1.01.00 Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
6 Diensten die bij uitvoer belast zijn met uitvoering van Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
6.1 Algemeen
Evenals bij invoer zijn ook bij uitvoer de taken en verantwoordelijkheden bij verschillende diensten ondergebracht.
Deze diensten moeten samenwerken zodat het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid correct wordt uitgevoerd.
Naar boven6.2 Op communautair niveau
Op communautair niveau zijn werkzaam:
-
Europees Landbouwgarantiefonds (paragraaf 6.2.1)
-
Organisation de la Lutte Anti-Fraude (paragraaf 6.2.2)
6.2.1 Europees Landbouwgarantiefonds
Het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) is ingesteld voor de uitvoering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.
(Verordening (EU) nr. 1306/2013)
Het ELGF zorgt voor financiering en de controle daarop.
De afdeling Garantie financiert o.a.:
-
de restituties die worden betaald bij uitvoer naar derde landen
-
de interventies ter regulering van de landbouwmarkten
-
speciale veterinaire en fytosanitaire maatregelen
-
voorlichting over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en bepaalde acties om de maatregelen die de afdeling Garantie heeft gefinancierd, te evalueren.
Wanneer landbouwgoederen duurder zijn dan vergelijkbare landbouwgoederen op de wereldmarkt, zijn deze niet te verkopen. Hierdoor kunnen er grote overschotten ontstaan op de markt van de Unie. Daardoor zullen de prijzen en het inkomen van de boeren dalen. De doelstelling 'een redelijk inkomen voor de boeren' zal niet meer word gehaald. Daarom wordt in die situatie de export van landbouwproducten financieel ondersteund door het geven van een soort exportsubsidie, de uitvoerrestitutie.
De Nederlandse Douane heeft in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid uitsluitend een taak bij de controle op aangiften ten uitvoer met aanspraak op restituties. Met de andere taken van het ELGF heeft de Douane in dit verband geen bemoeienis.
Controle door de ELGF
Functionarissen van het ELGF zijn bevoegd om in elke lidstaat zelf controles te verrichten. Zij krijgen daarvoor inzage in
de boeken en in alle andere documenten en computerbestanden die betrekking hebben op de door het ELGF gefinancierde uitgaven.
Deze controles kunnen niet alleen worden verricht bij het RVO.nl of de controlediensten (Douane en NVWA), maar ook bij de
bedrijven zelf. Op verzoek van de Commissie - en met instemming van de lidstaat - kunnen de functionarissen van het ELGF ook
deelnemen aan nationale controles die worden verricht door bijvoorbeeld de Douane.(artikel 47 Verordening (EU nr. 1306/2013)
6.2.2 Organisation de la Lutte Anti-Fraude
De Organisation de la Lutte Anti-Fraude (OLAF) is een communautaire dienst die erop is gericht fraude met gelden van de Unie tegen te gaan. De OLAF is actief in de bestrijding van fraude of oneigenlijk gebruik van de gelden die uit de landbouwbegroting komen. De landbouwbegroting omvat meer dan de helft van de totale begroting van de Unie. Ook zijn er in het verleden fraudes geconstateerd bij uitgaven voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.
Naar boven6.3 Op nationaal niveau
6.3.1 Algemeen
Voor de dagelijkse uitvoering van de formaliteiten en de betalingen heeft elke lidstaat een betaalorgaan aangewezen. In Nederland is als betaalorgaan (zie paragraaf 6.3.2) aangewezen. De NVWA is als technische dienst belast met diverse controles op bedrijven. (zie paragraaf 6.3.3).
Naar boven6.3.2 Betaalorgaan
Het ELGF betaalt de bedragen in het kader van de Gemeenschappelijk Landbouwbeleid niet rechtstreeks aan de belanghebbenden,
maar aan de lidstaten. Binnen de lidstaten zijn de betaalorganen belast met de uitbetaling van deze bedragen aan de belanghebbenden.
(
artikel 1 Verordening (EG) nr.885/2006)
In Verordening (EG) nr. 885/2006 van de Commissie staan de criteria waaraan de betaalorganen moeten voldoen om erkend te worden door de Commissie. De erkenning wordt gegeven als het betaalorgaan zekerheid biedt dat de betalingen die worden verricht, in overeenstemming zijn met de regelgeving van de Unie.
Het betaalorgaan moet in de lidstaat worden erkend door een onafhankelijke dienst.
In Nederland is de directie Financieel Economische Zaken van het Ministerie van Economische Zaken verantwoordelijk voor de
erkenning van de RVO.nl als betaalorgaan.
(
artikel 5 Verordening (EG) 885/2006)
Het betaalorgaan mag bepaalde taken die aan haar zijn opgedragen, delegeren aan andere diensten. Daarbij moet dan wel worden voldaan aan de eisen die zijn gesteld in hoofdstuk 1 van de bijlage I bij Verordening (EG) nr.885/2006.
Het betaalorgaan stelt in samenwerking met de NVWA en de Douane controlememoranda op. Hierin worden de handhavingsmaatregelen vastgesteld.
Er moet worden vastgelegd welke maatregelen van toepassing kunnen zijn en welke taken de controlediensten hierin moeten uitvoeren. De risico's worden verdeeld naar laag, midden en hoog en moeten door controles worden afgedekt. Dit kunnen zowel administratieve als fysieke controles zijn. In elk controlememorandum staat:
-
wat de minimale omvang van de controle is
-
wat de gewenste omvang van de controle is
-
wat de gekozen omvang van de controle is
Daarnaast staat in het controlememorandum wanneer de controles moeten plaatsvinden, welk orgaan de controles uitvoert en welke procedureafspraken zijn gemaakt.
Een controlememorandum is een document met de afspraken die tussen het betaalorgaan en de controlediensten zijn gemaakt om de onderkende risico's af te dichten.
Er zijn twee algemene controlememoranda opgesteld voor Verordening (EG) nr. 612/2009 (Restitutieverordening) en Verordening (EG) nr. 376/2008 (Certificatenverordening). In deze controlememoranda zijn de algemene, overkoepelende afspraken opgenomen die voor alle marktsectoren gelden.
In elk controlememorandum is per artikel van de betreffende verordening aangegeven welke dienst welke activiteiten moet uitvoeren. De manier waarop deze activiteiten worden uitgevoerd, is in principe de verantwoordelijkheid van de genoemde diensten zelf.
Elke controledienst maakt een planning voor de uitvoering van de fysieke en de administratieve controles en controleert de voortgang.
De controledienst stelt van elke fysieke - of technisch-administratieve controle, een controlerapport op en stuurt dit zonodig aan het betaalorgaan. De technisch-administratieve bedrijvencontrole is de administratieve controle die in het kader van Verordening (EU) nr. 1306/2013 wordt uitgevoerd bij producenten en exporteurs van landbouwgoederen. In de rapportering betreffende de fysieke controle wordt een verantwoording gegeven van de onderdelen van de aangifte ten uitvoer waarop een (fysieke) controle is uitgevoerd, en ook wordt gemeld wat de uitkomst van de controle is. De rapportering vindt plaats in het vak 'Bevindingen' van de elektronische aangifte.
De CCU is een onderdeel van de NVWA en coördineert de planning, de uitvoering en de rapportering van administratieve controles die worden uitgevoerd volgens Verordening (EU) nr. 1306/2013. Controlerapporten worden naar de CCU gestuurd.
Elk jaar stelt het Landelijk Kantoor van de Nederlandse Douane (DLK) een (beperkt) beheersverslag op. Hierin staat of er voldoende controles zijn uitgevoerd en of deze volgens de voorschriften zijn uitgevoerd. De beheersverslagen worden toegezonden aan zowel de RVO.nl als aan de betreffende beleidsdirectie van het Ministerie van Economische Zaken.
Overige afspraken
Het Ministerie van Financiën maakt afspraken met de andere ministeries waarvoor de Nederlandse Douane taken uitvoert maar
waarvoor dat andere ministerie beleidsverantwoordelijk is. Deze afspraken worden vastgelegd in een kaderovereenkomst met voor
elke taak een bijlage.
Met betrekking tot de uitvoering van de taken die voortvloeien uit Verordening (EG) nr. 1276/2008 (de fysieke controleverordening) is ook een bijlage bij de kaderovereenkomst vastgesteld. In deze bijlage staat onder meer dat de Auditdienst Rijk (ADR) de Ministeries van Financiën en Economische Zaken periodiek informeert over zijn bevindingen bij de interne controles bij de Nederlandse douane. Ook wordt jaarlijks overleg gevoerd tussen het Ministerie van Economische Zaken, het DLK en RVO.nl, om de uitvoering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid te evalueren.
Daarnaast kan ook op ad hoc basis overleg worden gevoerd tussen het RVO.nl en de douane. Zie ook paragraaf 7.1.
De regiokantoren van de Nederlandse Douane stellen elk een landbouwcoördinator aan en maken deze personen bekend aan de RVO.nl. (Zie bijlage 3).
Functies van het betaalorgaan
Het betaalorgaan treft, volgens de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, de nodige maatregelen om:
-
er zeker van te zijn dat de maatregelen die door het ELGF gefinancierd zijn, daadwerkelijk en op regelmatige wijze werden uitgevoerd
-
onregelmatigheden te voorkomen en te vervolgen
-
de bedragen die door onregelmatigheden of nalatigheden verloren zijn gegaan, terug te vorderen
(artikel 58, Verordening (EU) nr. 1306/2013)
De in artikel 58 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 opgedragen taak is verder uitgewerkt in de bijlage I van Verordening (EG) nr. 885/2006.
Taken van het betaalorgaan
Het betaalorgaan heeft de volgende twee hoofdtaken in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid:
-
uitbetaling van de restituties
-
afgeven van uitvoercertificaten
In Nederland is deze taak door de Minister van Economische zaken opgedragen aan de RVO.nl. (artikel 3:2, sub a, Algemene douaneregeling).
Het betaalorgaan is bevoegd om restituties te berekenen en verlenen. Het betaalorgaan berekent dit op basis van de door of namens de exporteur opgemaakte aangifte in Douane Sagitta-uitvoer (DSU). Het aangiftebericht ontvangen ze van de Douane. De RVO.nl heeft toegang tot de gegevens in DSU. DSU bevat ook de bevindingen van de Douane die zij tijdens de verificatie heeft gedaan.
De RVO.nl baseert de berekening en het uit te betalen bedrag op de door de Douane vastgestelde grondslagen. (artikel 1:33, lid 3, Algemene douanewet en afdeling 3:3 Algemene douaneregeling)
Naar boven6.3.3 Technische diensten
In Nederland is de NVWA aangewezen als technische dienst in het kader van Verordening (EG) nr. 885/2006.
De NVWA voert als technische dienst van het betaalorgaan verschillende controles uit in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.
Ten onrechte uitbetaalde bedragen
Als bedragen ten onrechte zijn uitbetaald en niet (of slechts gedeeltelijk) kunnen worden teruggevorderd van degene die de
bedragen heeft ontvangen, dan komen deze bedragen voor rekening van de EU. Als deze bedragen echter ten onrechte zijn betaald,
omdat de overheidsdiensten of organen in de lidstaat zelf onregelmatig hebben gehandeld of nalatig zijn geweest, dan moet
de betreffende lidstaat deze bedragen zelf betalen.
(art. 54 en 55, Verordening (EU) nr. 1306/2013)
6.3.4 Douane
De Douane is in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid belast met de controle van:
-
de aangiften ten uitvoer
-
de verzoeken om restitutie
Bij de aanvaarding, de verificatie en de administratieve verwerking van de aangiften ten uitvoer van landbouwgoederen, zijn
de bepalingen van de communautaire en nationale douanewetgeving van toepassing. De normale douaneprocedures gelden ook voor
landbouwgoederen.
(artikel 1 CDW juncto artikel 1:1 Algemene douanewet)
Verzoeken om restitutie
Wanneer de exporteur dat wenst moet hij uitdrukkelijk om restitutie vragen. Hij doet dat door in zijn aangifte in het deelvak
restitutie 'ja' aan te klikken.
De Douane verifieert naast de aangiften ten uitvoer ook de verklaringen van inslag voor de opslag van bepaalde soorten rundvlees in douane-entrepot (en de bescheiden die bij deze verklaringen overgelegd moeten worden). Ook hiervoor zijn de normale douaneprocedures voor de aanvaarding, verificatie en afwerking van toepassing.
Hoewel de Nederlandse Douane niet aangemerkt wordt als technische dienst van het betaalorgaan, zijn er wel afspraken gemaakt over de wijze waarop de Douane haar taak uitvoert. Deze afspraken liggen vast in de bijlagen bij de kaderovereenkomst.
Naar boven