8.00.00 Preferentiële oorsprong en herkomst

16 Bijlage 7. Landen waarvoor bij export van producten van oorsprong door een Toegelaten Exporteur (TE) een oorsprongsverklaring kan worden afgegeven

  • Albanië;

  • Andesgemeenschap: Ecuador, Peru en Colombia;

  • Andorra;

  • Bosnië-Herzegovina;

  • Cariforum-landen: Antigua en Barbuda, Bahama’s, Barbados, Belize, Dominica, Dominicaanse Republiek, Grenada, Guyana, Jamaica, St. Christopher en Nevis, St. Lucia, St. Vincent en de Grenadines, Suriname, Trinidad & Tobago;

  • Centraal-Amerika: Costa Rica, El Salvador, Panama, Nicaragua, Honduras en Guatemala;

  • Ceuta en Melilla;

  • Chili;

  • EER: Noorwegen, IJsland en Liechtenstein;

  • Faeröer;

  • Georgië;

  • Israël;

  • Kameroen;

  • Kenia;

  • Kosovo;

  • MAGHREB-landen: Marokko, Algerije en Tunesië;

  • MASHRAK-landen: Egypte, Syrië, Libanon en Jordanië;

  • Mexico;

  • Moldavië;

  • Montenegro;

  • Noord-Macedonië;

  • Oekraïne;

  • PACIFIC: Papoea-Nieuw-Guinea, de Fiji-eilanden, Samoa en de Salomonseilanden;

  • Palestijnse autoriteit (Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook);

  • SADC: Botswana, Lesotho, Namibië, Swaziland, Mozambique en Zuid-Afrika;

  • Servië;

  • Turkije voor bepaalde kolen- en staalproducten;

  • Turkije met betrekking tot bepaalde landbouwproducten;

  • Zuid-Korea;

  • Zwitserland.