Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

100.00.02 Samenwerkingsovereenkomst tussen de douane-administratie van Nederland en de douane-administratie van de Bondsrepubliek Duitsland

1 Samenwerkingsovereenkomst (Memorandum of Understanding) tussen de douane-administratie van Nederland en de douane-administratie van de Bondsrepubliek Duitsland

Inzake de verbetering van de samenwerking en de wederzijdse bijstand tussen de douaneadministraties bij de bestrijding van fraude en illegale drugshandel

De Directeur-Generaal der Belastingen en de Directeur-Generaal voor Fiscale Zaken van Nederland en het hoofd van de Duitse douane-administratie zijn

  • gezien het feit dat inbreuken op de douanewetgeving afbreuk doen aan de economische, fiscale en sociale belangen van hun landen;

  • gezien het feit, dat de illegale handel in drugs en psychotrope stoffen een gevaar voor de volksgezondheid en de maatschappij vormt;

  • gezien het feit dat de smokkel, vooral de sigarettensmokkel, aan de betreffende landen de noodzakelijke inkomsten onttrekt;

  • in de overtuiging, dat de maatregelen ter voorkoming van inbreuken op douanewetgeving door middel van een nauwe samenwerking tussen de douane-administraties effectiever kunnen worden vormgegeven;

  • indachtig de reeds bestaande zeer goed ontwikkelde samenwerking tussen de Duitse en Nederlandse douane-administraties, hierna te noemen "de beide partijen", op het gebied van de fraudebestrijding;

  • kennis genomen hebbende van het juridische kader waarin deze samenwerking plaatsvindt, in het bijzonder:

    • de verordening (EG) Nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften,

    • de Overeenkomst tussen de lidstaten van de Europese Economische Gemeenschap inzake wederzijdse bijstand tussen de onderscheiden douane-administraties van 7 september 1967 ("Napels I"), onderscheidenlijk - na het in werking treden van deze - de Overeenkomst vastgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, inzake wederzijdse bijstand en samenwerking tussen de douaneadministraties van 18 december 1997 ("Napeis II"),

    • het op 20 december 1988 te Wenen gesloten Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen;

  • in de overtuiging, dat de door het ontstaan van een uniforme binnenmarkt en de Europese Unie veroorzaakte effecten op het gebied van de smokkel een intensievere samenwerking van de partijen vereisen, in het bijzonder in operationeel opzicht;

het navolgende overeengekomen;

Naar boven

1.1 Artikel 1. Definities

Voor het doel van deze overeenkomst:

  1. betekent "inbreuk": smokkel of een andere inbreuk op

    • de regelingen ten aanzien van de invoer- en uitvoerrechten inclusief de douanerechten, de omzetbelasting bij invoer en de accijnzen, - het gemeenschappelijk landbouwbeleid, - de verboden en beperkingen in het grensoverschrijdende goederenverkeer en - de regeling van de buitenlandse handel en de controle van oorlogswapens;

  2. betekent "douanewetgeving": alle wettelijke en administratieve voorschriften die door de douane-administraties in verband met de invoer, uitvoer en doorvoer van goederen moeten worden gehandhaafd, in het bijzonder

    • heffing en kwijtschelding en restitutie van heffingen, belastingen en rechten, - zekerheidstelling, - maatregelen in verband met verboden, beperkingen en controles, - maatregelen in verband met de illegale handel in verdovende middelen, psychotrope stoffen en precursoren;

  3. betekent "partijen":

    • in Nederland: de Belastingdienst/Douane en de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst voor zover het de douanewetgeving betreft,

    • in Duitsland: de Zollverwaltung.

Naar boven

1.1.1 Artikel 2. Toepassingsgebied van de overeenkomst

  1. Beide partijen intensiveren met inachtneming van de bepalingen van deze overeenkomst hun samenwerking en verlenen elkaar bijstand, zowel op operationeel als op beleidsmatig niveau, voor zover haar hiertoe bevoegdheden zijn verleend,

    • om te waarborgen dat de douanewetgeving wordt nageleefd,

    • om inbreuken op douanewetgeving te voorkomen, op te sporen en te bestrijden.

  2. Ondersteuning in het kader van deze overeenkomst wordt in overeenstemming met de wetten en wettelijke bepalingen van de aangezochte staat en binnen de bevoegdheden en beschikbare middelen van de partijen geboden.
    Ter beschikking gestelde informatie, mededelingen en documenten worden slechts voor het doel van deze overeenkomst en in overeenstemming met de één of beide partijen bindende internationale verdragen en nationale wetgeving gebruikt.

  3. Beide partijen spannen zich in, met inachtneming van de op hun grondgebied geldende wettelijke en administratieve voorschriften, om de samenwerking op alle niveaus te intensiveren en de onteringen bijstand op de overeengekomen prioriteitsterreinen te verbeteren.

  4. De samenwerking omvat ook de verstrekking van informatie over de belangrijkste verbindingen via de weg, het spoor, de lucht en het water, die voor het transport van smokkelwaar o.a. van drugs en sigaretten worden gebruikt. In dit opzicht verplichten beide partijen zich om in het kader van de op hun grondgebied geldende wettelijke en administratieve voorschriften ongevraagd en onverwijld alle informatie te verstrekken die voor de andere partij van belang zou kunnen zijn.

Naar boven

1.1.2 Artikel 3. Structuur van de samenwerking en onderlinge bijstand

  1. Beide partijen beslissen gezamenlijk over afzonderlijke maatregelen ter uitvoering van deze overeenkomst, met inachtneming van hun in artikel 6 van deze overeenkomst overeengekomen doelstellingen en prioriteiten.

  2. Beide partijen zullen enerzijds de samenwerking van hun mobiele controle-eenheden en de onderzoeks- en opsporingsdiensten en anderzijds tussen hun regionale administraties intensiveren, waarbij zij er zorg voor dragen dat hun administraties hun centrale administratie regelmatig op de hoogte zullen brengen van samenwerkingsmaatregelen.

  3. Ter vergemakkelijking van de samenwerking zullen beide partijen op regionaal niveau contactpersonen benoemen voor de uitvoering van maatregelen volgens deze overeenkomst en de daarvoor noodzakelijke informatie-uitwisseling. Dit laat onverlet de informatie-uitwisseling volgens andere overeenkomsten.

  4. Ter intensivering van de samenwerking en de wederzijdse bijstand wordt het sturen van douane-attachés voorgestaan.

  5. Voor een beter onderling begrip en ter intensivering van de arbeidscontacten tussen bepaalde instanties van de beide partijen worden naar behoefte, zo mogelijk tweemaal per jaar voor een periode van twee weken, elk twee ambtenaren uitgewisseld. De leiding van deze hospitant-bezoeken blijft behoren tot de bevoegdheden van de op dit grondgebied verantwoordelijk partij. De kosten worden steeds door de uitzendende partij gedragen.

  6. Gemeenschappelijke korte of langdurige operaties worden in onderling overleg tussen beide partijen overeenkomstig artikel 6 van deze overeenkomst gepland. Om de samenwerking te vergemakkelijken worden deze operaties door de betreffende douaneattachés / contactambtenaren ondersteund, met medewerking van het Zollkriminalamt en het Douane Informatie Centrum van beide partijen. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van deze operaties behoort steeds tot de bevoegdheden van de op het betreffende grondgebied verantwoordelijke partij.

  7. De gemeenschappelijke operaties hebben indien nodig ook betrekking op de vorming van ad hoc-groepen en binationale groepen voor langere tijd op plaatsen, die in onderling overleg zullen worden vastgesteld. Deze groepen zullen in douanekantoren respectievelijk instellingen, die tot de controle van inklaringsmaatregelen bevoegd zijn, samenwerken en aan de belangrijkste grensovergangen aan de buitengrens van de Europese Unie op basis van wederkerigheid samen werkzaam zijn.

  8. Werkprioriteiten voor de aan de binationale teams deelnemende ambtenaren van beide partijen worden minimaal eens per jaar bij de volgens artikel 6 van deze overeenkomst geplande ontmoetingen vastgelegd.

  9. De materiële voorwaarden voor het inzetten van de door één van beide partijen afgevaardigde ambtenaren zullen door partijen van geval tot geval worden geregeld. Deze ambtenaren zijn niet bevoegd om, gedurende de tijd dat ze in het gastland werkzaam zijn, maatregelen van overheidswege uit te voeren. Ze vervullen hun taken binnen de juridische bepalingen van het gastland.

  10. Douane-administraties, die geen partij bij deze overeenkomst zijn, kunnen aan deze gemeenschappelijke acties deelnemen, vooropgesteld dat beide partijen met deze deelname akkoord gaan.

Naar boven

1.1.3 Artikel 4. Technische hulp en opleiding

  1. Beide partijen zullen informatie uitwisselen over hun douanewetgeving, douaneprocedures en hun algemene douanebeleid en zij zullen elkaar op verzoek of op eigen initiatief alle beschikbare informatie meedelen met betrekking tot:

    1. nieuwe methodes voor het handhaven van douanewetgeving die effectief zijn gebleken,

    2. nieuwe trends, middelen en methoden bij overtredingen van douanewetgeving.

  2. Beide partijen geven aan elkaar informatie door over werkwijzen, teneinde aldus het onderling begrip voor elkaars methoden en technieken te verbeteren.

  3. Iedere partij maakt het de ambtenaren van de andere partij mogelijk om binnen het kader van de beschikbare capaciteit deel te nemen aan bijscholing over fraudebestrijding. De kosten hiervan worden gedragen door de betreffende uitzendende partij.

Naar boven

1.1.4 Artikel 5. Samenwerking op beleidsmatig niveau

  1. Beide partijen zullen trachten om hun opstelling in internationale fora te coördineren. Op Europees niveau betreft qeze samenwerking in het bijzonder de verbetering van de communautaire wetgeving en de samenwerking tussen douane-administraties.

  2. Beide partijen wisselen informatie uit over het bestaande douanebeleid in hun landen.

  3. Om de samenwerking tussen partijen te vergemakkelijken, doen beide partijen elkaar een overzicht toekomen van de organisatie en de regeling van de bevoegdheden van de douane-administratie.

Naar boven

1.1.5 Artikel 6. Stand en ontwikkeling van de overeenkomst

  1. Minimaal eens per jaar wordt, afwisselend door één van beide partijen, een ontmoeting op een passend niveau georganiseerd om de uitvoering van de samenwerking en de onderlinge bijstand, zoals gepland in deze overeenkomst, te evalueren en mogelijkheden vast te stellen om de samenwerking stap voor stap verder te intensiveren.
    Tijdens de ontmoetingen worden doelstellingen vastgesteld en actieplannen ontwikkeld, waarin de activiteitsprioriteiten, samenwerkingsmaatregelen, uitwisselingen en andere terreinen van gemeenschappelijk belang worden vastgelegd.

  2. De agenda van deze bijeenkomsten wordt in onderling overleg vastgesteld.

  3. Terreinen van samenwerking overeenkomstig artikel 2 en 3 van deze overeenkomst kunnen onderwerp van andere ontmoetingen op operationeel niveau zijn tussen de organen, die verantwoordelijk zijn voor het nemen van de noodzakelijke maatregelen. Deze ontmoetingen worden door de verantwoordelijke douaneattachés/contactambtenaren gecoördineerd, die gezamenlijk belast zijn met het opstellen van de agenda.

Naar boven

1.1.6 Artikel 7. Inwerkingtreding, wijziging en buitenwerkingtreding

  1. Deze overeenkomst treedt in werking bij haar ondertekening.

  2. Deze overeenkomst kan met wederzijds goedvinden van beide partijen worden gewijzigd of uitgebreid.

  3. Deze overeenkomst kan schriftelijk eenzijdig worden opgezegd. De beëindiging wordt van kracht zes maanden na de datum van de kennisgeving van de opzegging.

Gedaan te Den Haag op 21 september 1998 in de Nederlandse en de

Duitse taal, waarbij beide teksten authentiek zijn.

   

Joop N. van Lunteren

Diegmar Kunas

Directeur-generaal der Belastingen

Voor de douane-administratie van de Bondsrepubliek Duitsland

Dirk E. Witteveen

Directeur-generaal voor Fiscale Zaken

Naar boven