30.30.00 Geregistreerde afzender

2 Geregistreerde afzender

2.1 Algemeen

Op grond van de accijnswetgeving mag een geregistreerde afzender in Nederland accijnsgoederen, nadat de goederen in Nederland in het vrije verkeer zijn gebracht, van de plaats van invoer onder schorsing van de accijns naar bepaalde bestemmingen over brengen. Om als geregistreerde afzender aangemerkt te worden moet op verzoek een vergunning zijn verstrekt door de inspecteur.

Naar boven

2.2 Vergunning en voorwaarden

2.2.1 Begrip geregistreerde afzender

De WA, artikel 1a, eerste lid, definieert het begrip geregistreerde afzender. Uit dit begrip blijkt dat een geregistreerde afzender een natuurlijke of rechtspersoon moet zijn die bij de bedrijfsuitoefening accijnsgoederen onder schorsing van de accijns van de plaats van invoer verzendt.
De goederen moeten zich wel bevinden op de 'plaats van invoer' (artikel 1a, eerste lid WA) waar zij overeenkomstig artikel 201 van het DWU in het vrije verkeer worden gebracht.

Aangezien er altijd sprake moet zijn van het verzenden van accijnsgoederen bij de bedrijfsuitoefening, moet een geregistreerde afzender altijd een ondernemer zijn. Gevolg van die begripsbepaling is dat aan een
douanevertegenwoordiger bijvoorbeeld wel een vergunning kan worden verleend, en aan een particulier niet.

Naar boven

2.2.2 Administratie

De geregistreerde afzender moet een administratie voeren (artikel 50d, tweede lid WA). In die administratie moeten op grond van artikel 9c van het UBA in ieder geval aantekeningen worden opgenomen van

• de accijnsgoederen die door hem zijn overgebracht naar de in paragraaf 2.2.4 genoemde bestemmingen

• de documenten die zijn gebruikt voor het overbrengen onder schorsing van de accijns, waaronder de berichten van ontvangst en de handelsdocumenten (artikel 3a UBA).

Naar boven

2.2.3 Zekerheid

Voordat er gebruik gemaakt kan worden van de vergunning, moet de vergunninghouder zekerheid stellen
(artikel 56, eerste lid WA en artikel 22a, derde lid 3 URA). Zie voor meer informatie onderdeel 30.60.00, Zekerheid, van dit Handboek.

Naar boven

2.2.4 Overbrengen van accijnsgoederen

De geregistreerde afzender mag onder bepaalde voorwaarden accijnsgoederen onder schorsing van de accijns overbrengen van de plaats van invoer in Nederland naar:

• een accijnsgoederenplaats

• een belastingentrepot

• een geregistreerde geadresseerde in een andere lidstaat

• een plaats waar de goederen het grondgebied van de Gemeenschap verlaten

• een in een andere lidstaat gevestigde geadresseerde als bedoeld in artikel 69 van de WA

• het douanekantoor van uitgang dat tevens het douanekantoor van vertrek is voor de regeling extern douanevervoer, wanneer dat accijnsgoed na vrijgave voor uitvoer onder de regeling extern douanevervoer wordt geplaatst met toepassing van artikel 329, vijfde lid, van de Uitvoeringsverordening Douanewetboek van de Unie en artikel 189, vierde lid, van de Gedelegeerde verordening Douanewetboek van de Unie

Zie voor meer informatie de onderdeel 40.15.00 (Overbrengen en EMCS) van dit Handboek en het Handboek EMCS.