50.20.00 Teruggaven
3 Teruggaaf wanneer een vrijstelling kan worden verleend
3.1 Wanneer teruggaaf
Teruggaaf van verbruiksbelasting kan worden verleend in gevallen waarvoor een vrijstelling van verbruiksbelasting kan worden verleend (artikel 32, eerste lid WVAD)
Hierbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen
-
een teruggaaf waarvoor op grond van artikel 29 WVAD een vrijstelling van toepassing is, en
-
een teruggaaf waarvoor op grond van artikel 30 WVAD een vrijstelling van toepassing is.
Teruggaaf voor de vrijstellingsbestemming artikel 29 WVAD (gebruik als grondstof)
Als op grond van artikel 29 WVAD een vrijstellingsvergunning is afgegeven, is teruggaaf van de verbruiksbelasting mogelijk.
Deze vrijstelling heeft betrekking op:
-
vrijstelling voor alcoholvrije dranken die (door degene die ze betrekt) worden gebruikt als grond- of hulpstof bij de vervaardiging van andere goederen dan alcoholvrije dranken.
De teruggaaf kan slechts worden verleend indien aan de in artikel 14, eerste, tweede en derde lid gestelde voorwaarden wordt voldaan.
Teruggaaf voor de vrijstellingsbestemming artikel 30 WVAD (proviandering)
Vrijstelling van verbruiksbelasting kan worden verleend voor alcoholvrije dranken die worden gebruikt aan boord van schepen en luchtvaartuigen in het verkeer van Nederland naar een andere lidstaat.
Voor schepen geldt als extra voorwaarde dat ze niet over binnenwateren naar een andere lidstaat mogen varen. De vrijstelling wordt dus alleen verleend voor schepen die over zee naar een andere lidstaat varen.
De teruggaaf kan slechts worden verleend indien aan de in artikel 19 UBVAD bedoelde voorwaarden wordt voldaan.
Zie voor meer informatie over vrijstellingen en over het verlenen van een vrijstellingsvergunning onderdeel 50.10.00, Vrijstellingen, van dit Handboek.
3.2 Verzoek om teruggaaf
De teruggaaf wordt verleend aan
-
de houder van de vergunning om alcoholvrije dranken met vrijstelling te kunnen betrekken (artikel 32, tweede lid WVAD) of
-
aan degene die de levering aan boord van een schip of luchtvaartuig heeft verricht (artikel 32, lid 3 WVAD).
Het verzoek om teruggaaf moet uiterlijk drie maanden na afloop van het kalenderkwartaal worden ingediend waarin (artikel 20 URVAD):
-
de alcoholvrije dranken zijn gebruikt overeenkomstig de bestemming als bedoeld in artikel 29 WVAD en opgenomen in de vrijstellingsvergunningen;
-
de alcoholvrije dranken de in artikel 30 WVAD bedoelde bestemmingen hebben bereikt.