebevoegdheden van de Algemene douanewet

  • opsporingsbevoegdheden

Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen (reguliere) douaneambtenaren en de vraagbaak gevaarlijke stoffen als het gaat om de taken en bevoegdheden bij de uitvoering van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en de Wet Luchtvaart:

  • de douaneambtenaren hebben in het kader van de WVGS en de Wet luchtvaart alleen een signalerende taak

  • de vraagbaak gevaarlijke stoffen voert de specifieke WVGS- en Wet Luchtvaart taken uit

Hoewel alle douaneambtenaren in de Algemene douanewet zijn aangewezen als toezichthoudende ambtenaren, oefent uitsluitend de vraagbaak gevaarlijke stoffen deze bevoegdheid uit ten aanzien van het vervoer van gevaarlijke stoffen. De (reguliere) Douaneambtenaren maken geen gebruik van deze bevoegdheid.

Met de ILT is afgesproken dat de daadwerkelijke controles alleen mogen worden uitgevoerd door de vraagbaak gevaarlijke stoffen. Deze vraagbaak heeft een opleiding gevolgd waardoor deze controles kan uitvoeren die voldoen aan de kwaliteitseisen die de ILT hieraan stelt.
Douaneambtenaren die deze opleiding niet hebben gevolgd, hebben slechts een signalerende taak. Als zij vermoedelijke onregelmatigheden aantreffen op het gebied van vervoer van gevaarlijke stoffen, schakelen zij een vraagbaak gevaarlijke stoffen in.

De Douane heeft in geval van gevaarlijke stoffen:

  • een controlerende bevoegdheid uit de Algemene douanewet

  • een opsporingsbevoegdheid

De bevoegdheid van de Douane is beperkt tot die controles die worden uitgevoerd in het kader van de reguliere douanetaak.

Naar boven

3.2 Controlerende bevoegdheid Algemene douanewet

De bepalingen van de Algemene douanewet (Adw) zijn van toepassing op het toezicht en de controle van de Douane op goederen en het goederenverkeer. De Adw betreft niet alleen de heffing van rechten bij invoer, maar óók het toezicht en de controle bij VGEM-taken. Het gaat hierbij om verboden of beperkingen die betrekking hebben op veiligheid, gezondheid, economie en milieu.

De Adw heeft niet alleen betrekking op verboden en beperkingen die van toepassing zijn op goederen die zich onder douanetoezicht bevinden, maar ook op goederen die zich nog niet, niet of niet meer onder douanetoezicht bevinden (Adw, artikel 1:1, lid 5). U bent op grond van de Adw dus altijd bevoegd goederen te controleren.

Het zwaartepunt van de taak van de Douane ligt echter op goederen die de buitengrens van de Europese Unie overschrijden. De wijze waarop de Douane invulling geeft aan deze taak en de bijbehorende bevoegdheid is vastgelegd in convenanten en bijlagen en de VGEM-voorschriften. U gebruikt uw bevoegdheden uitsluitend wanneer de Douane een taak heeft.

De Adw geeft één set controlebevoegdheden die u altijd gebruikt, ongeacht de VGEM-controletaak die u uitvoert. U kunt geen andere bevoegdheden gebruiken dan de bevoegdheden die in de Adw zijn toegekend. De VGEM-wetgeving moet dan wel onder onderdeel A of B van de bijlage van de Adw vallen.

Handhaving verboden of beperkingen bij gevaarlijke stoffen

De Douane heeft een taak bij de handhaving van verboden en beperkingen die van toepassing zijn of zouden zijn op goederen bij het binnenbrengen in of het verlaten van de Europese Unie of bij het kiezen van een douanebestemming. Deze verboden of beperkingen zijn ingesteld bij of krachtens een wettelijk voorschrift dat is opgenomen in de bijlagen A en B van de Adw (Adw, artikel 1:1, lid 5).

In deze bijlagen is de wetgeving opgenomen waarin verboden of beperkingen zijn gesteld:

  • Onderdeel A van de bijlage van de Adw inzake de communautaire verordeningen is niet uitputtend omdat een dergelijke lijst zeer uitgebreid is en steeds wijzigt. In bijlage A zijn daarom alleen de artikelen van het EG-Verdrag opgenomen die de basis vormen voor verboden en beperkingen in communautaire of nationale wetgeving.

  • Onderdeel B van de bijlage van de Adw noemt de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en de Wet Luchtvaart. U mag dus de bevoegdheden uit de Adw gebruiken voor het toezicht hierop.

Controlebevoegdheden
De Douane oefent haar controlebevoegdheden alleen uit, als dat met de betreffende ministeries is vastgelegd in een convenant en een bijlage en beperkt zich tot de afgesproken taak en eventueel tot een bepaalde Douaneregio.

Het betreft onder meer controlebevoegdheden op het gebied van:

  • het nemen van monsters en gedeeltelijk onderzoek (Adw, artikel 1:24)

  • het betreden, controleren en doorzoeken van gebouwen en terreinen (Adw, artikel 1:23 en 1:26)

  • het vorderen dat een vervoermiddel vaart mindert, bijdraait, landt, stilhoudt enzovoorts (Adw, artikel 1:27)

  • de lijfsvisitatie (Adw, artikel 1:28)

  • het gebruik van geweld (Adw, artikel 1:30)

Meer informatie over het gebruik van uw controlebevoegdheden vindt u in het Handboek Douane, onderdeel 5.00.00.

In de bijlage 9 van het convenant met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is vastgelegd in welke gevallen de Douane gevaarlijke stoffen voor de Inspectie Leefomgeving en Transport controleert. Dit betekent dat de Douane uitsluitend in het kader van de reguliere douane- en accijnscontroles controleert of de regels voor het binnenbrengen, uitgaan en vervoer van gevaarlijke stoffen worden nageleefd.

Alleen vraagbaak gevaarlijke stoffen heeft bevoegdheid om secundaire verpakkingen te openen
Alleen de vraagbaak gevaarlijke stoffen heeft in het kader van een controle op gevaarlijke stoffen een bevoegdheid om secundaire verpakkingen te openen. Het openen van primaire verpakkingen en het nemen van monsters van gevaarlijke stoffen is voorbehouden aan de inspecteurs van de ILT. Als het in verband met een controle nodig is om verpakkingen te openen, schakelt de douanemedewerker een vraagbaak gevaarlijke stoffen, of via de vraagbaak, de ILT in.

Naar boven

3.3 Opsporingsbevoegdheid

In het Besluit toezicht en opsporing vervoer gevaarlijke stoffen (artikel 6 sub a), zijn de douaneambtenaren aangewezen als opsporingsambtenaren.

Deze bevoegdheden van de douaneambtenaren zijn in het convenant ingeperkt; alléén de vraagbaak gevaarlijke stoffen kan van de opsporingsbevoegdheden gebruik maken.

Bevoegd tot het openen van verpakkingen, niet bevoegd monsters te nemen
Bij een controle en/of opsporingsonderzoek is de vraagbaak gevaarlijke stoffen bevoegd om secundaire verpakkingen te openen, maar niet bevoegd om primaire verpakkingen te openen en monsters te nemen van gevaarlijke stoffen (Wed, artikel 21 en artikel 23a). Als dit nodig is, moeten zij een inspecteur van de ILT inschakelen.

Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Belastingdienst/Douane

Voor de douaneambtenaar zijn de opsporingsbevoegdheden geregeld in het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Belastingdienst/Douane 2022, verder BOA Besluit. Op grond van het BOA Besluit, artikel 3, is de douaneambtenaar aangewezen voor de opsporing van bepaalde strafbare feiten.

Beleidsmatige inperking opsporingsbevoegdheid

Deze opsporingsbevoegdheid is beleidsmatig ingeperkt. Dat betekent dat u alleen van de opsporingsbevoegdheden gebruik mag maken als opsporingstaken aan de Douane zijn opgedragen. In onderdeel 36.00.00, van het Handboek Douane, staan richtlijnen voor het inzetten van de opsporingsbevoegdheden. De WVGS is opgenomen in de lijst van opgedragen opsporingstaken en dus mag u uw opsporingsbevoegdheden gebruiken. U maakt van deze bevoegdheid alleen gebruik in samenhang met uw normale douanewerkzaamheden. U heeft dus géén opsporingstaak bij goederen die zich in het vrije verkeer bevinden.

Naar boven