14.60.00 Carnet ATA
2 ATA-carnet algemeen
2.1 Algemeen
Dit onderdeel beschrijft de procedure bij gebruik van het carnet ATA.
Naar boven2.1.1 Geschiedenis van de ATA-overeenkomst
Onder auspiciën van de Internationale Douaneraad, tegenwoordig Wereld Douaneorganisatie (WDO) en de verdragsluitende Partijen bij de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel (General Agreement on Tariffs and Trade (GATT), tegenwoordig World Trade Organisation (WTO) is in 1961 een overeenkomst tot stand gekomen voor de tijdelijke invoer en tijdelijke uitvoer van bepaalde goederen onder geleide van een carnet ATA. Deze overeenkomst zorgt ervoor dat het eenvoudiger wordt bepaalde goederen tijdelijk in te voeren of tijdelijk uit te voeren. Door de overeenkomst wordt het verrichten van internationale commerciële en culturele activiteiten gemakkelijker en komt er meer uniformiteit in de toepassing van douaneprocedures.
Op 26 juni 1990 heeft een aantal landen in Istanbul het Verdrag inzake de Tijdelijke Invoer ondertekend. Nederland en de andere lidstaten van de Unie behoorden tot de ondertekenaars. Het verdrag voorziet in een verdere uniformering van de formaliteiten bij tijdelijke invoer.
In bijlage A van het Verdrag van Istanbul komen de bepalingen aan de orde die betrekking hebben op het carnet ATA. In artikel 19 van de bijlage staat dat zodra een partij het verdrag bekrachtigd heeft, voor deze partij geldt dat de bijlage de ATA-overeenkomst uit 1961 vervangt. Nederland heeft het verdrag in mei 1997 geratificeerd. Het verdrag is verwerkt in het DWU. Dit heeft tot gevolg dat de procedures en ambtelijke werkzaamheden in dit handboek, gebaseerd zijn op het DWU, maar hun oorsprong vinden in dit verdrag.
In artikel 5 van bijlage A van het Verdrag van Istanbul is opgenomen dat elke partij die de overeenkomst ondertekent, een carnet ATA accepteert als aangifte om de goederen tijdelijk in te voeren. Artikel 5 schrijft niet voor dat het gebruik van het carnet ATA verplicht is. Een aangever kan dus ook gebruik maken van het Enig document.
Naar boven2.1.2 ATA-regeling
Het carnet ATA kan worden gebruikt bij tijdelijke invoer, tijdelijke uitvoer, wederinvoer en douanevervoer. Tijdelijke invoer veronderstelt een daaropvolgende wederuitvoer en tijdelijke uitvoer veronderstelt een daaropvolgende wederinvoer. Bij tijdelijke invoer, tijdelijke uitvoer, wederinvoer en wederuitvoer doet het carnet dienst als aangifte van de goederen waarop het betrekking heeft.
De Internationale Kamers van Koophandel voeren de regeling uit. Per deelnemend land is een Kamer aangewezen als centraal uitvoerend orgaan voor dat land. Het carnet ATA mag alleen worden aanvaard als het is uitgegeven in een aangesloten land en als de aansprakelijke organisatie in dit land is vermeld op de voorzijde van de omslag van het carnet. In Nederland is de aansprakelijke organisatie de Kamer van Koophandel Utrecht. Op de website www.kvk.nl vindt u de landen die partij zijn bij de ATA-overeenkomst. Daarnaast vindt u op deze website een globaal overzicht van goederensoorten die voor een bepaald land onder deze regeling vallen.
Een carnet ATA kan uiteraard alleen voor tijdelijke uitvoer worden aanvaard als het om tijdelijke uitvoer uit de Unie gaat. Daarbij is het mogelijk dat de goederen, voordat zij het douanegebied van de Unie verlaten, het grondgebied van een andere lidstaat of meerdere andere lidstaten passeren.
Bij de wederinvoer van eerder uit het vrije verkeer uitgevoerde goederen kan het carnet worden overgelegd voor toepassing
van de regeling terugkerende goederen. Zie onderdeel 25.00.00 , Terugkerende goederen.
(artikel 203 DWU; artikel 158 GVo. DWU; artikel 253 UVo. DWU; artikelen 7:28 Algemene douaneregeling)
Het carnet ATA kan ook dienen als vervoersdocument voor het hele douanegebied van de Unie.
(artikel 228 DWU)
Het carnet ATA biedt de gebruiker de volgende voordelen:
-
Het carnet ATA wordt in alle verdragsdeelnemende landen aanvaard en het kan dus in de verschillende landen die deelnemen aan de ATA-overeenkomst, achtereenvolgens worden gebruikt.
-
Als gevolg van het systeem van wederzijdse aanvaarding van de aansprakelijkheid, hoeft geen zekerheid te worden gesteld bij tijdelijke invoer en vervoer van de goederen waarop het carnet betrekking heeft.
Het carnet ATA bestaat uit bladen met verschillende kleuren. Als een carnet ATA wordt gebruikt als schriftelijke aangifte, wordt een blad met een bepaalde kleur als aangifteformulier gebruikt. Welk blad moet worden gebruikt, is afhankelijk van de regeling en/of de bestemming waarvoor het carnet gebruikt wordt. De goederen worden door het hele carnet - met de verschillende bladen - begeleid.
Ieder blad van het carnet ATA bestaat uit een stamblad en een uitscheurbare strook. Het stamblad is het bewijsstuk voor de
houder dat hij aan zijn verplichtingen heeft voldaan. De douaneambtenaar geeft de stam altijd aan de titularis (of zijn gevolmachtigde)
terug; de stam blijft met andere woorden in het carnet. De strook wordt door de douaneambtenaar na behandeling van de aangifte
uit het carnet genomen. De strook dient voor de zuiveringsprocedure van het carnet.
(artikel 338 UVo. DWU)
In de volgende tabel is aangegeven welke artikelen en verdragen ingaan op de ATA-regelgeving en waar u de artikelen kunt vinden.
Tabel 1: ATA-regelgeving
Regelgeving |
Vindplaats |
---|---|
DWU artikel 226, 227 en 228 |
|
GVo. DWU artikel 1, 79, 86, 104, 127, 163, 203, 238, 241 en 245 |
|
UVo. DWU artikel 164, 166, 169, 170, 171, 207, 261, 270, 272, 283, 284, 337, 338 en 339 |
|
ATA-overeenkomst 1961 |
-- |
Verdrag van Istanbul van 26 juni 1990 |
-- |
2.1.3 Samenstelling carnet ATA
Het carnet ATA bestaat uit een groene omslag en gele, witte en eventueel blauwe bladen. De bladen bestaan uit een stam en een uitscheurbare strook. Iedere strook bevat de vakken A t/m H en op de achterzijde staat een lijst. Als er onvoldoende ruimte is, kunnen er aanvullingslijsten worden gebruikt. Hieronder worden deze onderdelen achtereenvolgens besproken. Een model van het carnet ATA en van de verschillende lijsten vindt u in in bijlage 1.
Groene omslag en gele, witte en blauwe bladen
Het carnet ATA bevat de volgende onderdelen:
-
een groene omslag, waarop aan de voorzijde een aantal gegevens moet worden vermeld door de organisatie van uitgifte, en waarop op bladzijde 2 een lijst moet worden ingevuld met (onder andere) een omschrijving van alle goederen waarvoor het carnet moet dienen, de zogenaamde "algemene lijst";
-
een aantal gele uitvoerbladen en gele wederinvoerbladen, bestemd voor de tijdelijke uitvoer respectievelijk de wederinvoer in het land waar het transport van de goederen onder geleide van het carnet begint;
-
een aantal witte invoerbladen en witte wederuitvoerbladen, bestemd voor de tijdelijke invoer respectievelijk de wederuitvoer uit de verschillende landen waar de goederen met vrijstelling van belasting tijdelijk worden ingevoerd;
-
eventueel een aantal blauwe bladen, bestemd voor de doorvoer door de landen waardoor de goederen moeten worden vervoerd om hun bestemming te bereiken. Onder "doorvoer" wordt verstaan: vervoer van het ene douanekantoor in de Unie naar het andere douanekantoor in de Unie, waarbij het douanegebied van de Unie is te beschouwen als één enkel gebied.
( artikel 228 DWU)
In de volgende tabel is aangegeven waarvoor de verschillende bladen gebruikt moeten worden.
Tabel 2: Gebruik gele, witte en blauwe bladen
Blad |
Kleur |
Te gebruiken bij |
Goederen uit |
---|---|---|---|
Uitvoerblad en wederinvoerblad |
Geel |
Tijdelijke uitvoer gevolgd door wederinvoer |
Unie |
Invoerblad en wederuitvoerblad |
Wit |
Tijdelijke invoer gevolgd door wederuitvoer |
Land buiten de Unie |
Doorvoerblad |
Blauw |
Binnenbrengen in en uitgaan uit de Unie |
Unie of land buiten de Unie |
Stamblad en strook
De gele, witte en blauwe bladen van het carnet bestaan uit een stamblad en een uitscheurbare strook. Het stamblad blijft altijd
in het carnet. De strook wordt door de douaneambtenaar na behandeling van de aangifte uit het carnet genomen.
Vakken A tot en met H en lijsten
Iedere strook bevat de vakken A tot en et H en op de achterzijde een lijst. In de volgende tabel is aangegeven wie wat moet invullen.
Tabel 3: Wie vult wat in?
Onderdeel |
In te vullen door |
---|---|
Vakken A tot en met F |
Titularis |
Lijst |
Titularis |
Vak G |
Organisatie van uitgifte |
Vak H |
Douane |
Stam |
Douane |
Aanvullingsbladen
Als de ruimte op bladzijde 2 van de omslag (algemene lijst) en op de achterzijde van de bladen niet voldoende is, kunnen aanvullingsbladen worden gebruikt. De aanvullingsbladen bij de omslag en de bladen worden uitgegeven in dezelfde kleuren als de omslag en de bladen van het carnet en hebben dezelfde afmetingen als het carnet. Zij worden achter de bladen waarbij zij horen, in het carnet gehecht. De inschrijving van de goederen op de algemene lijst en op de achterzijde van de gele, witte en blauwe bladen wordt voortgezet op de lijsten van de aanvullingsbladen. Het aantal gebruikte aanvullingsbladen bij de algemene lijst moet in cijfers en in letters onderaan op de algemene lijst worden vermeld. Het aantal gebruikte aanvullingsbladen bij de lijsten op de stroken moet onderaan op de achterzijde van de stroken worden vermeld.
De titularis moet op het groene aanvullingsblad in het bovenste vak de volgende gegevens vermelden:
-
het nummer van het carnet ATA waarbij het aanvullingsblad hoort;
-
de naam van de internationale organisatie waarbij de organisatie van uitgifte is aangesloten;
-
een handtekening;
-
het volgnummer van het aanvullingsblad.
De lijst op het groene aanvullingsblad moet op dezelfde manier worden ingevuld als de lijst op de omslag.
De titularis moet op de gele, witte en blauwe aanvullingsbladen de volgende gegevens vermelden:
-
het blad waarbij het aanvullingsblad hoort;
-
het nummer van het carnet ATA waarbij het aanvullingsblad hoort;
-
het volgnummer van het aanvullingsblad.
De lijsten op deze aanvullingsbladen moeten op dezelfde manier worden ingevuld als is voorgeschreven voor de lijsten op de achterzijde van de stroken van de gele, witte en blauwe bladen van het carnet.
2.1.4 Douanestatus van de goederen
De douanestatus van de goederen vermeld op het carnet ATA is die van niet-Uniegoederen status, tenzij de belanghebbende de
douanestatus van Uniegoederen aantoont.
(artikel 127 GVo. DWU; artikel 207 UVo. DWU)
De belanghebbende kan de douanestatus van Uniegoederen op de volgende manier aantonen:
-
door het tonen van de vermelding van "T2L" of "T2LF" op het carnet. (artikel 207 UVo. DWU);
De regeling voor het gebruik van carnets ATA verzet zich er niet tegen dat in Nederland carnets ATA worden uitgegeven voor goederen met de douanestatus van niet-Uniegoederen die onder de regeling tijdelijke invoer zijn geplaatst onder voorwaarde van wederuitvoer. De uitgifte kan pas gebeuren nadat de bevoegde inspecteur toestemming heeft gegeven. De uitgifte van het carnet en de behandeling van het carnet bij invoer en bij wederuitvoer gebeuren op de normale manier.