24.00.00 Douanevrijstellingen
5 Goederen verkregen bij huwelijk
In dit hoofdstuk vindt u aanwijzingen voor het gebruik van de vrijstelling bij het brengen in het vrije verkeer van huwelijksgoederen.
Naar boven5.1 Wettelijke basis
De vrijstelling van rechten bij invoer is voorzien in Verordening (EG) nr. 1186/2009 (Titel II, Hoofdstuk II, artikelen 12 tot en met 16).
De vrijstellingen van omzetbelasting, accijns en verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere producten
zijn voorzien in artikel 7:27 van de Algemene douaneregeling.
De vrijstelling van omzetbelasting is gebaseerd op Richtlijn nr. 2009/132/EG (Titel II, Hoofdstuk 2 artikelen 12 tot en met
16).
5.2 Reikwijdte vrijstelling rechten bij invoer
De vrijstelling van rechten bij invoer heeft betrekking op de volgende goederen:
-
huwelijksuitzet en inboedel van een persoon die in verband met zijn huwelijk zijn normale verblijfplaats van een derde land overbrengt naar het douanegebied van de Gemeenschap. De voorwerpen mogen gebruikt of nieuw zijn. Motorvoertuigen, pleziervaartuigen, enz. vallen niet onder de begrippen huwelijksuitzet en inboedel. Het begrip normale verblijfplaats is uiteengezet in paragraaf 1.4;
(artikel 12, lid 1, Verordening (EG) nr. 1186/2009) -
geschenken die gewoonlijk ter gelegenheid van een huwelijk worden aangeboden en die worden ontvangen door of die zullen worden aangeboden aan een persoon die zijn normale verblijfplaats van een derde land naar de Gemeenschap overbrengt in verband met zijn huwelijk. De geschenken moeten worden aangeboden of gezonden door personen die hun normale verblijfplaats hebben in een derde land.
De intrinsieke waarde van elk geschenk mag niet meer bedragen dan € 1.000.
(artikel 12, lid 2, Verordening (EG) nr. 1186/2009).
Het begrip "intrinsieke waarde" wordt uitgelegd in paragraaf 2.2 van dit onderdeel.
Let op:
Onder huwelijk wordt verstaan het burgerlijk huwelijk en het geregistreerd partnerschap. Een cultureel huwelijk zoals een kerkelijk huwelijk kan niet daaronder worden begrepen.
Naar boven5.3 Duur verblijf buiten de Gemeenschap/Bewijs van huwelijk
De vrijstelling kan slechts worden verleend als belanghebbende die zijn normale verblijfplaats naar het douanegebied van de
Gemeenschap heeft overgebracht, zijn verblijf buiten de Gemeenschap heeft gehad gedurende minimaal twaalf opeenvolgende maanden
onmiddellijk voordat de verblijfplaats wordt overgebracht. In het geval dat niet aan de hiervoor genoemde voorwaarde wordt
voldaan, maar belanghebbende wel het klaarblijkelijke voornemen had gedurende minimaal twaalf opeenvolgende maanden buiten
de Gemeenschap te verblijven, kan alsnog vrijstelling worden verleend voor zover dit voornemen wordt aangetoond.
(artikel 13, letter a, Verordening (EG) nr. 1186/2009)
Een verblijf kan worden aangetoond aan de hand van bijvoorbeeld een verklaring van de gemeente van het land waar de normale verblijfplaats zich heeft bevonden, een arbeidscontract, een bewijs van inschrijving bij een diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging.
De vrijstelling kan slechts worden verleend als belanghebbende aantoont dat hij in het huwelijk is getreden of dat de eerste
officiële stappen daartoe zijn genomen.
(artikel 13, letter b, Verordening (EG) nr. 1186/2009 en artikel 7:3, lid 2 van de Algemene douaneregeling)
5.4 Uitgesloten producten
De vrijstelling is niet van toepassing op de volgende goederen:
-
alcoholhoudende producten;
-
tabak en tabaksproducten.
Het begrip alcoholhoudende producten is uiteengezet in paragraaf 2.2.
(artikel 14 Verordening (EG) nr. 1186/2009)
Als alcoholhoudende producten, tabak en tabaksproducten deel uitmaken van een zending zonder dat de grens van de intrinsieke
waarde wordt overschreden behoeven alleen deze goederen buiten de vrijstelling te worden gelaten en moeten de verschuldigde
rechten bij invoer daarvoor worden geheven. Op de overige goederen van de zending kan de vrijstelling worden verleend.
In het geval een zending een hogere waarde heeft dan de intrinsieke waarde kan de vrijstelling op de gehele zending niet worden
toegepast, ook al zou de waarde van de zending na aftrek van de hiervoor bedoelde goederen beneden de grens van de intrinsieke
waarde komen te liggen.
Het begrip "intrinsieke waarde" wordt uitgelegd in dit Handboek, onderdeel 9.00.00 Douanewaarde, bijlage 1.
5.5 Termijn voor in het vrije verkeer brengen / Verband met huwelijk
De huwelijksuitzet, inboedel en geschenken moeten in het vrije verkeer worden gebracht binnen ten vroegste twee maanden voor en uiterlijk vier maanden na de datum die voor het huwelijk is vastgesteld. Als goederen ten vroegste twee maanden voor de datum die voor het huwelijk is vastgesteld in het vrije verkeer worden gebracht kunnen de douaneautoriteiten eisen dat zekerheid wordt gesteld. Zie verder paragraaf 7.1.7. onderdeel 27.00.00 van dit handboek. De goederen mogen binnen deze termijn in het vrije worden gebracht in één of meer zendingen.
In geval van bijzondere omstandigheden kan worden toegestaan dat ook vrijstelling wordt verleend als de goederen in het vrije
verkeer worden gebracht buiten deze termijn.
(artikel 15 Verordening (EG) nr. 1186/2009)
Een rechtstreeks verband tussen het huwelijk en het brengen in het vrije verkeer van de goederen moet kunnen worden gelegd.
Naar boven5.6 Termijn van 12 maanden na het brengen in het vrije verkeer
De huwelijksuitzet, inboedel en geschenken die met vrijstelling in het vrije verkeer zijn gebracht mogen niet worden uitgeleend,
verhuurd of overgedragen onder bezwarende titel of om niet vóór het verstrijken van de termijn van twaalf maanden vanaf het
tijdstip waarop de aangifte voor het vrije verkeer is aanvaard. Als belanghebbende wil afzien van de vrijstelling door voor
het verstrijken van deze termijn over te gaan tot het uitlenen, verhuren of overdragen van de met vrijstelling in het vrije
verkeer gebrachte goederen moet de inspecteur hiervan vooraf schriftelijk in kennis worden gesteld.
(artikel 16, lid 1, Verordening (EG) nr. 1186/2009)
De goederen moeten gedurende die tijd bij belanghebbende in bezit blijven. Eigendomsoverdracht op zich behoeft daarom niet met zich mee te brengen dat in strijd met deze voorwaarde wordt gehandeld. Er is pas sprake van het overdragen van goederen als niet alleen de eigendom maar ook de feitelijke beschikkingsmacht van de goederen wordt overgedragen.
Het uitlenen, verhuren of overdragen van de met vrijstelling in het vrije verkeer gebrachte goederen leidt tot het ontstaan
van een douaneschuld. De rechten bij invoer worden geheven naar het tarief en de waarde die welke op de dag van de uitlening,
verhuring of overdracht door de douaneautoriteiten zijn erkend of aanvaard.
(artikel 16, lid 2, Verordening (EG) nr. 1186/2009)
5.7 Reikwijdte vrijstelling belastingen
De vrijstelling van de rechten bij invoer is van overeenkomstige toepassing op de omzetbelasting, de accijns en de verbruiksbelastingen
van alcoholvrije dranken en van enkele andere producten.
(artikel 7:27 van de Algemene douaneregeling)
5.8 Aangifte met vrijstelling
Bij het overbrengen van huwelijksgoederen naar het douanegebied van de Gemeenschap, kan voor deze goederen een vrijstelling
van rechten bij invoer worden verleend bij het brengen in het vrije verkeer. Zie voor de procedure paragraaf 1.5.
(artikel 7: 2 van de Algemene douaneregeling)
Bij de aangifte voor het brengen in het vrije verkeer moet een lijst van de huwelijksuitzet, inboedel en geschenken, waarvoor
aanspraak op vrijstelling wordt gemaakt en andere (handels)bescheiden worden overgelegd. De lijst moet door belanghebbende
zijn ondertekend.
(artikel 7:3, lid 1, van de Algemene douaneregeling)