10.08.00 Precursoren voor explosieven
2 Begripsbepalingen en wetgeving
2.1 Begripsbepalingen
Begrip |
Omschrijving |
Adw |
|
Besluit BOA |
Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Belastingdienst/Douane 2022 |
BFC’er |
Contactambtenaar OM/Boete Fraude Coördinator. |
Binnenbrengen |
Het binnen het grondgebied van een lidstaat brengen van een stof, ongeacht de bestemming ervan binnen de Unie, vanuit een andere lidstaat of een derde land, onder elke douaneregeling zoals gedefinieerd in Verordening (EU) nr. 952/2013 met inbegrip van doorvoer (Verordening 2019/1148, artikel 3, sub 5). |
Particulier |
Elke natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit vallen (Verordening 2019/1148, artikel 3, sub 8). |
ILT |
Inspectie Leefomgeving en Transport van het Ministerie Infrastructuur en Milieu. |
Marktdeelnemers |
Elke natuurlijke of rechtspersoon die, elk openbaar lichaam dat of elke combinatie van zulke personen of entiteiten die gereguleerde precursoren voor explosieven op de markt aanbiedt, offline dan wel online, waaronder op onlinemarktplaatsen (Verordening 2019/1148, artikel 3, sub 10). |
Mengsels |
Een mengsel of oplossing bestaande uit twee of meer stoffen. |
KCC |
|
NCTV |
Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (Ministerie van J&V). |
PvE |
Precursor voor explosieven waarvoor een beperking geldt. Dit is een in bijlage I van Verordening 2019/1148 vermelde stof in een concentratie die een bepaalde grenswaarde overschrijdt, met inbegrip van een mengsel of een andere stof die een in die bijlage vermelde stof bevat in een concentratie die de overeenkomstige grenswaarde overschrijdt (Verordening 2019/1148, artikel 3, sub 12). Deze stoffen zijn vermeld in de bijlage bij dit voorschrift. |
JenV |
Ministerie van Justitie en Veiligheid. |
Rwpe |
|
Vergunning |
Vergunning afgegeven door de ILT om PvE binnen te mogen brengen/onder zich te hebben/te gebruiken. |
Verordening |
Verordening 2019/1148 van 20 juni 2019 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven. |
Wed |
|
Wpe |
2.2 Wat zijn precursoren voor explosieven?
Een precursor of ‘voorloper’ is een chemische stof die door zijn aard of eigenschappen kan worden gebruikt bij de vervaardiging van een chemisch eindproduct. Precursoren zijn dus grondstoffen voor de vervaardiging van chemische producten. De chemische industrie maakt op grote schaal legaal gebruik van ‘precursoren’ voor, bij of tijdens de productie van talloze producten. Een bepaalde groep stoffen, of mengsels van bepaalde stoffen, kunnen misbruikt worden als precursoren voor de illegale productie van explosieven. De benaming PvE is een verzamelnaam. Hieronder vallen stoffen die een belangrijke grondstof zijn voor legale chemische producten maar die ook als hulpstoffen gebruikt kunnen worden voor de productie van explosieven. Naast chemicaliën die een reactie ondergaan (aceton + waterstofperoxide), kunnen precursoren ook bestanddelen van explosieven zijn. Door het mengen van sommige PvE ontstaat al een explosief. Er hoeven dan geen chemische reacties meer plaats te vinden.. Particulieren konden vroeger de PvE gemakkelijk verkrijgen in verschillende bedrijven (zoals drogisterijen, Doe het zelf zaken, bouwmarken, tuincentra, enzovoorts) of eenvoudig via internet bestellen.
Naar boven2.3 Wetgeving voor precursoren voor explosieven
De wetgeving beoogt de beschikbaarheid van PvE te beperken voor particulieren door:
- de introductie van een vergunningstelsel voor particulieren om precursoren voor explosieven aan te schaffen, binnen te brengen op het grondgebied van Nederland en in het bezit te hebben of te gebruiken.
- in Nederland gevestigde marktdeelnemers te verplichten om verdachte transacties, verdwijningen en diefstallen van PvE en
een aantal andere PvE waarvoor een meldplicht geldt, te melden bij de overheid.
Het wettelijke kader voor het toezicht op PvE waar een beperking voor geldt, is geregeld op twee niveaus:
- Unie niveau: Verordening 2019/1148
- Nationaal niveau: Wet precursoren voor explosieven en Regeling precursoren voor explosieven
2.4 Verordening 2019/1148
De Verordening stelt voorschriften vast over het aanbieden, het binnenbrengen, het voorhanden hebben en het gebruiken van stoffen of mengsels die kunnen worden misbruikt voor de illegale vervaardiging van explosieven. Het doel is de beschikbaarheid van die stoffen en mengsels te beperken voor particulieren. Klik hier voor meer informatie over het beleid van de EU.
Naar boven2.4.1 Beperkingen alleen voor toepassing voor particulieren
Zelfgemaakte explosieven worden gebruikt door terroristen en andere criminelen. Precursoren zijn chemische grondstoffen waarmee explosieven vervaardigd kunnen worden en zijn vrij verkrijgbaar. Een verbod op het gebruik van PvE voor professionele activiteiten gaat te ver. Daarom zijn de beperkingen betreffende het aanbieden, het binnenbrengen, het voorhanden hebben en het gebruik van PvE alleen op particulieren van toepassing. De Verordening geeft aan dat PvE niet mogen worden aangeboden aan, of binnengebracht op het grondgebied door, in bezit gehouden door of gebruikt worden door particulieren. PvE waarvoor een beperking geldt, mogen alleen worden aangeboden aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon die de precursor nodig heeft voor doeleinden die verband houden met zijn handels-, bedrijfs-, of beroepsactiviteit.
Naar boven2.4.1.1 PvE waarvoor een beperking geldt
De PvE waarvoor een beperking geldt, zijn vermeld in Bijlage I van de Verordening. U vindt ze ook in de bijlage van dit voorschrift. Het is een lijst met stoffen die in een bepaalde concentratie niet aan particulieren verkocht mogen worden zonder vergunning.
Deze stoffen werden gekocht voor zeer specifieke hobbytoepassingen; bijvoorbeeld nitromethaan voor brandstof voor modelvliegtuigen, salpeterzuur voor het bleken van kunstobjecten en als etsvloeistof. Daarnaast worden deze stoffen beperkt gebruikt voor alledaagse toepassingen zoals waterstofperoxide voor desinfecteren, (haar)bleekmiddel en als schoonmaakmiddel. Voor deze toepassingen zijn steeds meer alternatieven beschikbaar.
De illegale vervaardiging van explosieven wordt bemoeilijkt door concentratiegrenswaarden vast te stellen voor bepaalde PvE. Het vrije verkeer van PvE die onder deze grenswaarden blijven, is dus gewoon mogelijk. De toegang van particulieren tot PvE die deze grenswaarden overschrijden, is beperkt. Particulieren mogen deze PvE in concentraties die de grenswaarden overschrijden, niet verwerven, binnenbrengen, voorhanden hebben of gebruiken, tenzij zij daarvoor een vergunning hebben.
Naar boven2.4.1.2 Bovengrenswaarde: geen vergunning mogelijk
Voor de in Bijlage I opgenomen stoffen is ook een bovengrenswaarde. Voor stoffen in concentraties groter dan die bovengrenswaarde, mag geen vergunning aan een particulier worden verleend.
Naar boven2.4.1.3 Vergunningplicht alleen voor particulieren
De vergunningsplicht geldt alleen voor particulieren. Een particulier is elke natuurlijke of rechtspersoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn handels-, bedrijfs- of beroepsactiviteit vallen. Particulieren moeten worden onderscheiden van professionele gebruikers.
Onder het begrip professionele gebruikers valt een natuurlijk persoon of rechtspersoon die aantoonbaar een precursor voor explosieven waarvoor een beperking geldt, nodig heeft voor doeleinden die verband houden met zijn handels-, bedrijfs-, of beroepsactiviteit.
Het enkel zijn van een rechtspersoon is dus niet voldoende om niet onder de vergunningsplicht te vallen. Er zal aangetoond moeten worden dat de betreffende PvE nodig is voor doeleinden die verband houden met bedrijfs-, of beroepsactiviteit.
De particulier moet dus een vergunning hebben voor het verwerven, binnenbrengen, bezitten of gebruiken van PvE waarvoor een beperking geldt (Verordening, artikel 5, lid 3).
De vergunning wordt verleend door een bevoegde instantie van de lidstaat waar het de bedoeling is dat de betreffende precursor voor explosieven waarvoor een beperking geldt, wordt verworven, binnengebracht, in bezit gehouden of gebruikt. In Nederland is dat de Inspectie leefomgeving en transport (ILT). De Verordening biedt lidstaten de mogelijkheid het vergunningsstelsel deels naar eigen inzicht in te richten. Enkele onderdelen daarvan zijn wel dwingend voorgeschreven bij de beoordeling van een aanvraag. Zo moet bij deze beoordeling ook de persoon van de aanvrager worden betrokken, waaronder eventuele strafrechtelijke veroordelingen van de aanvrager waar dan ook in de EU.
Een aantal lidstaten kent geen vergunningplicht maar een totaalverbod voor PvE voor particulieren.
Overzicht
België |
Hongarije |
Luxemburg |
Roemenië |
Bulgarije |
Italië |
Noorwegen |
Slovenië |
Cyprus |
Letland |
Polen |
Spanje |
2.4.1.4 Meldplicht ingeval van een verdachte transactie, vermissing en diefstal
Daarnaast voorziet de Verordening in een meldplicht waarbij zowel voor professionele gebruikers als voor particulieren de verplichting geldt om transacties -welke naar aard of omvang als verdacht moeten worden aangemerkt- te melden. Verdacht is elke transactie met betrekking tot gereguleerde PvE waarvan er, na inachtneming van alle relevante omstandigheden, redelijke vermoedens bestaan dat de betrokken stof of het betrokken mengsel bedoeld is voor de illegale vervaardiging van explosieven (Verordening 2019/1148, artikel 3, sub 7).
Naast verdachte transacties moeten ook verdwijningen en diefstallen van gereguleerde PvE worden gemeld. Deze verplichting is van toepassing op professionele gebruikers en particulieren. De lidstaten moeten voor dat doel nationale contactpunten voor het melden van verdachte transacties instellen. Voor Nederland is dit het Meldpunt Verdachte Transacties Chemicaliën .
Naar boven2.4.1.5 Nationale bevoegdheid andere precursoren aan te wijzen /grenswaarden te stellen
De Verordening kent een mogelijkheid om bij nationale regeling precursoren aan te wijzen waarvoor een beperking of meldplicht geldt, in aanvulling op de stoffen genoemd in Bijlagen I en II van de Verordening. Het is ook mogelijk om lagere grenswaarden vast te stellen voor de stoffen genoemd in bijlage I, of om grenswaarden vast te stellen voor stoffen genoemd in Bijlage II van de Verordening.
Naar boven2.4.1.6 Informatieverplichtingen
Marktdeelnemers die PvE waarvoor een beperking geldt aanbieden aan particulieren, zijn verplicht die particulier ervan op de hoogte te stellen dat de aankoop, het voorhanden hebben of het gebruik van die precursor aan beperkingen onderhevig is. Vergelijkbare informatieverplichtingen bestaan ook voor transacties tussen marktdeelnemers onderling en transacties tussen marktdeelnemers en professionele gebruikers. Ook voor onlinemarktplaatsen geldt dat zij hun gebruikers moeten informeren over de verplichtingen op grond van de Verordening.
Naar boven2.5 Nationale wetgeving
In de Wet PvE (Wpe) zijn de bepalingen opgenomen die nodig zijn voor de toepassing en uitvoering van de Verordening in Nederland. Het doel van de wetgeving is een veiligere samenleving, verbetering van de werking van de interne markt en het moeilijker maken om zelf explosieven te vervaardigen. Dat gebeurt door een:
- Vergunningplicht voor particulieren voor de aankoop, in bezit hebben en het binnenbrengen op het grondgebied van Nederland van PvE
- Meldingsplicht voor in Nederland gevestigde marktdeelnemers en particulieren om verdachte transacties, verdwijningen en diefstallen van PvE te melden bij het Meldpunt Verdachte Transacties Chemicaliën .
Nederland kent een vergunningstelsel. PvE waarvoor een beperking geldt, zijn beschikbaar voor een particulier als die particulier over een vergunning beschikt. Een vergunning wordt alleen verleend als voor de gevraagde precursor geen redelijk alternatief voorhanden is waarmee een vergelijkbaar effect bereikt kan worden. De marktdeelnemers mogen PvE aanbieden aan particulieren maar moeten wel controleren of de particulier over de vereiste vergunning beschikt.
Naar boven2.5.1 Aanwijzing andere stoffen
In de Wpe bestaat de mogelijkheid om bij ministeriële regeling andere stoffen aan te wijzen die onder de werking van de Verordening vallen. De Verordening (artikel 14, lid 1 e.v.) biedt daarvoor de mogelijkheid. De stoffen die buiten de Verordening vallen maar wel gelden voor Nederland, worden bij ministeriële regeling vastgelegd. Dit biedt de mogelijkheid biedt om snel te reageren op nieuwe dreigingen en op deze manier snel onder het regime van de Wpe te brengen.
Hiervan is in Nederland nog geen gebruik gemaakt. Als er een aanwijzing is, dan wordt deze in de bijlage van dit voorschrift verwerkt.
Naar boven2.5.2 Vergunningverlening
De minister van JenV is de bevoegde instantie. De ambtenaren van de ILT zijn gemandateerd voor de verlening van de vergunning (Besluit mandaat inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport en aanwijzing toezichthouders Wet PvE). Bij het binnenbrengen van PvE geldt dus alleen een vergunningplicht voor particulieren. Er geldt geen vergunningplicht voor PvE die bedrijfsmatig door professionele gebruikers worden binnengebracht. Bij de beoordeling van een aanvraag om een vergunning wordt door de ILT de achtergrond van de aanvrager betrokken, waaronder informatie over eerdere strafrechtelijke veroordelingen waar dan ook in de EU (Verordening, artikel 6, lid 9).
Naar boven2.5.3 Kenmerken vergunningverlening
- Alleen vergunning voor NL ingezetenen
-
De ILT geeft vergunningen af aan particulieren die in Nederland zijn gevestigd. Binnenbrengen op Nederlands grondgebied van PvE door een niet in NL gevestigde particulier is dan ook niet mogelijk.
-
- Geen vrijstelling /ontheffing:
-
Voor PvE is geen vrijstelling of ontheffing mogelijk van de vergunningplicht. In de Wpe is niet voorzien in een ontheffing of vrijstelling van de vergunningplicht bij het binnenbrengen van PvE door een particulier.
-
- Vergunning niet overdraagbaar
-
De door de ILT aan een in Nederland wonende particulier afgegeven vergunning is niet overdraagbaar (Wpe, artikel 4 lid 2).
-
- Maximale geldigheidsduur
-
De vergunning is geldig vanaf de datum van afgifte. De geldigheidsduur staat op de vergunning en is maximaal 2 jaar.
-
- Nederlands model vergunning
- Er wordt geen gebruik gemaakt van de bij de Verordening opgenomen model voor een vergunning maar van de nationale vergunning die wordt aangegeven door de ILT.
2.5.4 Geen erkenning buitenlandse vergunning
In Nederland wordt geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om door andere lidstaten afgegeven vergunningen te erkennen. Dit is in lijn met de praktijk van andere lidstaten. Omdat door andere lidstaten afgegeven vergunningen in Nederland niet worden erkend, moet elke particulier die in Nederland een PvE wil verwerven, binnenbrengen, bezitten of gebruiken, een nationale vergunning aanvragen. Een vergunning die is afgegeven door een bevoegde autoriteit in een andere EU-lidstaat, is in Nederland dus niet geldig.
Naar boven2.5.5 Verplicht overleggen vergunning op verzoek
De particulier die PvE binnenbrengt moet de door de ILT verleende vergunning op verzoek van de Douane kunnen overleggen (Verordening, artikel 5, lid 3). Dit geldt ook als deze goederen via vracht, post, pakket of koeriers Nederland worden binnengebracht. In het reizigersverkeer moet een particulier de “rode” doorgang (iets aan te geven) kiezen bij binnenkomst. De Douane schrijft niet af op de vergunning
Naar boven2.5.6 Verplichtingen
De Verordening bevat regels waar actoren die met PvE te maken hebben aan moeten voldoen. Voorbeelden hiervan zijn:
- de informatieverplichtingen (Verordening, artikel 7);
- de verificatieverplichtingen (Verordening, artikel 8);
- de meldingsplicht voor verdachte transacties, verdwijningen en diefstallen (Verordening, artikel 9).
Hieraan is uitvoering gegeven in de Wpe om bij ministeriële regeling regels te stellen over de wijze waarop gereguleerde PvE worden aangeboden en de verificaties die marktdeelnemers daarbij moeten uitvoeren. De Wpe bevat een grondslag om bij ministeriële regeling regels te stellen over de wijze waarop en waar verdachte transacties, verdwijningen en diefstallen gemeld moeten worden. Dit geldt ook als een verdachte transactie wordt geweigerd. Uiteraard zal niet in alle situaties alle informatie beschikbaar zijn. In voorkomend geval wordt de beschikbare informatie gemeld. De te melden informatie is noodzakelijk voor een goede opvolging richting de melder (contactgegevens) en vervolgonderzoek door de nationale politie (beschrijving transactie en persoon, eventueel materiaal dat gebruikt kan worden om de identiteit van de klant te achterhalen zoals kassabonnen, ID-gegevens, beveiligingscamera-opnames of documenten of producten die aangeraakt zijn door de klant).
In de Rwpe is opgenomen dat een dergelijke melding gedaan wordt bij het Meldpunt Verdachte Transacties Chemicaliën. Dit is een samenwerkingsverband van de nationale politie en de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) en 24 uur per dag telefonisch bereikbaar.
Naar boven2.5.7 Strafbaarstelling in Wet op de economische delicten
De Wet precusoren voor explosieven kent in artikel 3 een aantal verboden
- Het is verboden precursoren voor explosieven waarvoor een beperking geldt aan te bieden aan een particulier;
- Het is een particulier verboden precursoren voor explosieven waarvoor een beperking geldt binnen te brengen op het grondgebied
van Nederland, in bezit te houden of te gebruiken.
Deze verboden zijn niet van toepassing indien de particulier over een vergunning beschikt.
Overtreding van de Verordening en wat bij of krachtens de Wpe is bepaald, is strafbaar gesteld in de Wet op de economische delicten (Wed, artikel 1, onder 1°).
2.5.8 Uitvoering en toezicht
Er zijn verschillende partijen betrokken bij het opstellen van maatregelen op het gebied van PvE. De dreigingsinschattingen betreffende PvE, waarvoor maatregelen wenselijk zijn, worden gemaakt door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en de politie, met inbreng van Defensie, het Nederlands Forensisch Instituut en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. De NCTV is verantwoordelijk voor het beleid rondom deze stoffen en de uitvoering van de wet- en regelgeving.
Bij de uitvoering zijn de volgende partijen betrokken:
- Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) (vergunningverlening en toezicht);
- Douane (toezicht op binnenbrengen op grondgebied);
- Politie (opvolging meldingen verdachte transacties, toetsing bij vergunningverlening).
De minister van JenV is de bevoegde instantie. In de praktijk is aan de inspecteur-generaal van de ILT mandaat verleend tot zowel verlening van de vergunning, als tot schorsing of intrekking daarvan. Dat geldt evenzeer voor de uitoefening van het toezicht op de naleving van de Wpe.
De overheid heeft een plicht om de wet onder de aandacht te brengen van de marktdeelnemers. Dit valt onder de verantwoordelijkheid van de NCTV, als competente autoriteit, maar ook zullen andere ketenpartners zoals de ILT voorlichting over de wet en de uitvoering van de wet geven. De NCTV heeft een campagne voor winkelpersoneel zodat deze verdachte verkopen weten te herkennen. Via de website van de NCTV (www.nctv.nl/aanslagmiddelen) is informatie beschikbaar zijn over de laatste stand van zaken rondom de regel- en wetgeving en al het campagne materiaal is hierop terug te vinden.
Naar boven