110.00.20 Convenant Belastingdienst - Inspectie Verkeer en Waterstaat

1 Convenant Belastingdienst - Inspectie Verkeer en Waterstaat

De ondergetekenden:

1. de Minister van Financiën, handelend in de hoedanigheid van bestuursorgaan en als rechtsgeldige vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, gezeteld te 's-Gravenhage, hierbij vertegenwoordigd door de directeur-generaal van de Belastingdienst, mevrouw mr. J. Thunnissen, hierna te noemen: 'de Belastingdienst'; en

2. de Minister van Verkeer en Waterstaat, handelend in de hoedanigheid van bestuursorgaan en als rechtsgeldige vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, gezeteld te 's- Gravenhage, hierbij vertegenwoordigd door de inspecteur-generaal van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, ir. J.F. de Leeuw, hierna te noemen: 'de Inspectie Verkeer en Waterstaat'; gezamenlijk te noemen: 'Partijen', Nemen in overweging:

   • dat Partijen samen wensen te werken met het oog op de verbetering van de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de uitvoering van hun beider toezichttaken, alsmede met het oog op de bevordering van de eenduidigheid van het toezicht en het terugdringen van toezichtlasten;

   • dat de beoogde samenwerking vorm zal krijgen door het afstemmen, het coördineren en het gezamenlijk instellen van toezichtactiviteiten en door het uitwisselen van gegevens en informatie;

   • dat deze samenwerking geen wijzigingen beoogt ten aanzien van de ministeriële verantwoordelijkheid en bevoegdheden;

   • dat deze samenwerking geen beperking mag betekenen van de wettelijke rechtsbescherming van derden;

Komen het volgende overeen:

Naar boven

1.1 Artikel 1: Aard en doel van dit convenant

1. Partijen komen overeen samen te werken ter verwezenlijking van hun publiekrechtelijke taken die:

   1. voor de Belastingdienst inhouden het toezicht op de naleving van fiscale wet- en regelgeving en wet- en regelgeving op het gebied van de sociale zekerheid, alsmede het toezicht voortvloeiend uit niet-fiscale Douanetaken;

   2. voor de Inspectie Verkeer en Waterstaat inhouden het toezicht op de naleving van wet- en regelgeving van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, voor zover de Inspectie Verkeer en Waterstaat als toezichthouder is aangewezen, alsmede werkzaamheden ter bevordering van de veiligheid en de kwaliteit van het leefmilieu voor zover vallend binnen de toezichtdomeinen van de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

2. Ter verwezenlijking van de in het vorige lid genoemde taken vindt de samenwerking plaats onder meer door middel van:

   1. het ontwikkelen van strategische instrumenten en het uitvoeren van risicoanalyses;

   2. het organiseren en uitvoeren van gezamenlijke of gecoördineerde activiteiten ten behoeve van het toezicht en de uitwisseling van de daaraan gerelateerde gegevens en informatie;

   3. het afstemmen van toezichtprogramma’s.

3. De samenwerking en de uitwisseling van gegevens en informatie vinden plaats binnen de kaders van de wettelijke bevoegdheden van Partijen en met inachtneming van de voorschriften met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens.
   Partijen zijn in het bijzonder gehouden aan het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht. De Belastingdienst is voorts gehouden aan de bepalingen van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990 en het Voorschrift informatieverstrekking 1993 (VIV).

Naar boven

1.1.1 Artikel 2: Deelconvenanten

1. er uitvoering van dit convenant worden op het niveau van door partijen aan te wijzen organisatieonderdelen deel convenanten gesloten.

2. In een deelconvenant worden de samenwerkingsactiviteiten, alsmede het doel en de reikwijdte van de samenwerking nader beschreven. Deze beschrijving heeft onder meer betrekking op

   1. het domein van toezicht;

   2. de objecten van toezicht;

   3. het onderwerp van de samenwerking;

   4. de werkwijze;

   5. de uit te wisselen gegevens en informatie;

   6. de inrichting van de samenwerking;

   7. de voor de samenwerking relevante wet- en regelgeving en de toepassing daarvan;

   8. de projecten;

   9. de duur van de samenwerking;

   10. de wijze van verantwoording van de resultaten en de archivering;

   11. de aansturing van de samenwerking;

   12. de evaluatie.

3. Met betrekking tot af te sluiten deelconvenanten wordt het volgende vastgelegd. De organisatieonderdelen van de Belastingdienst leggen een af te sluiten deelconvenant ter advisering voor aan de kennisgroep integrale overheidshandhaving. De Inspectie Verkeer en Waterstaat sluit deze deelconvenanten zelf af.

4. Bestaande schriftelijk vastgelegde afspraken tussen de Belastingdienst en de Inspectie Verkeer en Waterstaat, alsmede overeenkomsten waartoe de Partijen zijn toegetreden, blijven van kracht, totdat deze zijn opgezegd of beëindigd, tenzij deze in strijd zijn met hetgeen in dit convenant is vastgelegd. Bestaande afspraken tussen de Belastingdienst en de Inspectie Verkeer en Waterstaat zullen binnen een jaar na ondertekening van dit convenant worden geïnventariseerd en vervolgens beëindigd, bekrachtigd of aangepast bij deelconvenant.

Naar boven

1.1.2 Artikel 3: Stuurgroep

1. Er is een Stuurgroep Convenant Belastingdienst - Inspectie Verkeer en Waterstaat, hierna genoemd 'de Stuurgroep', bestaande uit een nader aan te wijzen lid van het managementteam Belastingdienst en de Inspecteur-generaal Verkeer en Waterstaat en twee uit elk van beide organisaties aan te wijzen leden.

2. De Stuurgroep komt ten minste twee maal per jaar bijeen en zo vaak als ondergetekenden dat onderling afspreken.

3. De Stuurgroep heeft de volgende taken:

   1. het ten minste jaarlijks evalueren van dit convenant, waarbij de stand van zaken op de verschillende samenwerkingsterreinen en de uitvoering van de deelconvenanten, alsmede de samenhang daartussen worden besproken;

   2. het bespreken van nieuwe ontwikkelingen en het op grond daarvan maken van afspraken, het initiëren van nieuwe deelconvenanten, of het aanpassen van bestaande deelconvenanten.

Naar boven

1.1.3 Artikel 4: Financiële aspecten

Tenzij anders overeengekomen zal er tussen de Partijen geen verrekening plaatsvinden van de kosten die met de uitvoering van dit convenant zijn gemoeid.

Naar boven

1.1.4 Artikel 5: Nakoming

1. Partijen verplichten zich tot te goeder trouw nakoming van de verplichtingen die uit dit convenant voortkomen.

2. Nakoming van de in het eerste lid bedoelde verplichtingen is niet in rechte afdwingbaar.

Naar boven

1.1.5 Artikel 6: Duur, wijziging, beëindiging en opzegging

Dit convenant wordt gesloten voor onbepaalde tijd. Het kan in onderling overleg door Partijen gezamenlijk worden gewijzigd of beëindigd. Het kan door elk der Partijen door middel van schriftelijke kennisgeving worden opgezegd. Hierbij geldt een opzegtermijn van drie maanden.

Naar boven

1.1.6 Artikel 7: Inwerkingtreding

Dit convenant treedt in werking op 1 februari 2007.