0.00.25 Afkortingen, definities
2 Definities
Definitie |
Omschrijving |
---|---|
Aanbrengen |
Mededeling aan de douaneautoriteiten dat de goederen bij het douanekantoor of op enige andere, door de douaneautoriteiten aangewezen of goedgekeurde plaats zijn aangekomen en beschikbaar zijn voor douanecontrole. (artikel 5 lid 33 DWU) Aanbrengen is dus meer dan uitsluitend de fysieke handeling van het "brengen bij". Het verschil blijkt bijvoorbeeld uit de tekst van de artikel 139 DWU: nadat binnengekomen goederen bij het douanekantoor zijn "gebracht", worden ze vervolgens "aangebracht". Pas na het aanbrengen kan aangifte worden aanvaard. (artikel 172 lid 1 DWU) (artikel 171 DWU) Dit begrip is verder uitgewerkt in onderdeel 11.00.00 en 12.00.00 van dit Handboek. |
Aangever |
De persoon die in eigen naam een douaneaangifte, een aangifte tot tijdelijke opslag, een summiere aangifte bij binnenbrengen, een summiere aangifte bij uitgaan, een aangifte tot wederuitvoer of een kennisgeving van wederuitvoer indient, dan wel de persoon namens wie deze aangifte of deze kennisgeving wordt ingediend. (artikel 5 lid 15 DWU) De vraag wie aangever is, is van groot belang, onder meer om de volgende redenen:
|
Aangegeven partij |
De aangegeven hoeveelheid van een product. |
Aangifte tot tijdelijke opslag |
De handeling waarbij een persoon in de voorgeschreven vorm en op de voorgeschreven wijze kenbaar maakt dat hij goederen in tijdelijke opslag plaatst. (artikel 5 punt 11 DWU) Dit begrip is verder uitgewerkt in onderdeel 11.00.00 van dit Handboek. |
Aangifte tot wederuitvoer |
De handeling waarbij een persoon in de voorgeschreven vorm en op de voorgeschreven wijze het voornemen kenbaar maakt om niet-Uniegoederen, met uitzondering van die zich onder de regeling vrije zone bevinden of die in tijdelijke opslag zijn, buiten het douanegebied van de Unie te brengen. (artikel 5 punt 13 DWU) Dit begrip is verder uitgewerkt in onderdeel 20.00.00 van dit Handboek. |
Aanzuiveringstermijn |
De termijn waarbinnen goederen die onder een bijzondere regeling zijn geplaatst, met uitzondering van douanevervoer, of veredelingsproducten:
In het geval van passieve veredeling is de aanzuiveringstermijn de termijn waarbinnen tijdelijk uitgevoerde goederen in de vorm van veredelingsproducten opnieuw in het douanegebied van de Unie kunnen worden ingevoerd en in het vrije verkeer worden gebracht, om in aanmerking te kunnen komen voor volledige of gedeeltelijke vrijstelling van invoerrechten. (artikel 1 punt 23 GVo.DWU) Dit begrip is verder uitgewerkt in onderdeel 15.00.00 van dit Handboek. |
Achteraf onverbindend verklaren |
Een verordening kan achteraf onverbindend verklaard worden. Het gevolg van onverbindend verklaren is dat gehandeld moet worden alsof de verordening nooit heeft bestaan. Zijn er bijvoorbeeld beschikkingen genomen op grond van zo'n onverbindend verklaarde verordening dan is aan die beschikking de rechtsgrond ontvallen. |
Actieve veredeling EX/IM |
De uitvoer van uit equivalente goederen verkregen veredelingsproducten in het kader van de regeling actieve veredeling voorafgaand aan de invoer van de goederen die zij vervangen zoals bedoeld in artikel 223, lid 2, onder c), van het DWU. (artikel 1 punt 29 GVo.DWU) |
Actieve veredeling IM/EX |
De invoer van niet-Uniegoederen in het kader van de regeling actieve veredeling voorafgaand aan de uitvoer van veredelingsproducten. (artikel 1 punt 30 GVo.DWU) |
Activiteiten die verband houden met het verhandelen van goederen |
In de context van de douanewaarde, alle activiteiten die verband houden met marktonderzoek, reclame voor en promotie van de verkoop van de betrokken goederen, en alle activiteiten die verband houden met de voor de goederen verstrekte garanties. (artikel 1 lid 2 (7) UVo.DWU) |
Administratief Comité |
Het beslissingsorgaan binnen de TIR-overeenkomst. |
Afneembare carrosserie |
Een laadruimte zonder voortbewegingsmechanisme die speciaal is ontworpen om te worden vervoerd op een wegvoertuig, waarbij het chassis van het voertuig en het onderstel van de carrosserie speciaal voor dat doel zijn ingericht. Onder dit begrip vallen ook de afneembare laadbakken die speciaal zijn ontworpen voor het gecombineerde vervoer. |
Afval van schepen |
Afval van schepen in de zin van artikel 2, punt 3, van Richtlijn (EU) 2019/883 van het Europees Parlement en de Raad. (artikel 1 punt 52 GVo.DWU) |
Algemeen aanvaarde boekhoudkundige beginselen |
De beginselen waarvoor in een land op een bepaald tijdstip een algemene consensus of ruime gezaghebbende steun bestaat ten aanzien van welke economische middelen en verplichtingen als activa en passiva moeten worden geboekt, welke wijzigingen in de activa en passiva dienen te worden geregistreerd, hoe de activa en passiva en de wijzigingen daarvan moeten worden gemeten, welke gegevens openbaar moeten worden gemaakt en hoe deze openbaarmaking dient te geschieden, alsmede welke financiële staten moeten worden opgemaakt. (artikel 1 punt 20 GVo.DWU) |
ATA-carnet |
Een internationaal douanedocument voor tijdelijke invoer, afgegeven in het kader van de ATA-overeenkomst of de overeenkomst van Istanbul. (artikel 1 punt 2 GVo.DWU) |
ATA-overeenkomst |
Dit begrip is verder uitgewerkt in onderdeel 14.60.00 van dit Handboek. De douaneovereenkomst inzake het carnet ATA voor de tijdelijke invoer van goederen, gedaan te Brussel op 6 december 1961 (artikel 1 punt 3 GVo.DWU) |
Attest van oorsprong |
In de context van de preferentiële oorsprong, een door de exporteur of de wederverzender van de goederen opgestelde verklaring dat de producten waarop het attest betrekking heeft, aan de oorsprongsregels van het stelsel voldoen. (artikel 37 punt 22 GVo.DWU) |
Bagage |
Alle goederen die op welke wijze dan ook worden vervoerd in samenhang met een reis van een natuurlijk persoon. (artikel 1 punt 5 GVo.DWU) |
Begunstigd land |
In de context van de preferentiële oorsprong, een in de lijst in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 978/2012 opgenomen land dat in aanmerking komt voor het stelsel van algemene preferenties (SAP). (artikel 37 lid 1 GVo.DWU) |
Beschikking |
Elke beslissing die verband houdt met de douanewetgeving die door een douaneautoriteit over een bepaald geval wordt genomen en die voor de betrokken persoon of betrokken personen rechtsgevolgen heeft. (artikel 5 punt 39 DWU) Het is niet van belang of de beslissing is genomen in een bepaalde "beschikkingsvorm" of bijvoorbeeld in de vorm van een brief. Ook mondelinge beslissingen vallen hieronder, bijvoorbeeld het geven of weigeren van een toestemming tot vertrek. Het is dus een zeer ruim begrip. Tegen iedere beschikking (in de ruime betekenis van het woord) kan beroep worden ingesteld bij een onafhankelijke rechter. Dit begrip is verder uitgewerkt in onderdeel 3.00.00 van dit Handboek. |
Bewerking |
Een behandeling waardoor in het algemeen de waarde van de goederen in economisch opzicht wordt vergroot, maar die geen verwerking of een herstelling is. Bovendien is het resultaat van die behandeling aan de goederen zelf waarneembaar. Bewerkingen zijn bijvoorbeeld:
Het samenpakken of het voegen bij andere goederen kan als een bewerking worden gezien, net evenals bijvoorbeeld het op een bepaalde wijze overbrengen van losse thee uit kisten in kleine pakjes of van bier uit fusten in flessen. |
Bilaterale cumulatie |
In de context van de preferentiële oorsprong, een systeem op grond waarvan producten van oorsprong uit de Unie kunnen worden beschouwd als materialen van oorsprong uit een begunstigd land wanneer zij in dat begunstigde land verder worden bewerkt of in een product opgenomen. (artikel 37 lid 6 GVo.DWU) |
Bindende oorsprongsinlichting (BOI) |
Een beschikking die de douaneautoriteiten afgeven op aanvraag. Een BOI geeft de oorsprong aan van het omschreven product, waarbij onder andere gegevens over de aard en samenstelling van het product, de vervaardigingswijze, de waardeverhoudingen tussen de verschillende materialen en de goederencodes van de gebruikte materialen zijn opgenomen. |
Bindende tariefinlichting (BTI) |
Een beschikking die de douaneautoriteiten afgeven op aanvraag. Een BTI geeft de indeling aan van een goed in de gecombineerde nomenclatuur of iedere andere nomenclatuur waarin de gecombineerde nomenclatuur geheel of gedeeltelijk of eventueel met toevoeging van verdere indelingen is overgenomen en die voor de toepassing van tariefmaatregelen in het kader van het goederenverkeer bij specifieke Uniebepalingen is vastgesteld. (artikel 33 lid 1 en artikel 56 lid 2 DWU) |
Bijzondere regelingen |
|
Brievenpost |
Brieven, briefkaarten, braillestukken en van invoer- of uitvoerrechten vrijgesteld drukwerk. (artikel 1 punt 26 GVo.DWU) |
Comptabele verwerking |
Boekhoudkundige verwerking door de afdeling inning/comptabiliteit van een regiokantoor. |
Container |
Een bergingsmiddel (liftvan, losse tank of ander soortgelijk bergingsmiddel), dat:
een binnenwerkse inhoudsruimte heeft van ten minste één kubieke meter,
|
Controlekantoor |
|
Controlemix |
Het samenstel van administratieve en fysieke controles dat voor een entrepot van toepassing is. |
Controle na de invoer |
Controle na de invoer volgens artikel 48 van het DWU. Dit begrip is verder uitgewerkt in hoofdstuk 9 van onderdeel 12.00.00 van dit Handboek. |
Controle na de uitvoer |
Controle na de uitvoer volgens artikel 48 van het DWU. Dit begrip is verder uitgewerkt in hoofdstuk 9 van onderdeel 12.00.00 van dit Handboek. |
CPD_Carnet |
Een internationaal douanedocument voor de tijdelijke invoer van vervoermiddelen, afgegeven in overeenstemming met de overeenkomst van Istanbul. (artikel 1 punt 12 GVo.DWU) |
Cumulatie met Noorwegen, Turkije of Zwitserland |
In de context van de preferentiële oorsprong, een systeem op grond waarvan producten van oorsprong uit Noorwegen, Turkije of Zwitserland kunnen worden beschouwd als materialen van oorsprong uit een begunstigd land wanneer zij in dat begunstigde land verder worden bewerkt of in een product opgenomen en in de Unie worden ingevoerd. (artikel 37 lid 7 GVo.DWU) |
Dagvaarding |
Geschrift betekend door de deurwaarder aan gedaagde om op een bepaalde dag voor de rechter te verschijnen in verband met een door de eiser tegen gedaagde ingestelde vordering. |
Derde land |
Een land of gebied buiten het douanegebied van de Unie. (artikel 1 punt 11 GVo.DWU) |
Douaneaangifte |
De handeling waarbij een persoon in de voorgeschreven vorm en op de voorgeschreven wijze het voornemen kenbaar maakt om goederen onder een bepaalde douaneregeling te plaatsen, in voorkomend geval met opgave van eventuele specifieke procedures die moeten worden toegepast. (artikel 5 punt 12 DWU) |
Douaneautoriteiten |
De douanediensten van de lidstaten die bevoegd zijn voor de toepassing van de douanewetgeving, en alle overige autoriteiten die krachtens het nationale recht belast zijn met de toepassing van bepaalde onderdelen van de douanewetgeving. (artikel 5 punt 1 DWU) Op grond van artikel 1:3, lid 1, letter d ADW wordt onder douaneautoriteit verstaan: de inspecteur/ontvanger. Op grond van arikel.1:4 Adr en de URB2003 is de directeur-generaal Douane die inspecteur. In de Adr zijn voor specifieke taken ook anderen aangewezen als inspecteur. Het betreft de directeur-generaal van het directoraat-generaal Uitvoering van het ministerie van Economische Zaken (artikel 1:7 Adr) en de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. (artikel 1:8 Adr). Daarnaast zijn er de "andere bevoegde autoriteiten" uit artikel 47 lid 1 DWU dat luidt: "Indien dezelfde goederen moeten worden onderworpen aan andere controles dan douanecontroles door andere bevoegde autoriteiten dan de douaneautoriteiten, trachten de douaneautoriteiten deze controles in nauwe samenwerking met die andere autoriteiten te verrichten, waar mogelijk op dezelfde plaats en op hetzelfde tijdstip als de douanecontroles (one-stop-shop); de douaneautoriteiten vervullen in dit verband de rol van coördinator." Bij "andere bevoegde autoriteiten" kan in Nederland met name gedacht worden aan de ILT, NVWA (v.z.v. niet handelend i.h.k.v. de taken bedoeld in artikel1:8 Adr), zeehavenpolitie en de Koninklijke Marechaussee . |
Douanecontroles |
Door de douaneautoriteiten verrichte specifieke handelingen voor het waarborgen van de naleving van de douanewetgeving en andere wetgeving over het binnenbrengen, het uitgaan, de doorvoer, het overbrengen, de opslag en de bijzondere bestemming van goederen die tussen het douanegebied van de Unie en landen of gebieden daarbuiten worden vervoerd, en over de aanwezigheid en het verkeer binnen het douanegebied van de Unie van niet-Uniegoederen en goederen die onder de regeling bijzondere bestemming zijn geplaatst. (artikel 5 punt 3 DWU) Dit kunnen bijvoorbeeld zijn:
Ook op het gebied van controle bevat de nationale douanewetgeving een nadere uitwerking. Dit begrip is verder uitgewerkt in onderdeel 5.00.00 van dit Handboek. |
Douaneformaliteiten |
Alle handelingen die door een persoon en door de douaneautoriteiten moeten worden verricht om aan de douanewetgeving te voldoen. (artikel 5 punt 8 DWU) |
Douanekantoor van aanbrenging |
Het douanekantoor dat bevoegd is voor de plaats waar de goederen worden aangebracht. (artikel 1 lid 2 (2) UVo.DWU) In Nederland zijn de plaatsen waar douanekantoren zijn gevestigd opgenomen in de Algemene douaneregeling. Details over de douanekantoren zijn te vinden in de kantorenlijst. |
Douanekantoor van aanzuivering |
Het in de vergunning vermelde douanekantoor dat bevoegd is aangiften te aanvaarden. En waar aan onder de bijzondere regeling geplaatste goederen goederen of veredelingsproducten onder een volgende douaneregeling moeten worden geplaatst, moeten worden vernietigd, uit het douanegebied van de Unie moeten worden gebracht of de voorgeschreven bijzondere bestemming moeten krijgen of, bij passieve veredeling, aangiften waarbij de goederen in het vrije verkeer worden gebracht. In Nederland zijn de plaatsen waar douanekantoren zijn gevestigd opgenomen in de Algemene douaneregeling. Details met betrekking tot de douanekantoren zijn te vinden in de kantorenlijst. |
Douanekantoor van bestemming |
Het douanekantoor waar de onder de regeling douanevervoer geplaatste goederen worden aangebracht om de regeling te beëindigen. (artikel 1 punt 14 GVo.DWU) In Nederland zijn de plaatsen waar douanekantoren zijn gevestigd opgenomen in de Algemene douaneregeling. Details over de douanekantoren zijn te vinden in de kantorenlijst. |
Douanekantoor van doorgang |
Een kantoor van doorgang is uitsluitend gelegen aan de buitengrenzen van de Unie, daar waar de Unie grenst aan het grondgebied van een derde land. In Nederland zijn de plaatsen waar douanekantoren zijn gevestigd opgenomen in de Algemene douaneregeling. Details met betrekking tot de douanekantoren zijn te vinden in de kantorenlijst. |
Douanekantoor van eerste binnenkomst |
Het douanekantoor dat bevoegd is voor het douanetoezicht op de plaats waar het vervoermiddel waarmee de goederen worden vervoerd, aankomt of, in voorkomend geval, bestemd is aan te komen, in het douanegebied van de Unie vanuit een gebied buiten dat gebied. (artikel 1 punt 15 GVo.DWU) In Nederland zijn de plaatsen waar douanekantoren zijn gevestigd opgenomen in de Algemene douaneregeling. Details met betrekking tot de douanekantoren zijn te vinden in de kantorenlijst. |
Douanekantoor van plaatsing |
Het douanekantoor dat is vermeld in de vergunning voor een bijzondere regeling zoals bedoeld in artikel 211, lid 1, van het DWU, en dat gemachtigd is om goederen voor een bijzondere regeling vrij te geven. (artikel 1 punt 17 GVo.DWU) In Nederland zijn de plaatsen waar douanekantoren zijn gevestigd opgenomen in de Algemene douaneregeling. Details met betrekking tot de douanekantoren zijn te vinden in de kantorenlijst. |
Douanekantoor van uitvoer |
Het douanekantoor waar de douaneaangifte tot uitvoer of de aangifte tot wederuitvoer wordt ingediend voor goederen die het douanegebied van de Unie verlaten. (artikel 1 punt 16 GVo.DWU) In Nederland zijn de plaatsen waar douanekantoren zijn gevestigd opgenomen in de Algemene douaneregeling. Details met betrekking tot de douanekantoren zijn te vinden in de kantorenlijst. |
Douanekantoor van vertrek |
Het douanekantoor waar de aangifte tot plaatsing van goederen onder een regeling douanevervoer wordt aanvaard. (artikel 1 punt 13 GVo.DWU) In Nederland zijn de plaatsen waar douanekantoren zijn gevestigd opgenomen in de Algemene douaneregeling. Details met betrekking tot de douanekantoren zijn te vinden in de kantorenlijst. |
Douanenomenclatuur |
Naamlijst van goederen houdende goederenomschrijvingen en de daarbij opgenomen cijfermatige coderingen. We onderscheiden:
|
Douaneregeling |
Een van de onderstaande regelingen waaronder goederen overeenkomstig het DWU kunnen worden geplaatst:
(artikel 5 punt 16 DWU) |
Douaneschuld |
De verplichting van een persoon tot betaling van het bedrag aan invoer- of uitvoerrechten dat uit hoofde van de geldende douanewetgeving verschuldigd is. (artikel 5 punt 18 DWU) Dit begrip is verder uitgewerkt in onderdeel 1.00.00 en onderdeel 28.00.00 van dit Handboek. |
Douanestatus |
De status van goederen, zijnde hetzij Unie-, hetzij niet-Uniegoederen. (artikel 5 punt 22 DWU) Goederen kunnen de status "Unie-goederen" of "niet-Uniegoederen" hebben (ook wel aangeduid als "T2-status" resp. "T1-status"). |
Douanetoezicht |
De activiteiten die door de douaneautoriteiten in het algemeen worden ontplooid om te zorgen voor de naleving van de douanewetgeving en, in voorkomend geval, van de andere bepalingen die op goederen onder douanetoezicht van toepassing zijn. (artikel 5 punt 27 DWU) Dit begrip is verder uitgewerkt in onderdeel 5.00.00 van dit Handboek. |
Douanevertegenwoordiger |
Iedere persoon die door een andere persoon is aangewezen voor het vervullen van de in de douanewetgeving voorgeschreven handelingen en formaliteiten bij de douaneautoriteiten. (artikel 5 punt 6 DWU) Dit begrip is verder uitgewerkt in onderdeel 2.00.00 van dit Handboek. |
Douanewaarde |
In de context van de preferentiële oorsprong, de waarde zoals bepaald volgens de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VII van de Algemene Overeenkomst inzake tarieven en handel van 1994 (WTO-overeenkomst inzake douanewaarde). (artikel 37 lid 12 GVo.DWU) |
Verordening (EU) Nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van De Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie van 9 oktober 2013. |
|
Douanewetgeving |
Het geheel van wetgeving bestaande uit de volgende elementen:
(artikel 5 punt 2 DWU) Dit begrip is verder uitgewerkt in onderdeel 1.00.00 van dit Handboek. |
Driehoeksverkeer |
Situatie waarbij het kantoor van aanzuivering niet hetzelfde is als het kantoor van plaatsing. |
Eindmonster |
Een representatief monster van een verzamelmonster. |
Enkel vervoersdocument |
In de context van douanestatus, een in een lidstaat afgegeven vervoersdocument voor het vervoer van de goederen vanaf de plaats van vertrek in het douanegebied van de Unie tot de plaats van bestemming in dat gebied onder verantwoordelijkheid van de vervoerder die het document heeft afgegeven. (artikel 1 punt 34 GVo.DWU) |
EU-fabrieksschip |
Een vaartuig dat in een tot het douanegebied van de Unie behorend deel van het grondgebied van een lidstaat is geregistreerd, de vlag van een lidstaat voert en geen zeevisserijproducten vangt maar wel aan boord verwerkt. (artikel 1 punt 43 GVo.DWU) |
EU-formulier 302 |
Een document voor douanedoeleinden dat is vastgelegd in bijlage 52-01 Gvo.DWU en wordt verstrekt door of voor rekening van de nationale bevoegde militaire autoriteiten van een lidstaat voor goederen die in het kader van militaire activiteiten worden vervoerd of gebruikt. (artikel 1 punt 51 GVo.DWU) |
EU-haven |
Een zeehaven in het douanegebied van de Unie. (artikel 1 punt 8 GVo.DWU) |
EU-luchthaven |
Een luchthaven in het douanegebied van de Unie. (artikel 1 punt 7 GVo.DWU) |
EU-vissersvaartuig |
Een vaartuig dat in een tot het douanegebied van de Unie behorend deel van het grondgebied van een lidstaat is geregistreerd, de vlag van een lidstaat voert, en zeevisserijproducten vangt en eventueel ook aan boord verwerkt. (artikel 1 punt 44 GVo.DWU) |
EVA-landen |
|
Exporteur |
Dit begrip is verder uitgewerkt in onderdeel 20.00.00 van dit Handboek. |
Exporteur (in de context van de preferentiële oorsprong) |
In de context van de preferentiële oorsprong, een persoon die goederen naar de Unie of naar een begunstigd land uitvoert en die de oorsprong van de goederen kan aantonen, ongeacht of hij de fabrikant ervan is of niet en ongeacht of hij zelf de uitvoerformaliteiten verricht of niet. (artikel 37 lid 20 GVo.DWU) |
Expresszending |
Een artikel dat wordt vervoerd door of onder de verantwoordelijkheid van een koeriersdienst. (artikel 1 punt 46 GVo.DWU) |
Gebied met een bijzonder fiscaal regime |
Een deel van het douanegebied van de Unie waar de bepalingen van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 over het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde of van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns en houdende intrekking van Richtlijn 92/12/EEG niet van toepassing zijn. (artikel 1 punt 35 GVo.DWU) Dit begrip is verder uitgewerkt in paragraaf 2.3.4 van onderdeel 14.20.00 van dit Handboek. |
Gedelegeerde Verordening (EU)2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 (hierna GVo.DWU) |
In deze verordening staan de gedelegeerde handelingen (in het Engels: delegated acts). Dit zijn de handelingen die de Europese Commissie de mogelijkheid bieden om zelf nadere uitwerking te geven aan de DWU-artikelen. De Europese Commissie laat zich hierbij adviseren door technische specialisten van de lidstaten, maar beslist uiteindelijk zelf over de vaststelling van de detailwetgeving. De grenzen waarbinnen de Commissie de DWU-artikelen mag uitwerken, zijn in de DWU zelf afgebakend. |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 van de Commissie van 17 december 2015 (hierna OGVo.DWU) |
In deze Verordening staan de overgangsregels voor enkele bepalingen van het douanewetboek van de Unie (DWU) voor de gevallen waarin de relevante elektronische systemen nog niet operationeel zijn, en tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (GVo.DWU) |
Geregistreerde exporteur |
In het kader van preferentiële oorsprong:
|
Goederen |
In de context van de preferentiële oorsprong, zowel materialen als producten. (artikel 37 lid 5 GVo.DWU) |
Goederen in postzendingen |
Andere goederen dan brievenpost, die deel uitmaken van een postpakket of collo en door of onder de verantwoordelijkheid van een postaanbieder worden vervoerd overeenkomstig de bepalingen van het Wereldpostverdrag, dat op 10 juli 1984 onder auspiciën van de Verenigde Naties tot stand is gekomen. (artikel 1 punt 24 GVo.DWU) Dit begrip is verder uitgewerkt in onderdeel 43.00.00 van dit Handboek. |
Goederen zonder handelskarakter |
(artikel 1 punt 21 GVo.DWU) |
Grove schuld |
Een in laakbaarheid aan opzet grenzende onachtzaamheid. |
Handbagage |
In het geval van luchtvervoer, de bagage die een natuurlijk persoon meeneemt in en uit de cabine van het vliegtuig (artikel 1 lid 2 (1) UVo.DWU) |
Handelspolitieke maatregelen |
De niet-tarifaire maatregelen die in het kader van het gemeenschappelijk handelsbeleid zijn vastgesteld in de vorm van Unievoorschriften inzake de internationale handel in goederen (artikel 5 lid 36 DWU) Op basis van dit handelsbeleid kunnen bepaalde producten niet of slechts beperkt worden toegelaten tot het douanegebied van de Unie om economische redenen. Ook is het mogelijk om politieke redenen het binnenbrengen van bepaalde goederen uit bepaalde landen of gebieden te beperken of te verbieden, het zogenaamde embargo. |
Herstelling |
Een behandeling waardoor beschadigde, versleten of verouderde goederen weer in hun oorspronkelijke staat worden teruggebracht, zonder dat zij daarbij een aardverandering ondergaan. Daaronder valt ook het reviseren en afstellen. |
Herstelling zonder enig handelskarakter |
Situatie waarbij goederen vanuit het vrije verkeer tijdelijk via het ene douanekantoor worden uitgevoerd om buiten het douanegebied van de Unie een herstelling, be- of verwerking te ondergaan. Vervolgens worden ze via een ander douanekantoor met gehele of gedeeltelijke vrijstelling weer ingevoerd. Het herstellen, reviseren en afstellen van goederen moet aan beide volgende voorwaarden voldoen:
De aangever moet zelf het bewijs leveren dat het een herstelling zonder enig handelskarakter betreft. |
Hof van Justitie |
Hof van Justitie van de Europese Unie. |
Hoofdstukken, posten en onderverdelingen |
In de context van de preferentiële oorsprong, de hoofdstukken, posten en onderverdelingen (vier- of zescijfercodes) van de nomenclatuur die het geharmoniseerde systeem vormt met de wijzigingen ingevolge de aanbeveling van de Internationale Douaneraad van 26 juni 2004. (artikel 37 lid 17 GVo.DWU) |
Hoofdveredelingsproducten |
De veredelingsproducten waarvoor de vergunning voor actieve veredeling is verleend (artikel 1 lid 2 (7) UVo.DWU) |
Houder van de regeling |
|
Hulpmiddel (bij de productie gebruikte) |
Goederen die niet meer in de veredelingsproducten voorkomen maar die de vervaardiging van deze producten mogelijk maken of vergemakkelijken, zelfs wanneer deze goederen tijdens hun aanwending geheel of gedeeltelijk verdwijnen. Er kan vergunning voor actieve veredeling worden verleend voor bij de productie gebruikte hulpmiddelen in de zin van artikel 5, punt 37, onder e), van het DWU, met uitzondering van de goederen opgenomen in artikel 240 lid 2 GVo.DWU. |
Identieke goederen |
In de context van de douanewaarde, in hetzelfde land geproduceerde goederen die in alle opzichten hetzelfde zijn, met inbegrip van de materiële kenmerken, kwaliteit en reputatie. Geringe verschillen in uiterlijk zijn geen beletsel om goederen die voor het overige aan de definitie voldoen als identiek aan te merken. (artikel 1 lid 2 (4) UVo.DWU) |
In het douanegebied van de Unie gevestigd persoon |
Als het gaat om een natuurlijk persoon, eenieder die in het douanegebied van de Unie zijn normale verblijfplaats heeft, Als het gaat om een rechtspersoon of een vereniging van personen, elke persoon die zijn statutaire zetel, zijn hoofdbestuur of een vaste inrichting heeft in het douanegebied van de Unie. (artikel 5 punt 31 DWU) |
Informatiecontract |
Contract tussen Douane Landelijk kantoor en de Regiokantoren op basis waarvan de Regiokantoren verplicht zijn bepaalde informatie aan het Landelijk kantoor te verstrekken. |
Ingedeeld |
Voor de toepassing van preferentiële oorsprongsregels, de indeling van een product of materiaal onder een bepaalde post of onderverdeling van het geharmoniseerde systeem. (artikel 37 lid 18 GVo.DWU) |
Inkoopcommissies |
De door een importeur aan een agent betaalde vergoedingen voor zijn vertegenwoordiging bij de aankoop van goederen waarvan de waarde moet worden bepaald. (artikel 5 punt 41 DWU) |
Inspecteur |
De functionaris die met de toepassing van de douanewetgeving is belast en als zodanig bij regeling nader is aangewezen. (artikel 1:3, lid 1, onderdeel c Adw) Dit is de directeur-generaal Douane. (artikel 1:4 van de Algemene douaneregeling en artikel 5, lid 1 van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003) |
Internationale EU- luchthaven |
Een EU-luchthaven waar, na toestemming van de douaneautoriteiten, het luchtvaartverkeer met gebieden buiten het douanegebied van de Unie afgewikkeld mag worden. (artikel 1 lid 2 (5) UVo.DWU) In Nederland als zodanig aangewezen luchtvaartterrein in de zin van de Luchtvaartwet. |
Intra-unietransactiessysteem |
Het systeem voor intra-unietransacties is ontwikkeld om grensoverschrijdende leveringen tussen ondernemers daar te belasten waar de goederen worden verbruikt. Dit wordt bereikt door de intra-unielevering in de lidstaat van de Unie van vertrek te belasten met 0% btw en de verwerving door de afnemer in de lidstaat van de Unie van aankomst te belasten tegen het lokale btw-tarief. |
Intrinsieke waarde |
a) voor handelsgoederen: de prijs van de goederen zelf bij verkoop voor uitvoer naar het douanegebied van de Unie, met uitzondering van reis- en verzekeringskosten, tenzij deze in de prijs zijn begrepen en niet afzonderlijk op de factuur zijn vermeld, en alle andere belastingen en heffingen zoals te constateren door de douaneautoriteiten op basis van relevante documenten. b) voor goederen zonder handelskarakter: de prijs die voor de goederen zelf zou zijn betaald als zij waren verkocht voor uitvoer naar het douanegebied van de Unie (artikel 1 punt 48 GVo.DWU) |
Invoerrecht |
Het douanerecht dat bij de invoer van goederen verschuldigd is. (art 5 punt 20 DWU) Dit begrip is verder uitgewerkt in onderdeel 6.00.00 van dit Handboek. |
Kantoor van zekerheidstelling |
Een kantoor van zekerheidstelling is een douanekantoor waar een doorlopende of een forfaitaire zekerheid wordt gesteld. De zekerheid wordt gesteld bij de ontvanger. (artikel 4 Douanewet en artikel 19 Uitvoeringsregeling Belastingdienst). |
Kennisgeving van wederuitvoer |
De handeling waarbij een persoon in de voorgeschreven vorm en op de voorgeschreven wijze het voornemen kenbaar maakt om niet-Uniegoederen die in tijdelijke opslag zijn, buiten het douanegebied van de Unie te brengen. (artikel 5 punt 14 DWU) Dit begrip is verder uitgewerkt in onderdeel 20.00.00 van dit Handboek. |
Koeriersdienst |
Een marktdeelnemer die geïntegreerde diensten verstrekt bestaande in ophaling, vervoer, douaneafhandeling en levering van pakketten op versnelde/tijdgevoelige basis, waarbij deze artikelen gedurende de gehele verrichting van de dienst traceerbaar zijn en onder toezicht blijven. (artikel 1 punt 47 GVo.DWU) |
Kwijting |
Verklaring die door de belastingplichtige is ondertekend, en waarin deze door ondertekening aangeeft dat hij niets meer terzake van betreffende kwestie van de Staat te vorderen heeft. |
Kwijtschelding |
Ontheffing van de verplichting tot betaling van een bedrag aan invoer- of uitvoerrechten die niet zijn voldaan (artikel 5 punt 29 DWU) |
Laadborden |
Een constructie op de vloer waarvan een bepaalde hoeveelheid goederen kan worden bijeengeplaatst teneinde als een eenheid te worden behandeld met het oog op het vervoer, het laden en lossen of het opstapelen met behulp van mechanische werktuigen. Deze constructie bestaat uit ofwel twee door verbindingsstukken aan elkaar bevestigde vloeren ofwel een op poten rustende vloer. De totale hoogte is zo gering mogelijk, doch voldoende voor het vervoer en voor het laden en lossen met vorkheftrucks of hefwagens; een laadbord kan al dan niet zijn voorzien van een bovenbouw. (artikel 1 punt 42 GVo.DWU) |
Laadplatform ("flat") |
Een laadvlak zonder bovenbouw of met een onvolledige bovenbouw, met dezelfde bodembreedte en dezelfde bodemlengte als containers en uitgerust met aan de zijkant van de laadvloer aangebrachte boven- en onderhoekstukken, waardoor dezelfde inrichtingen voor het vastzetten en het verticaal lossen van goederen als bij containers kunnen worden gebruikt. Laadplatforms en luchtvrachtcontainers met een inhoud van minder dan 1 m3 worden gelijkgesteld met containers. |
Laboratorium |
Laboratorium Amsterdam Kingsfordweg 1 1043 GN Amsterdam |
Land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer |
Elk ander land dan een lidstaat van de Unie dat partij is bij de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer. (artikel 1 punt 10 GVo.DWU) |
Landbouwpolitieke maatregel |
De bepalingen betreffende invoer- en uitvoerverrichtingen ten aanzien van producten die onder bijlage 71-02, punten 1, 2 en 3 van het GVo.DWU vallen. (artikel 1 punt 1 GVo.DWU) |
Lijndienst |
Een dienst waarbij goederen per schip worden vervoerd uitsluitend tussen EU-havens en het schip van of naar geen enkele plaats buiten het douanegebied van de Unie of in een vrije zone in een EU-haven vaart of een dergelijke plaats aandoet. (artikel 1 punt 45 GVo.DWU) |
Loonveredeling |
Elke veredelingshandeling uitgevoerd volgens de instructies en voor rekening van een buiten het douanegebied van de Unie gevestigde opdrachtgever. Deze handeling gebeurt in het algemeen alleen tegen betaling van de kosten van de verwerking van de rechtstreeks of onrechtstreeks ter beschikking van de vergunninghouder gestelde onder de regeling geplaatste goederen. |
Melding Export Documentatie |
Met de service ‘Melding Export Documentatie’ (MED) kunnen douane-exportdocumenten voorgemeld worden bij containerterminals. De melding bestaat uit vijf basisgegevens: boekingsnummer/inleverreferentie, containernummer, MRN (Movement Reference Number), documenttype en brutogewicht. Deze melding verzekert een snelle en betrouwbare terminalafhandeling. De lading is real-time te volgen: vanaf aankomst op terminal t/m vertrek va het uitgaande vervoermiddel. |
Melding Import Documentatie |
Met de service ‘Melding Import Documentatie’(MID) kunnen douane-importdocumenten voorgemeld worden bij de containerterminals. Met deze melding worden containers gedeblokkeerd in het terminalsysteem. De melding moet worden ingediend met de aanduiding van de nummers van de douane-importdouanedocumenten. |
Marketingactiviteiten |
In de context van de douanewaarde, alle activiteiten die verband houden met reclame voor, vermarkting van en promotie van de betrokken goederen, en alle activiteiten die verband houden met de voor de goederen verstrekte waarborgen en garanties (artikel 1 lid 2 (8) UVo.DWU) |
Minister |
Minister van Financiën. |
Ministerie |
Ministerie van Financiën. |
Multimodaal vervoer |
Het vervoer van goederen in containers via meerdere vervoermiddelen (modaliteiten). Het grootste deel van het traject wordt hierbij per spoor, zee- of binnenvaart afgelegd en het voor- en natransport gebeurt over de weg. |
Multiple Filling |
Met de komst van het DWU kan de summiere aangifte bij binnenkomst (ENS) in delen worden gedaan door verschillende personen. Bijvoorbeeld door degene die de master bill opmaakt en de persoon die de house bill opmaakt. Dit is het zogenoemde 'multiple filing'. Dit kan alleen met de nieuwe versie van het Import Control System, ICS 2.0. De uitrol van het ICS 2.0 gaat in drie releases (release 1, release 2 en release 3). De invoering van release 1 van ICS 2.0 start medio maart 2021. In release 2 zal 'multiple filing' in het luchtvervoer mogelijk zijn en in release 3 van het nieuwe systeem, zal 'multiple filing' in de overige vervoerswijzen mogelijk zijn. |
NAVO-formulier 302 |
Een document voor douanedoeleinden dat is voorgeschreven in de procedures voor de uitvoering van het op 19 juni 1951 te Londen ondertekende Verdrag tussen de staten die partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten. (artikel 1 punt 50 GVo.DWU) |
Nettogewicht |
In de context van de preferentiële oorsprong, het gewicht van de goederen zelf zonder verpakkingsmateriaal en verpakkingsrecipiënten van welke soort dan ook. (artikel 37, lid 16 GVo.DWU) |
Niet-Uniegoederen |
Andere dan de in artikel 5 lid 23 bedoelde goederen of goederen die de douanestatus van Uniegoederen hebben verloren. (artikel 5 punt 24 DWU) |
Normale verblijfsplaats |
Waar een persoon woont dan wel is gevestigd, wordt naar de omstandigheden beoordeeld. |
No drawback-regel |
Artikel 30, protocol nr. 3. |
Onderling vervangbare materialen |
In de context van de preferentiële oorsprong, materialen van dezelfde soort en handelskwaliteit, met dezelfde technische en fysieke kenmerken en waartussen geen onderscheid mogelijk is zodra zij in het eindproduct zijn opgenomen. (artikel 37 lid 10 GVo.DWU) |
Ondermonster |
Een hoeveelheid die op een bepaald punt uit een bemonsterde partij is genomen. |
Ontvanger |
De functionaris die met de toepassing van de douanewetgeving is belast en als zodanig bij regeling nader is aangewezen. (artikel 1:3, lid 1, onderdeel c Adw) Dit is de directeur-generaal Douane (artikel 1:4 van de Algemene douaneregeling en artikel 5, lid 1 van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003). |
Opbrengst |
De hoeveelheid of het percentage veredelingsproducten verkregen bij de veredeling van een bepaalde hoeveelheid onder een veredelingsregeling geplaatste goederen. (artikel 5 punt 38 DWU) |
Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling over douanevervoer |
Gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer tussen de EU, de EVA- landen en de EVA- landen onderling. Daarnaast zijn enkele derde landen, die geen EVA-land zijn, aangesloten bij de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer. Dat zijn:
Ook in het verkeer tussen de EU en deze derde landen kan dus gebruik worden gemaakt van de regeling gemeenschappelijk douanevervoer. Er zijn daarnaast ook nog landen die geen EVA-land zijn en die niet zijn aangesloten bij de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer maar op basis van een aparte overeenkomst deelnemen aan het Uniedouanevervoer. Dat zijn:
(artikel 1 lid 9 GVo.DWU) Zie verder paragraaf 2.4.1 van onderdeel 14.00.00 van dit Handboek. |
Overeenkomst van Istanbul |
De overeenkomst over tijdelijke invoer, gedaan te Istanbul op 26 juni 1990. (artikel 1 punt 4 GVo.DWU) |
Overlading |
Het omladen van producten en goederen die zich aan boord van het ene vervoermiddel bevinden, op of in een ander vervoermiddel. (artikel 1 punt 39 GVo.DWU) |
Particulier |
Natuurlijke persoon die geen als zodanig handelende belastingplichtige is zoals omschreven in Richtlijn 2006/112/EG van de Raad. (artikel 1 punt 31 GVo.DWU) |
Passieve veredeling IM/EX |
De invoer van uit equivalente goederen verkregen veredelingsproducten in het kader van de regeling passieve veredeling voorafgaand aan de uitvoer van de goederen die zij vervangen zoals bedoeld in artikel 223, lid 2, onder d), van het DWU. (artikel 1 punt 27 GVo.DWU) |
Passieve veredeling EX/IM |
De uitvoer van Uniegoederen in het kader van de regeling passieve veredeling voorafgaand aan de invoer van veredelingsproducten. (artikel 1 punt 28 GVo.DWU) |
Persoon |
Een natuurlijk persoon, een rechtspersoon of een vereniging van personen die geen rechtspersoonlijkheid bezit, maar krachtens het Unierecht of het nationale recht wel als handelingsbekwaam is erkend. (artikel 5 punt 4 DWU) Dit begrip is verder uitgewerkt in paragraaf 2.2.2 van onderdeel 1.00.00 van dit Handboek. |
Persoonlijke bagage |
Alle bagage die een reiziger bij zijn aankomst kan aangeven, mits hij kan bewijzen dat de bagage die vooruit gezonden is of die nagezonden zal worden bij zijn vertrek als begeleide bagage was ingeschreven bij de maatschappij die het vervoer van bedoelde bagage heeft geregeld. Dit begrip is verder uitgewerkt in par 9.3 van onderdeel 24.00.00 van dit handboek |
Persoonlijke goederen |
Alle kledingstukken en andere nieuwe of gebruikte voorwerpen, die bestemd zijn voor persoonlijk gebruik door een reiziger tijdens zijn reis. |
Prijs af fabriek |
In de context van de preferentiële oorsprong, de prijs die voor het product af fabriek is betaald aan de fabrikant in wiens bedrijf de laatste be- of verwerking is verricht, voor zover in die prijs de waarde is begrepen van alle gebruikte materialen en alle andere aan de vervaardiging verbonden kosten, verminderd met alle binnenlandse belastingen die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen product wordt uitgevoerd. Wanneer de werkelijk betaalde prijs niet alle kosten omvat die verbonden zijn aan de vervaardiging van het product in het land van productie, is de prijs af fabriek de som van al die kosten, verminderd met alle binnenlandse belastingen die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen product wordt uitgevoerd. Wanneer de laatste be- of verwerking aan een fabrikant is uitbesteed, kan de in de eerste alinea gebruikte term „fabrikant” verwijzen naar het bedrijf dat de be- of verwerking heeft uitbesteed. (artikel 37, lid 14 GVo.DWU) |
PRO-bericht (Notification Ship’s Provision) |
Digitale melding via Single Window voor maritiem en lucht (SW) van proviand bij het centrale meldpunt proviand (CMP). Deze melding moet volgens de SW Message Implementation Guide (MIG - gebaseerd op het WCO-datamodel) aangeleverd worden. |
Publiek douane-entrepot type I |
Een publiek douane-entrepot waar de verantwoordelijkheden zoals bedoeld in artikel 242, lid 1, van het DWU, berusten bij de houder van de vergunning en de houder van de regeling (artikel 1 punt 32 GVo.DWU) |
Publiek douane-entrepot type II |
Een publiek douane-entrepot waar de verantwoordelijkheden zoals bedoeld in artikel 242, lid 2, van het DWU, berusten bij de houder van de regeling (artikel 1 punt 33 GVo.DWU) |
Publiek douane-entrepot type III |
Een douane-entrepot dat door de douaneautoriteiten wordt beheerd. (artikel 1 lid 2 (11) UVo.DWU) |
Regionale cumulatie |
In de context van de preferentiële oorsprong, een systeem op grond waarvan producten die overeenkomstig deze verordening van oorsprong zijn uit een land dat lid is van een regionale groep, worden beschouwd als van oorsprong uit een ander land van dezelfde regionale groep (of een land van een andere regionale groep wanneer cumulatie tussen groepen mogelijk is) wanneer zij aldaar verder worden bewerkt of in een aldaar vervaardigd product opgenomen. (artikel 37 lid 8 GVo.DWU) |
Regionale groep |
In de context van de preferentiële oorsprong, een groep landen waartussen regionale cumulatie van toepassing is. (artikel 37 lid 11 GVo.DWU) |
Registratie- en identificatienummer van marktdeelnemer (Economic Operators Registration and Identification number of EORI-nummer |
Een identificatienummer dat uniek is in het douanegebied van de Unie en door een douaneautoriteit aan een marktdeelnemer of een andere persoon wordt toegekend om hem voor douanedoeleinden te registreren. (artikel 1 punt 18 GVo.DWU) Dit begrip is verder uitgewerkt in paragraaf 2.2.2 van onderdeel 1.00.00 van dit Handboek. |
Resten en afval |
(a) goederen of producten die zijn ingedeeld als resten en afval in overeenstemming met de gecombineerde nomenclatuur, of (b) in de context van bijzondere bestemming of actieve veredeling, goederen of producten die bij een veredelingshandeling zijn ontstaan, geen of slechts geringe economische waarde hebben en niet kunnen worden gebruikt zonder verdere verwerking. (artikel 1 punt 41 GVo.DWU) |
Reiziger |
Een natuurlijke persoon die: (a) het douanegebied van de Unie tijdelijk binnenkomt en daar niet zijn gewone verblijfplaats heeft, of (b) terugkeert naar het douanegebied van de Unie, waar hij zijn gewone verblijfplaats heeft, na tijdelijk buiten dat gebied te hebben verbleven, of (c) het douanegebied van de Unie, waar hij zijn gewone verblijfplaats heeft, tijdelijk verlaat, of (d) het douanegebied van de Unie, waar hij niet zijn gewone verblijfplaats heeft, na een tijdelijk verblijf verlaat. (artikel 1 punt 40 GVo.DWU) |
Risico |
De waarschijnlijkheid dat zich, in relatie tot het binnenbrengen, het uitgaan, de doorvoer, het overbrengen of de bijzondere bestemming van goederen die tussen het douanegebied van de Unie en landen of gebieden buiten dat gebied worden vervoerd, en in verband met de aanwezigheid van goederen binnen het douanegebied van de Unie van niet-Uniegoederen, een gebeurtenis voordoet, en de effecten van een dergelijke gebeurtenis, die:
(artikel 5 punt 7 DWU) |
Risicobeheer |
Het systematisch in kaart brengen van risico's, waaronder door steekproefcontroles, en het toepassen van alle maatregelen die vereist zijn om de blootstelling aan risico's te beperken. (artikel 5 punt 25 DWU) |
Ruimbagage |
Bij luchtvervoer, de bagage die in de luchthaven van vertrek is ingecheckt en die voor de natuurlijke persoon noch gedurende de vlucht, noch bij een eventuele tussenstop toegankelijk is. (artikel 1 lid 2 (3) UVo.DWU) |
Schuldenaar |
Elke persoon die een douaneschuld verschuldigd is. (artikel 5 punt 19 DWU) Dit begrip is verder uitgewerkt in onderdeel 1.00.00 van dit Handboek. |
Secundaire veredelingsproducten |
Andere veredelingsproducten dan de in de vergunning voor actieve veredeling vermelde hoofdveredelingsproducten die onvermijdelijk als bijproduct van het veredelingsproduct ontstaan. (artikel 1 lid 2 (9) UVo.DWU) De nadruk ligt op het woord onvermijdelijk. Met andere woorden: het is het onvermijdelijke resultaat van de handelingen verricht in het kader van die bijzonder regeling. |
Single Window voor maritiem en lucht |
Een geautomatiseerd system (Single Window), waarin de lucht en- zeescheepvaart administratieve meldingen kan doen aan de nationale of lokale autoriteiten. Dit is nationaal uitgewerkt in het Single Window (SW NL). SW verzorgt de informatie-uitwisseling tussen marktpartijen, havenautoriteiten en overheidsinstanties. Vanuit SW worden de gegevens doorgestuurd naar elektronische douanesystemen zoals DMF. SW hanteert het principe dat aangeleverde informatie meervoudig gebruikt kan worden. |
Soortgelijke goederen |
In de context van de douanewaarde, in hetzelfde land geproduceerde goederen die, hoewel zij niet in alle opzichten hetzelfde zijn, gelijke kenmerken vertonen en gelijksoortige bestanddelen bevatten waardoor zij dezelfde functies kunnen vervullen en in de handel uitwisselbaar kunnen zijn: de kwaliteit van de goederen, de reputatie ervan en de aanwezigheid van een fabrieks- of handelsmerk zijn factoren die onder meer in aanmerking moeten worden genomen om vast te stellen of goederen soortgelijk zijn. (artikel 1 lid 2 (14) UVo.DWU) |
Staatssecretaris |
Staatssecretaris van Financiën. |
Summiere aangifte bij binnenbrengen |
De handeling waarbij een persoon de douaneautoriteiten in de voorgeschreven vorm en op de voorgeschreven wijze, en binnen een specifieke termijn, meedeelt dat goederen het douanegebied van de Unie zullen binnenkomen. (artikel 5 punt 9 DWU) Dit begrip is verder uitgewerkt in de onderdelen 10.00.00 en 10.50.00 van dit Handboek. |
Summiere aangifte bij uitgaan |
De handeling waarbij een persoon de douaneautoriteiten in de voorgeschreven vorm en op de voorgeschreven wijze, en binnen een specifieke termijn, meedeelt dat goederen het douanegebied van de Unie zullen verlaten. (artikel 5 punt 10 DWU) Dit begrip is verder uitgewerkt in onderdeel 23.00.00 van dit Handboek. |
Taric |
Het gebruikstarief van de Europese Commissie. Taric is opgenomen in de basis van het nationale gebruikstarief. |
Tariefanomalie |
Rechtsongelijkheid in het tarief van invoerrechten. |
Terugbetaling |
De teruggave van een bedrag aan invoerrechten of uitvoerrechten die zijn voldaan. (artikel 5 punt 28 DWU). |
Tijdelijke opslag |
De toestand van tijdelijk onder douanetoezicht opgeslagen niet-Uniegoederen tussen het moment waarop zij bij de douane zijn aangebracht en het moment waarop zij onder een douaneregeling zijn geplaatst of zijn weder uitgevoerd. (artikel 5 punt 17 DWU) Dit begrip is verder uitgewerkt in onderdeel 23.00.00 van dit Handboek. |
TIR-operatie |
De overbrenging van goederen binnen het douanegebied van de Unie overeenkomstig de TIR-overeenkomst. (artikel 1 punt 38 GVo.DWU) |
TIR-overeenkomst |
De douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR, gedaan te Genève op 14 november 1975. (artikel 1 punt 37 GVo.DWU) |
TIR-uitgevende organisatie |
Een organisatie die is erkend door de douaneautoriteiten van een Overeenkomstsluitende Partij om zich garant te kunnen stellen voor personen die gebruikmaken van de TIR-regeling. |
Transactie |
Vrijwillige voldoening aan de voorwaarden die de contactambtenaar DW (of de officier van justitie) ter voorkoming van strafvervolging heeft gesteld, waardoor het recht tot strafvordering vervalt. |
Uitgebreide cumulatie |
In de context van de preferentiële oorsprong, een systeem dat van toepassing is na inwilliging door de Commissie van een daartoe strekkend verzoek van een begunstigd land, op grond waarvan bepaalde materialen, van oorsprong uit een land waarmee de Unie een vrijhandelsovereenkomst heeft overeenkomstig artikel XXIV van de Algemene Overeenkomst over tarieven en handel (GATT), worden beschouwd als materialen van oorsprong uit het betrokken begunstigde land wanneer zij in dat land verder worden bewerkt of in een in dat land vervaardigd product worden opgenomen. (artikel 37 lid 9 GVo.DWU) |
Uitnodiging tot betaling |
De heffing door de douane van (onder meer) het invoerrecht gebeurt door een uitnodiging tot betaling. Dit is bepaald in de Algemene douanewet. Een uitnodiging tot betaling is vergelijkbaar met een aanslag, een navorderingsaanslag en een naheffingsaanslag zoals we die bij de andere belastingen kennen. Het vaststellen van een uitnodiging tot betaling is de taak van de inspecteur. (artikel 7:6 Algemene douanewet) |
Uniedouanevervoer |
Douanevervoer van Uniegoederen en niet-Uniegoederen met het vervoerssysteem DVA |
Uniegoederen |
Goederen die:
|
Uitvoerend douanekantoor |
Het douanekantoor dat de maatregelen neemt die nodig zijn voor de juiste uitvoering van de beschikking tot terugbetaling of kwijtschelding van de rechten. |
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 (hierna: UVo.DWU) |
In de UVo DWU zijn nadere uitvoeringsvoorschriften opgenomen. De uitvoeringshandelingen (in het Engels: implementing acts) zijn de handelingen die de Europese Commissie en de lidstaten gezamenlijk de mogelijkheid geven zelf nadere uitwerking te geven aan de DWU-artikelen. De uitwerking beperkt zich tot het vaststellen van uniforme Europese regels voor het implementeren van wet- en regelgeving. Let op: De Commissie krijgt hiermee dus niet de bevoegdheid om de nadere details van de Europese regels zelf uit te werken. Daarvoor geldt de procedure voor het vaststellen van gedelegeerde handelingen (GVo.DWU). |
Vaste inrichting |
Een vaste vestiging voor bedrijfsuitoefening waar de nodige menselijke en technische hulpbronnen permanent voorhanden zijn en waarmee de douanetransacties van een persoon volledig of gedeeltelijk worden uitgevoerd. (artikel 5 punt 32 DWU) |
Vaste transportinrichting |
Technisch middel voor het ononderbroken transport van goederen zoals elektriciteit, gas en olie. (artikel 1 lid 2 (12) UVo.DWU) |
Verdrag |
Het Verdrag over de werking van de Europese Unie. |
Veredeling |
Een van de onderstaande handelingen:
(zie artikel 5 punt 37 DWU) |
Veredelingsproducten |
Onder een veredelingsregeling geplaatste goederen die veredeld zijn (artikel 5 punt 30 DWU). Na de veredelingshandeling kunnen de volgende veredelingsproducten ontstaan:
Het gedeelte van onder de regeling geplaatste goederen dat tijdens de veredelingshandeling wordt vernietigd en verloren gaat. Dit komt bijvoorbeeld door verdamping, opdroging, ontsnapping in de vorm van gas, wegstroming in het spoelwater. |
Vergunning |
Besluit van de douaneautoriteiten waarbij bijvoorbeeld het gebruik van een regeling wordt toegestaan, of de status van geautoriseerd marktdeelnemer wordt verleend. |
Vergunninghouder |
Degene aan wie de vergunning is verleend. |
Vervaardiging |
In de context van de preferentiële oorsprong, elke soort be- of verwerking, met inbegrip van assemblage. (artikel 37 lid 2 GVo.DWU) |
Vervoer onder een internationale overeenkomst |
Het vervoer onder een internationale overeenkomst is bijvoorbeeld het internationale vervoer van goederen op grond van de TIR-overeenkomst of ATA-overeenkomst. |
Vervoerder |
(artikel 5 punt 40 DWU) |
Vervoermiddel |
Onder vervoermiddel wordt verstaan:
|
Vervoerscombinatie |
Aan elkaar gekoppelde voertuigen die als eenheid deelnemen aan het wegverkeer. |
Verwerking |
Een behandeling, waaronder de aard van de goederen verandert. Er ontstaan dus nieuwe goederen. |
Verzamelmonster |
Alle monsters van dezelfde partij. |
Vlucht binnen de Unie |
De verplaatsing van een luchtvaartuig tussen twee EU-luchthavens, zonder tussenstop, voor zover deze verplaatsing noch is begonnen, noch eindigt op een niet-EU-luchthaven. (artikel 1 lid 2 (6) UVo.DWU) |
Voorwaardelijk opzet |
Belanghebbende heeft willens en wetens het risico genomen dat zijn handelen of nalaten het feit tot gevolg zou hebben. |
Vrachtbrief CIM |
De internationale spoorvrachtbrief die tot de implementatie van DVA gebruikt kan worden als een vervoersaangifte bij een schriftelijke Unievervoersprocedure voor spoorvervoer |
Vrijgave van de goederen |
Terbeschikkingstelling door de douaneautoriteiten van goederen voor de doeleinden die zijn voorzien in de douaneregeling waaronder de goederen zijn geplaatst. (artikel 5 lid 26 DWU) Zie bijvoorbeeld artikel 194 DWU vrijgave van goederen na afhandeling van de douaneaangifte. |
Waarde van de materialen |
In de context van de preferentiële oorsprong, de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in het land van productie is betaald; wanneer de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong moet worden vastgesteld, is dit punt van overeenkomstige toepassing. (artikel 37 lid 13 GVo.DWU) |
Wegvoertuigen |
Niet alleen elk motorvoertuig voor vervoer over de weg, maar ook elke aanhangwagen of oplegger, ingericht om daaraan te worden bevestigd. |
WP30 |
De besluitvoorbereidende vergadering binnen de TIR-overeenkomst. |
Zaken- of sportvliegtuig |
Particuliere luchtvaartuigen die bestemd zijn voor reizen waarvan het traject vrij wordt bepaald door de gebruikers. (artikel 1 lid 2 (10) UVo.DWU) |
Zending |
In de context van de preferentiële oorsprong, producten die ofwel (a) gelijktijdig van één exporteur naar één geadresseerde worden gezonden; of (b) vergezeld gaan van één enkel vervoersdocument vanaf de verzending bij de exporteur tot de aankomst bij de geadresseerde of, in afwezigheid van een dergelijk document, van één enkele factuur. (artikel 37 lid 19 GVo.DWU) In de context van de douaneaangifte, goederen die door één afzender naar één geadresseerde worden verzonden en die gelijktijdig en met hetzelfde vervoermiddel binnen komen, uitgaan of worden vervoerd. |
Zware of omvangrijke goederen |
Ieder zwaar of omvangrijk voorwerp dat, in verband met zijn gewicht, zijn afmetingen of zijn aard, in het algemeen niet in een gesloten wegvoertuig of in een gesloten container wordt vervoerd. |